Coen Vermeeren – Ufo’s bestaan gewoon

Coen Vermeeren: Ufo’s bestaan gewoon. Uitgeverij Ankh-Hermes, paperback, 192 pagina’s, € 19,95

Het bestaan van buitenaardse beschavingen is maar al te vaak in twijfel getrokken en geridiculiseerd. Toch zegt mijn verstand dat het onmogelijk is dat er geen hogere beschavingen in het heelal bestaan, juist omdat de kosmos zo oneindig groot is. Maar ik moet toegeven dat ook bij mij dit onderwerp op de achtergrond is geraakt: of ufo’s al of niet bestaan interesseerde me niet zo, gewoon omdat ik er weinig mee kon. En zo zal het velen zijn vergaan. Het is daarom des te belangrijker dat dit onderwerp nieuw leven is ingebracht door Coen Vermeeren, die luchtvaart- en ruimtevaarttechniek studeerde aan de Technische Universiteit Delft, aan welke universiteit hij ook verbonden is als hoofd van het Studium Generale.

Zijn boek geeft zo overdonderend veel informatie over de unidentified flying objects, dat je op gegeven moment moeilijk meer kunt ontkennen dat ze vaak onze planeet hebben bezocht. Daarvoor zijn er veel te veel verslagen, foto’s en films die getuigen van hun bestaan – zelfs als maar een fractie ervan op waarheid berust heb je een probleem als je er niet in wilt geloven. Dat is allemaal te lezen in dit boek, waarin veel verwijzingen naar onder andere websites en YouTube-filmpjes zijn opgenomen. Wat het boek zo geloofwaardig maakt is de nuchtere wetenschappelijke benadering van mogelijk buitenaards leven, wars van welke sensatiezucht dan ook.

Het eerste deel Getrainde waarnemers opent met het verhaal van de legendarische ufo-crash in Roswell in 1947, toen in De Volkskrant en De Telegraaf duidelijk stond te lezen: ‘Vliegende schotel neergestort in VS’. Ook lezen we over hoe Buzz Aldrin, de tweede man op de maan in 1969, een onverklaarbare verschijnsel heeft gezien, en de auteur vindt het verdacht hoe sip de astronauten kijken tijdens een persconferentie na de eerste reis naar de maan, alsof er méér was gebeurd dan ze wilden of mochten laten weten. Maar ook de Russen hebben ten tijde van de Koude Oorlog ufo’s waargenomen en ontkenden in het openbaar, net als hun aartsvijanden, het bestaan ervan. Het tweede deel Politiek gaat verder in op het bewust verzwijgen van buitenaards bezoek, en daarin blijken veel Amerikaanse presidenten meer geweten te hebben dan ze openlijk toegaven, maar werden ze ook niet altijd zelf volledig op de hoogte gesteld van de werkelijke gang van zaken. Dat in die jaren militairen niet zaten te springen om openbaarheid is niet verwonderlijk, en dat niet alleen omdat er paniek zou uitbreken zoals in 1938 na het ‘live’ radioprogramma The War of the Worlds.

Het derde deel Cover-up en media vertelt over de redenen waarom het bestaan en bezoek van buitenaards leven zoveel mogelijk onder de pet moet worden gehouden. Want dan hebben wat uit te leggen, dan raakt het aan de zogenaamde nationale veiligheid, dan blijkt de onbekwaamheid en onmacht van de overheid, en hebben we een politieke tijdbom. De economie stort in, samen met het militaire, religieuze en wetenschappelijke huis. Dit alles wordt in het boek geïllustreerd met vele voorvallen, zoals van de Belgische ufo-golf tussen 1989 en 1993, die hier in Nederland vrijwel onbekend is gebleven, en over Nazi-technologie.

Het vierde deel Disclosure vertelt onder andere over het Amerikaanse Disclosure-project uit 2001, dat een verzameling getuigenissen openbaart van meer dan 500 mensen uit onder andere de kringen van de regering, het militaire apparaat en veiligheids- en geheime diensten. Met als risico niet serieus genomen te worden, ontslagen te worden, maar ze konden vaak niet anders: ‘Wie persoonlijk een ufo-ervaring heeft is daarna niet meer dezelfde.’

Ook de wetenschap houdt zich niet altijd aan de feiten, zo blijkt in het vijfde deel De wetenschap, waarin we lezen hoe het Condon Report uit 1966 zo dik is dat iedereen alleen maar de conclusies leest, die echter de inhoud van het rapport niet dekken. Het Franse COMETA-rapport uit 1999 was realistischer met haar conclusie: ‘De buitenaardse hypothese is wetenschappelijk veruit de beste. En als zij exact blijkt, dan heeft zij zware consequenties.’ In dit hoofdstuk komen we ook Nikola Tesla en anti-zwaartekracht tegen, waarmee veel over ufo’s verklaard zou kunnen worden. Het zesde hoofdstuk Waarom zijn ze hier? vertelt over ufo’s, waargenomen in zowel de oudheid als in Soesterberg waar atoomwapens waren gestationeerd. Vaak hebben ze snelheden tot wel 15.000 km/u die ze in luttele seconden kunnen bereiken, kunnen ze onmogelijke manoeuvres maken en zomaar verschijnen en verdwijnen. Het hoofdstuk besluit met de conclusie dat we momenteel in een spirituele crisis verkeren en dat het erop lijkt dat buitenaardsen ons hieruit willen helpen. ‘Mensen die vertellen van contacten met buitenaardsen geven allemaal aan dat er een enorme vrede en rust van uitgaat.’

De Kaarsvlam, mei/juni 2013

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites