Moedige slachtoffers

Date 26 december 2018

Advocaat Bénédicte Ficq vertelde onlangs in de Gooi- en Eemlander over haar strijd tegen de tabaksindustrie. Rokers zijn bewust verslaafd gemaakt en het is verdomd moeilijk om daarvan af te komen. Ze zijn geen slappelingen maar slachtoffers. Daar heb ik nooit zo bij stilgestaan. Tien jaar geleden stond bij de Jellinek tabak op de derde plaats van de top-15 van gevaarlijke drugs – alleen heroïne en crack scoorden hoger, terwijl LSD en paddo’s helemaal onderaan bungelden. Ook de drankindustrie mag blij zijn met haar vierde plaats. Het lijkt me dan ook beter dat we hier in de gemeente na commissie- en raadsvergaderingen gezamenlijk een jointje gaan roken in plaats van wijn schenken. Maar een motie van mij zal het waarschijnlijk niet halen omdat ik weer eens een paar bruggen te ver bezig zal zijn.

Ik heb iets met verslaving. Neptunus aan mijn midhemel. Jupiter in mijn twaalfde huis. Het zit ook een beetje in de familie. Misschien rookte mijn moeder toen ze zwanger was van mij. Wist zij veel. Tot mijn vijftigste heb ik stevig gerookt, twee pakjes per dag. Opeens radicaal gestopt, waarbij ik me voortdurend voorhield dat ik de baas was, en niet mijn smachtende lichaam. Het was trouwens niet mijn gezondheid waarom ik stopte, maar omdat ik me bij de Rozenkruisers had aangesloten, van wie je niet alleen moet afzien van roken, maar ook van seks, drank en televisie. Dat laatste omdat de straling ervan schadelijk zou zijn. Onzin natuurlijk, maar ik had daar toch weinig moeite mee en tot vandaag de dag vraag ik me af waarom ik überhaupt een televisie in huis zou moeten hebben. En naar de radio luister ik ook al nooit. Misschien zouden discussieprogramma’s leuk zijn, maar daar praat toch iedereen door elkaar heen en daar word ik horendol van. Ik zal wel weer hooggevoelig zijn of zoiets.

Tien jaar later ben ik toch weer begonnen met roken. Ik zie het nog steeds voor me. Na een zomerse vergadering of feestje of feestje zat ik bij fractievoorzitter Carien op de stoep, en Huib bood me een sigaartje aan. Dat inhaleer je toch niet, dacht ik, dus dat kan toch geen kwaad? En ik mocht Huib graag, niet alleen omdat hij in een dixielandbandje speelde maar ook omdat hij me vaak complimentjes gaf. Na een jaar of vijf ging ik over naar elektrische sigaretten, hoewel nog geen hond weet wat voor schade die allemaal kunnen aanrichten. Huisarts Joke, ook in de raad, vraagt me wel eens met haar doordringende ogen naar mijn ervaringen en gedachten over mijn elektrisch roken, maar kan er ook nog niet over oordelen. Behalve natuurlijk dat het een verslaving is. ‘Geen tabak, alleen een klein beetje nicotine,’ verdedig ik mijzelf vaak.

Vreemd dat ik in de verdediging schiet. Want uit het verhaal van Ficq begrijp ik dat ik er maar weinig verantwoordelijk voor ben. Dat het in mijn lijf zit, dat steeds hunkert naar de ervaring van de allereerste sigaret, dat even wegzweven in witte wolkjes die mijn hele lichaam doordenken, een soort kortstondige mix van dronkenschap en wegzweven. Dat komt natuurlijk nooit meer terug, en weinig van dat gevoel zal nog lijken op de eerste sigaret die ik in 1968 van Menno kreeg. Is hij dan de boosdoener? Welnee, roken was toen nog heel gewoon. Dat deed je ook op je werk, zodat de kantoorruimtes er mistig moeten hebben uitgezien. En het was natuurlijk goede business voor de tabaksproducenten, die tot vandaag de boel belazeren met hun metingen van nicotinegehaltes, net zoals de auto-industrie de hoeveelheden CO2-uitstoot flatteert. Zware straffen zou je zeggen. Welnee. Zo weinig mogelijk zichtbaar in de winkel. Plaatjes van de enge gevolgen op sigarettenpakjes, zodat ik vaak blij was met de sigarendoosjes met een naakte man, die hulpeloos op bed ligt omdat hij impotent is. Wel zo rustig eigenlijk.

Politici zijn niet sterk in het aanpakken van de wortels van problemen. Willen graag wat polderen om iedereen te vriend te houden. Bovendien zou een radicale aanpak van roken en alcohol slecht zijn voor de economie – een argument dat in veel kringen doorslaggevend is. Ficq stapte als advocaat gewoon naar de rechtbank en klaagde tabaksproducenten aan voor pogingen tot moord, zware mishandeling en valsheid in geschrifte. Nul op het rekest natuurlijk, maar ze blijft doorgaan. ‘Stel: je produceert een auto waarin elk half uur iemand verongelukt, omdat-ie uit winstbejag veel te goedkoop is geproduceerd,’ zegt ze. ‘Ondanks dat mag die auto de weg op.’ Terwijl in Nederland per jaar zo’n duizend mensen sterven aan de gevolgen van roken. Ik weet niet of ik dat ook ga doen. Ben ik een slappeling? Dat herken ik niet en ik werp het ver van me, zoals politici wel vaker zeggen. Maar wat roken betreft is dat meer terecht dan onterecht.

Ook rokers moeten meer uit de kast komen, gewoon erkennen dat zij slachtoffers zijn van een perverse industrie die veel te lang is getolereerd. Toegegeven: er wordt wel wat actie ondernomen om het roken te verminderen. Zoals minder zichtbare verkoop, die plaatjes op de verpakkingen, het rookvrij maken van kantoren, restaurants en cafés. Niks mis mee, zeker mee doorgaan. Jammer voor mij dat de samenleving, en vooral de jeugd, tegen mensen als ik beschermd moet worden. Maar dat hoort er nu eenmaal bij als je slachtoffer van een verslaving bent. Laat ik dat maar gewoon accepteren en mezelf niet wijsmaken dat ik een slappeling ben. Voor mij getuigt juist dát van een moed die ik elke roker toewens.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>