Peter Wohlleben – Het verborgen leven van bomen

Boekbespreking: Peter Wohlleben: Het verborgen leven van bomen. Uitgeverij Lev., gebonden, 222 pagina’s, € 19,99

Maar al te vaak is een boom voor ons niet veel meer dan een uit wortels oprijzende stam waaruit takken met bladeren of naalden groeien. Ze leveren ons hout en zuurstof, geven vogels een plek om hun nest te bouwen terwijl we eronder kunnen schuilen als het regent. Dat is het dan zo’n beetje. Maar voor Peter Wohlleben, boswachter in de Eifel, zijn bomen veel meer dan dat. Daarover schrijft hij in dit prachtige boek waarin hij laat zien dat we eigenlijk veel te weinig over het leven van bomen weten. Want leven doen ze, zij het in een tempo dat zo langzaam is dat ons dit bijna ontgaat. En de rijkdom van dit leven laat je na lezing van dit boek in stomme verwondering achter, waardoor je niet meer met dezelfde ogen naar bomen kan kijken. De 36 korte levendige en leerzame hoofdstukken nemen je mee in een wereld die meestal verborgen is.

Vriendschappen: bomen zijn sociale wezens die via een netwerk van schimmels ondergronds met elkaar verbonden zijn. De taal van bomen: ze communiceren niet alleen via geur, optisch en elektrisch met elkaar, maar zelfs via geluid. Sociale dienst: ‘Hun welzijn hangt af van de gemeenschap en als vermeend krachteloze bomen verdwijnen, gaan de andere ook achteruit.’ (p. 23) Liefde: over de trucjes die bomen toepassen om inteelt te voorkomen. Boomloterij: in 400 jaar heeft een beuk voor een kind rond de 1,8 miljoen beukennootjes geproduceerd. Lekker langzaam: kleintjes moeten kaarsrecht naar boven groeien om genoeg zonlicht te krijgen. De boomhandleiding: over U- en V-vormige gaffels die uit twee hoofdloten ontstaan. Boomschool: zonder hersenen kunnen bomen toch echt leren! Samen staan we sterker: over zwammen die een soort ‘wood wide web’ vormen, en over hoe juist verscheidenheid oerbossen beschermt. Raadselachtig watertransport: ’s nachts kan je zacht geruis in de bomen horen! Bomen zijn trots op hun leeftijd: ‘Oude bomen bemesten dus het bos en helpen daarmee hun nageslacht om sneller te kunnen starten.’ (p. 62)

De eik – een slappeling?: die kan gemakkelijk 500 jaar worden. Specialisten: over beuken, sparren, eiken, berken en elzen. Boom of niet?: hersenachtige structuren in de wortelpunten van planten. In het rijk van het duister: over mosmijten en snuitkevers. CO2-stofzuiger: bejaarde bomen zijn productiever, voor het milieu moeten bossen helemaal niet verjongd worden! Houten airco: ongerept bos kan zweten en het is goed schuilen onder een spar. Bos als waterpomp: hoe bossen zich steeds verder vanaf de zee kunnen vestigen. Mijn of dijn?: ‘wie te inhalig is en te veel neemt zonder te geven, berooft zichzelf van zijn eigen bestaansgrond en sterft uit.’ (p. 102) Sociale woningbouw: over vleermuizen, uilen en spechten. Moederschepen van de biodiversiteit: een vijfde van alle planten- en diersoorten is aangewezen op dood hout. Winterslaap: over hoe naald- en loofbomen overwinteren. Tijdgevoel: hoe registeren bomen de daglengte om te weten of ze moeten ontkiemen? Een kwestie van karakter: sommige bomen begaan stommiteiten en soortgenoten die naast hen staan niet.

De zieke boom: over verwondingen en ziektes die bomen kunnen oplopen. Er zij licht: op de bovenste verdieping van een bos absorberen beuken, dennen en sparren 97% van de zonnestralen. Straatkinderen: snoeien levert een bloedbad op en omdat er minder fotosynthese is ‘verhongert een even groot percentage van de ondergrondse delen.’ (p. 157) Burn-out: over hoe continue strijd en snelle groei tot uitputting kunnen leiden. Op naar het noorden!: de beuk is de boom voor Midden-Europa en door de klimaatverandering kan hij zijn gebied naar het noorden uitbreiden. Mooi resistent: na een droogteperiode gaan bomen veel spaarzamer om met vocht. Stormachtige tijden: hoe de vorm van takken en bast beschermen tegen storm en bliksem. Nieuwe burgers: ‘Hoe intacter de sociale gemeenschap, hoe gelijkmatiger het microklimaat onder de bomen, des te moeilijker vreemde indringers voet aan de grond krijgen.’ (p. 193-194) Gezonde boslucht?: per vierkante kilometer kan tot 10.000 kilo zuurstof per dag worden afgegeven, terwijl een mens slechts een kilo per dag verbruikt. Waarom is het bos groen?: over fotosynthese waarbij kooldioxide en water omgezet worden in suikers en zuurstof. Vrij spel: een pleit voor het nietsdoen, terug naar het oerbos. Biorobot?: na de dieren krijgen ook bloemen, planten en bomen geleidelijk meer rechten.

Het bovenstaande is slechts een selectie van wat er in de hoofdstukken verteld wordt, maar laat wel zien dat Wohlleben de bomen allesbehalve oppervlakkig benadert. ‘En wie weet: misschien wordt op een dag inderdaad de taal van de bomen ontcijferd, waardoor we nog meer ongelooflijke verhalen horen. Maar tot dat gebeurt mag je bij je volgende boswandeling lekker je fantasie de vrije loop laten – zo ver van de realiteit verwijderd is die vaak niet eens!’ (p. 216)

De Kaarsvlam, mei/juni 2016

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites