Yuval Noah Harari – Homo Deus 

Yuval Noah Harari: Homo Deus. Uitgeverij Thomas Rap, paperback, 444 pagina’s, € 24,99

Heel vroeger – maar dan moeten we wel zo tien- à vijftienduizend jaar terug – hoefde de mens als jager-verzamelaar maar een paar uur per dag aan zijn overleving te besteden. Tot de ontdekking van de landbouw met zijn noodzakelijke bezit van grond en het ontstaan van handel. Deze agrarische revolutie werd opgevolgd door de voor historici tamelijk recente industriële revolutie, die er uiteindelijk toe geleid heeft dat naast grondstoffen en energie ook kennis van belang werd voor economische groei. Geleidelijk ontstond het schisma tussen religie en wetenschap, werd God vervangen door humanisme en liberalisme. Honger en verschrikkelijke ziektes zoals de pest werden uitgebannen en triomferende liberale ideeën zetten de mens aan tot het streven naar onsterfelijkheid, geluk en goddelijkheid. In de eerste paar honderd pagina’s van zijn boek beschrijft Harari met talloze illustraties deze hele ontwikkeling van de mens van jager-verzamelaar tot de huidige mens voor wie informatiestromen heilig zijn. Iets waaraan het internet zoveel heeft bijgedragen dat we op het kantelpunt staan naar een mogelijke nieuwe revolutie.

Volgens die dataïsme zijn we ten diepste niets anders dan informatie, data die aangestuurd worden door ons ingebakken algoritmen. Geest, ziel en bewustzijn zijn ongrijpbare entiteiten, als ze al bestaan en interessant zijn. De geest is hooguit ook een verzameling van data. Of er iets als een onsterfelijke ziel is, is niet te onderzoeken. En over bewustzijn weten we helemaal nog niets. Wel gaan er steeds meer stemmen op om ook dieren bewustzijn, zelfs zelfbewustzijn toe te kennen, wat in delen van Australië zelfs wettelijk is vastgelegd, met alle gevolgen voor de vleesindustrie van dien. Dat klinkt als een positief argument voor diervriendelijk omgaan met deze voedingsbron, maar Harari staat er niet bij stil wat er gaat gebeuren als we later ook planten bewustzijn toekennen, want dan hebben we er een fiks probleem bij. Mogen we dan alleen nog maar graancirkelvrij brood eten? En Monsanto, tegenwoordig Bayer, zal er niet blij mee zijn. Maar als bewustzijn niets anders is dan algoritmisch aangestuurde data, elektrische stroompjes onder een schedeldak, wat blijft er dan nog over om het veel waarde toe te kennen?

Het geloof in de superioriteit van data – wat niets anders is dan een collectief gedeeld verhaal – delen we eigenlijk allang. Alles moet het internet op, we delen alles op Facebook. Alsof onze ervaringen pas bestaan als we ze naar het internet hebben geüpload. De cloud als de hemel waarin alles wat we meemaken, voelen en denken onsterfelijk wordt. Want daar is het veilig en zal het nooit verloren gaan. En dat niet alleen, want juist door het delen van al ons hebben en houwen kent Google ons beter dan dat we onszelf kennen. Zoals door de industriële revolutie menskracht, ons lichaam door machines werd vervangen, wordt in de datarevolutie ons denken vervangen. We hangen apps aan ons lijf om onze gezondheid te registeren, en krijgen straks per drone automatisch onze pillen toegestuurd nog voordat we weten dat we iets onder de leden hebben. Het Internet der Dingen zorgt ervoor dat we het warm en goed hebben. Gewoon omdat de cloud alles van ons en onze omstandigheden weet. Handig toch? Maar homo sapiens verliest wel de controle, zoals het laatste en meest interessante deel van Harari’s boek heet.

De grote ontkoppeling gebeurt door ons streven naar onsterfelijkheid, geluk en goddelijkheid. Daarvoor laten we ons lichaam geleidelijk veranderen in cyborgs die onlosmakelijk met het internet zijn verbonden. We verliezen onze vrije wil, maar die is hoe dan ook al een illusie, zoals experimenten aantonen: in onze hersenen zijn beslissingen allang genomen voordat we ons ervan bewust zijn. Gaan we ook ons bewustzijn zelf verliezen, of hebben computers ook bewustzijn? Wat gebeurt er als we alle zenuwen in ons vervangen door chips, koolstof door silicium? Harari is het bepaald niet onmogelijk dat we onsterfelijkheid, geluk en goddelijkheid kunnen bereiken. Zelfs spirituele ervaringen zijn kunstmatig op te wekken met een helm op de hoofd. Zelfs kunst kan door computers worden gemaakt – hoewel ik zelf niet echt onder de indruk ben van een voorbeeld waarnaar Harari verwijst. Als supermens hoeven we zelf niet meer te denken, want Google en Cortana weten beter dan wij zelf op welke partij we moeten stemmen. Het nadeel van deze ontwikkelingen is echter dat de samenleving verscheurd zal worden tussen de supermensen die zich de luxe van al deze upgrades van zichzelf kunnen permitteren, en zij die dit niet kunnen. De meeste mensen worden waardeloos, in welke betekenis dan ook.

Harari vat dit mogelijke doemscenario in drie punten samen. Mensen verliezen hun economische en militaire nut. Mensen zijn alleen collectief waardevol, niet als unieke individuen. En er zal dus een nieuwe elite ontstaan van geüpgradede mensen, de Homo Deus. Daar word je niet vrolijk van, althans zolang je geen vrolijkheid in je hersenen aanbrengt. Is het leven echt alleen maar dataverwerking? Wat is waardevoller: informatie of bewustzijn? Wat gebeurt er met de maatschappij, de politiek en het dagelijks leven als niet-bewuste, maar hyperintelligente algoritmen ons beter kennen dan we onszelf kennen? Dit zijn de drie grote vragen die Harari aan het eind van zijn boek stelt. Het geschetste doemscenario is zich al aan het ontwikkelen, en net zoals deze vanwege de investeringen allesbehalve zinloos mogen zijn, lijken ze moeilijk te remmen. Tenzij we wat bewuster omgaan met onze eigen individualiteit, onze privacy blijven opeisen. Maar dat is al moeilijk in onze tijd waarin we voor van alles en nog wat het internet moeten gebruiken en voor ons gemak maar al onze data delen, en steeds vaker niet eens anders kunnen.

Waarom streven naar onsterfelijkheid, geluk en goddelijkheid? Dat is voor mij de kernvraag, omdat het juist datzelfde streven is dat ons daarvan afhoudt. Onsterfelijk geluk en goddelijkheid zouden wel eens heel saai kunnen zijn. Bovendien zijn we diep van binnen allang onsterfelijk, gelukkig en goddelijk, zijn we zonder het internet allang verbonden.

 

De Idealist, maart-april 2019

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites