9 maart 2025
Liefde maakt blind. Misschien dat ik ook daarom Finland zo’n voorbeeldig land vind. Weerbaarheid – Sisu – zit in hun bloed, dankzij de Winteroorlog van 1939-1940 waarin ze Rusland wisten te verslaan. Het land heeft een van de best getrainde legers en zit onder de schuilkelders. Nou ja, erboven dan. Hier in ons land zijn we nauwelijks op oorlog voorbereid, ook omdat er wat bufferlanden tussen ons en Rusland zijn. Maar een nieuwe bedreiging zou gebrek aan steun van het onbetrouwbare Amerika kunnen worden, zodat Europa gemangeld wordt tussen twee wereldmachten waarvan steeds onduidelijker wordt of het vrienden of vijanden zijn. Een deal tussen die twee: Amerika krijgt West-Europa en Rusland Oost-Europa. Een spelletje Risk. Beide vegen ze maar al te graag onze roze legers van het bord want die kleur geeft waarschijnlijk het beste aan waarom Europa van de kaart moet worden geveegd.
Moeten we voorbereid zijn op oorlog? Dat is toch iets ouderwets uit grootmoeders tijd? Tegelijk bestaat ons hele verleden uit een opeenvolging van oorlogen, dus waarom zou dat nu anders worden? Op school was ik altijd slecht in geschiedenis. De jaartallen van oorlogen waren belangrijker dan cultuurgeschiedenis, die alleen op de laatste pagina’s van je leerboek nog een plekje kreeg. Alsof je kookles had met ingrediënten die je allemaal niet lustte. Een interbellum van tachtig jaar is natuurlijk een mooie tijd om in geleefd te hebben, zoals wij babyboomers, maar is geen garantie voor de toekomst. “Wees voorbereid!” zou je kunnen roepen. Dictatuur is niet alleen iets voor Rusland en China, maar ook voor Amerika, zij het niet met de mond beleden. De strijd daarvan met de democratie is al zou oud als de weg tussen Sparta en Athene, die prachtig beschreven is in Pfeijffers boek Alkibiades.
Nu de NATO dreigt te verbrokkelen lijkt Starmers Coalition of the Willing een mooi initiatief van de Engelse eerste minister. Doen jullie niet mee, Amerika, Hongarije en Slovenië? Dan herstarten we wel zonder jullie! Wij laten Oekraïne geen splijtzwam zijn! Ons kabinet aarzelt, daar houden ze zich liever bezig met minor problems zoals de asielzoekers. Vorig jaar kwamen 44.055 asielzoekers en nareizigers naar ons land met zo’n achttien miljoen inwoners. Tweeënhalf promille van de bevolking. Waar hébben we het over? Zo doet extreemrechts, onder leiding van onze grote vriendin Faber, christelijke waarden als naastenliefde in damp opgaan. Maar liefde is natuurlijk niet iets voor macho’s als Trump, Poetin en Marjolein. Hoeveel leugens Trump ook verspreidt, in één ding kan ik niet anders dan hem groot gelijk geven: Europa moet sterker en weerbaarder worden. Laat de Finnen maar vertellen hoe je dat doet.
Flessen water, houdbaar eten, radio op batterijen, mobieltje met powerbank, zaklamp en extra batterijen, kaarsen, lucifers, EHBO-doos, dekens, fluitje, cash geld, wat gereedschap, desinfecterende gel, wc-papier, natte doekjes, maandverband, tandpasta en tandemborstel, kopieën van identiteitsbewijzen, belangrijke telefoonnummers, reservesleutels van huis en auto. Naar je omstandigheden ook babyvoeding, medicijnen en eten en drinken voor je huisdieren. Dat moet er volgens de Rijksoverheid allemaal in een noodpakket zitten. Als dat echt gemeend is, staat er binnenkort een kratje met dat alles voor onze huisdeur. Want het kabinet wil dat ze dit alles in huis hebben. “Zo bereid je je voor op oorlog.” En je kunt nu kant-en-klare noodpakketten kopen, hoewel ik soms wel last krijg van keuzestress, met als gevolg dat ik zoals gebruikelijk helemaal niks koop. En bovendien is de koopsom van zo’n geheel meer dan de prijs der onderdelen.
Doen of niet doen, zo’n noodpakket in huis? Aan de ene kant is angst een slechte raadgever die je vaak precies de verkeerde beslissingen laat nemen. Aan de andere kant kan angst ook een gezond realiteitsbesef zijn, mits je je er niet emotioneel in laat verdrinken. Gewoon nuchter naar de dokter gaan en in het ziekenhuis laten behandelen, en je tegen griep en corona laten vaccineren. Ja, ik heb best vertrouwen in de medische wetenschap, en dat heeft zich nog nooit beschaamd. Maar of het nú al tijd is voor zo’n noodpakket, betwijfel ik. Zo weet ik niet of die 72 uur overleven wel voldoende is, want ook die gaan voorbij. En zit er inderdaad wel alles in wat we te zijner tijd nodig blijken te hebben? Zo’n rugzak erbij lijkt wel handig, maar ik zie mij daarmee niet naar de meest dichtbij zijnde schuilkelders in Helsinki lopen. Mijn ervaring is dat ik de meeste beslissingen op het juiste moment neem, en daar vertrouw ik op.
Gepost in Maatschappij en politiek
Geen reacties »
6 maart 2025
We vonden het altijd nep en moesten er dus niets van hebben. Kunstbloemen. Maar ik heb toch een boeket ervan bij Vriend laten bezorgen. Met een mooie vaas. Geen gedoe met water geven, al of niet in het zonlicht plaatsen, en die gaat héél lang mee. Toen ik hem vertelde dat ik hem zo’n boeket wilde geven, wist hij niet of hij het leuk vond of niet. Maar ik heb de gok gewaagd. Prijzig, zeer prijzig zelfs. Van Blooming Good, niet de eerste de beste op dat gebied. Met volgens de beschrijving gele en oranje cosmea, vlambloem violet, roze madeliefjes, lelies en phaenocoma, en blauwe lavendel. En een “agapanthus, ofwel ‘bloem der liefde’ in het Grieks.” En dat allemaal van zijde. Het lijkt wel handgemaakt. Het enige nadeel is dat zijde niet geurt. Maar wel vrolijk kleurt en als veldboeket toch een beetje lente in de kamer van Vriend brengt. En geloof me: mooie kunstbloemen maken is ook een kunst!
Vriend gromde wat, waaruit duidelijk werd dat hij het maar niets vond. Ik vraag me af of hij een schilderij van bloemen ook niet zou waarderen omdat de flora erop niet echt is. Het herinnerde me aan een oud strijdpunt tussen ons dat nooit is opgelost. De aanleiding ervan was Second Life. Hoe durfde ik als spiritueel iemand mij in die namaakwereld te storten en zo mijn ziel te verkopen? Dat ik deze virtuele wereld als echt en reëel ging bestempelen sloeg toch wel alles! Ik las deze week in de NRC een artikel van Anne-Martijn van der Kaaden over hoe ouders met hun kinderen omgaan “En, hoe was het online?” vragen ze hen maar zelden. “Wat was het leukste filmpje dat je vandaag hebt gezien? Wie volg je op YouTube, TikTok of Insta? Wat deelt diegene? Zie je weleens dingen die je niet leuk vindt? Hoe voel je je nadat je lang achter een scherm hebt gezeten? Met wie praat je meestal online?” Ik zou het leuk gevonden hebben als ook Vriend mij dat soort dingen vaker had gevraagd. “Voor kinderen bestaat het onderscheid niet: de online wereld is net zo echt als de fysieke.” Kennelijk ben ik nog een kind.
Wat is namaak en wat is echt? In de klassieke muziekwereld zijn er hele discussies over wat authentieke uitvoeringen zijn, en of je dat al dan niet dient na te streven. Is de enige echte Mondscheinsonate die zoals Beethoven hem speelde? Zijn andere uitvoeringen dan minder waard? Moeten uitvoerenden zich de ziel van de componist eigen maken of mogen ze er ook hun eigen ziel in leggen? Zijn reproducties van schilderijen eigenlijk uit den boze terwijl je ook daarmee de ziel van de schilder kunt voelen? En wat te zeggen van mooie speelfilms die zich afspelen in een wereld van decors, van boeken die herdrukt worden, van de dierenwereld die zich miljoenen jaren heeft gereproduceerd? Is de ‘mens’ Trump nog een echte originele brulaap? Als je heel goed kijkt blijkt de hele wereld nep, is er nog maar weinig origineels te vinden. Maar ook wat nep is heeft een ziel. Uiteindelijk is alles uit liefde ontstaan, ook lelijke dingen en gebeurtenissen zoals oorlogen.
Ik ben een panpsychist. Praat zelfs lief tegen de Friese klok die de laatste weken niet meer lopen wil. Zo zal ik ook blijven praten met de kunstbloemen die nu rolstoelbestendig de kamer van Vriend wat meer kleur geven. En moet ik nog uitzoeken welke die agapanthus eigenlijk is.
Gepost in Computer en internet, Kunst, Uit mijn leven
Geen reacties »
28 februari 2025
‘Hé vogel!’ Zo spraken we elkaar in de jaren zestig wel eens aan. En ik was een bijzondere vogel. Zoals een vogel betaamt was ik graag high, met mijn hoofd in de wolken. Erboven zelfs, dromend van sterrenstelsels diep in de ruimte en in mijzelf. Pink Floyd erbij, wat wil je nog meer? Maar wat voor vogel was ik eigenlijk? Daar kom ik nu eindelijk achter. Een felix avis, een geluksvogel. Die zit ergens bovenin mijn borstkas verborgen en zit vaak heel stil te grinniken en te schaterlachen. Waarom weet ik niet. Hij bedoelt iets wat we in de jaren zestig ‘helemaal te gek’ noemden. Moet kunnen, weet je wel? Het mag duidelijk zijn dat hij het nieuws niet volgt. Hij zit daar maar gelukkig te zijn, tikt af en toe plagend tegen mijn borstbeen alsof hij me wakker wil maken als ik mij somber voel over onze planeet. Misschien is die vogel wel mijn ziel, want als kind dacht ik dat ook die vleugels had en naar de hemel vloog als je doodging. Die geluksvogel is meer mezelf dan ik zelf mezelf ben.
Hij lijkt een beetje kinderlijk, die vogel. Onvolwassen. Niet luisterend naar een gezond verstand, dat volgens hem niet eens bestaat. Want hij betwijfelt of een verstand überhaupt gezond kan zijn. Hersenen zijn leuk om mee te spelen, maar niet om echt serieus te nemen. Spelen! Dat is volgens mijn felix avis het belangrijkste wat er is. Wees een homo ludens! En dankzij hem heb ik dat best een beetje geleerd in mijn leven. Toen ik nog een kind was zat hij al in mijn borst te kwetteren. Zodanig dat ik vaak niet om hem heen kon. Hij is mijn ziel en reisgenootje. Als hij even uitgevlogen is komt hij altijd weer terug. Woordloos geeft hij me wijze lessen. Alsof hij me vertelt dat het leven een grote grap is en dat alles goedkomt als je daarvan geniet. Hij leert me een kinderlijke zorgeloosheid, en als ik weer eens niet naar hem luister begint hij wild met zijn vleugels te flapperen. Alsof hij dan allemaal stomme emoties zoals somberheid en boosheid uit mijn lijf wil jagen. En me eraan wil herinneren dat ik diep van binnen gewoon gelukkig ben.
Ik ben meestal eigenwijs naar mijn geluksvogeltje blijven luisteren, hem daar in mijn borst ben blijven koesteren. Velen vreesden dat mijn leven een puinhoop zou worden als ik teveel van hem zou genieten. Dat ik van armoede in de goot zou belanden en soortgelijke ellende. Ze vonden dat ik, in plaats van gelukkig te zijn, met het leed van anderen méé moest gaan lijden. Dat het ongepast is om in deze wereld gelukkig te zijn. Mijn felix avis vindt dat maar stom. Want als iedereen gaat lijden en niemand meer gelukkig durft te zijn is het einde van de wereld nabij. Inmiddels ben ik oud aan het worden. Maar mijn geluksvogel lijkt altijd jong te blijven, nooit volwassen te zijn geworden. En gelijk heeft hij. Als je volwassen wordt ben je kennelijk uitgegroeid, zodat je beter maar meteen in je graf of in het vuur kunt gaan liggen. Het is niet voor niets dat de meeste mensen zo graag jong willen blijven. Toen het leven nog leven was. Toen geluk nog heel gewoon was. Zijn hun geluksvogels uitgevlogen? Of luisteren ze gewoon niet naar hen? Gewoon even stil zijn, jongens! Eerst hoor je misschien een heel zacht stil gepiep, maar dan weet je zeker dat hij er is!
Soms vragen mensen zich af waar mijn mysterieus gegniffel en glimlachen vandaan komt. Dat is het vogeltje dat mijn hart heeft gestolen en ervoor zorgt dat ik ook zelf een geluksvogel ben.
Gepost in Spiritualiteit
Geen reacties »
22 februari 2025
Je kunt vreugdevol sterven, met een glimlach op je gezicht, met een enorm mysterie in je ogen.
Aldus Satyamo. Want schreef ik in mijn vorige blog al niet dat ik wil sterven met een glimlach op mijn gezicht? Maar dit zijn woorden van Osho die ik vandaag tegenkwam in de laatste nieuwsbrief van de stichting Vrienden van Osho. Daarin staan teksten uit zijn lezingencyclus Zarathustra, A God That Can Dance uit 1987. Ik verbaas me wel vaker over de synchroniciteit van eigen gedachten en woorden van Osho. Sannyasin zijn is voor mij dan ook altijd een feest van herkenning. Een meester is iemand die je vertelt wat je eigenlijk al weet. Die komt niet met nieuwe richtlijnen en gebruiken waaraan je je dient te houden. Hij komt eerder met exdoctrinatie dan met indoctrinatie. Hij bevrijdt je van twijfels en misverstanden, geeft de bloemen van je hart water zodat ze uitbundig kunnen bloeien. Hij ruimt alle dualiteit van het denken op zodat je herinnerd wordt aan heelheid en eenheid die altijd al in je lagen te sluimeren.
De diepte is dat je niet langer je fysieke lichaam bent, en je bent ook niet langer je mentale lichaam – alleen maar een puur bewustzijn, een pure hemel zonder wolken, onbegrensd. Alleen maar een simpele blik daarin en de dood wordt een glorieuze ervaring …
Om van deze ervaring te proeven hoef je niet fysiek te sterven, dat kan ook door meditatie en creativiteit, vertelt Osho. En echt verliefde mensen zijn ook niet bang voor de dood. Die angst is iets van de mind, het mentale lichaam dat alles in de hand wil hebben, controleert en daarmee bang is voor de dood. Vrijwel iedereen is een controlefreak. De meest machtige mensen zijn het meest bang voor de dood. Overigens maak ik hier net als Osho de veel gemaakte fout door over dood te spreken als ik sterven bedoel. Als het over het leven na de dood gaat wordt altijd het leven na het sterven bedoeld. Misschien willen we dat laatste woord liever niet gebruiken omdat het ons met allerlei ellende associeert. Terwijl het volgens Osho juist een feestelijke culminatie van het leven kan zijn. Sannyasins rouwen niet, en ook ik deed dat niet toen twee van mijn beste vrienden gestorven waren. Er bleef alleen dankbaarheid over.
‘Sterf op het juiste moment.’ Iemand die oprecht, intens en totaal heeft geleefd, zal op het juiste moment sterven. Zijn dood is niets anders dan een rijping, een oogst. Zijn dood is niets anders dan een vervulling.
Osho vertelt over Boeddha die op gegeven moment de tijd rijp vond om te sterven. En hij is niet de enige die op gegeven moment zijn ogen sloot en vertrok. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen: het leven is mooi geweest, ik ben dankbaar voor alles wat ik heb meegemaakt en neem nu afscheid. In de oorspronkelijke tekst hekelt Osho uitspraken dat iemand te vroeg of te laat gestorven is. Dat vinden overledenen niet leuk om te horen. Alsof ze de juiste trein hebben gemist. Maar alleen hij die echt heeft geleefd, dus niet in het verleden door daaraan te hechten of in de toekomst door ernaar te streven maar gewoon in het hier en nu, sterft op het juiste moment. Gewoon een beetje zonder oordelen in harmonie met het bestaan leven lijkt me voldoende. Om een beroemde uitspraak van Osho te parafraseren: sterven is geen probleem dat opgelost moet worden, maar een mysterie dat geleefd moet worden.
Oké, Osho?
Gepost in Spiritualiteit
Geen reacties »
16 februari 2025
Jonge kinderen die op sleetjes een heuvel af roetsjen. Zo te horen hebben ze plezier. Net als ik tijdens de vijf seconden van het filmpje dat Arthur mij vroeg in de morgen had gestuurd. Hij is jeugdwerker voor uit huis geplaatste kinderen en doet niets liever dan hen een fijne tijd te bezorgen. Er is geen groter geluk dan anderen gelukkig te maken. Maar daarvoor moet je wel zelf gelukkig zijn, anders lukt dat niet. En Arthur is een gelukkige jongen. Niet altijd natuurlijk, want ik heb zelden zoveel gevloek gehoord als de vorige winter toen het veel kouder was en hij om het kwartier hout in zijn kachel moest stoppen. En het vaak onweerde zodat hij het internet niet op durfde. Damn! Zijn halve vakantie naar de knoppen! Hij woont ergens in the middle of nowhere, een dikke 1500 kilometer van mij vandaan. Hij kan genieten van alleen zijn, van het stille geritsel van bladeren in de loofbomen. Ik wist niet eens dat die in Finland groeiden.
Hij houdt van oudere vrienden, want zijn leeftijdsgenoten vindt hij vaak te oppervlakkig. Dan heeft hij aan mij een goeie want we verschillen een halve eeuw. Boomer en zoomer noem ik ons wel eens. Soms vind ik onze vriendschap te mooi om waar te zijn. Dan heb ik kennelijk weer last van mijn mind, iets waarin ik niet alleen sta. De mind, het zogenaamde gezonde verstand, is in de eerste plaats negatief. Zo denk je bij elk kwaaltje of pijntje maar al te snel dat je een erge ziekte hebt. Zo denk je graag aan het verleden alsof alles toen nog goed was, en aan de toekomst waarin mooie dingen gaan gebeuren. Geluk mag volgens de mind overal zijn, behalve in het hier en nu. Dat is trouwens ook heel asociaal te midden van alle ellende in deze wereld. Maar de mind weet niet beter en kan niet anders omdat hij op gevaar is gericht, op handhaving van het lichaam. De mind is kritisch, sceptisch, wantrouwend, en is met zijn geluksverbod nooit in het hier en nu.
‘Dit is zó mooi,’ zei Arthur onlangs toen we naakt bij het kampvuur in Snuff & Snack zaten. Het was nacht en ik had de fakkels ontstoken zodat we onder de sterren een prachtig uitzicht hadden op de galgen en hakblokken in het zand, met de bijna onzichtbaar wuivende palmbomen op de achtergrond. ‘Ja, het is makkelijk sterven hier,’ zei ik met mijn arm om hem heen. Op zo’n moment kunnen we lang zwijgen, hoeven we er alleen maar te zijn. Kunnen we zelfs van het sterven genieten. ‘Het leven is geen probleem dat opgelost moet worden, maar een mysterie dat geleefd moet worden,’ is een van de beroemdste uitspraken van Osho. Voor je het weet fluistert je mind dat zo’n mysterie te mooi is om waar te zijn, en het is een hele kunst om niet meteen alles te geloven wat je denkt. Geluk is volgens dat ‘gezonde verstand’ een sprookje dat je niet serieus moet nemen. Als we afscheid nemen moet ik van Arthur gaan slapen met een glimlach op mijn gezicht. Zo wil ik trouwens ook sterven.
Ongelukkige mensen kunnen geen geluk brengen. Daarom geloof ik niet in veel politiek. ‘Be happy,’ zegt Arthur vaak. En gelijk heeft hij, en het is mooi dat hij als jongere daarop blijft hameren, dat deze zoomer mij blijft herinneren aan iets wat ik als boomer niet mag vergeten. Gelukkig zijn is het meest revolutionaire dat je kan overkomen.
Gepost in Second Life, Spiritualiteit
Geen reacties »
7 februari 2025
Het voordeel van Facebook is dat je op je wenken bediend wordt als je iets leuk vindt. Dat je lekker in je eigen bubbel rondjes kan blijven zwemmen. Geen wereld is zo mooi als je eigen wereld. Zo zag en hoorde ik een maand geleden een leuk liedje. Uiteraard dacht ik eerst dat de zanger een jongen was, maar die bleek al snel een zangeres te zijn. Daar vergis ik me wel vaker in. Laten we zeggen dat Linda Perry een jongensachtige vrouw is. Het is een liedje uit de jaren negentig van de meidengroep 4 Non Blondes, waarin later twee vrouwen door mannen zijn vervangen. Het komt niet zo vaak voor dat ik iets van verliefdheid voor een vrouw voel, maar deze keer was het raak. Like. Ik heb het over het liedje What’s Up dat niet de veel herhaalde strofe ‘What’s going on’ mocht heten omdat een ander populair lied al die naam droeg. Het schijnt in 1993 tien weken op nummer 1 te hebben gestaan, wat me totaal ontgaan is.
Voordat ik ga slapen zit ik rond middernacht graag nog even buiten te facebooken. Al snel verscheen What’s Up opnieuw op het schermpje van mijn mobieltje en moest ik het nummer opnieuw bekijken en beluisteren. Nee, de buren hadden daar geen last van, want alles wordt rechtstreeks in mijn oortjes gestreamd. Het zijn de gekkigheid, de stem en gelaatsuitdrukkingen van Linda die ik zo leuk vind. What’s up? Toen mensen in Second Life mij dat vroegen vond ik dat een rare vraag waarop ik alleen maar een beetje in het rond kon staan kijken. Even zoeken wat er nou eindelijk aan de hand was. Meer kon ik er niet van maken. Hoe dan ook een liedje zoals er vandaag de dag weinig meer worden gemaakt. Komt het omdat ik een babyboomer ben dat ik de popmuziek van na de jaren zestig, zeventig minder vind? Ja, je had natuurlijk nog Queen, U2, REM, Simple Minds, Coldplay en veel andere fantastische groepen, maar van de hitparade snap ik niks meer.
Een avondje later. Na grappen van Peter van Straaten, een avontuur van Tom Poes, en komiek Philippe Geubels komt de clip weer langs terwijl de muziek al de hele tijd door mijn hoofd heeft gegonsd. What’s Up. OMG! Eindelijk ontdek ik waarom oligarch Mark zijn populaire app ‘Whatsapp’ heeft genoemd! LOL! En opnieuw hoor ik haar over Robin Hood zingen, terwijl ze het over ‘brotherhood’ heeft. Maar ik was altijd al slecht in het luisteren naar songteksten. Er zijn trouwens meerdere versies van dit lied te zien, maar die vind ik minder mooi. Het voelt alsof het filmpje dat ik steeds bewonder de meest originele en spontane versie van deze song is. Elke keer opnieuw wil ik het weer helemaal zien en horen. Ik krijg er geen genoeg van. Heerlijk. Even in mijn bubbeltje, weg van de wereld. Even weg van die dikke idioot die bezig is zijn eigen land en ook liefst de rest van de wereld naar de kloten te helpen. Gewoon even genieten en me gelukkig voelen, wat eigenlijk not done en daarmee ook revolutionair is in deze donkere tijden.
Ook vanavond zal de clip van 4 Non Blondes wel weer langs komen in dat chaotische onbestuurbare Facebook en zal ik hem opnieuw weer tot de laatste gitaarroffel willen uitzien. Maar ik ga er nu eerst nog even naar kijken. What’s Up?
Gepost in Muziek
Geen reacties »
31 januari 2025
Was ik zelf een hippie in de jaren zestig? Niet echt. Want hoe ik ook sympathiseerde met die jongens en meisjes, ik zag mezelf niet mijn studie opgeven om in een beschilderd volkswagenbusje de wereld in te trekken, en me elke dag vol weed en lsd te proppen. Maar hun muziek, de manier waarop ze zich uitdosten, en hun vrije seks waren me uit het hart gegrepen, samen met de oosterse opvattingen die ze erop nahielden. Dat vond ik allemaal te gek, weet je wel. Als ik Scott McKenzie het iconische lied San Francisco hoor spelen, smelt mijn hart nog steeds. En wereldwonder Woodstock liet in 1969 zien dat het mogelijk is dat zo’n 400.000 mensen gedurende vier dagen vredig en zonder ongelukken kunnen samenleven. Vier dagen paradijs op aarde bewijzen dat zo’n paradijs echt bestaat. Doemdenkers zeggen graag dat dit slechts voor even is, alsof het daardoor minder echt zou zijn. Ik vraag me af wat ze ervan vinden als ze klaarkomen, want dat duurt nog veel korter en kan daarom nauwelijks serieus worden genomen. Maar een enkele witte raaf is voldoende bewijs dat er witte raven bestaan.
Gisteren was er in het Vitusgebouw in Blaricum een lezing van Frank Bokern, de auteur van De eerste hippies dat vorig jaar het licht zag. Daar moest ik natuurlijk heen. Want ook Mijn dorp heeft zijn eigen hippies gekend, de Kolonie van de Internationale Broederschap die in 1899 werd gesticht door professor Jacob van Rees, in navolging van het Walden in Laren waarmee Frederik van Eeden een jaar eerder was begonnen. Mellie Uyldert is er zelfs geboren, in een huisje naast de koloniebakkerij. Maar Bokern wijdde geen enkel woord aan haar. Dit terwijl je zowel tijdens zijn enthousiaste lezing – er waren zo’n vijftig bezoekers – als in zijn boek ondergesneeuwd raakt onder de talloze namen van mensen die erbij betrokken waren. Zoals architect Theo Rueter, wiskundige Lex Brouwer en dichter Adriaan Roland Holst. Deze kolonie heeft tot 1911 bestaan, want de vredige ‘naaktlopers’ en ‘grasvreters’ riepen weerstand op van de pastoor en de Blaricumse bevolking, zodat ze weggepest werden. De wijk waarin hun hutten stonden is nu een dure villawijk. In De wereld in een dorp van Lien Heyting is deze geschiedenis heel nauwkeurig na te lezen. Voor mij is deze kolonie naast het eenvoudige boerenleven een van de roots van Blaricum die nog steeds in de grond zit.
Een halve eeuw later ben ik daar vlakbij geboren. Ik weet niet waarom mijn ouders daarheen vanuit Amsterdam verhuisd waren. Ik heb hen zelden over spiritualiteit gehoord. Wel kwam Mellie die toen in Huizen woonde wel eens bij ons in Blaricum op bezoek, maar mijn moeder vond haar ideeën maar niets. Want ze verkondigde dat de kruiden die je nodig had altijd vlak bij je huis groeiden, en mijn moeder klaagde dat je bij haar altijd zand te eten kreeg. Maar toch gingen we in 1951 met vakantie naar Ascona aan het Lago Maggiore in Zwitserland. Ik was toen vier jaar oud en herinner me niet veel meer dan een raderboot en het uitzicht op een kerkhofje in het stadje. Op een foto lopen mijn vijf jaar oudere broer en ik naakt het water in. Leuk, die jongensbilletjes. We verbleven in een hut op de Monte Verità waar zich rond de eeuwwisseling veel rebelse alternatievelingen hadden verzameld zoals psychiater Carl Jung, schrijver Hermann Hesse en schilder Paul Klee. Ook daar was een kolonie ontstaan, en die neemt als bakermat van de hippies een centrale plek in de verhalen van journalist Bokern in. Kennelijk zit er ook in de Berg der Waarheid iets van spiritualiteit in de grond.
Vervolgens springt de journalist over naar de jaren zestig, waar de hippies veel overeenkomst vertonen met die van het fin de siècle. Ook hier non-conformisme, vrije liefde, vegetarisme, antimaterialisme en Jugendstil, en invloeden van oosterse spiritualiteit waaraan Bokern weinig tot geen aandacht wijdt. Er is ook een hemelsbreed verschil, want waar de eerste hippies fel tegen alcohol waren, werd er in de jaren zestig volop van drugs genoten. Zo kwamen we op de vele foto’s die de lezing illustreerden zelfs de onlangs gerehabiliteerde lsd-professor Timothy Leary tegen. Tenslotte werd ook aandacht gevraagd voor de sporen die het hippiedom tot vandaag de dag hebben nagelaten zoals de populariteit van tiny houses waar vroeger de alternatievelingen in Blaricum en Ascona in hutten woonden. Greenpeace en de Partij voor de Dieren zou je ook als nakomelingen van de hippies kunnen beschouwen, en alles wat een zo natuurlijk mogelijk leven nastreeft. Zeker de laatste jaren kom ik steeds meer tot de conclusie dat de positieve en kleurrijke hippies tóch gelijk hadden.
Natuurlijk waren er ook mafkezen onder en waren ze niet allemaal consequent in hun opvattingen en leefwijzen, maar je moet ergens beginnen als je de wereld wil verbeteren. En dat ergens is bij jezelf, wat niks met egoïsme te maken heeft. Want alleen gelukkige mensen kunnen de wereld verbeteren en elke bloem die de hippies hebben nagelaten geef ik een kusje. Ik ben in Blaricum geboren en in het Lago Maggiore gedoopt en daar ben ik mijn ouders dankbaar voor. Love, flowers, freedom and happiness! Als je dat niet in je hebt, heb je voor niets geleefd.
Gepost in Maatschappij en politiek, Spiritualiteit, Uit mijn leven
Geen reacties »
23 januari 2025
Het vorige weekend kreeg ik het tijdens een reünie weer te horen. Dat ik zo rond 1970 verkondigde dat er twee werkelijkheden waren. De gewone werkelijkheid en de echte werkelijkheid. En die laatste kon je dan met iets als lsd zien. Dat laatste heb ik nauwelijks gebruikt en dat is misschien maar goed ook. Want ik lag die jaren hevig met mijn moeder overhoop die me nooit heeft kunnen loslaten, en ik was ook best bang voor mijn eigen homoseksualiteit. Maar toch: het licht scheen vreemd mooi en ik zat onder een boom. Ik keek omhoog het gebladerte in en zag de meest vreemde landschappen erin. Verstild en zonder betekenis waardoor het zo prachtig was. Ja, ik zag de ‘echte werkelijkheid’. Een en ander was ook subtiel doorregend met oranje lichtmoleculen. Probeer het maar eens: gewoon kijken en alle betekenis, zin en eigenschappen van wat je ziet uit te wissen. Een boom die geen boom meer is maar een maanlandschap of iets dat tegenwoordig alleen met computergraphics te maken is. De wereld als een abstract wezen zien, ontdaan van alles wat je hersenen ervan willen maken. Chaos, maar een prachtige chaos. Volgens de Griekse mythologie is alles met chaos begonnen. En ik was daarin aan het spieken. Ik had een bijbaantje waarin ik met een computer werkte, en op gegeven moment drukte ik in gedachten shift-enter in. Toen werd keurig in rijen van boven naar beneden de gewone werkelijkheid weer opgebouwd en zat ik weer onder een boom.
Het was een relatief korte ervaring. Maar eigenlijk heel essentieel. Waarin waarneming pas echt goed werkt als je het denken uitschakelt. Denken en waarneming – lucht en aarde volgens de astrologen – kunnen nooit samengaan. Tot vandaag de dag zet ik voor het slapen gaan mijn denken op een laag pitje door alleen maar waar te nemen. Te luisteren, mijn lichaam te voelen, de sfeer in de slaapkamer te beleven. Dat is mijn remedie tegen slapeloosheid. Soms hoor ik geluiden in mijn hoofd – stemmen of muziek die er helemaal niet zijn – en dan weet ik dat ik bezig ben in slaap te vallen. Denken is lijden. Zeker als je wakker ligt. Eigenlijk vind ik denken iets dat je eigenlijk zo min mogelijk moet doen. Het staat niet alleen waarneming, maar ook intuïtie en gevoel in de weg – wat astrologen vuur en water noemen. Vraag het de psychotherapeuten maar. Zelfs als ik schrijf moet ik tussen de regels door even dagdromen, mijn bewustzijn wat rond laten zwerven, afwachten wat mijn hersenen nu weer gaan denken. ‘Geloof je nou echt wat je denkt?’ wil ik wel eens aan mensen vragen. Niet dat denken niet leuk kan zijn, maar het moet een hobby, een spel blijven.
Als mensen iets gaan tekenen beginnen ze meestal met de omtrek op papier te zetten en het grappige is dat je die in werkelijkheid helemaal niet ziet. In veel stripverhalen wordt iedereen en alles keurig door een lijntje van de omringende wereld gescheiden. Dít is Kuifje en dát is Bobbie, alsof ze een dun zwart vlies om zich heen dragen. Het denken heeft onderscheid nodig, duidelijke grenzen tussen wat er allemaal wordt gezien. Terwijl de echte wereld grenzeloos is. Als je de grens oversteekt zie je ook geen lijnen op de grond. Grenzen zijn bedenksels. Die zijn nodig om te leven en te overleven, en de mens heeft zijn dominante positie in de natuur daaraan te danken. Maar daarmee is nog niets gezegd over het realiteitsgehalte ervan. Zolang het denken ons hoogste goed is kunnen we gewoon niet anders dan in een illusie leven, in de gedachte dat alles verschilt van al het andere. En dat is natuurlijk helemaal niet zo, want alles is met alles verbonden, zo niet versmolten. In de echte werkelijkheid is het moeilijk om dingen van elkaar te onderscheiden, daar is niet alles in lijntjes of vliesjes ingepakt. Daar is alles chaos, maar wat is daar mis mee? Onze verre voorouders wisten niet beter in tijden waarin bomen en dingen leefden omdat alles bezield was. Je kan dat chaos noemen, maar ik hou van die gedachteloze wereld waarin geen verschillen bestaan omdat alles ten diepste één is.
Mijn Jupiter, mijn geluk, staat in het twaalfde huis van mijn horoscoop. Dat huis heeft een slechte reputatie. ‘Huis van verlies,’ noemt Wikipedia het. ‘Mysticisme, afgezonderde plaatsen zoals ziekenhuizen en gevangenissen, voor jezelf verborgen dingen die voor anderen wel duidelijk zijn. Ontwijkend, clandestien, geheimhouding, zich terugtrekken, reflectie en zelfopoffering. Het onbewuste, onbekende vijanden.’ Astrologe Karen Hamaker – niet de eerste de beste – ziet het minder zwart. In haar boek Het Twaalfde Huis noemt ze dit ‘het huis van paradoxen, waarin het onmogelijke mogelijk is en waarin tegenstrijdige dingen op een dieper niveau met elkaar verzoenbaar blijken te zijn.’ In de loop van het boek noemt ze onder andere verbinding met het tijd- en ruimteloze collectief onbewuste, buitenzintuiglijke waarneming, kinderangsten, niet definieerbare ingevingen, fantasie, creativiteit, opofferingsgezindheid, jezelf wegcijferen en ‘onze behoefte aan eenheidsbeleving’. Dat laatste verklaart waarom dit huis vaak verafschuwd wordt, omdat de rode draad van dit huis het verlies van het ego is, wat voor velen een vaag mistig gebied is dat graag vermeden wordt. Voorbij het ego betekent ook voorbij al het denken met zijn rationaliteit. Maar ik voel me daar thuis met mijn gelukbrengende Jupiter erin. Die planeet is trouwens de enige die geen aspecten met andere planeten in mijn horoscoop maakt: hij staat daar echt helemaal alleen, maar ook dat is een kwaliteit van het twaalfde huis. Voor anderen is hij alleen zichtbaar omdat hij over mijn ascendant heerst zodat een stukje raadselachtige onzichtbaarheid toch te zien is.
‘Mijn eigen eenzame weg,’ zou heer Bommel klagen. Maar ik ben graag een-zaam. Als je de eenzaamheid vermijdt vraag je om ellende en word je met al die minder prettige eigenschappen van het twaalfde huis geconfronteerd. Dan perverteert het tot allemaal ellende, wordt een prachtige chaos een ellendige chaos. Het is het laatste huis van de horoscoop, waarin alles oplost. Waarin niets meer is wat je dacht dat het was. Wat ook een soort sterven betekent. ‘De toegang tot de hemel’ noemt Arthur Rubinstein het terwijl hij in een kort filmpje luistert naar het adagio uit Schuberts strijkkwintet, dat voor mij ultieme twaalfde huis-muziek is. Zó zou hij willen sterven. Ik ook.
Gepost in Astrologie, Spiritualiteit, Uit mijn leven
1 reactie »
6 januari 2025
1987. Terug naar mijn eigen wijk. Niet helemaal, maar ik kende Buitenveldert goed omdat ik er vijf jaar vlak naast had gewoond, in Uilenstede. Ik was dolblij toen mij een driekamerwoninkje was toegewezen. Het was een heel goedkope huurwoning en omdat ik van een uitkering leefde kwam dat goed uit. Nog voor ik verhuisde ging ik er af en toe kijken. Er stond nog een kolenkachel in de woonkamer en een kolenkit op het balkon. Een wastafel was er niet, alleen een spoelbak van graniet. Een aftandse geiser in het keukentje waar je je kont nauwelijks kon keren. Maar ik was er dolblij mee. Terwijl ik er stond rond te kijken kwam er opeens iemand binnen. Hè? Wie heeft buiten mij de sleutel van dit huis? Een onbekende man voor mijn neus. Hij stelde zich voor als de huisarts van de vorige bewoonster. Hij gaf mij zijn sleutels en zijn adres, want dan had ik alvast een nieuwe huisarts. Maar het bleef een beetje vaag wat hij hier kwam doen. Vrienden gingen mij helpen met dit woninkje een beetje op orde te krijgen, want het was een grote rotzooi.
Een van de eerste dingen die er moesten gebeuren was de vloerbedekking verwijderen. Daar hielp Tijmen me mee. Hij vond het eerste bankbiljet. Toen vond ik er ook een paar, en al snel hadden we duizenden guldens verzameld die soms op en in de gekste plekjes en voorwerpen verstopt waren. Wie weet had ik bij vorige rondes van opruimen al veel geld weggegooid! Ik gaf Tijmen een flink deel van al dat geld en hij ging snel naar een bank om het te storten, wat geen problemen gaf. Ik was rijk! Kon nu eindelijk een échte computer kopen! Nog jaren bleef ik alert op plekken waar geld verstopt zou kunnen zijn, zoals toen er een nieuw keukenblok werd geplaatst. Wegens een beetje gewetenswroeging hoorde ik andere mensen op de galerij uit. De vorige bewoonster was een stokoude krenterige vrouw zonder kinderen die nu naar een verpleegtehuis was gegaan. Tja, dan kon ik het geld beter zelf houden. Ik heb een huisarts bij mij om de hoek genomen, want om beiden niet van elkaar te weten welk geheim je deelt werkt ook niet prettig.
Zo kwam ik dus, na een TRS-80 en een Commodore 64 aan mijn eerste echte MS-DOS computer, lang voordat Windows was uitgevonden. Dankzij die computer begon ik een paar jaar later met mijn eigen bedrijfje toen ik desktop publishing voor KPN kon doen. Ik heb nooit computerspellen gespeeld – Second Life reken ik daar niet onder – hoewel ik wel veel genoten heb van de wereld van de allereerste Myst. Niet alleen toen is geld vaak op me afgekomen. Niet dat ik me daar nooit zorgen over maakte en bij tijd en wijle bij mijn ouders daarom bedelde. Maar gesolliciteerd heb ik zelden. Ondanks mijn masochistische neigingen hou ik er niet van mezelf te verkopen. Ben daar zelfs ronduit slecht in. Weet niet hoeveel ik eigenlijk waard ben. De enige keer dat ik dat deed toen ik vanuit een telefooncel de Amrobank op het Rembrandtplein belde. Of ik de volgende dag wilde langskomen. Nee, nu meteen! Een uurtje later was ik aangenomen. Alex heeft me eens een flink bedrag geleend dat ik vele jaren later keurig heb terugbetaald uit de erfenis van mijn Wetenschappelijke Tante.
Het heeft iets met het tweede en achtste huis in mijn horoscoop te maken, die stevig met elkaar zijn verbonden. Heer 2 in 8. Afgelopen week las ik dat ik een goede belegger ben omdat van alle beleggingen de bitcoin het hoogst heeft gescoord. Ik ben gewoon een geluksvogel, maar kennelijk moet dat zo zijn.
Gepost in Uit mijn leven
Geen reacties »
1 januari 2025
Met Arthur het nieuwe jaar in gegaan. Op het dakterras van ons huis in Second Life. In elkaars armen. Het was een lange zit, maar opnieuw vloog de tijd voorbij. Gedurende een uur leefde hij daar in Finland al in 2025 terwijl bij mij 2024 nog zijn laatste adem aan het uitblazen was. We hebben er in real life – het zogenaamde ‘echte’ leven – een glas rode wijn bij genomen. Ik wilde hem met vuurwerk verrassen, maar dat had hij al klaar zien staan toen we op het dak kwamen. Hij telde de minuten af, en voor ik het wist was het zover om elkaar een gelukkig nieuw jaar wensen. Dat wil zeggen ik hem. Meteen kreeg hij een appje met de beste wensen van zijn nieuwe vriend Marko. We namen onze eerste slokjes wijn en ik stuurde de eerste vier vuurpijlen de nachtelijke lucht in. Omdat hij ergens in the middle of nowhere woont – daar houdt hij van – was er bij hem weinig vuurwerk te zien. Hij had een gelukkig jaar achter de rug waarin hij ook in real life de liefde heeft ervaren. Een vriend die wat ouder is dan hij zelf, wat hij ook altijd gewenst heeft. Want oudere mensen zijn wijzer dan zijn leeftijdsgenootjes, terwijl hij toch een bijzondere hechte vriendenkring heeft. Wat dat betreft heeft hij een goeie aan mij, want wij verschillen precies een halve eeuw.
We leefden dus een uurtje in verschillende jaren. Hij vertelde dat het beleid voor vuurwerk in zijn land hetzelfde is als bij ons. Dat vuurwerk heel mooi kon zijn, maar dat al dat kabaal erbij niet hoeft voor hem. Ik vertelde dat ik mij had voorgenomen om het komende jaar gewoon niets te doen, wat hem heel verstandig leek om althans mee te beginnen. Hij kent mijn wel en wee in het afgelopen jaar en is altijd een luisterend oor. Ik hoor hem zelden mensen of dingen veroordelen. Alleen als het over Rusland gaat. Hij ziet iets als euthanasie niet zo zitten, zal nooit mensen doden. Hooguit in een oorlog. Hij is trots op zijn land, iets wat ik zelf niet zo heb. Hoewel ik ook trots op sommige dingen in Nederland kan zijn, zoals het eerste homohuwelijk ter wereld. Hij verwondert zich er over dat we nooit ruzie hebben gehad en denkt dat dit aan mijn wijsheid te danken is. Terwijl ik ook hem als een wijze jongen zie voor zijn 27 jaren. Wat ik proef aan het feit dat hij bij tijd en wijle graag alleen is en daarvan geniet. Heel af en toe wil hij me wel eens vermanend toespreken als het over mijn gezondheid gaat. Net als Vriend en Marcel is hij een Maagd en daarom heel zorgzaam en soms ook bezorgd over mij. Ik excuseerde mij dat ik mijn glas wijn maar half opdronk omdat ik het eigenlijk veel te sterk vond.
Toen het ook hier middernacht was – ook hij keek voortdurend naar de klok – wenste hij mij het beste toe en stak ik opnieuw vuurwerk af. Ik zei hem dat ik niet alleen voor hem maar ook voor Vriend en Marcel de beste wensen in gedachten had. En we namen weer een slokje wijn. Ik kreeg meteen een appje van Sanat. Vroeger mailde Robbie en ik elkaar de beste wensen al in de eerste minuten toe. Vorig jaar zat ik met Vriend op de rand van het bed naar het vuurwerk te kijken, daar dronken we toen een glaasje mango nectar bij, en ik was al wat bang dat dit de laatste keer zou zijn. Ik vermoedde dat hij nu al lang lag te slapen. Ik ging even naar de slaapkamer om vanuit het raam vuurwerk voor Arthur te filmen en hem toe te sturen. Hij vond dat mooi. Voor ik het wist was het voor hem al half twee en vonden we het beiden mooi geweest. Hij wilde nog even de kerstspullen in huis opruimen, maar ik had geen puf om te vertellen dat die er eigenlijk nog een dag of tien hoorden te blijven staan. En ik had er helemaal geen bezwaar tegen om nu maar meteen met een schone lei te beginnen. We gaven elkaar lieve kusjes, waarbij we elkaar zoals gebruikelijk onder hele wolken van hartjes bedolven.
Het blijft een wonder zoals een zoomer en een boomer zoals hij en ik zielsverwanten kunnen zijn. Dank je wel, lieve Arthur! Kusje!
Gepost in Uit mijn leven
Geen reacties »