Spirituele slager Jed McKenna hakt een nieuw boek
(Koorddanser, oktober 2014)

Het advaitische gedachtengoed en het non-duale concept zette schrijver en pseudoniem Jed McKenna (a.k.a. de uitgever ervan, Pete Sweeney) met een harde klap in drie boeken in de wereld. Hij veegde de vloer aan met ‘spiritueel gedoe’ en spoort lezers aan zelf de waarheid te onderzoeken. Zijn conclusies waren onder meer: er is geen ik en veel wat als ‘spiritueel’ wordt aangeboden, voedt het niet-bestaande ik.

Met zijn nieuwste en vijfde boek Jed McKenna’s theorie van alles neemt deze provo de spirituele wereld weer eens keihard op de hak. Als een hedendaagse U.G. Krishnamurti laat hij weinig heel van lieve zoetsappige newage-idealen met extatische visioenen en dromerijen over verlichting en goddelijke zelfrealisatie. Maar hij is wel verlicht, heeft de spirituele zoektocht voltooid, heeft de waarheid ontdekt en is beland op het punt dat hij ‘Klaar’ noemt, of ‘Menselijke volwassenheid’. Met schrijven blijkt hij echter opnieuw niet klaar te zijn: na zijn trilogie Spirituele verlichting? Vergeet het maar!, Spiritueel incorrecte verlichting en Spirituele oorlogvoering kwam hij nog met Notities aandraven, na enkele jaren nu opgevolgd door zijn Theorie van alles. Dat komt ervan als je in flow leeft zodat je hulpeloos en hopeloos bezig blijft met het verwoorden van een voor jou glasheldere en niet te ontkennen waarheid.

Wat is waarheid?
Hij begint en eindigt het boek met een syllogisme: als alles waarheid is en bewustzijn bestaat dan is alles bewustzijn. En alles is waarheid, want als er ook maar iets niet waar zou zijn, dan zou dat weer waar zijn. En bewustzijn bestaat, sterker nog: het is het enige waarvan we met honderd procent zekerheid kunnen zeggen dat het bestaat! Maar hoe McKenna uit deze twee premissen komt tot de propositie dat alles bewustzijn is, is me onduidelijk. Je kan immers ook zeggen dat schildpadden bestaan maar daarmee is alles nog geen schildpadsoep. Overigens heb ik – mijn troost – dit syllogisme helemaal niet nodig om te weten dat alles bewustzijn is. Vraag me niet waarom, sommige dingen weet je gewoon. Net zoals je gewoon weet dat je verliefd bent.
Maar wat is waarheid eigenlijk? Daar denkt niet iedereen hetzelfde over, en McKenna vergeet te vertellen wat hij daarmee eigenlijk bedoelt. Voor mij zijn er twee soorten waarheid, die ik maar even relatief en absoluut zal noemen. Relatief als er een relatie is waarbij twee elementen logisch zijn verbonden: 144 > 12, roodborstjes zijn kleine vogels, tijd is geld, het licht is groen. Absoluut als het iets zegt over het wezen van iets: de ware kennis, het ware geloof, het ware zelf, de waar-heid van iets. Dan wordt het synoniem met iets als echt of werkelijk, wat dicht in de buurt komt van Heideggers ‘onverborgenheid’. Filosofen hebben hier veel over geschreven, maar ik heb geen zin om al die moeilijke boeken te lezen en vind het liever zelf uit. Al met al blijft onduidelijk wat McKenna bedoelt als hij ‘het realiseren van de waarheid’ – of beter: de ‘onwaarheid-onrealisatie’ – ziet als het doel van het leven, als kenmerkend voor verlichte mensen, in de betekenis dat ze daar Klaar mee zijn. Niets meer te doen, het einde van de queeste naar eh… waarheid.

B-Rex
Toch is McKenna niet bezig met spitsvondigheden. Omdat het eigenlijk een worsteling met taal en paradoxen is, en de laatste mogen wat hem betreft gewoon blijven bestaan. Omdat alles wat in het bewustzijn is er gewoon is. Fata morgana of virtual reality – het maakt hem niet zoveel uit omdat het allemaal hoort bij het spel, de droom die oosterse wijze maya noemen. ‘De werkelijkheid heeft voor mij geen werkelijkheidswaarde meer,’ schrijft hij. En ‘niet echt, maar toch was het echt.’ Want het enige dat we zeker weten is dat we bewust zijn, maar bij alles wat zich daarin afspeelt kun je vraagtekens zetten. De consensus is dat er een universum is waarbinnen zich allemaal bewustzijntjes bevinden: U-Rex, het universum is de koning. Maar McKenna draait dat om: het universum bevindt zich in het bewustzijn en deze B-Rex is het enige waarvan we met ons volle verstand en absolute zekerheid weten dat het waar is.
Ja, strikt genomen weet ik alleen dat zich verschijnselen in mijn bewustzijn voordoen, waarmee al het andere speculatie is, geloof, van horen zeggen. McKenna noemt dit ‘idealistisch anti-materialistisch monisme’, IAM (ik ben). Zowel over tijd als ruimte weet ik niets: wie zegt me dat mijn geheugen me niet belazert, en dat alles dat zich buiten mijn gezichtsveld bevindt er ook werkelijk is? Dat lijkt op Second Life waar de wereld pas gemaakt wordt als die binnen mijn gezichtsveld komt, terwijl zich daarbuiten een oneindige zee uitstrekt. Ze zeggen dat ik geboren ben, maar weet ik dat echt zelf? Is elke herinnering niet vals omdat ik die altijd vanuit mijn huidige toestand beleef? Ik weet het niet, en ben gevangen in het feit dat ik dat ook nooit zal en kan weten. McKenna haalt Nick Bostrom erbij, die het waarschijnlijk acht dat wij zelf niet meer dan computersimulaties zijn, hersenen die door een toekomstige generatie geprogrammeerd zijn om het leven te leiden dat we nu als echt ervaren, inclusief al onze herinneringen en ons gevoel dat we vrij zijn en dat dit niet zo is. Technologie staat voor niets en virtual reality is in onze tijd in een explosieve fase van ontwikkeling. Absurd? Maar dat is niet echt een argument om het af te wijzen. Wellicht ben ik niet meer dan een avatar in Second Life van onze achterkleinkinderen.

Onechte echtheid
Niets zeker te weten grijpt je naar de keel, en ook mijn hart gaat wat angstig bonzen als ik daar teveel aan denk. En toch is het niets nieuws, want de wijsheid uit het oosten die ik veel volwassener en intelligenter vind dan wat wij hier in het westen aan religies hebben gelanceerd – heeft nooit iets anders verteld. Niets is dodender voor het ego dan niets te weten, niets meer te zijn dan een wolkje bewustzijn, niets meer te kunnen doen dan terugkeren naar Maya’s pretpark. Maar alleen dan blijft flow over, is de zoektocht beëindigd, is er eindelijk rust in de wolk van niet-weten. Dat is overgave, maar daarvoor moet eerst alle onechtheid in de fik worden gestoken, moet je de slager van jezelf zijn om tot het bot uitgebeend te worden zodat alleen overblijft wat je werkelijk bent: bewustzijn. Nadat in zijn boek de wereld van Platland, de pijp van Magritte, de zichzelf tekenende handen van Escher, The Matrix en de Truman Show aan je voorbij zijn getrokken en je al het geloof achter je hebt gelaten trekt de mist op. En wat het woord ‘waarheid’ ook mag betekenen, hoe vaak McKenna ook spreekt in duistere taal over onechte echtheid en onwerkelijke werkelijkheid, wat hij daarmee bedoelt is glashelder.
‘Jij bent de reis en jij bent de bestemming,’ besluit hij zijn boek, ‘en als je dat echt begrijpt, dan zul je ook begrijpen dat je niet alleen dit boek hebt uitgelezen, maar dat je klaar bent met het te schrijven.’

Eerder als blog gepubliceerd op 13 juni 2014 onder de titel: Jed McKenna: spirituele slager.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites