Ik ben een dromer
23 juli 2024
Als alles één is, kan er geen verschil zijn tussen subject en object, tussen de getuige en het waargenomene. Osho hamert vaak op dat getuige zijn, de watcher on the hill die zich nergens mee identificeert. Maar dat is dus géén non-dualisme. Het is een fase op het spirituele pad, die uiteindelijk – paradoxaal als dat is – tot versmelting van subject en object kan leiden. Identificatie met de getuige groeit dan tot identificatie met alle subjecten, het Al.
Het bewustzijn kan ook zichzelf waarnemen, want anders had ik er nooit over kunnen schrijven. Dat verschil tussen subject en object is een creatie van het denken dat net als computers digitaal werkt. Hoewel de kwantummechanica al een eeuw knaagt aan dit grondvest van de wetenschap. Object is subject! Maar dat kan het verstand zich niet voorstellen. Evenmin als iets als oneindigheid, dat je eeuwig kunt blijven reizen in de kosmos. Dat wringt ergens in de hersens. Als ik een boom zie, ben ik de boom!
Ik kom op dit alles wegens reacties op mijn verhaal dat ik kan dromen dat ik verlicht ben. Dat is uiteraard een knuppel in het spirituele hoenderhok, want dromen wordt in die kringen meestal niet als de meest hoogstaande activiteit beschouwd. Daar kan dat per definitie niet. Maar 1: als het zo is dat wij mensen leven in een droom, en 2: mensen verlicht raken, dan 3: dromende mensen kunnen verlicht raken. En het is trouwens niet echt non-duaal om een verschil te maken tussen droom en werkelijkheid.
Niet dat die dromen die ik bedoel zo bijzonder zijn, want ik herinner me niet veel meer dan een verstilde serene sfeer. Dat was het gewoon. Geen vragen, geen antwoorden. Misschien zijn het eigenlijk herinneringen, want elk kind wordt verlicht geboren. Uiteindelijk gaat het op het spirituele pad om herkenning, bewustwording van dingen die je allang wist. Herkenning in een goeroe, mooie gedichten, muziek, het maakt niet uit wat. Eigenlijk weten we drommels goed wat verlichting is maar ons zorgelijk ikje staat dat in de weg.
Veel mensen identificeren zich alleen met zichzelf. Stom. Dan kan je moeilijk meegenieten van de bomen die naar de wind wuiven, van de golven die met het strand spelen of van de sterren die guitig naar je knipogen. Dan kan je moeilijk meelijden met een zieke die pijn heeft, met het liefdesverdriet van je kind of vriend, met de angst van mensen wiens huizen door raketten worden bedreigd. Als ik de vliegenmepper pak bied ik de mug mijn excuses aan voordat ik hem doodsla. En ik dank zelfs mijn computer voor al het werk dat hij voor me doet. Want alles leeft – ook dat is logisch in de non-duale wereld.
Sommige mensen vinden mij een dromer. Houden zo. Want mijn belangrijkste dromen vertegenwoordigen voor mij meer werkelijkheid dan veel alledaagse zogenaamde realiteit. Het gaat mij niet eens om verbondenheid met de wereld om me heen, want dan rest er nog steeds verschil tussen ik en de ander. Maar ik geef toe dat het onbegrijpelijk is allemaal. De meest essentiële dingen – zoals de liefde – zijn gewoon niet te begrijpen. Dat zou betekenen dat je er grip op hebt. Vergeet dat maar.
Ik geef toe dat ik het grootste deel van mijn leven meen dat ik als een ikje besta. Maar de momenten waarop dat niet zo is zijn wel de meest waardevolle in mijn leven.
24 juli, 2024 om 8:47
Heel mooi Satyamo!