Euthanasie

Date 23 februari 2016

Zelden zie je iemand live sterven op televisie. Zoals vorige week maandag in de documentaire Levenseindekliniek, waarin arts Remco Verwer drie mensen helpt het leven te verlaten. Een vrouw van honderd jaar die helder van geest was maar weinig meer kon, een man een dwangneurose die zichzelf regelmatig moest beschadigen, en de inmiddels beroemde Hannie Goudriaan met een semantische dementie waardoor zij nog nauwelijks tot communiceren in staat was. Haar ‘Huppakee, weg’ deed het meeste stof opwaaien. Juist de aandacht die in de documentaire aan deze woorden is gegeven is koren op de molen van de bestrijders van euthanasie, dus dat was niet zo slim. Niet alleen omdat onduidelijk blijft of Goudriaan daarmee bedoelde dat ze dood wilde, maar ook omdat het suggereert dat er heel gemakkelijk met euthanasie wordt omgesprongen. Ja, ze had een euthanasieverklaring waarin ze aangaf te willen sterven als ze dement zou worden. Maar hoe weten we of ze dat nog steeds wilde? Juist door haar ziekte konden we dat ook niet weten. En als ze niet dood wilde was er gewoon een moord gepleegd.

Bij de andere twee gevallen was het duidelijker dat sprake was van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, en stond euthanasie in een meer positief daglicht. Vooral de man met zijn dwangneurose maakte indruk op me. Ik hield bijna van hem. Ik ben dan ook niet tegen euthanasie, want ik vind dat ieder het recht moet hebben om over zijn eigen lichaam te beschikken. Eruit mag stappen als het leven hem of haar niet meer bevalt. Niet ‘Huppakee, weg’ alsof je even een spuitje om de hoek kan halen, want een bezinningsperiode lijkt me meer dan noodzakelijk. Als iemand weken of een paar maanden lang bij vol bewustzijn nog steeds uit het leven wil stappen, moet daar een mogelijkheid voor zijn. Mijn visie op euthanasie lijkt veel op die van Osho. Nandan stuurde mij vorige week zijn samenvattende artikel hierover, dat nu te lezen is op de Nieuwsbrief van de Vrienden van Osho. Wat me opviel is dat Osho van het sterven iets meditatiefs, ja zelfs feestelijks wil maken. Terecht, want eigenlijk zou je moeten rouwen als een kind kennelijk weer geboren moet worden, en is het een feest van nieuwe kansen tijdens het stervensproces.

‘Goede reis,’ wenste Verwer de mensen toe die hij hielp hun lichaam te verlaten. Zou ik ook doen. Heb ik ook gedaan bij iemand toen ik voorgoed afscheid van hem nam. Maar tegelijk is dat eigenlijk raar. Want wat weten we eigenlijk van sterven en dood? Daar heeft niemand het over in alle discussies over euthanasie. En het feit dat we er niets over weten lijkt een excuus om het alleen maar over het sterven van het lichaam te hebben, waarmee we toch stevig materialistisch bezig zijn. Opvallend was een ingezonden brief in nrc.next van vandaag, waarin arts Hugo S. Verbrugh zich afvraagt hoe we toch zo zeker weten dat iemand na zijn sterven ‘rust’ zal hebben: ‘Het staat allerminst vast dat hierna niets meer is. De verhalen over bijna-doodervaringen, die enige tijd geleden een hype waren, zijn nu verstomd. Ze verdienen niet alleen de kritische kanttekeningen die ze destijds kregen, maar ook serieuze aandacht.’ We kunnen niet stellig beweren dat sterven iets is als het licht uitdoen. Zelfs als bijna-doodervaringen letterlijk hersenspinsels zijn, kan het nog zo zijn dat daarin het tijdsbegrip zodanig is uitgedijd dat iemand het eeuwige leven heeft.

Memento mori, gedenk te sterven. Dat wordt in onze westerse cultuur als iets zwartgalligs en wereldvreemds gezien, maar eigenlijk zou het hele leven een voorbereiding op het sterven moeten zijn. ‘De dood moet het hoogtepunt zijn van alles wat je in je leven gedaan hebt,’ zegt Osho. De Tibetaanse boeddhisten hebben dat met hun Dodenboek goed begrepen. Het leven culmineert in het sterven. Daarom zou het sterven uiterst bewust en meditatief geleefd moeten worden.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

1 reactie op “Euthanasie”

  1. Theus Dinger zei:

    Wat is leven en dus: wat is dood?

    Een vlinder legt eitjes, waaruit na enige tijd larfjes komen. Die larfjes maken een gedaanteverwisseling door tot rups. Nadat hij een vreetzaam leven als rups heeft doorgemaakt, gaat de rups zich verpoppen. Dat is het laatste dat wij van de rups zien. Maar is de rups nu dood? Nee, hij is opnieuw aan het wisselen van gedaante: de rups verschijnt opnieuw, maar komt nu uit de cocon in een heel andere gedaante en in een voor hem/haar heel ander leven. Er werden als rups enorme hoeveelheden bladeren verorberd en het dier liep op vele (soms tientallen) pootjes. Maar als vlinder heeft hij maar een zestal poten en is zijn voedsel vooral nectar. De vlinder verplaatst zich bij voorkeur vliegend of fladderend; lopen is er nauwelijks bij. Het is een geheel (?) nieuw leven voor de vlinder. Herinnert hij/zij zich nog iets van zijn bestaan als larve, of als rups? Waarschijnlijk niet, want dat zou erg verwarrend zijn bij het gebruik van zijn ledematen en het zoeken naar voedsel. Aan het einde van de zomer, komt de vlinder aan zijn levenseinde, maar pas nadat zij eitjes heeft gelegd, waaruit (opnieuw) larfjes komen. Welk van deze verschijningen staat nu aan het begin van deze kringloop? De eeuwige vraag wat er eerder was: de kip of het ei, wordt ook hier niet beantwoord.
    Zou het bij de mens niet nèt zo kunnen zijn: de materie ondergaat een verandering, waardoor hij schijnt te verdwijnen, maar de geest blijft, aangepast, bestaan. De ziel is dan het permanente deel van het bestaan, het z.g. “eeuwige leven”, de levensvonk die nooit verloren gaat.
    Het lijkt mij niet onmogelijk.

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>