De kunst van het weglaten

Date 19 oktober 2024

Soms stuurt Arthur mij foto’s uit de andere wereld. Mijn lievelingsfoto is die van een paar dozijn kinderschoentjes in allemaal soorten, kleuren en maten die rommelig door elkaar heen liggen. Elke keer dat ik die foto in mijn telefoontje tegenkom word ik er vrolijk van. Onlangs complimenteerde ik hem voor die foto en zei hem dat hij die goed moest bewaren. Het is een kunstwerkje dat goed zou passen in een collectie over een niet geziene werkelijkheid. Want het zijn dingen waar je normaal overheen kijkt. Hij heeft me meer foto’s gestuurd van een kinderkamp. Als hij dat niet leidt moet hij assisteren, en het is vaak een uitputtingsslag voor hem om die uithuisgeplaatste kinderen uit probleemgezinnen leuke dagen te bezorgen. Als hij weer thuiskomt geeft hij zijn Rocky een dankbaar klopje op zijn dak om vervolgens vroeg te gaan slapen na mij nog even op het strandje te hebben opgezocht.

Hij stuurt me vaker foto’s van zo’n kinderkamp. Handen met spiesjes waarop iets lekkers in het vuur wordt geroosterd. Een kleurige vloot van papier gevouwen mutsjes. Een hand die een gevangen visje in de lucht houdt, hoewel we beiden niet van vis houden. Een houten pad dat naar een meertje leidt waarachter de zon ondergaat. Een zolder met schoonmaakspullen. Een zakje rijstkoekjes met melkchocolade. Een doosje snoepjes dat hij altijd bij zich heeft. De barakken in de sneeuw. Een glas met de tekst ‘Live Laugh Love’ erop. Een eenzaam bankje in de nacht onder een lantarenpaal. Een lege sauna. Zijn gitaar. Met ham, kaas en tomaat belegde broodjes naast een glas thee. Fröbelwerk met datums en namen erop. Allemaal niks bijzonders. Denk je. Ik heb mezelf ook afgevraagd wat ik er zo bijzonder aan vind.

Het is de kunst van het weglaten. Geen kind te zien. Het zou trouwens ook niet netjes van Arthur zijn als hij mij foto’s van hen zou sturen. Dat zou hem zijn baan kunnen kosten. Het is ook de kunst van aandacht, maar dan niet op wat het zogenaamd belangrijkste is maar op de omringende wereld. Het laten zien van details waar je in het dagelijks leven niet op let. Dat roept niet alleen een zekere spanning op maar ook een sfeer. We zullen elkaar nooit foto’s van onszelf sturen, we laten onszelf gewoon weg, maar laten elkaar wél onze leefwerelden zien. Hij van zijn kat Pimu. Of van zijn auto Rocky onder de sneeuw. Het uitzicht vanuit zijn keukenraam. Het pad naar zijn huis in het donker. Ik van de rozen in onze tuin. Het uitzicht vanaf het plekje waarop ik, zoals nu, zit te schrijven. De bushalte. De bakken met allemaal soorten ijs in Sundaes.

Ik ben er niet zo goed in als hij. Maar ik ben dan ook geen Maagd zoals hij. Marcel wel, en die gaf me dan ook de opdracht om veel foto’s te maken van onopvallende dingen waar je normaal gezien overheen kijkt. Dus loop ik met mijn mobieltje door Naarderheem te zoeken naar dingen die ik niet zie. Het wasbakje in de doucheruimte. Een lege gang. De vijftig jaar oude knopjes in de lift. Maar ik loop er niet warm van. Misschien leuk voor later als het hele gebouw tegen de vlakte gaat wegens de nieuwbouw die er pal naast wordt gerealiseerd en er waarschijnlijk de oorzaak van is dat sommige vloeren soms wat deinen. De enige foto die ik een klein beetje leuk vind is die van de klok in het restaurant met daarboven een raam waarachter je wolken in een blauwe lucht ziet. Tijd en ruimte. Als Waterman heb ik weinig oog voor details zoals de Maagden, inmiddels de meeste van mijn beste vrienden.

Voor dit soort kunst – en dat is het voor mij – moet jezelf weglaten. Je eigen standpunt en voorkeur vergeten. Als ik in de kunstwereld zat zou ik de foto’s van Arthur uitvergroten en in een galerie tentoonstellen. Een kinderkamp zonder kinderen, maar die juist aanwezig zijn omdat ze afwezig zijn. Kijkend naar die foto met schoentjes voel je hoe ze lawaaierig op hun sokjes zijn weggelopen om spelletjes te doen of te knutselen. Dat is niet zichtbaar en juist daarom zo aanwezig. En ik hou van onzichtbare werelden, maar dat is inmiddels wel bekend.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Zorg voor zorg

Date 13 oktober 2024

Ik zag er afgelopen week best tegenop. Tegen het finale telefonische interview met iemand van het CIZ, het Centrum Indicatiestelling Zorg. Die moest beoordelen of Vriend in aanmerking kwam voor zorg vanuit de Wlz, de wet Langdurige Zorg, zodat hij in Naarderheem kan blijven wonen. Zoiets gaat over tienduizenden zo niet honderdduizenden euro’s, dus daar zullen ze wel niet al te royaal mee rondstrooien. En kennelijk ben ik geconditioneerd om door dit soort instellingen met kritische vragen onder vuur te worden genomen, een wantrouwen jegens overheidsinstellingen die niet altijd onterecht bleek te zijn zoals we zagen in de toeslagenaffaire. Ik had snel een kopie van het door Naarderheem ingevulde lange aanvraagformulier opgevraagd en nog eens vraag voor vraag doorgenomen. Alleen al het gegeven dat het interview drie kwartier zou duren liet zien hoe serieus dit allemaal is. Tegen mijn verwachtingen in werd het een heel leuk en meelevend gesprek, dat niet alleen over Vriend ging maar ook over mij. Maar deze keer heb ik niet gejankt, hoewel het niet veel scheelde.

Ik moet er nog altijd aan wennen hoe vriendelijk mensen in de zorg zijn. Zeg maar gewoon lief. Iedereen is gewoon aardig, en iedereen vindt ook mij aardig. Misschien ook omdat ik een jaartje ouder ben. Omdat ik dat laatste helemaal niet van binnen voel wil ik het vaak ook niet weten. Met als gevolg dat ik met alle zorg voor Vriend ver over mijn eigen grenzen was gegaan. Bleek ik opeens vijf kilo afgevallen te zijn zodat ik met een ideale BMI helemaal geen Ozempic nodig had. Vond de cardioloog mijn hart wat onrustiger zodat hij me onder bètablokkers stopte. De dokter zag dat mijn voorraad vitamine B 12 uitgeput raakte zodat ik daar nu dagelijks een hele milligram van slik. Mijn nierfunctie bleek opeens beneden de maat te zijn, maar die is er gelukkig onlangs weer bovenop gekomen. Dat laatste leverde een leuk gesprek met een arts op, want ik vertelde mijn eigen diagnose waaraan ze niets had toe te voegen en waarvoor ze me zelfs een complimentje gaf. Kort samengevat: ik had zelf niet in de gaten hoe ik mijn eigen lichaam afbrak. Vriend ging voor.

Zorg is geen beroep maar een roeping. En dat voel je bij veel mensen die daar werken. Niets is mooier dan aardig voor anderen te zijn en voor hen te zorgen. Zorg is geen ‘product’ dat je kan ‘inkopen’ gewoon omdat liefde niet te koop is. Want hoe romantisch hier het woord ‘liefde’ hier mag klinken, het is wel de waarheid. Zorgverleners zullen hier niet prat op gaan, maar ook dat is een kenmerk van liefde. ‘Zij praalt niet,’ zoals Paulus aan de Korintiërs schreef. Nu er dankzij mijn generatie van babyboomers steeds meer zorg nodig is, nu in 2040 straks een kwart van de werkenden in de zorg zou moeten gaan, is het een hele klus om ouderen dezelfde menswaardige zorg te geven als die ik nu geniet. Het was heel mooi zoals we in het begin van de coronacrisis op onze handen stonden te klappen, maar dat voelt een beetje hypocriet als we daar vandaag de dag zo weinig invulling aan geven. Daar moet veel meer geld heen. Maar omdat niet iedereen de roeping heeft om voor anderen te zorgen is het maar de vraag of dat dan wél zal lukken voor mensen na mij.

De drie kwartier van het interview vlogen om. Het was zó’n leuk gesprek dat ik het jammer vond toen het beëindigd was. Ze vertelde me dat ze na het weekend de definitieve beslissing zou doorbellen, maar dat ik me niet ongerust hoefde te maken. Maar een paar uur later belde ze me toch terug dat ze het besluit nu al definitief had gemaakt. Kon ik rustiger het weekend ingaan. En zij met een blij gevoel, zei ze erbij. Het interview was een bijna ontroerende ervaring met iemand met zorg voor zorg.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Binnenpret 

Date 3 oktober 2024

‘Jij hebt een binnenpretje,’ betrapte Vriend me. We aten in het restaurant en hij zat tegenover me. Ik zat met mijn rug naar het raam zodat ik achter hem de ruime zaal met etende mensen zag. Een stuk of vijftig bezoekers waarvan de meesten in rolstoelen, net als Vriend. Sommigen met servetjes om hun hals geknoopt. De een wild met zijn hoofd in het rond bewegend. Een ander stilletjes diep over haar bord gebogen. Weer een ander schokkend met zijn schouders. Parkinson heeft veel verschillende verschijningsvormen. Sommigen hebben echt bevende handen waarvan de ziekte het meest bekend is. Het is er best rustig. Een enkele keer overschreeuwt iemand met luide woorden de zaal. Hoor ik de hese Jomanda die met maaltijden heen en weer loopt ‘Bon appetit!’ roepen. Een vredige sfeer van lotgenoten onder elkaar. 

Ik voelde inderdaad pret vanbinnen, een krabbelend jeukend gevoel bovenin mijn borstkas. Ik zat maar te zwijgen en om me heen te kijken. Het was geen pret omdat ik iemand of iets stilletjes aan het uitlachen was. Geen sarcastische of minachtende lach om iets raars of idioots. Geen bananenschil of zo. Want alles was eigenlijk heel gewoon en het kwam niet in me op om ergens een oordeel over te hebben. Het was een soort geluksgevoel. Ik kon Vriend niet uitleggen waar die grimas op mijn gelaat vandaan kwam, en deed ook geen poging daartoe. Ik wist niet waarom ik van alles genoot. Kon er geen aanleiding voor vinden. Het was een glimlach om niets. Of om alles. Het gevoel dat alles één grote grap is, zonder dat daar iets mis mee is. Het zat iets boven mijn hart, tussen mijn sleutelbeenderen. 

Ik heb thuis opgezocht wat daar dan wel in mijn lichaam zat en zag de thymus, een orgaan waar je niet elke dag aan denkt. Ik zocht in boeken van Mellie Uyldert en vond dat die zwezerik, zoals hij ook heet, na je kinderjaren verschrompelt zodat de hormonen die je seksualiteit in gang zetten hun gang kunnen gaan. Die binnenpret heeft inderdaad iets kinderlijks. Kijk maar naar kleintjes hoe die een en al geluk en blijheid kunnen uitstralen waarbij je als volwassene in het duister tast naar het waarom ervan. Kinderen hebben pret om het pret hebben, spelen om het spelen en glunderen om het glunderen. Ze zijn de onschuld zelve. De overlevingsdrift die zich als seksualiteit manifesteert is er nog niet. Kinderen leven in het hier en nu. Zonder zorgen en zo, want daar heb je een ik voor nodig. En dat laat het bij mij wel eens afweten. 

Die diepe glimlach om niets of alles is een beetje mijn handelsmerk. In de gemeenteraad was dat zeker het geval. Dan was ik vaak als een vertederend kind dat niemand kwaad zou willen of kunnen doen, en dat heeft ook zijn voordelen. Het maakt me op de een of andere manier onkwetsbaar. Dan kijkt er niemand meer op als ik iets geks doe of zeg, integendeel, er wordt zelfs stilletjes op gewacht. Want ik heb een gouden hart – of moet ik zeggen een gouden zwezerik? – daar is bijna iedereen van overtuigd. En seksualiteit, althans zoals de meeste mensen ermee omgaan, kan ik soms gewoon stom vinden, ook dit net als een kind. Erotiek – ik had het daar gisteren nog met Arthur over – doet me veel meer dan al dat gedoe met geslachtsorganen. Porno vind ik zo saai dat ik ervan ga gapen. 

Wat ik bij Mellie Uyldert over de zwezerik las kon ik nergens anders vinden. Dat gebeurt wel vaker met dingen die ze zegt of schrijft. Niemand weet waar ze het allemaal vandaan heeft. Waarschijnlijk wist ze dat zelf ook niet. ‘Dingen wéét je gewoon,’ hoor ik haar in gedachten zeggen. Op het internet vind ik alleen dat de thymus zorgt voor je T-cellen die je afweer van lichaamsvreemde stoffen verzorgen. Die heb je als kind met een lijf in opbouw extra nodig. Afweer om jezelf te beschermen en zo helemaal jezelf te kunnen zijn. Wellicht is het zich wapenen tegen alles wat lichaamsvreemd ook van toepassing op lichamen van anderen. Zo is er pas als je lijf wat meer volwassen is en een gezonde afweer heeft opgebouwd ruimte voor seksualiteit. Daarmee begint het serieuze leven waarin er minder ruimte is voor een onbevangen schaterlach. Misschien verzin ik dit allemaal maar, is het onzin. Maar het voelt goed. 

‘Slaap met een glimlach op je gezicht,’ wenst Arthur me vaak aan het eind van de dag toe. Gewoon genieten van stil geluk vanbinnen. Dat doe ik dan ook met mijn zwezer-ik. Ik slaap als de beste. Als een kind. En dat lijkt mij heel gezond. 

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Sarco

Date 29 september 2024

Psychiater en euthanasiedeskundige Boudewijn Chabot ziet de Sarco niet zo zitten. Dat is een ‘suicide machine’ waarin je vredig kunt sterven. Je gaat erin liggen, drukt op de stikstofknop en daar ga je. Binnen een minuut ben je pijnloos vertrokken. Wat wil je nog meer? Het apparaat is ontworpen door de Australische Philip Nitschke en ziet eruit alsof het uit een futuristische wereld is neergedaald. Chabot, die in de jaren tachtig nog een poosje mijn supervisor was, vindt het geen mooie manier van afscheid nemen. Dat zou moeten gebeuren ‘met om je heen de mensen die van je houden. Dat is voor mij het belangrijkste,’ zoals hij afgelopen weekend in een interview in de nrc vertelde. ‘Het gaat snel en je bent alleen. Niemand die je hand kan vasthouden. Wat Nitschke zegt over sterven in het bos of aan het strand, in een apparaat dat Sarco heet – een verwijzing natuurlijk naar een Egyptische sarcofaag – dat geeft er wat mij betreft een nét iets te romantisch tintje aan.’

Daar zit wat in. Sterven zou je niet alleen moeten doen, maar met mensen om je heen die je hand vasthouden. Het pleit voor Chabot dat hij kennelijk best een romantische inslag heeft. In zo’n Sarco stappen, de deur achter je dichtdoen en gas geven gaat hem te ver. Maar je kunt je geliefden toch omhelzen vóórdat je instapt? Alsof ze echt binnenin de auto afscheid van je zouden moeten nemen als je met vakantie gaat! Alsof je de stervende niet buiten de Sarco kunt nawuiven, want er zit niet voor niets een raam in. Het enige wat mist is een toeter zodat je stervend nog twee keer kunt claxonneren als je de stikstofkraan hebt opengeklikt. Maar die komt er wellicht in de Sarco 2 bij. Net als Spotify, zodat je net als in de film Soylent Green tijdens je afscheid de Pastorale van Beethoven kunt beluisteren. Net als een pedaal voor de snelheid van je sterven, want ik ben het met Chabot eens dat een minuut wel erg kort is. Want sterven is iets waarvan je wel rustig moet kunnen genieten.

In het bos of op het strand moet het zo goed sterven zijn. Met familie en vrienden om je heen, die er wat mij betreft een feestje van maken. Ik moet toegeven dat ik dan ook liever dan reukloze stikstof een bos- of zeelucht zou inademen, maar ook daar zullen de ontwikkelaars wel iets op weten te vinden. Geurtjes genoeg. Je kunt natuurlijk ook een aanval van claustrofobie krijgen als je de deur achter je hebt dichtgeslagen, want je bent echt helemaal alleen, wat Chabot ook een nadeel van deze vinding vindt. Onterecht. Want als er iets is dat je alleen moet doen, en waarbij niemand met je mee kan gaan, is het wel sterven. Samen sterven is voor mij een nét iets te romantisch tintje. Hoewel? Sterven is wellicht het mooiste is dat je samen kunt doen als je er beiden aan toe bent. De kleine dood – het orgasme – beleef je toch ook graag samen? Maar ik vrees dat er te weinig romantici zijn om de productie van de tweepersoons Sarco 3 rendabel te maken. Bovendien is het verboden om zomaar dood te gaan omdat je er zin in hebt.

Een utopie of een dystopie? Ik weet het niet. Je hoort geen grapjes te maken over het sterven. Waarom weet ik ook niet. Vroeger was sterven heel gewoon. Mensen die aan het eind van hun leven als een nachtkaars uitgaan, zoals mijn Wijze Tante. Misschien heeft dat met acceptatie te maken, dat de dood er gewoon bij hoort zodat je het sterven niet met allemaal kunst-en-vliegwerk gaat vermijden of bespoedigen. We lijden omdat we bang zijn te vroeg of te laat te sterven. Als we dat loslaten sterven we precies op tijd.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Naarderheem

Date 22 september 2024

Drie keer in de week zoek ik Vriend op in Naarderheem waar hij inmiddels alweer bijna twee maanden verblijft. In eerste instantie alleen voor revalidatie, maar al snel werd door het team in overleg met Vriend en mij besloten dat hij daar zal blijven. Deze instelling van Vivium is met name in de ziekte van Parkinson gespecialiseerd, waar tachtig procent van de bewoners aan lijden, net als Vriend. Er hangt een rustige, gemoedelijke sfeer. Als partner voel ik mij daar welkom en word ik bij veel aangelegenheden betrokken. Mijn vragen zoals die aan de arts en de maatschappelijk werker worden vrijwel per omgaande beantwoord, en geleidelijk begin ook ik me daar meer thuis te voelen. Je kunt je natuurlijk afvragen in hoeverre het heilzaam is als mensen te midden van soortgenoten wonen en verzorgd worden, maar mijn indruk is dat dit zeker het geval is. Als ik Vriend opzoek blijf ik met hem in het restaurant eten, meestal klassieke maaltijden met gekookte aardappeltjes en jus en zo. Daar hou ik van. Dit te midden van de vele rolstoelen met mensen in verschillende fasen van hun ziektes. Het is er rustig en eigenlijk best gezellig. Ons onder ons.

Vriend staat nu bovenaan de wachtlijst voor een eigen kamer. Daar verheug ik me op omdat hij dan wat meer van zijn eigen dierbare spulletjes om zich heen kan hebben. Maar voorlopig deelt hij zijn kamer met een ander, en tot nog toe zijn dat mensen die er tijdelijk voor revalidatie zijn en ook heel aardig zijn. Sinds Vriend er verblijft was het vrijwel altijd mooi weer, zodat we veel op het terras hebben gezeten waar ik hem altijd op een ijsje heb getrakteerd. Vriend is inmiddels wel een echte smulpaap geworden, zoals ik zie op de maandelijkse factuur van het restaurant met daarop allemaal extra’s die hij snoept zoals gebakjes, kroketten, tosti’s, pistoletjes en gebakken ei. Hij weet steeds beter de weg, want soms moet ik hem zoeken als hij niet op zijn kamer is en dan blijkt hij al op het terras te zitten met een ijsje en een gebakje, of in de hal bij de ingang aan een tafel in een krantje verdiept te zijn, of in zijn rolstoel ergens aan het eind van een gang rond te snuffelen.

De huidige bebouwing gaat wel over twee jaar tegen de vlakte want vlak achter het pand vindt nieuwbouw plaats die in 2026 gereed zal zijn. Daarvoor moest al een deel van het inmiddels vijftig jaar oude gebouw afgebroken worden, zodat tijdelijk ook gebruik gemaakt wordt van het voormalige Tergooi in Blaricum en hier in Naarden nog maar zo’n honderd mensen zijn ondergebracht. Als ik het ontwerpbestemmingsplan van de nieuwbouw mag geloven gaat het er heel mooi uitzien. Bewoners krijgen daar hun eigen sanitair bij hun kamer. Vanuit dat nieuwe gebouw loop je meteen een parkje binnen en ik zie mij Vriend dan vandaaruit in zijn rolstoel Naarden-Vesting binnenrijden. Het enige nadeel van het mooi gelegen en rustige Naarderheem is dat het vrijwel niet met het openbaar vervoer is te bereiken omdat ik dan nog altijd zo’n twee kilometer moet lopen. Ik maak daarom veel gebruik van AutoMaatje. Daarmee vervoeren vrijwilligers je voor 35 cent per kilometer. Dan word ik opgehaald en kom ik precies waar ik zijn moet. Scheelt enorm in reiskosten en tijd.

Het leven in Naarderheem bestaat niet alleen uit wat rondhangen, eten en slapen, want Vriend krijgt er wekelijks fysiotherapie, ergotherapie, logopedie en zelfs psychotherapie. Dat lijkt mij allemaal geen overbodige luxe voor mensen met parkinson, de snelst groeiende hersenziekte ter wereld waarvan de oorzaak onduidelijk is, behalve dat bestrijdingsmiddelen daar een rol in kunnen spelen. In Frankrijk is het voor boeren een erkende ziekte die opvallend veel voorkomt in gebieden waar druiven worden verbouwd voor de productie van hun populaire drug. Zoals zo vaak willen we graag een enkele oorzaak van iets vinden, wat in onze complexe verweven wereld bepaald niet altijd het geval is. Hoe dan ook, het blijft een sadistische ziekte die vrijwel alles in je lichaam aantast en je hersenen in nevelen hult. Het enige wat overblijft is je bewustzijn en je moet sterk in je spirituele schoenen staan om diep van binnen niet onder je fysieke en psychische aftakeling te lijden. Dat wens ik Vriend toe. In een rustige en veilige omgeving als Naarderheem.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

De serieuzeriken

Date 15 september 2024

Van jongs af aan fulmineerde ik al tegen serieuzeriken. Dat heb ik met Osho gemeen. Serieusheid moet je niet serieus nemen. Dat maakt het leven zwaar en smoort alle speelsheid, en dat is toch juist waarom het gaat in het leven. Liever lichtvoetig dan zwaarhoofdig. Het leven is een goddelijk spel, leela. Ik begin van binnen te grinniken als mensen gewichtig gaan doen. Want ik heb iets tegen zwaartekracht. Wetenschappers weten zelfs niet eens wat dat is. Ja, ze hebben het over ruimtekromming. Een kind kan dat bedenken, maar alleen omdat kinderen speels zijn. Ik zette twee kubieke meters naast elkaar, maar betwijfelde of in beide evenveel ruimte zat. Vond ik leuk. Dankzij de zwaartekracht sta je stevig met je voeten op de grond, kun je aarden. Alsof dat alles is. Klinkt heel zwaar, alsof je niet in de hemel kunt aarden zoals je ook op de aarde kunt hemelen. ‘Wie met zijn hoofd in de wolken loopt en met zijn voeten op de grond, is een waarlijk groot mens,’ luidt een indiaans gezegde.

Dat is het leuke van de relativiteitstheorie en kwantummechanica. Het zet de ons zo vertrouwde wereld en opvattingen zo heerlijk op zijn kop. Ik ga zo’n ruimtedichte kubieke meter eens in elkaar knutselen. Die zet ik dan naast mijn bed. Als de muggen daarin vliegen komen ze er voorlopig niet meer uit. Het is prachtig om te zien hoe de wetenschap zichzelf ondergraaft, daar geniet ik van. Zelfs van hun eigen principes, zoals dat van objectiviteit, blijft steeds minder over. Prachtige ouderwetse schoolborden tot de rand gevuld met wiskundige formules. Waarover dan heel gewichtig wordt gedaan en met zwaarwegende argumenten gedebatteerd wordt over de waarschijnlijkheid van sprookjes zoals onzichtbare oerknallen en zwarte gaten. Ik vind dat humor. Discussies over of God al dan niet dobbelt. Met katten die tegelijk levend als dood zijn. Getallen die negatief kunnen zijn, waardoor ik nog steeds zoek naar negatieve auto’s en koeien. Waarmee je een nul kan splitsen in twee tegendelen zodat uit het niets iets kan ontstaan.

Wat weten we uiteindelijk meer dan onze verre voorouders? Ja, we kunnen ons dankzij de wetenschap perfect door de stad navigeren, maar wie kan in real life nog de windrichtingen aangeven? Kernwapens zijn heel efficiënt om al het leven te vernietigen, maar waarom zo ingewikkeld doen als dat ook kan door het internet uit te zetten? Dan weten we niets meer en worden we allemaal het slachtoffer van een collectieve verdwaling. Mensen die in Amsterdam naar de Martinitoren zoeken, en in Groningen naar het Rijksmuseum. Daar geniet ik van. Een hele mensheid die millennialang haar best doet de wereld mooier te maken maar het tegengestelde bereikt. Humor gaat vaak over pretenties van over serieusheid uitgeglede betweterige ego’s. Alles en iedereen is op zoek naar een keurig geordend evenwicht, maar heeft niet door niet dat volgens de thermodynamica evenwicht hetzelfde is als chaos. Daar gaan we dan ook hard heen. Ja, rechts streeft naar orde en daarmee naar ego’s, en links naar evenwicht en daarmee chaos. En ik hou van chaos.

Ook taal is vaak een chaos. Gelukkig maar, want als het keurig geordend was kon je niet meer met woorden spelen. Laat het lichtvoetige licht overal schijnen. Het leven als spel. Dat was de kop van een uitgebreid artikel dat ik ooit over Second Life schreef. Neem niets serieus, want uiteindelijk weten we niets. Dat is humor, en alleen humor neem ik serieus.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Wees transparant!

Date 7 september 2024

Zo zie je maar weer hoe de geest heerst over de stof. Hoeveel decennia hebben we niet geroepen dat we meer transparant moeten zijn? Daar is nu een eenvoudig zalfje voor gevonden dat al goedgekeurd is door de Europese Unie. Tartrazine met keurmerk E102. Dat is al te vinden in snoep en frisdrank. Je moet het alleen niet eten of drinken, maar over je huid smeren en voilà, je wordt doorschijnend totdat je het er gewoon weer afwast. Daar zitten we dan met onze mri-scanners en echo-transducers, die kunnen allemaal bij het grofvuil. We hoeven straks niet meer in zo’n kabalig cyclotron te liggen om ons van binnen te laten bekijken, want zo’n zalfje is al genoeg. Deze ontdekking van de Stanford Universiteit in Californië laat zien dat alles veel simpeler kan. Het is de makke van veel mensen dat ze denken dat grote problemen om grote oplossingen vragen. Waarom eenvoudig doen als het ingewikkeld ook kan, vragen ze zich dan af. Ook hier blijkt weer dat ze ongelijk hebben.

Fabrikanten van snoep en frisdrank zijn vast blij met deze ontdekking. Hun omzet zal stijgen want het gaat natuurlijk een rage worden om transparant te zijn. Ik zie bij het strand al douches staan waar geen water maar frisdrank uit komt. Om je biceps te showen, samen met bloedvaten en zenuwen. Om zichtbaar te maken dat je een lege maag hebt of genoeg hebt gegeten, of dat je écht naar het toilet moet. Om aandacht op de knoop in je maag te vestigen, of op wat je op je lever hebt. Rechtse mensen kunnen nu zien dat het hart écht aan de linkerkant zit. Als je in verwachting bent kun je pronken met je toekomstige kindje. Omdat je alles ziet wat zich in je handen afspeelt kun je veel beter leren typen en pianospelen. Omdat ook weefsels achter bot zichtbaar worden, kun je zelfs laten zien dat je wel degelijk hersenen hebt. Of in de spiegel naar die van jezelf kijken, op zoek naar waar je ziel zich schuilhoudt. En dat alles alleen wanneer je dat zelf wil, want je kunt je eigen transparantie in- en uitschakelen wanneer je maar wil. Jezelf even villen zonder dat het pijn doet.

Met of zonder huid? Ik zie het mensen elkaar al vragen voordat ze de liefde gaan bedrijven. Want zonder huid zie je veel beter welke plekjes je liefkoost. Je kunt veel mooier elkaars hele lijf zoenen, spiertje voor spiertje, orgaantje voor orgaantje. Misschien stoort het een beetje dat die onzichtbare huid ertussen zit. Maar dat is wel zo veilig want niet alles daarbinnen zal er even goed tegen kunnen als het gelikt of gezoend wordt. Zo’n lijf in extase met een enthousiast kloppend hart en hevig hijgende longen moet prachtig zijn om te zien, net als het naar binnen zwemmende sprankelende sperma. Liefde bedrijven met heel je lijf, extatischer kan het niet. Je moet na afloop natuurlijk niet vergeten je huid weer aan te trekken, zeker als je in wat luchtige kleding de straat op gaat. Dat is een raar gezicht, en dat heb je ook. Eerst even onder de douche dus. Want gewoon bloot is al aanstootgevend genoeg, dus daar hoef je niet met extra bloot nog een schepje bovenop te doen.

Dankzij deze ontdekking zie ik de toekomst vol vertrouwen tegemoet. Het einde van botoxen want iedereen kijkt dwars door het resultaat heen. Geen tatoeages meer die zo lastig te verwijderen zijn en het zicht op wat daar onder leeft belemmeren. Een onzichtbare huid maakt ons innerlijk juist méér zichtbaar, en het gaat toch uiteindelijk om het veelgeprezen innerlijk en transparantie? Ik doe mee!

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

In verwachting

Date 28 augustus 2024

Arthur is zwanger. Dat is goed nieuws! In de andere wereld kunnen mannen geen kinderen krijgen, maar bij ons is dat beter geregeld. Veel eerlijker ook. Arthur kon er niet over uit toen hij mij het nieuws vertelde. We hadden het nog maar een paar keer zonder condoom gedaan en het was vrijwel meteen raak! Hij heeft het kindje van mij! Daar ben ik best trots op, want in de andere wereld is me dat nooit gelukt. Behalve dan als ik het met een vrouw gedaan zou hebben, maar ik weet niet hoe dat daar moet. Nou ja, ook ik heb daar biologieles gehad, maar mijn lijf wilde niet echt meewerken en een kind zou uit echte liefde en extase geboren moeten worden. En dat is bij dit kind, mijn eerste dus, zeker het geval want we zijn nog steeds smoorverliefd op elkaar. Als ik wat beter kijk meen ik zelfs te zien dat Arthurs buik een beetje dikker is dan normaal, en dat is deze keer dus niet omdat hij lekker heeft gegeten en veel ijsjes met chocolade heeft gesnoept. Het kan ook nu al zichtbaar zijn omdat dit alles veel sneller gaat dan in de andere wereld. Daar duurt het maar liefst negen maanden voordat het resultaat van je werk tevoorschijn komt! God weet waarom. Het kost kapitalen aan zwangerschapsverloven, en je blijft steeds maar in spanning of alles wel goed gaat.

Wordt het een jongen of een meisje? Dat vertelde de zwangerschapstest er niet bij. Die vertelde alleen maar wanneer het verwekt is. Nog maar zo’n tien dagen geleden! Waar waren we toen? Op het strand waar ik indertijd Arthur ten huwelijk vroeg. We stonden toen in een vijvertje en ik heb daar nog een foto van. Daarop sta ik knielend voor hem, met mijn gevouwen handen naar hem uitgereikt. Anderhalve week geleden waren we dus op datzelfde strand. Een wegwijzer wees naar een ‘Gage Chamber’ in het kasteel verderop, en omdat we nieuwsgierig waren naar wat dat was lieten we ons daarheen teletransporteren. Toen werd ons al snel duidelijk dat er een schrijffoutje op die wegwijzer stond, want in die kamer stonden allemaal metalen kooien. Altijd belust op nieuwe ervaringen maakten we daar gebruik van. Want het heeft iets spannends om in een kooi te zitten. Naakt natuurlijk. Helemaal niets kunnen doen totdat een meester je eruit haalt omdat hij je lijf wil gebruiken. Of omdat hij je op transport naar een slachterij wil zetten. Of omdat hij gewoon wil dat je thee voor hem gaat zetten. In die kooi heb ik mijn geliefde dus bevrucht. We dachten nauwelijks aan een kind, want daarvoor waren we teveel in extase.

We wilden een jongen. Die zouden we dan opvoeden tot een goede en keurige kannibaal die netjes met mes en vork eet. Niet zo’n primitief barbaars type waarover in de andere wereld verhalen de ronde doen. Die daar vaak in het echt hebben bestaan of wellicht nog steeds ergens gulzig hun vlees bloederig verscheuren. Bovendien moet ons kind als het volwassen is zelf ook lekker smaken, en kannibalen zijn het lekkerst als ze zich veel aan mensenvlees tegoed hebben gedaan. Eten doe je ook om gegeten te worden, zo zit hier nou eenmaal onze natuur in elkaar. Het overgrote deel van de natuur in de andere wereld trouwens ook. Niks mis mee. Arthur en ik wilden graag een jongen omdat we die het lekkerst vinden. Die zijn wat pittiger en energieker dan meisjes en vrouwen. Dat proef je gewoon. Onze avonturen hebben ons eens naar een stadje geleid waar precies het omgekeerde het geval is. Daar zijn het meisjes en vrouwen die elkaar opeten omdat ze kennelijk van zachter en vetter vlees houden. Het was trouwens best een mooi stadje waar je elkaar heel romantisch op het nachtelijk strand onder de sterren kon braden en zo. Met een goed restaurant, een prachtig kerkje, en een theater waar je onder het smullen van popcorn kon genieten van terechtstellingen. Heel beschaafd allemaal. 

Maar nu Arthur zwanger is maken we ons toch zorgen, want wat te doen als het een meisje blijkt te zijn? Opeten, was onze eerste gedachte, en dan opnieuw beginnen. Maar het staat ons toch een beetje tegen om kinderen op te eten. Die hebben er niet voor gekozen. En als ze er wel voor kiezen overzien ze de gevolgen ervan nog niet. Een meisje zou trouwens ook wel eens een T-boy kunnen worden. Deze transgender jongens zijn er veel in onze wereld. Het dorp waar we wonen is daar volgens de naam T-boy Cove ook voor bedoeld. Maar net als wij zijn niet alle bewoners meisjes die zich tot jongens hebben omgebouwd. Juist omdat ze er als echte jongens uit zien, inclusief de energie die ze uitstralen, vind ik die T-boys even leuk als jongens die als jongens zijn geboren. Wel hebben ze hier vaak hun vagina behouden. Ja ja, van twee walletjes eten, gniffel ik dan. Of beter: in drie gaten genomen kunnen worden. Maar toch zal mij dat worst wezen, of hoe zeg je dat. Toen ik Arthur leerde kennen had hij ook een vagina. Hoe dan ook zijn we er nog niet uit wat te doen als het een meisje blijkt te zijn. Als ze een T-boy wil worden zal ze dat toch zelf zo moeten voelen.

We wilden het toch weten, dus ik heb alle medische gegevens van ons kind opgevraagd. Het is een jongen. En een meisje. Een tweeling. Arthur krijgt het zwaar. Moet veel rusten. En goed eten. Toen we op ons strandje lagen bij te komen van het nieuws wilde hij meteen een ijsje met chocolade, dat ik snel voor hem heb gehaald.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Mijn laatste keuze

Date 21 augustus 2024

Naarmate je minder wil is ook de vraag over het al of niet bestaan van een vrije wil minder interessant. Naarmate ik ouder word heb ik steeds meer het gevoel dat alles is gelopen zoals het moest. Heb ik ook minder spijt of schuldgevoel. Heb niks verkeerd of goed gedaan. Ik was nu eenmaal wie ik was, en daaraan is weinig uit te leggen of toe te voegen. Ja, ik dacht dingen te doen en keuzes te maken, maar achteraf bekeken kon ik in die en die omstandigheden niet anders, was alles voorspelbaar. Ik was niet altijd aardig voor mensen. Heb ze soms pijn gedaan. Mij niet altijd netjes gedragen. Omdat ik zo nodig spontaan moest zijn. Mezelf moest zijn, wat voor mij hetzelfde was. Alles wat dat niet was, was huichelarij, een leugen. Dat zei ik ook, en velen vonden dat naïef, vertelden mij dat ik het daarmee niet ver zou schoppen. Alsof ik dat zou willen. En ik hou niet van schoppen.

Ik moet toegeven dat mijn levensloop niet alledaags was. Een wild studentenleven. Psychologie studeren. Daarna bankmedewerker. Toch maar de studie afgemaakt. Toen naar Osho in Poona. Tien jaar van een uitkering geleefd. Mijn eigen astrologische bedrijfje gerund. Een lange tijd in de gemeenteraad gezeten. Nee, ik leidde geen voorbeeldig leven. Maar weinigen voelen zich zo rijk en gelukkig als ik. De realistische doemdenkers hebben ongelijk gekregen. Veel dingen gingen mij voor de wind, en waarom zou ik dan tegen de klippen op moeten laveren? Als dingen niet vanzelf gingen, als ik er moeite voor moest doen, hoefden ze voor mij niet meer. Ik ben ook principieel best lui. Natuurlijk wekt dat argwanende ogen op van velen die zich uit de naad werken en manoeuvreren om een beetje leuk bestaan te hebben. Maar kan ik helpen dat het zo gelopen is, dat veel dingen me kwamen aanwaaien? Dat er geen vierkantsaspecten in mijn horoscoop zitten? Is het dan verplicht om te lijden en ongelukkig te zijn?

Alleen gelukkige mensen kunnen de wereld verbeteren. Alleen maar door er te zijn. Daar is geen morele ambitie voor nodig. Het gaat ook niet om grootse dingen, maar om gewoon aardig te zijn. Om een glimlach. Beetje luisteren, beetje meeleven, beetje helpen. Juist géén doelen te hebben en te stellen, maar gewoon wat aanrotzooien. Ik hou niet van plannen en agenda’s, die moet je zoveel mogelijk vermijden. Onlangs kwam het opeens in me op om de vieze kliko schoon te gaan poetsen. Hoewel er geen kliko tussen de sterrenbeelden staat, was het kennelijk het goede moment daarvoor. Alles heeft zijn eigen tijd. Als ik van tevoren dit in mijn agenda had gezet, had ik er tegenop gezien en het klusje alleen maar afgeraffeld. Had ik ervoor gekozen om die kliko schoon te maken? Nee dus, het gebeurde gewoon. Mars stond kennelijk even conjunct Pluto in Kliko of zo. Ik doe maar wat, en dan gaat het opvallend vaak goed.

Onderzoek toont aan dat onze hersenen allang iets gekozen hebben voordat we ons daar bewust van zijn. Dan zeggen we achteraf dat het onze keuze was, maar het was gewoon ons ego dat zich dat besluit toe-eigende. Dat suggereert ons dat we dingen onder controle hebben. Maar op wat spontaan gebeurt past helemaal geen auteursrecht. Dingen gebeuren gewoon. Geloof je nou echt dat al die componisten hun muziek zélf hebben gemaakt? Die kwam gewoon in hen op, daar deden ze niets voor. Hetzelfde geldt voor uitvinders met hun aha-erlebnissen die ze alleen krijgen als ze even niets doen, ontspannen zijn, aan iets anders denken. Maar eigenlijk zijn er geen personen die het recht op auteursrecht en copyrights hebben, anders dan het bestaan zelf. De enige rechtvaardiging daarvan is dat ook de geïnspireerden brood op de plank hebben. Het enige wat ze deden is keihard oefenen en werken om hun inspiratie vorm te geven. En zelfs die bevlogenheid was niet hun eigen keuze.

Nee, een vrije wil is aan mij niet besteed. Ik kan niet anders dan doen wat ik doe. Keuzes maken je alleen maar onvrij. Dan moet je je daaraan houden en zo, terwijl het later allicht niet meer goed voelt. De grootste vrijheid is geen keuzes te hoeven maken. Daar kies ik voor! Mijn laatste keuze!

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

De Al-tijd

Date 16 augustus 2024

Vriend komt niet meer thuis. Dat was de conclusie van een gesprek dat we vorige week hadden met een team van Naarderheem waar hij sinds drie weken in revalidatie is. Hij heeft 24-uurs zorg nodig, en het was me niet meer mogelijk hem dat te geven. Tot hoe ver kan je daarmee gaan? Ik beloofde mezelf en anderen dat ik mijn grenzen goed zou bewaken, maar ging er ongemerkt toch overheen. De cardioloog vond mijn hart onrustiger geworden en gaf me bètablokkers tegen de stress. Na een poos niet op mijn gewicht te hebben gelet was ik opeens vijf kilo lichter. Hij kon nauwelijks meer lopen, en mijn grootste angst was dat hij zou vallen zodat ik dag en nacht waakzaam was. Nu bezorgt hij zijn kamergenoot zowat een hartverzakking als hij weer eens kunsten gaat uithalen. Ik vind eigenwijsheid een mooie eigenschap, maar je kan ook overdrijven. Tijdens dat gesprek met het team voelde ik opnieuw een janken in mijn keel opkomen. We hielden elkaars handen vast.

Tot zo’n anderhalve maand geleden had hij best heldere momenten. Dan kon hij niet ophouden met mij te danken voor al mijn zorgen. Ervoer hij een keer dat hij niet meer wist wie hij was, en genoot daarvan. Zei hij me troostend dat er eigenlijk niets aan de hand was. Vertelde hij heel bewust geweest te zijn toen hij met een zwaar bloedend hoofd op de grond lag. Dat gaf hoop dat het spiritueel wel goed met hem zou komen, maar van dit alles is weinig meer over. Hij is in een totaal andere voor mij ondoorgrondelijke wereld beland. Ik zoek hem drie keer in de week op, en blijf dan met hem in het restaurant eten. Hij praat zacht en is vaak in de war. Ik denk ook dat hij zich soms in de steek gelaten voelt, achtergelaten, gedumpt, en ik kan me dat zelfs nog goed voorstellen ook. Alsof ik hem als een gewonde soldaat heb moeten achterlaten. Maar ik kan hem niet meer helpen. Niet meer dan soms te laten merken dat ik nog bij hem ben. Uiteindelijk moeten we toch allemaal alleen sterven.

Soms hoop ik dat zijn geheugen weer terugkomt, dat al het moois tussen ons niet verloren gaat. Dat we weer samen fietsen in de Veluwe. Op een warme zomernacht aan de Amstel op een bankje zitten. De Mont Ségur en de Martinitoren beklimmen. Gewoon spelletjes spelen bij de muziek van Enya. In Duitsland de zonsverduistering van 1999 beleven. Overal in het land klassieke concerten bezoeken. Elkaar voor het eerst zien en werken in de Osho-commune in Amsterdam. Ik wil graag geloven dat dit alles niet verloren gaat, zoals je in sommige spirituele kringen hoort. Dat alles in zogenaamde Akasha-records wordt opgeslagen, of in een vijfde dimensie. Dat dit alles nog steeds aanwezig is, maar je er niet meer bij kunt omdat het bestandssysteem in de hersenen kapot is en niets meer kan vinden op de kosmische harde schijf waar alles voor eeuwig in de Al-tijd is opgeslagen. En eigenlijk geloof ik dat niets verloren gaat, dat alles wel ergens zo niet overal een stempel achterlaat. Ergens fietsen we nog steeds in de Veluwe.

Hij zit en ligt daar maar. Met voor mij onpeilbare gedachten, ook als we elkaar even recht in de ogen kijken. Hij kijkt niet naar films, want die zijn voor hem niet meer te volgen. Ja, ik moest een boek voor hem meenemen. Wetend dat hij er niet veel meer dan een paar pagina’s uit zou lezen heb ik het toch voor hem meegebracht. Het ontstaan van de tijd van Thomas Hertog. Alsof voor het ontstaan van iets géén tijd nodig is. Maar Vriend heeft nu alle tijd omdat van alles voor hem geregeld is en hij zich nergens zorgen over hoeft te maken. Maar dat doet hij toch, want hij voelt zich opgesloten, gevangen gezet door mij en consorten. Het moet wennen, want het is allemaal heel nieuw voor hem. Ik hoop dat hij na een poosje genieten kan van het hier en nu, waarvoor helemaal geen gedachten nodig zijn. Dat hij niet meer hoeft te weten wie of waar hij is, of wie ik ben. In gedachten zie ik hem guitig glimlachen omdat hij stiekem verlicht is. Zou zomaar kunnen, daar in de Al-tijd. Maar eerst gaan we vanmiddag weer een ijsje eten.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites