50 jaar Bijlmermeer

Date 15 januari 2017

Onlangs bestond de Bijlmermeer 50 jaar. Daarvan heb ik een dikke 13 jaar als bewoner meegemaakt. Op 20 november 1973 betrok ik met Pim een mooie flat in Eeftink dat net opgeleverd was. En als ik ‘mooie flat’ zeg bedoel ik ook echt een mooie flat. Vier kamers op een oppervlak van een kleine honderd vierkante meter, omringd door jong groen, in degelijk beton en goed geïsoleerd. Er was wat mij betreft echt helemaal niks mis mee. Met de hele Bijlmer was voor mij helemaal niks mis. Een ideale woonwijk. Verkeer op de dreven, wandelen, fietsen en recreatie op het maaiveld. Het waren grote betonkolossen die als honingraten in grote zeshoeken aan elkaar waren geschakeld, met in hun midden ruim groen waar zo’n 600 woningen op uitkeken. Grootschalig massief beton maar tegelijk veel ruimte, licht en lucht. Na vier jaar kwam de eerste metro zodat je snel in de stad was, en ’s nachts waren er de nachtbussen. De eerste jaren heb ik me er nooit onveilig gevoeld. Een voor de vakantie volgepakte auto kon je rustig ’s nachts in de parkeergarage achterlaten. In winkelcentrum Ganzenhoef waren veel winkels waaronder twee supermarkten en de vermaarde bakkerij Jongejans, Al snel was ik betrokken bij een stichting die de collectieve ruimtes exploiteerde. En was ik vaak te vinden in de kroeg, want nachtbraken was, voor zover ik dat met mijn reguliere baan bij de Amrobank kon combineren, wel een hobby van me. Vriendjes, seks, ruzies en huilpartijen, feestjes, drank en muziek, het hoorde er allemaal bij. Niks mis met de Bijlmer dus.

Tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, die grote gevolgen had voor de bevolkingssamenstelling van de wijk. Langzaam maar zeker stegen on-Hollandse geurtjes op uit de keukenramen als je over de galerijen liep. Die vond ik niet lekker, wat volgens mij niets met discriminatie te maken heeft maar gewoon met mijn biologie. Het getal zeven nestelde zich in mijn hoofd, als het percentage van cultuurvreemdheid dat een samenleving maximaal kan verdragen. Gecombineerd met werkloosheid werd de sfeer in de Bijlmer er niet beter op. Het nabijgelegen Gliphoeve werd berucht om zijn criminaliteit, en zo heeft een klein deel van de Surinamers het verpest voor iedereen. De jongens die hun muziek keihard op de galerij en de metrostations lieten spelen, types waarbij je bepaald niet het gevoel hebt dat het veilig is hen op hun gedrag aan te spreken. Asociaal gedrag en al dan niet zich rond drugs afspelende criminaliteit maakten de sfeer er niet vrolijker op. In de eerste jaren dat ik er woonde wandelde ik rustig in het donker rond, maar als snel werd dat oppassen geblazen en werd het ook enger om door de binnenstraten te wandelen. Men dacht de sfeer te verbeteren door flats een nieuw kleurtje te geven en Gliphoeve Geldershoofd te gaan noemen, maar dat werkte niet echt. Zelfs het verlagen van de huren en alles onder één woningcorporatie te brengen mocht niet baten. Maar ook de media deden hun best om het imago van de Bijlmer te verslechteren, zoals de gevangenis die helemaal niet in de Bijlmer stond ‘Bijlmerbajes’ te gaan noemen.

Uiteindelijk kwam het erop neer dat men het afbreken en opnieuw opbouwen van de Bijlmer prefereerde boven handhaving. Alsof dat goedkoper was. Maar handhaving is tot vandaag de dag niet echt een prioriteit van de politie. Ook tegenwoordig wordt het niet kunnen handhaven vaak aangevoerd als argument om regels niet in te voeren of te versoepelen, terwijl het volgens mij om een niet willen handhaven gaat. De Bijlmerramp in 1992 is wellicht ook een stimulans geweest om de wijk af te breken. Zo zijn veel plekken waar je leuke dingen hebt meegemaakt gewoon verdwenen. Moest ik Vriend tijdens een wandeling in de lucht wijzen naar de plek waar ik ooit door een vriendje lekker van achteren genomen was. Herinneringen die in de lucht hangen, net als de flat waarin ik woonde, waarvan ik de muren nog dankbaar had gekust toen ik naar Buitenveldert verhuisde. Eeftink 305, waar ik de zelfgemaakte wit geverfde boekenkasten tegen de muren schroefde om de vloer ruimer te laten ogen. Waar ik veel piano speelde totdat mijn benedenburen me plaagden door steeds mijn telefoon te laten rinkelen zodra ik weer aan de slag ging – dat schijnt humor te zijn. Waar ik een biels naar binnen sleepte om er een mooi martelpaaltje van te maken dat helaas weinig gebruikt is. Waar ik een blauwe maandag met Cor heb samengewoond, terwijl we ook na die tijd van elkaar zijn blijven houden. Maar tegelijk woonde ik in een verloederende wijk waar ik me halverwege de jaren tachtig niet meer thuis voelde. Het blijft voor mij een gotspe dat men dit prachtige project het heeft laten verliezen van de criminaliteit. Want er was niks mis met de Bijlmer, integendeel. Het was een prachtwijk.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>