Feest voor Bach

Date 22 maart 2010

Gistermiddag was het feest in de Grote Kerk in Naarden. Want Bach werd 325 jaar, en welke plek is beter om dat te vieren dan die beroemde kerk van waaruit jaarlijks de Matthäus het land wordt ingestuurd? Het was lekker lenteweer, dus Vriend en ik zijn wezen fietsen, zo’n tien kilometer vanaf Oldegeppel, dus dat is te doen, zelfs met een koude tegenwind. Bij aankomst kregen we naast de consumptiemuntjes ook witte mokken cadeau, speciaal bedrukt ter ere van de verjaardag van de grootste componist aller tijden. En dat was nog maar het begin van een leuke dag, georganiseerd door de Nederlandse Bachvereniging onder leiding van Jos van Veldhoven. We hadden mooie zitplaatsen bemachtigd en konden alles dus goed zien en horen. Zo kwam direct bij de aanvang ex-minister Plasterk het eerste exemplaar in ontvangst nemen van De geheimen van de Matthäuspassion – Ambacht en mystiek van een meesterwerk, een reader die door de Bachvereniging onder redactie van Pieter Dirksen is samengesteld. Plasterk is een echte goede verteller, een man van het hart die extra aandacht vroeg voor de humor in de Matthäuspassie.

Leo van Doeselaar opende het concert op het orgel. Zijn kunst was op projectieschermen te volgen, waarbij je precies zag wanneer zijn assistent de partituur omsloeg en registers bediende. Dat zouden ze vaker bij orgelconcerten zo moeten doen. Hij speelde Robert Schumanns Fuge über den Namen  B-A-C-H, een melodie van vier noten (de H was vroeger een aanduiding van de B, en de B stond voor onze Bes) die ik zelf ook eens onbewust heb gebruikt toen ik mijn liedje Beautiful Boy schreef. Daarna werd Bachs motet Lobet den Herrn alle Heiden gespeeld en gezongen, gevolgd door zijn beroemde Suite Nr. 2 in b-klein waarvan iedereen – bewust of onbewust–  de Badinerie kent. In zijn toelichting nam Jos van Veldhoven ons mee naar een café waarin dit werk vrolijk als achtergrondmuziek werd gespeeld, en zoiets stelde ik me dan ook voor. Want indertijd was de muziek van Bach nog niet iets dat je uitsluitend muisstil in concertzalen en kerken mocht beluisteren! Hier in de Grote Kerk ging het gemoedelijker toe, ook omdat de eerste vier rijen bestonden uit banken voor kinderen die het ook eens allemaal meemaakten.

Na de pauze kwam het orkest al spelend de kerk binnenwandelen, waarna onverwacht Gustav Leonhardt op het podium verscheen om een toespraak te houden. Daarin vertelde hij grote vraagtekens te zetten bij al die numerologische analyses van Bachs composities. Merkwaardig dat deze bijna 82-jarige man, waarschijnlijk de beste Bachvertolker ter wereld, nog net niet de sprong heeft gemaakt naar de mogelijkheid dat spontaan geschapen werk juist daarom aan bepaalde getalsmatige wetten en verhoudingen voldoet. Verder vroeg hij meer respect voor inconsequenties in het werk van Bach, die wellicht heel bewust door de componist zijn toegepast maar vaak door betweterige uitgevers zogenaamd zijn gecorrigeerd waardoor het werk verminkt raakte. Omdat Bach vaak niet moeilijk deed over het transponeren van werk, gelooft Leonhardt er niet zo in dat elke toonsoort zijn eigen karakter heeft. Kortom: geen mystiek gedoe voor hem, maar gewoon authentiek uitvoeren zoals het was. Wat vervolgens gebeurde met de wereldse cantate Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten die indertijd gewijd was aan koning Augustus III van Saksen.

Daarna werd het echt feest! De kinderen hadden inmiddels een Bachlied ingestudeerd en kwamen dat uitbundig zingen, onder toeziend oog van Bach en koning Augustus III zelf. Gevolgd door applaus en een regen van ballonnen die vanuit de nok van de kerk werden losgelaten. Vriend constateerde dat de meisjes de ballonnen verzamelden en de jongetjes ze daarop kapottrapten. Het was dan ook een hels kabaal als van vuurwerk tussen de muren van de Grote Kerk, wellicht iets teveel voor mijn arme oren. We kregen heerlijke gebakjes uitgereikt en wandelden nog door het koor, waar demonstraties waren van oude ambachten als kalligrafie, papierscheppen, klavecimbels beschilderen, pruiken maken, ganzeveer en rietpen snijden, en het maken van traverso’s. En toen we buiten kwamen stond het draaiorgel De Arabier van Perlee vrolijk Bach te spelen, het Werde munter mein Gemüte dat Bach in veel werken heeft gebruikt, zoals in de cantate Herz und Mund und Tat und Leben, in het koraal Bin ich gleich von dir gewichen uit de Matthäuspassion, en dat ik uit mijn jeugd ken onder de titel Jesu, Joy of Man’s Desiring. En zelfs als het draaiorgel Erbarme dich gaat spelen geniet ik ervan. Niet alleen van de vorigeëeuwse digitale techniek die als geperforeerde kartonnen boekbladen door het leesmechanisme van het orgel schuift, maar ook van de humor van dit soort vrolijke en optimistische noten die te vaak in Bachs werk over het hoofd worden gehoord.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>