Willem Simmers – Tarot en astrologie

Willem Simmers: Tarot en astrologie. Uitgeverij Hajefa, paperback, 192 pagina’s, € 24,95

Het lezen van voortekenen is zo oud als de mensheid zelf. Kennelijk heeft men altijd de behoefte gehad om vat te krijgen op het leven, om te begrijpen waarom dingen zijn zoals ze zijn om met de kennis daarvan invloed op de toekomst uit te oefenen, dan wel voorbereid te zijn op wat die ons wellicht onherroepelijk brengen zal. Pas als we de wereld begrijpen kunnen we die beïnvloeden, en dat geldt ook voor de individuele mens. Pas als we weten wat onze bestemming is kunnen we ons daarop afstemmen. We willen niet in onzekerheid blijven leven, overgeleverd aan een grillige natuur, een onzichtbare god of een onvoorspelbare economie. Daarom willen we weten wat er wérkelijk aan de hand is zodat we onze toekomst en ontwikkeling in de hand kunnen nemen. Daarom willen we weten wat er in de lucht hangt, welke voor de reguliere wetenschap onzichtbare energieën en patronen ons omringen en beïnvloeden. Een van de middelen daarvoor wordt ons met de tarot aangereikt.

Uit de inleiding van dit boek Lezen van voortekenen, kunnen we echter concluderen dat zelfs de tarot al een veel te ingewikkelde manier is om met de diepere lagen van verleden, heden en toekomst in contact te komen. Kijk gewoon om je heen! Wordt er een hond geaaid terwijl je piekert over de betrouwbaarheid van een zakenpartner? Honden zijn trouw, dus het komt goed. Zo simpel is het, maar net zo goed als waarnemen wat er in de buitenwereld gebeurt, kunnen we kijken naar de kaarten uit de tarot. Dat zijn er 78, verdeeld over twee arcana’s, wat ‘geheimen’ betekent: de ‘grote arcana’ met 22, en de ‘kleine arcana’ met 56 kaarten.

In het eerste hoofdstuk De huizen wordt begonnen met het trekken van parallellen met astrologie. De auteur vertelt over de betekenis van de huizen, die in de horoscoop onze levensgebieden vertegenwoordigen, waarbij echter – en dat is een minderheidsstandpunt in de astrologie zodat het wel even wennen is – de vader in het vierde en de moeder in het tiende huis een plek krijgt toebedeeld. Vervolgens koppelt Simmers in het tweede hoofdstuk De grote arcana astrologische gegevens aan de kaarten: hij verbindt de eerste twaalf kaarten van de grote arcana – van Magiër tot Gehangene – aan de dierenriemtekens Ram tot en met Vissen. De overige tien kaarten wijst hij toe aan de zeven planeten van Zon tot en met Saturnus en hij wijst – het lijkt een noodgreep van de auteur die ook over klassieke astrologie publiceert – de laatste drie kaarten Toren, Wereld en Dwaas toe aan de buitenplaneten Uranus, Neptunus en Pluto, die hij de ‘outlaws’ noemt.

Het derde hoofdstuk De elementen maakt duidelijk hoe de ‘kleuren’ van de tarot – Simmers gebruikt hierbij de versie van Rider Waite (1857-1942) – de vier elementen uit de astrologie vertegenwoordigen: zwaarden staan voor aarde, bokalen voor water, staven voor lucht en pentagrammen voor vuur. In het vierde hoofdstuk Beginpunten van de vier series worden de 56 kaarten van de kleine arcana allemaal afzonderlijk besproken. Elke kleur heeft 14 kaarten: Koning, Koningin, Schildknaap, Ridder en Aas tot en met 10. De interpretatie hangt samen met de huizen waarmee ze in verband staan, en wel doordat elke kleur, van Koning tot 10, vanaf een eigen startpunt de huizen in de horoscoopcirkel doorloopt. Zo hoort de Koning van pentagrammen bij het vijfde huis, de Koningin van deze kleur bij het zesde huis, enzovoort. De interpretatie hangt er soms van af of de kaart die er in de legging onder of boven ligt gunstig of ongunstig is, maar welke kaarten gunstig en welke kaarten ongunstig zijn is niet altijd duidelijk.

In het vijfde hoofdstuk De praktijk gaan we aan de slag. Hier leren we hoe de kaartlegging plaatsvindt, wat geïllustreerd wordt met voorbeelden van onder andere het verloop van een rechtszaak, het halen van een diploma en een mogelijke verhuizing. Dit laatste hoofdstuk  vertelt verder hoe we met vragen over ziekte en gezondheid moeten omgaan, en sluit af met adviezen over hoe we met ‘afgeleide huizen’ moeten werken: zo zijn kinderen in huis 5 te vinden en bezit in huis 2, dus het bezit van kinderen in huis 6 (huis 2, gerekend vanuit huis 5). Al met al is het niet een boek waarmee je binnen een paar dagen leert hoe je met de tarot moet omgaan, maar het biedt wel de kans en de uitdaging om er diep op in te gaan, zeker ook dank zij de kleurenweergave van de kaarten en leggingen die besproken worden. Hoewel er wel op gewezen wordt, mist een extra nadruk op het rustig op je laten inwerken van de afbeeldingen met hun symboliek op de kaarten. Want ze zijn prachtig om te zien, en zelfs als dit boek alleen maar je ogen daarvoor opent heeft het zijn doel bereikt.

De Kaarsvlam, maart/april 2017

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites