Story Waters – Jij bent God!

Story Waters: Jij bent God! Uitgeverij Hajefa, paperback, 160 pagina’s, € 17,95

De titel van het boek nodigt niet echt uit tot bescheidenheid. Maar wellicht is het juist deze zo door de kerk opgehemelde eigenschap die ervoor zorgt dat we vaak bang zijn de om de gnostieke werkelijkheid, volgens welke God in het diepste van ons wezen zetelt, te realiseren. Deze gnostieke leer grenst soms aan die van het non-dualisme, want ook daar valt het verschil tussen de zoeker en het gezochte, de mens en God, weg. Het is dan ook geen wonder dat non-dualisme juist nu de kop opsteekt als antwoord op de spirituele vragen waar velen – zij het niet altijd bewust – mee worstelen en waarop de kerk een concreet antwoord schuldig blijft. Dit in tegenstelling tot veel wijsheid uit het Oosten, die ook herkenbaar is in dit boek van de in 1972 in Engeland geboren Story Waters.

‘Als je in deze realiteit geboren wordt, stap je een prachtige illusie binnen. Deze illusie geeft ons onze geïndividualiseerde vrije wil en onze persoonlijke werkelijkheid,’ staat op pagina 20 te lezen. ‘Dat je je realiseert dat je in een illusie zit, maakt deze realiteit niet minder reëel en niet minder speciaal. Alle realiteiten zijn gewoon een verschillende vorm van illusie. Wij zijn één, wij zijn God, maar binnen de illusie ervaren we onszelf als afgescheiden van anderen.’ Het scheppen van die illusie, en daarmee van individualiteit waarin je je met je eigen verhaal identificeert, noemt Waters het opvouwen. Dit in tegenstelling tot het ontvouwen, het proces van ontwaken waarbij het niet gaat om dat gevoel van individualiteit te verliezen en terug te keren naar God – want je bent al God!–- maar om jezelf te herkennen als de schrijver van je eigen verhaal. ‘In plaats van een verhaal te zijn, realiseer je je dat je in potentie alle verhalen bent. Je wezen is oneindig.’ (p. 40) Je doorziet de illusie.

‘Als je verder kijkt dan de dualiteit dan kijk je met de ogen van je Godzelf, en daarmee zie je dat alles wat bestaat gelijk is,’ schrijft Waters op pagina 42. Dit betekent dat je niet meer oordeelt, dat je realiseert wat hij de gelijkheid van zijn noemt. Alle keuzes zijn dan even geldig en in de vrijheid die daarmee ontstaat komt ‘het vermogen om de schoonheid in alle staten van zijn te zien’ (p. 45) Goed en slecht zijn interpretaties. ‘Je creëert je eigen werkelijkheid door je overtuigingen. Als je je dat realiseert, dan realiseer je je de vrijheid (…)’ (p. 68) Dan laat je je inspanningen los, verzet je je niet meer tegen realisatie van de Godheid, en wil je je werkelijkheid niet meer veranderen. Als je alles loslaat, je voet van de rem neemt, breek je je muren af. ‘Laat de pleuris maar uitbreken!’ is de titel van één van de 33 korte hoofdstukken die het boek bevat. ‘Ontwaken betekent dat je deze inspanning loslaat en dat je je ellende onder ogen ziet.’ (p. 78)

Story Waters schrijft over het loslaten van geweld, onze wonden, pijn, woede, vergeving, en over de illusie van tijd, ofwel oorzaak en gevolg. Door dit laatste ‘zien we de werkelijkheid als de oorzaak van onze gemoedstoestand. Dan geloven we dat de werkelijkheid niet alleen van ons afgescheiden is, maar ook bepalend is voor onze staat van zijn – een uitdrukking dat we een slaaf zijn van de werkelijkheid.’ (p. 95) Ontwaken betekent je angst onder ogen zien, je veilige schild laten zakken: ‘Als je jezelf kwetsbaar laat zijn realiseer je je dat je onkwetsbaar bent, aangezien je dan zonder vrees bent.’ (p. 107) Ontvouwen houdt in dat je je openstelt voor de stroom van overvloed, die voeding is voor je innerlijke kracht. Dan voel je ‘de genade van de energie van je eigen wezen.’ (p.121) ‘Ontwaken is in het leven ontwaken, niet eruit,’ waarschuwt de auteur op pagina 133, want het was jouw keuze om geboren te worden.

Verstandelijk is dit boek moeilijk te volgen als je niet openstaat voor de vele paradoxen die erin voorkomen. Voorbij wat Waters de geest noemt (ik zou zeggen: de mind, het logische denken) ligt het hart met haar gevoel, intuïtie. En die zijn allebei realiteit. ‘Als je de paradox in de werkelijkheid ziet, kijk je voorbij de illusie van de dualiteit naar de innerlijke vrijheid van je wezen.’ (p. 139) ‘Door me te realiseren dat ik God ben, laat ik mijn behoefte aan God los. (…) Er is geen bestemming waar je aan moet komen; er is alleen de reis van liefde.’ (p. 157-158) Zo wordt door loslaten God, en daarmee alles, gevonden.

De Kaarsvlam, januari/februari 2011

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites