Kerstmis

Date 25 december 2006

‘Denk erom dat je ruimte geeft aan mensen die ter communie willen,’ waarschuwt Vriend me terwijl we tegen middernacht door het donkere Oldegeppel naar de grote basiliek in Nieuwegep­­pel fietsen. Misschien wel terecht, want vaak ben ik niet echt in deze wereld, en dat geeft wel eens wrijvingen over hoe het hoort en zo. ‘En denk eraan: dit is geen concert, maar een mis!’ Ja ja, ik zal niet klappen! ‘En als mensen bij het binnengaan hun hand in het water dompelen of een kruis slaan, doe dat dan ook.’ Ja ja, ik zal proberen me zo onopvallend mogelijk te gedragen… En zo belandden we ergens achterin een bomvolle kerk, ons half verschuilend achter pilaren kijkend naar het kleurige en geurige ritueel dat ons overspoelt met een traditie van millennia mystiek. Het is een Latijnse mis, zoals het hoort, maar er worden ook Nederlandse kerstliederen gezongen. Het Stille nacht zing ik graag mee, maar met De herdertjes lagen bij nachte lukt me dit maar één couplet omdat ik de tekst verder niet uit mijn strot kan persen. Er zijn grenzen. En zangers genoeg in Oldegeppel aan wie ik dit lied graag overlaat.

Een koor zingt gedeelten uit de Krönungsmesse van Mozart, die ik niet herken omdat ik hem – vreemd genoeg – nooit bewust heb gehoord. Het orgel begeleidt dit met een iets te moderne harmonisatie. En er wordt natuurlijk een verhaal verteld. Na een kort historisch overzicht van de schepping tot heden en de constatering dat religie de laatste jaren weer helemaal terug is, concludeert de pastoor toch stilletjes dat het katholicsime eigenlijk de enige echte religie is. Waarmee volgens mij alle ellende begint. Maar hij liet ook een positief geluid horen. Want het ging niet alleen om de vreugde van de geboorte van Gods Zoon in de wereld, maar ook om zijn geboorte in onszelf, zoals hij er nog even aan toevoegde.

De geboorte van God in ons, dat gnostieke idee ging tien jaar geleden in mij leven tijdens een concert van de Bachvereniging in de Westerkerk in Amsterdam. Tijdens het meezingen van oude kerstliederen realiseerde ik me opeens dat het hele evangelie niet over iets anders ging, niet over andere mensen in een andere tijd, maar gewoon over mij zelf. In de loop der jaren is me dat steeds blijven bezighouden. Om uiteindelijk door te krijgen dat het qui tollis peccata mundi helemaal niet over een ander gaat, die de zonden van mijn schouders neemt, maar over mijn eigen moed om in hart en nieren het bewustzijn van pijn en leed te verdragen. De moed om mezelf te verliezen, de moed om voorbij de grenzen van mezelf méé te voelen. Dat is ook de betekenis van empathie, waarover Douwe Tiemersma in de laatste elektronische Advaita Post vertelt: ‘je kunt de plaats innemen van de ander, je voelt als die ander in de eerste persoon, hoe die ander zich als eerste persoon ervaart. Dat betekent dat er geen gescheiden zelfzijn is. Bij empathie is er dus de doorbreking van de grenzen tussen personen tot een zekere mate van non-dualiteit. Maar, empathie is er altijd al. In de tijd komt de eenheid, de symbiose en empathie vóór gescheidenheid. Eerst en fundamenteel is er ongescheidenheid en alleen daarom is empathie mogelijk.’

Kerstmis. Het Woord is vlees geworden. Et incarnatus est. De goddelijke eenheid is afgedaald in onze wereld van tweeheid, zoals Bach in het gelijknamige deel van zijn Hohe Messe met het splitsen van vioolmelodieën laat horen. Dit hele gebeuren wordt voor onze ogen vormgegeven. Het brood en de wijn: belletjes klinken op het sacrale moment waarop deze in het lichaam en het bloed van Christus veranderen. Laat de Gezondheidsraad en de Bond tegen de Kwakzalverij maar niet merken wat hier gebeurt! Maar ook voor mij is deze transsubstantiatie een wonderbaarlijke gebeurtenis die ik maar moeilijk vatten kan. Ik kan me voorstellen dat Christus tijdens het laatste avondmaal in de vorm van brood en wijn afstand nam van lichaam en ziel, van vlees en bloed. Dat dit een ritueel zou moeten worden opdat zijn discipelen zich ervan bewust zouden blijven veel méér te zijn dan lichaam en ziel, zodat de geest in hen kon ontwaken. Daarvoor hoef ik Christus niet op te eten. Omdat ik moet sterven in het goddelijke, zou ik het bovendien logischer vinden als hij mij opat in plaats van omgekeerd. Maar dat zou het ritueel erg ingewikkeld maken.

Zelden is het ’s nachts zo druk in hartje Nieuwegeppel. Onze fietsen staan er nog en over de Koeiendrift peddelen we huiswaarts in de koude stille en nattige wind. Heb ik me goed gedragen? Ik wist geen raad met een blokje met gleufjes voor munten dat ik toegestopt kreeg. Opeens begon een buurvrouw ons een hand te geven. Ik vergat mijn boekje na afloop in te leveren. En ik heb toch geklapt. Maar dat deed iedereen. Nu nog een biertje en morgen lekker zuurkool eten.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>