Gemaakt van muziek

Date 31 mei 2017

Ik ben niet gemaakt van atomen, maar van muziek. Want soms is die zo mooi dat je er koude rillingen van krijgt, dat je mee vibreert en elke cel in je lijf elke noot, elk instrument, elke melodie en elke stem meezingt. Ik ben van Pink Floyd gemáákt, realiseerde ik me onlangs toen ik weer eens naar The Dark Side of the Moon luisterde, op goed volume. Ik luister niet naar de klanken en de teksten, ik bén ze. Alsof ik zelf de magneetband ben waarop de muziek indertijd is opgenomen, de matrijs ben waarmee het vinyl werd gestanst. De apotheose van dit album, de nummers Brain Damage en het aansluitende Eclipse, zijn in mijn wezen gegrift, zodat ze soms dagen lang in mijn hoofd kunnen spelen als ik ze maanden of langer niet meer uit mijn boxen of in oortjes heb gehoord. Misschien speel ik daarom zo weinig muziek de laatste jaren en blijft mijn kast met de prachtigste cd’s lang onberoerd. Ik moet toegeven dat ik er soms wel een beetje gek van word als ik muziek niet meer uit mijn hoofd kan zetten – gekte is trouwens een centraal thema van Pink Floyd – en de beste remedie om mijn hoofd weer een beetje stil te leggen is de muziek in real life te gaan beluisteren.

Muziek is voor mij de hoogste kunstvorm. Iets bekijken geeft afstand, iets beluisteren gaat rechtstreeks je hoofd in. Zelfs zodanig dat de muziek overal lijkt te zijn. Bij het orkest waar je naar luistert en tegelijk in je hoofd. Met andere woorden: muziek is de meest nonlokale kunst en omdat het letterlijk ín je is raak je er makkelijk mee gevuld. Toegegeven: onder het genot van misschien een jointje te veel was ik daar vroeger wel eens bang voor. Een klein onopvallend lachje middenin Maxwell’s Silver Hammer van The Beatles deed me schateren in mijn buik, maar ik vond het wel verwarrend en eng om door de muziek bezeten te worden. Dan schrok ik me elke keer wezenloos als na rustige en vredig kabbelende klanken – ook een huismerk van Pink Floyd – opeens een muur van snijdend en overweldigend geluid als een zee over me heen denderde in de derde minuut van het nummer Sysyphus (Part 4). Want deze groep kon wel aardig wild tekeer gaan, zoals in het rauwe Interstellar Overdrive dat ik nog steeds een prachtig nummer vind omdat je zo heerlijk rondtolt in de ruimte, ook helemaal echt Pink Floyd – spacy, psychedelisch.

Ook mijn geheugen is muziek. A Hard Day’s Night en Help! van The Beatles herinneren mij aan zomervakanties in Blaricum, We Can Work It Out aan de kleedkamer bij gymnastiek in januari, Good Day Sunshine aan het hete zand van het Sloterbad en ga zo maar eindeloos door. Muziek is het papier waarop mijn herinneringen zijn geschreven, en daarmee het ideale middel om me bepaalde gebeurtenissen weer voor de geest te halen. Zeg me welke muziek er was, en ik vertel je wat ik weet van die tijd. Wat ik weet omdat ik het voelde waardoor het diep in mijn merg is doorgedrongen. Dat geldt ook voor veel klassieke muziek. Bij sonates van Beethoven zit ik rond 1965 in Badhoevedorp in de kamer van een klasgenootje, bij An Der Schönen Blauen Donau van Strauss zwelg ik in 1968 een Londense bioscoop van 2001: A Space Odyssey en de Walkürenritt van Wagner rond 1995 aan een leuk primitief computerspelletje. Maar waar klassieke muziek me, meer dan popmuziek, aan herinnert is het tijdloze. Voorbij de wereld van gedachten en gevoelens waar geen woorden voor zijn, voorbij leven en sterven. Herinneringen aan een alles doordringende eeuwigheid.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>