Meneer de voorzitter

Date 13 mei 2015

Gisteravond heb ik in het gemeentehuis in de voormalige Bernardusschool weer een vergadering voorgezeten. Of beter: een rondetafelgesprek. Daarin worden onder andere raadsvoorstellen besproken, kan het college om advies vragen, kunnen raadsleden bijgepraat worden, en kunnen burgers inspreken. Net zoiets als commissievergaderingen, maar Blaricum heeft er een andere structuur voor gekozen, iets waarvoor ik al van begin af aan enthousiast was. Wat er wellicht mee te maken heeft dat ik het gewoon leuk vind om zo’n vergadering voor te zitten. Dat vraagt wel wat voorbereiding want over alle onderwerpen moet je natuurlijk op zijn minst globaal wel het een en ander weten. Een inschatting kunnen maken van wat waarschijnlijk al dan niet heikele discussiepunten gaan worden.

Naast raadsleden of mensen uit steunfracties zitten er ook vaak andere mensen rond de tafel, zoals de burgemeester en de wethouders en ambtenaren. En mensen ‘van buiten’, zoals gisteren van de rekenkamer, die vragen over een door haar uitgevoerde ‘korte toets’ kwamen beantwoorden, en de accountant van Ernst & Young die een toelichting gaf op zijn goedkeuring van de jaarrekening en die daarover werd bevraagd. Naast me zit altijd de griffier met wie ik van tevoren een en ander al heb doorgenomen en op wie ik altijd een al dan niet gefluisterd beroep kan doen als er onverwachte dingen gebeuren. De vergadering duurde drie uur – inclusief een korte pauze die ik halverwege inlaste – en iedereen had na afloop een voldaan gevoel.

Waarom ik dit zo leuk vind? Misschien wel omdat ik het belangrijk vind om een goede sfeer te scheppen. Dat doe je niet door je keihard en strak aan de regels te houden. Zo vroeg ik aan het college of zij op iets wilde reageren. ‘Dit is nogal ongebruikelijk,’ vond de burgemeester. ‘Maar soms is iets ongebruikelijks ook leuk,’ antwoordde ik. Uiteindelijk hield ze zich toch liever op de achtergrond en het was goed zo, want dit was iets voor raadsleden om elkaar onderling over te bevragen. Ze mogen in eerste instantie twee vragen stellen en soms smokkelt iemand er onopvallend een derde vraag bij, maar juist door dat lichtvoetig te benaderen – ‘Ik dacht dat u al twee vragen had gesteld, maar het waren kennelijk vraag 1a en 1b?’ – doen weinigen er moeilijk over. Ja, ook humor draagt bij aan een goede sfeer. Maar dat is moeilijk te plannen, dat gebeurt gewoon.

Soms heb ik het wel moeilijk met de uitgebreidheid van vragen en antwoorden. Als iemand iets al gezegd heeft, waarom moet hij het dan nog eens in andere woorden herhalen? Als ik een vraagteken, komma of punt hoor ligt mijn wijsvinger alweer op de knop van de microfoon, maar omdat ik zelf wellicht een beetje te vlug van begrip ben, trek ik hem vaak weer terug. Wat niet wegneemt dat ik soms écht iets moet afkappen, met de beschikbare tijd als argument om dat te doen. Vooral insprekers ‘van buiten’ hebben er moeite mee zich aan de afgesproken vijf minuten te houden wat soms pijnlijke situaties oplevert die ze echter zelf hebben opgeroepen omdat ze van tevoren van de tijdlimiet op de hoogte zijn gesteld. ‘Ik geef u nog één minuut om af te ronden,’ zeg ik dan na vijf of zes minuten.

Misschien vind ik dit alles zo leuk omdat het verbindend werkt. Ik vind het namelijk – tegen het goede politieke gebruik in – best moeilijk om een hekel aan mensen te hebben, ook als ze standpunten innemen die ik helemaal niet zie zitten, of als ze je uitdagend het bloed onder je nagels vandaan trachten te halen. Kennelijk straal ik zoiets uit. Aan de ene kant is dat wellicht een beetje naïef maar aan de andere kant hou ik wel de boel bij elkaar. Waarbij best plaats is voor wat medelijden met de oppositie als de coalitie iets wil dat zij niet wil. ‘Tja, het is niet anders,’ zeg ik dan met opgetrokken schouders en open handen.

Het is een evenwicht tussen lichtvoetigheid en strengheid, waarbij ik dat laatste indien nodig wel met argumenten onderbouw. Waarbij ik niet bang ben dat er over me heen gelopen wordt, juist door dat een klein beetje toe te staan. En mezelf continu centraal hou, want ik ben de voorzitter en ik heb de regie! Niet alleen door steeds te benoemen wie het woord krijgt, maar ook door onverwachte opmerkingen. Bijvoorbeeld door er, zoals gisteren, aan het begin op te wijzen dat het veel rust geeft óók na afloop niet online te zijn. En door aan het eind van de vergadering te vertellen dat Mercurius de planeet van communicatie en dus ook van vergaderen is – op zo’n moment heb ik honderd procent aandacht – en dat die planeet nu onderging zodat dat het een mooi moment is om de vergadering te beëindigen.

Voor een groot deel dank ik dit alles aan Wim Kozijn, die een poosje burgemeester in Blaricum is geweest en voor mij nog steeds de meest ideale burgemeester is die ik mij kan voorstellen. Ik zat een jaar of acht geleden tijdens een commissievergadering in de publieke tribune. Net als hij. De voorzitter kwam niet opdagen en iedereen keek naar mij om hem te vervangen, en Kozijn joeg me achter de tafel na mijn protesten over dat ik dit nog nooit eerder had gedaan en zo. Af en toe begeleidde hij me vanuit de tribune met een paar woorden en ik begon het eigenlijk heel leuk te vinden allemaal.

Verbinding zoeken. Deelnemers het gevoel geven dat zij al hun eieren kwijt kunnen. Niet al te serieus en af en toe een moment voor lichtvoetige humor. En tegelijk de regie houden, onder andere door duidelijk te zijn over het hoe en waarom van het verloop van de vergadering. Ja, ik kreeg complimenten na afloop alsof dit het soort vergaderingen was zoals het altijd zou moeten zijn. Ik hou van complimentjes – zo ben ik wel – en heb vannacht dan ook heerlijk geslapen.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>