Jacob Slavenburg – Een reis langs de mysteriën

Jacob Slavenburg: Een reis langs de mysteriën. Uitgeverij WalburgPers, gebonden, 320 pagina’s, € 29,50

Het leven is geen probleem dat opgelost moet worden, maar een mysterie dat geleefd moet worden. Als je dit geliefde advies van Osho tot je wil nemen, is deze rijk geïllustreerde reisgids van Jacob Slavenburg wellicht het beste om mee te beginnen. Want hoe kleurrijk en bevlogen deze historicus over mysteriën vertelt, ze zijn voor hem geen problemen die verklaard moeten worden, hooguit om er rode draden in te ontdekken die vanaf de oudheid tot heden de wonderbaarlijke wereld van zieners, mystici, religieuze en esoterische bewegingen bezielen. Als wetenschapper vertelt hij de feiten om je vervolgens aan je eigen lot over te laten en je je eigen conclusies te laten trekken. Het boek leest alsof je in werelden wandelt waarin de reisgids alleen maar wijst naar wat er te zien en te beleven valt.

‘Van het Oude Egypte tot Carl Gustav Jung,’ belooft het boek. De reis begint dan ook in Egypte en zoals in veel andere verhalen begint alles met een vormloze oer-oceaan waaruit generaties van goden opdoemen. We maken kennis met onder andere Osiris en Isis, en reizen vervolgens door naar Mesopotamië waar, net als in Egypte, de schepping begon met een berg die uit de oersoep oprees. We beleven de avonturen van Gilgamesh en leren Inanna kennen, die met Dumuzi de ‘hieros gamos’, het heilige huwelijk viert. Slavenburg constateert dat de eerste goden vroeger godinnen waren die veel later uit de geschiedenis zijn ‘weggeschreven’ om plaats voor mannen te maken, zoals ook in Griekenland waar uiteindelijk Zeus oppergod werd in plaats van Gaia. Vervolgens reizen we naar de Griekse en Romeinse mysteriën waar we Orpheus, Dionysis, Demeter en Asclepius ontmoeten, de Eleusinische mysteriën en de Mithras-dienst aanschouwen, en kennis maken met Pythagoras, Parminedes, Empedokles en ‘panta rhei’ Herakleitos.

We reizen terug naar het oude Israël met Adams vrouw Lilith en de Merkawa-mystiek, terwijl uitgebreid ingegaan wordt op de Kabbala. We lezen over de Essenen en de Dode Zee-rollen, om vervolgens nogmaals naar Egypte te gaan en de Nag Hammadi-geschriften ontdekken. Over hoe deze teksten veel opvattingen in het christendom op zijn kop zetten. Documenten als het Evangelie van Thomas wijzen naar de gnostieke bronnen van het christendom, ofwel het overwinnen van de dualiteit om in het ‘bruidsvertrek’ weer één te worden. We ontmoeten Maria Magdalena, niet alleen als het lief van Jezus, maar ook als ‘tolk’ voor de overige apostelen. Het Evangelie van Maria vertelt hoe na het sterven de ziel door hemelsferen reist, iets wat we in veel mysteriescholen tegenkomen. Vervolgens reizen we met de graal mee naar Frankrijk, naar de Ka­tharen die er ook een gnostische levenswijze op nahielden. Nog even in Europa blijvend ontmoeten we de mystici als Hildegard van Bingen en Eckehart. We reizen mee met Dante door de hel, het vagevuur en de hemel uit zijn Divina Commedia. En nu we toch in Italië zijn aangekomen, maken we kennis met Marsilio Ficino die het Corpus Hermeticum, toegeschreven aan Hermes Trismegistus, vertaalt. Ook hier horen we weer dat alles één is en bewustzijn heeft.

Hermes zou ook de uitvinder van de alchemie zijn, waar het niet zozeer om het maken van goud gaat, maar om een geestelijke transformatie om God te worden. Ook hier staat versmelting van het mannelijke met het vrouwelijke centraal. We ontmoeten Paracelsus die het eerste medische compendium schreef, Giordano Bruno wiens leven op de brandstapel eindigde, en John Dee die met witte magie experimenteerde. Kort daarna duiken drie rozenkruisers-manifesten op, waaronder de Chymische Hochzeit waarin verhaald wordt hoe het ware Zelf wordt bereikt. We lezen hoe een eeuw later de loges van de Vrijmetselarij ontstaan, over de tempel van Salamo en Mozart. Rond die tijd maakt Swedenborg zijn engelenreizen. Ook ontmoeten we de kunstenaar en visionair William Blake, bekend van zijn prachtige illustraties waarin hij onder andere liefdesparen in elkaar doet versmelten. Intussen raakt Mesmer beroemd met zijn magnetische geneeskunst.

Slavenburgs boek zou incompleet zijn zonder een bespreking van Helena Blavatsky, die in 1875 de Theosophical Society oprichtte. Ook maken we kennis met Rudolf Steiner, die putte uit de Akashakroniek en veel verteld heeft over wat we allemaal na het sterven gaan meemaken. We lezen ook over andere bewegingen zoals de Herrnhutters, de Illuminati, de Tempelorde en de Golden Dawn. Uiteraard komen ook Krishnamurti en Gurdjieff even langs, voordat we onze reis door de mysteriën besluiten met Jung die over animus en anima vertelt, mandala’s laat zien, zijn psychologische types toont en synchroniciteit constateert. Pfff … Al met al is het lezen van dit boek een lange reis. De prachtige uitvoering en de talrijke kleurenillustraties maken het zo betoverend dat het lezen ervan zelf al bijna een alchemisch gebeuren is. Het enige nadeel is dat een index ontbreekt, maar dat maakt het nog mysterieuzer dan het al is.

De Kaarsvlam, juli/augustus 2018

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites