Hans Laurentius – Rozengeur & prikkeldraad

Hans Laurentius: Rozengeur & prikkeldraad. Uitgeverij Samsara, gebonden, 160 pagina’s, € 18,95

‘Dit boekje is niet voor iedereen, enkel voor hen die echt willen weten hoe het zit,’ staat op de achterkant te lezen. ‘Voor alle andere mensen is er al genoeg te vinden wat spiritueel verantwoord, tandenloos troostend en langdurig te beoefenen is.’ En met die anderen doelt Laurentius op de velen die liever dromen over bevrijding en ontwaken, dan dat ze zich laten aansteken door het waarheidsvirus. ‘Ze komen af op de prettige uitstraling, de al dan niet verholen beloftes, het (aanvankelijk fijne) groepsgevoel, de verhaaltjes voor het slapen gaan over eenheid, geluk en gelukzaligheid als je later in het heilige nu belandt.’ (p. 8) Dit in tegenstelling tot de enkelen die geconstateerd hebben dat eigenlijk iedereen krankzinnig is: ‘Zie de waanzin,en verwacht niks beters. Dan valt het best wel mee. En voor de goede orde: mensen zijn niet slecht. Het zijn slechts slecht geïnformeerde gekken.’ (p. 27)

De zoektocht van Hans Laurentius (1964) kwam tot zijn einde door de advaita, de leer van het non-dualisme, waarbij hij zich liet inspireren door goeroes als Nisargadatta Maharaj, Ramana Maharshi, Alexander Smit, Poonjaji, Osho en de twee Krishnamurti’s. Kern hiervan is dat het ik, het afgescheiden zelf, een illusie is die nooit met bevrijding of verlichting is te verenigen. Hij leidde honderden satsangs, retraites en weekenden, en geeft ook individuele sessies. Verder kennen we hem van zijn boeken, artikelen in het tijdschrift InZicht en is veel van hem te vinden op YouTube. Dit alles voor het onderzoek naar wat je bent: ‘Echte spiritualiteit heeft met waarheid te maken, niet met problemen of met leuk en niet leuk’. (p. 31) Verlichting is ‘totale ontspanning’ (p. 39) en dat is niet iets dat je kan doen: ‘De identificatie met ‘doen’ en het zogenaamde ‘ik’ is bij velen zo sterk dat niet beseft kan worden dat volledig ervaren geen doen is maar zijn. Weerstand bieden is doen, ervan af willen is doen, het willen oplossen of loslaten is doen. Ermee zijn is geen doen, maar zijn.’ (p. 48) Want het ‘hele ik-idee is enkel weerstand tegen wat is, tegen het zogeheten moment.’ (p. 51)

‘Verlichting Is,’ schrijft Laurentius. ‘Verlichting is wat er overblijft als de waan van het afgescheiden zelf is verdwenen (…) het is niet meer mogelijk me te identificeren met verhalen van wie dan ook (…) vraag me niet het al te serieus te nemen, want dat gaat nu eenmaal niet.’ (p. 79) ‘Er zijn geen problemen, geen grasspriet staat verkeerd, er is geen enkele reden om ongelukkig te zijn, er valt niets te bereiken, of zoeken, of vinden, of op te lossen, of te verbeteren, al dat gedoe is wat mij aangaat verzet tegen hoe-het-is en op-z’n-kop-denken.’ (p. 86) Zelfs accepteren van wat Osho ‘that which is’ noemt is niet iets waar je mee bezig bent: ‘Acceptatie is er gewoon. Als je ziet dat er een glas op tafel staat hoef je dat niet te accepteren, toch? Het staat daar al! Het is al zo!’ (p. 98) Acceptatie is dan ook niets anders dan ‘het logische gevolg van aanwezig zijn, van wakkerheid.’ (p. 98) En dat is heel onthutsend in een wereld waarin bijna iedereen slaapt, als een zombie rondloopt en droomt.

De weg naar bevrijding, realisatie of verlichting is een moeilijke weg, en ‘de zogenaamde zoeker wil dit niet weten en zal een clubje zoeken waar geen risico op waarachtig ontwaken bestaat en men zal het hebben over fasen, verlichting light, processen, evolutie, mediteren, bijzonder licht of speciale energie, bewustzijnsgroei, chakra healing, menstruatiedansen, astraal koken, spiritueel kantklossen, malarijgen, of fijn elkaar steeds coachen met het laatste relatieboekje in de hand enzovoorts. Prima entertainment voor in de gevangenis. No problem.’ (p. 112) ‘Echte spiritualiteit draait niet om het effect ervan op ‘jou’, maar om waarheid op zichzelf. Het onderzoek naar wat is Waar of Werkelijk (of Wat ben ik), draait er niet om dat je je lekkerder gaat voelen, maar om te ontdekken hoe-het-is: het blootleggen van de Realiteit.’ (p. 123) Daar is zelfonderzoek voor nodig, en wat Laurentius adviseert doet sterk denken aan de autolyse van Jed McKenna. Een van de hoofdstukken heeft dan ook als titel: ‘Confrontatie met je ergste nachtmerrie’. Waarbij het gaat om het ‘verwijderen van het stof uit je ogen, de spinnenwebben uit je geest en zelf kijken. Je niks laten wijsmaken en diepgaand voelen wat echt is en wat niet. Wat waar is en wat niet. Waardoor je straalt en waardoor je dof wordt en op de waakvlam leeft.’ (p. 134) ‘Ontmoet waarheid in jezelf en laat je niks aanpraten,’ lezen we op pagina 137. ‘Praat niemand na, kijk zelf. En kijk uit voor de spirituele maffia.’

Er valt niets te doen om te ontwaken of verlicht te raken. Wat overblijft is goed waar-nemen, opletten, bewust blijven en rusten in realiteit. Het zoeken naar het niet-zoeken, strijden voor overgave, concentreren op ontspanning en piekeren over problemen is even ridicuul als vechten voor vrede. Die er eigenlijk allang is als je je ogen open houdt. Maar de weg naar die rozengeur gaat wel over prikkeldraad…

De Kaarsvlam, november/december 2014

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites