Mo Gawdat – De logica van geluk

Mo Gawdat: De logica van geluk. Uitgeverij Brandt, paperback, 368 pagina’s, € 20,-

Wij zijn allemaal op zoek naar geluk. Om dat te bereiken streven de meeste mensen gezondheid, rijkdom en succes na. Zo ook Mo Gawdat, aan de top van het Google X-project, de ‘dromenfabriek’ die de wereld wil verbeteren, onder andere door met ballonnen de hele wereld van internet te voorzien. Steenrijk was hij, en toch diep ongelukkig. Hij ging op zoek naar de ‘geluksformule’. Als een rode draad loopt zijn, op 21-jarige door een medische misser overleden, zoon Ali door dit prachtige en vaak ontroerende en allesbehalve droge boek. Hoofdstuk 1 De formule bepalen begint met de constatering dat geluk de afwezigheid van ongeluk is, en dat geluk onze ‘standaardinstelling’ is – zoals we dat zien bij baby’s en jonge kinderen. ‘Het is de gedachte, niet de gebeurtenis die je ongelukkig maakt. (p. 39) 6-7-5 is de titel van hoofdstuk 2 waarin hij stelt dat echt geluk betekent dat je in harmonie bent met het leven zoals het werkelijk is. Daarvoor moeten 6 grote illusies geëlimineerd, 7 blinde vlekken gepoetst en moet aan 5 ultieme waarheden vastgehouden worden.

Zes hoofdstukken zijn aan de zes grote illusies gewijd: gedachte, zelf, kennis, tijd, controle en angst. Hoofdstuk 3 Het stemmetje in je hoofd vertelt dat we niet onze gedachten zijn. ‘Dit betekent dat jij je brein vertelt wat te doen, en niet omgekeerd.’ (p. 68) ‘Soms zit ik urenlang in het vliegtuig, zwijgend glimlachend, met de schimmen van gedachten of helemaal geen gedachten in mijn hoofd. Het is hemels.’ (p. 84) In hoofdstuk 4 Wie ben jij? vindt de auteur zijn echte zelf door zichzelf af te pellen: ‘Jij bent de observator (…) Jij bent degene die ziet.’ (p. 94) We spelen rollen, maar de ‘beste managers bijvoorbeeld nemen talenten aan en doen verder weinig aan management.’ (p. 102) Hier wordt ook afgerekend met de gedachte dat alles om jezelf draait en ‘dat alles gewoon is wat het is: niets meer dan een gebeurtenis in een oneindige, grote film waarin we allemaal een rol spelen.’ (p. 115) In hoofdstuk 5 Wat je weet blijft niet veel van onze kennis over: onze zintuigen zijn beperkt, onze woorden schieten tekort. ‘Echte kennis is de omvang weten van je eigen onwetendheid.’ (p. 130) Hoofdstuk 6 Weet iemand hoe laat het is? gaat over de illusie van tijd en roept ons op in het hier en nu te leven. ‘Als we ons richten op het verleden of de toekomst, leven we in onze gedachten en niet in de werkelijkheid.’ (p. 150) In hoofdstuk 7 Houston, we hebben een probleem passeert de vijfde illusie, controle, de revue. ‘Controle is een illusie. Tussen zwarte zwanen en vlindereffecten heb jij niets onder controle.’ (p. 163) Het gaat om je houding: accepteer wat je niet in de hand hebt en baseer je verwachtingen op de waarheid. In hoofdstuk 8 De sprong in het diepe beginnen we met toe te geven dat we bang zijn, en leren we dat fysieke en emotionele pijn overwonnen kunnen worden, dat er zelfs van genoten kan worden. ‘Leer dood te gaan voor je sterft.’ (p. 194)

In hoofdstuk 9 Is het waar? worden onze zeven blinde vlekken behandeld: filters, aannames, voorspellingen, herinneringen, oordelen, emoties en overdrijving. Aan de basis hiervan ligt onze evolutionair ingegoten neiging om negatief te denken. Onze hersenen bekritiseren, oordelen en klagen graag. Maar hoe vaak maak je een aardbeving of een orkaan mee? ‘Het leven bestaat bijna volledig uit positieve dingen’ (p. 206) zodat je je moet blijven afvragen wat er waar is van de blinde vlekken die hier worden besproken.

De laatste vijf hoofdstukken gaan over ultieme waarheden: nu, verandering, liefde, dood en ontwerp. ‘Waarheid geeft je vrijheid, maar eerst zal ze je kwaad maken,’ waarschuwt Gawdat. (p. 233) In hoofdstuk 10 Hier en nu geeft bewustzijn van het huidige moment de grootste kans op geluk. ‘Wat we daarvoor nodig hebben is aanwezigheid – de staat van bestaan en aandachtig zijn.’ (p. 238). We worden opgeroepen om ons minder af te laten leiden, zoals door Facebook en smartphones. Hoofdstuk 11 De pendule laat weten dat het leven makkelijk kan zijn, maar dat het zwaar wordt door het pad dat we kiezen. ‘Zoek de weg van de minste weerstand.’ (p. 257) Hoofdstuk 12 Love is all you need gaat over liefde, ook die voor jezelf. ‘Liefde is nooit verspild. Hoe meer je ervan geeft, hoe meer je terugkrijgt.’ (p. 271) De vierde ultieme waarheid is de dood waarover hoofdstuk 13 L.I.P. gaat. De auteur voegt de kwantummechanica, de oerknal en relativiteitstheorie samen en concludeert dat er al leven bestond voordat de fysieke wereld er was: ‘Het leven is er altijd.’ (p. 293) Live in peace! Tenslotte haalt de auteur in hoofdstuk 14 Wie maakte wie? nog even op statistische basis de evolutietheorie onderuit ten gunste van het creationisme, zonder zich verder uit te laten over God of wat dan ook. De tijd die het heelal bestaat is veel te kort om toevallig iets als een mens te laten ontstaan. Over religies schrijft Gawdat: ‘Ik zoek wijsheid in die boodschappen en negeer de onzin die mensen hebben verzonnen over religie en geloof.’ (p. 339)

De Kaarsvlam, november/december 2017

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites