Ken Wilber – Integrale visie

Ken Wilber: Integrale visie. Uitgeverij Ankh-Hermes, paperback, 232 pagina’s, € 24,50

De Amerikaan Ken Wilber staat niet bekend als de meest makkelijke filosoof van deze tijd. Daarbij is zijn strikt logische, mentale benadering van de werkelijkheid niet overal even geliefd. ¨Het intellect (mind) is in feite de schakel tussen lichaam en geest (spirit). Het intellect of het verstand is in het Sanskriet boeddhi, en alle Boeddha’s komen eruit voort,¨ schrijft hij in dit boek (p. 178). Deze herwaardering van het mentale is trouwens niet strijdig met diverse oosterse visies, want ook daar vormt het denken vaak een brug tussen lagere astrale en hogere causale werelden. Is Ken Wilber nu een droge filosoof die alleen ‘in zijn hoofd’ zit? Wie zijn boek Overgave en strijd gelezen heeft weet wel beter, want zoals Wilber hier verslag doet van leven, strijd, overgave en sterven van zijn vrouw Treia is bijna letterlijk hartverscheurend. En niet onterecht gaf Wilber-kenner bij uitstek Frank Visser zijn boek over hem de titel Ken Wilber – Denken als passie.

In Integrale visie, dat rijkelijk van mooie illustraties en diagrammen is voorzien, maak je kennis met de grote lijnen van Wilbers filosofie. Het eerste hoofdstuk Inleiding gaat over de vijf elementen die elke ontwikkeling kenmerken: kwadranten, niveaus, lijnen, toestanden en typen, die we allemaal in ons eigen bewustzijn kunnen herkennen. In het tweede hoofdstuk De voornaamste ingrediënten lezen we over tijdelijke toestanden en blijvende stadia van bewustzijn. Die hoeven niet altijd met elkaar in overeenstemming te zijn, wat blijkt uit het gegeven dat niet alleen spiritueel hoogstaande mensen piekervaringen hebben. In onze ontwikkeling kennen we egocentrische, etnocentrische, wereldcentrische en kosmocentrische stadia waarbij het bewustzijn door onszelf, onze groep, iedereen of de hele kosmos in beslag wordt genomen. Maar die ontwikkeling vindt ook langs verschillende lijnen plaats, zoals de cognitieve, emotionele, intermenselijke, psychoseksuele, morele en spirituele lijn, en die hoeven niet altijd in overeenstemming met elkaar te zijn. Bovendien zijn er ook nog typen, die in vrijwel elke toestand en elk stadium aanwezig kunnen zijn, zoals het manlijke dat meer op individualisme en het vrouwelijke dat meer op relaties gericht is. Ook de zeven chakra’s hebben ieder een manlijke en een vrouwelijke modus, die elk gezond of ziek kunnen zijn.

Maar wát wordt er nu geïntegreerd in deze visie? Al het bovenstaande! Daarover gaat het derde hoofdstuk En nu: hoe passen ze allemaal bij elkaar? waarin alle stukjes van de puzzel passen in het vier kwadranten-model van de werkelijkheid. Dat klinkt moeilijk, maar het zegt niet meer dan dat alles een subjectief en een objectief aspect heeft, en een individuele en een collectieve kant. Dit combinerend zijn van alles vier kwadranten te onderscheiden: een individuele binnenkant (de beleving van mezelf), een individuele buitenkant (mijn lichaam zoals anderen dat waarnemen), een collectieve binnenkant (door Wilber cultuur henoemd) en een collectieve buitenkant (het systeem, de maatschappij). Waar het bij integratie om gaat is dat alle kwadranten op alle niveaus erbij worden betrokken. Alles, maar dan ook alles heeft een binnen- en buitenkant, een individueel en collectief aspect. Binnen elk kwadrant zijn lijnen, niveaus, toestanden en typen te onderscheiden. Dit alles vormt een nieuw integraal besturingssysteem (IBS), waarvan in het vierde hoofdstuk Zo werkt het: IBS-apps enkele voorbeelden van toepassingen worden gegeven. Integrale geneeskunde bijvoorbeeld houdt zich bezig met zowel de orthodoxe geneeskunde, de alternatieve zorg, culturele overtuigingen als het sociale systeem.

In het vijfde hoofdstuk Ben jij dit: ´spiritueel maar niet religieus´? wordt onder andere één van de grootste vondsten van Wilber belicht: de pre/post-denkfout. ¨Prerationele stadia worden eenvoudig met transrationele stadia verward omdat beide non-rationeel zijn. (…) Hetzij ze reduceren transrationele werkelijkheden tot prerationeel kinderlijk gewauwel (denk aan Freud), hetzij ze verheffen prerationele kinderlijke beelden en mythen tot transrationele glorie (denk aan Jung)¨ (p. 124). Zeker in de kringen van de new age komt deze verwarring veel voor, en worden primitieve werelden tot goddelijk niveau verheven – het omgekeerde van wat vaak in wetenschappelijke kringen gebeurt, namelijk het reduceren van piekervaringen tot hersenactiviteit. Het zesde hoofdstuk De integraal-levenpraktijk: maak wat van je leven! geeft praktische oefeningen voor lichaam, intellect, geest en schaduw, zoals respectievelijk gewichtheffen, lezen en studie, zen en gestalttherapie. In het zevende en laatste hoofdstuk Niet het einde, maar het begin wordt gewezen op de Ziener, de Getuige in je, en het eindigt met de dringende oproep ´Neem nota van je huidige bewustzijn´, een poëtische tekst over het diepste wezen van spiritualiteit omdat deze zich richt tot datgene in jezelf dat nooit verandert: bewustzijn.

De Kaarsvlam, januari/februari 2009

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites