Rijbewijs

Date 26 februari 2006

Iedereen heeft een auto. Zeker hier in Oldegeppel. Alleen ik niet. Sterker nog: ik woon zelfs aan een fietspad! En regelmatig valt De Vogelvrije Fietser bij me op de deurmat. Alles is in het dorp makkelijk te befietsen en als na een vergadering iedereen in zijn auto stapt grap ik graag iets als: ‘Zo, geen geld meer voor een fiets?’ Want het zijn meestal niet de goedkoopste auto’s die hier rondrijden. En ook niet altijd de meest sociale auto’s. Hoewel ik afgelopen zomer plotseling voorrang kreeg van een Jaguar die van rechts kwam, zoiets kan ook alleen maar in ons dorp gebeuren…

Het gekke is dat ik wel een rijbewijs heb. Dat nog geldig is ook. Terwijl het toch wel een aantal jaren geleden is dat ik reed. Het laatste ritje waarin ik achter het stuur zat was ergens in de buurt van Antwerpen, in een rode Fiat 500 waar we nauwelijks met ons tweeën in pasten toen we op weg waren naar Pineda, ons geliefde oord aan de Spaanse kust. Misschien was het ook wel een Fiat 200 of 100, want hij was heel klein. Dat ritje was in 1973, dus alweer 33 jaar geleden. Nooit meer gereden sindsdien. En toch mag ik zo in een auto wegrijden als ik wil. Gelukkig wil ik dat niet.

Waarom ik geen auto heb? Misschien omdat de allereerste auto waarin ik ooit zat stonk. Ergens in de jaren vijftig ben ik wellicht geconditioneerd om er een hekel aan te hebben. Aan de andere kant is één van mijn leukste liedjes die ik ooit schreef On The Road Again, maar daarin zat ik niet achter het stuur, maar was ik bijrijder in een lelijke eend tijdens reizen naar Denemarken, naar mensen die we in Pineda hadden ontmoet. Ik ben me ook een keer doodgeschrokken van de keer dat ik rechts werd ingehaald op de A1 – heette die toen al zo? – wat volgens mij niet kon omdat ik gewoon de maximum snelheid reed. Op de linkerbaan. Toen ik weer naar de rechterbaan wilde, gaf mijn vriend gelukkig een tikje tegen het stuur. Eigenlijk wist ik toen al dat het nooit wat met me zou worden op de weg.

Echt nodig had ik een auto maar af en toe. Om een mailing naar het postbantoor te brengen. Of een nieuwe computer of printer te vervoeren, dat soort dingen. Dan deed ik een beroep op vrienden, die het meestal nog graag deden ook, het me zelfs aanboden voordat ik er erg in had. Tot vandaag de dag. Want eigenlijk ben ik een ideale zelfstandige, die zijn werk aan huis doet. Bovendien heb ik verder weinig met auto’s. Kan ze nauwelijks uit elkaar houden, moet echt met mijn neus op een merkje gaan liggen voordat ik weet wie de fabrikant is. Er is maar één auto waarop ik ooit verliefd ben geweest, en dat is de Smart. Maar toen ik die erfenis kreeg en me daar rustig op kon tracteren, belegde ik liever in aandelen. Uiterst onverstandig achteraf, want dat was in 1999, en ik krijg nog steeds geld van Nina Brink.

Als bijrijder moet ik geen makkelijke zijn. Sta duizend angsten uit. Snap niet dat het überhaupt mag dat mensen zomaar in auto’s over die wegen scheuren. Al dat gejaag en bumpergekleef geeft me diep van binnen een gevoel van hier wil ik niet bij horen. En dan heb ik het niet eens over de uitlaatgassen die massaal en continu in de lucht verdwijnen. En laatst hoorde ik dat de lucht in de auto even slecht is voor de gezondheid als roken. Die mensen vanwege de files steeds langer inademen. Files die niet zijn op te lossen door de A6 met de A9 te verbinden, want na een paar jaar staat alles toch weer vol, dat is dweilen met de kraan open. Het openbaar vervoer is steeds minder een alternatief, dus wat er overblijft is: thuisblijven! Mensen dicht bij hun huis laten werken. Of beter gezegd: thuiswerken, wat tegenwoordig met adsl en internet toch geen probleem meer hoeft te zijn. Ook voor besprekingen en vergaderingen hoef je vandaag de dag toch de deur niet meer uit? Een andere oplossing van het mobiliteitsprobleem zie ik niet.

Mijn vriend de tandarts neemt me graag mee naar Duitsland waar hij een vakantiehuisje heeft. En ik verheug me al op de volgende keer. Lekker in de auto naar muziek luisteren. Soezend op het geronk van de motor in slaap sukkelen. Op plekken komen die anders niet bereikbaar zijn. Slimme routes uitstippelen zodat je optimaal geniet in een minimum van tijd. Ook vroeger reed ik vaak met anderen mee. Toen heette het wel eens liften. Zo belandde ik in idiote situaties, en kwam terecht in steden waarvan ik nauwelijks wist hoe ze heetten en waar ze lagen. O, dat heerlijke gevoel van verdwaald te zijn, van niet te weten waar je bent! Dat heb ik Pim Fortuyn nooit vergeven: dat hij met het invoeren van de OV-jaarkaart het liften de nek om heeft gedraaid. Gelukkig werd ik er toen ook een beetje te oud voor, want je kan niet eeuwig de hippie blijven uithangen. Hoewel…?

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>