De laatste kerst

Op de afdeling Gebedsverwerking is het dit jaar drukker dan ooit. Achter hun beeldschermen hebben de engelen de grootste moeite om de talrijke gebeden bij te houden die bij duizenden in de hemel arriveren. Zoals gebruikelijk in deze donkere dagen maakt iedereen overuren maar desondanks dreigt alles zo uit de hand te lopen dat God zich genoodzaakt heeft gezien om de afdeling met Zijn persoonlijke aanwezigheid te versterken. Zo kan Hij ook beter een oogje houden op de juiste gang van zaken en onmiddellijk ingrijpen bij mogelijke stakingen en stiptheidsacties.
Met de meeste gebeden hebben de engelen het niet zo moeilijk. Vrede, gezondheid, voedsel, geluk en welvaart zijn snel de computer ingevoerd. Ook vriendschap, rechtvaardigheid, vrijheid, liefde en vertrouwen zijn makkelijk te coderen. En het is dit soort wensen waarom het leeuwedeel van alle gebeden draait. Gelukkig maar, want dat scheelt een hoop werk.
‘Een verbetering van het openbaar vervoer?’ vraagt Johannes aan God als Hij in de buurt wandelt.
‘Doe het maar onder communicatie,’ vindt Hij na een poosje zwijgen om vervolgens naar een andere engel met een soortgelijk probleem te lopen.
De drukte op de computerzaal wordt zelfs Hem eigenlijk iets teveel. Even staat Hij te midden van de zoemende bedrijvigheid op Zijn stok uit te rusten, met een afwezige blik op een rij beeldschermen waarover teksten razendsnel wegflitsen naar de centrale rekeneenheid die uiteindelijk de gebedshitparade zal samenstellen. Eigenlijk snapt Hij er niets van. In de afgelopen jaren is het aantal gelovigen enorm gedaald en het aantal gebeden schrikbarend gestegen. Zijn het dan toch de ongelovigen die tegenwoordig het meest contact met Hem zoeken? De aarde lijkt te gloeien van alle gebeden die worden uitgezonden en gisteren moest zelfs de transformator van de gebedsontvanger worden vernieuwd. Het ding was gewoon doorgebrand!

‘Er bidt iemand voor een kat die suikerziekte heeft,’ vraagt Franciscus. ‘Is dat 131.7.17?’
‘18!” luidt Zijn korte antwoord. ‘Bij huisdieren komt de 17 niet voor…’
Snel duikt Franciscus weer achter zijn scherm. Het is toch oneerlijk dat eenzelfde aantal van Gods gevleugelde vrienden steeds meer gebeden krijgt te verwerken? Want hoeveel nieuwe engelen zijn er nou eigenlijk in de hemel gekomen sinds sommige mensen op de aarde Hem dood hebben verklaard? Op Zijn vingers en tenen zijn ze nog net te tellen! Nee, het geloof is niet meer wat het was. En de aarde is veel te dicht bevolkt omdat de mensen liever gemeenschap met elkaar hebben dan met Hem! Vroeger, ja vroeger was het nog zo heerlijk rustig allemaal. In het begin kon Hij zelfs alles nog alleen af, met een veer schreef Hij alle gebeden in een dik boek waarvan de bladzijden heerlijk geurden. Hoe heette toch dat volk waarmee Hij toen in het Midden-Oosten rondzwierf?
‘Wat is fout 7?’ schudt Jozef Hem paniekerig wakker. ‘Ik kan niet meer verder, mijn monitor…’
‘Van computers heb Ik geen verstand,’ excuseert God Zich schouderophalend. ‘Vraag het maar aan Benedictus. Of als die het niet weet aan…,’ maar Jozef heeft zijn vleugels al uitgeslagen en zweeft snel naar de andere kant van de zaal.

Computers! Eigenlijk is dit krankzinnig allemaal! Dit was toch niet Zijn bedoeling toen Hij met het project Aarde begon! Zelfs de hemel is niet meer dat wat Hij Zich ervan had voorgesteld! Nee, het was geen slecht idee van Hem om het komende jaar weer eens radicaal in te grijpen! Alles is voor de zoveelste keer duidelijk uit Zijn hand gelopen en wat heeft Hij een trucjes moeten bedenken om de aarde nog een beetje op het paradijs te laten lijken, of tenminste op iets waar Zijn werk nog een beetje voelbaar was! Het begon met die slang en nog steeds herinnert Hij Zich levendig hoe teleurgesteld Hij was bij het horen van Eva’s beet in de sappige appel. Had Hij er toen meteen een punt achter moeten zetten om opnieuw te beginnen? En toen die zondvloed! Ook dat was een goede methode geweest om het kaf van het koren te scheiden, hoewel deze truc Hem wel veel werk heeft gekost om het een en ander voor te bereiden. Hoe vaak heeft Hij niet in de hemel moeten rondbazuinen dat iedereen zuinig moest zijn met water?
‘Iemand bidt voor lagere koffieprijzen,’ zegt Antonius opeens naast Hem en op deze vraag weet God niet zo snel een antwoord. ‘Je moet meer gegevens hebben,’ concludeert Hij na een poosje aan Zijn baard geplukt te hebben. ‘Het lijkt op economie, 217, maar het zou ook politiek, 190, kunnen zijn…’
Babylon! Wat had Hij de mensen toch op de proef gesteld! Maar dat was hard nodig in die tijd want wat moest Hij met allemaal mensen die niet in Hem geloofden? Die zouden niet alleen de aarde bederven maar ook niet in de hemel komen, terwijl Hij het het gezelligst zou vinden als al Zijn schepselen uiteindelijk hier kwamen. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!
En toen Zijn zoon! Dat was een van Zijn beste trucs want de mensen die geloofden dat Jezus niet gestorven was aan het kruis, ja, daar kon Hij op bouwen! Het was zonder meer de ruzies waard die Hij nog jaren lang met Zijn zoon gehad heeft, ’s Avonds weigerde Jezus systematisch om wijn bij het eten te drinken, Hij en Maria kregen hoog oplopende discussies met Zijn zoon die het toch allemaal iets te pijnlijk gevonden had en betwijfelde of het project Aarde dit wel allemaal waard was. Natuurlijk was dit het waard want zelfs als maar het kleinste van Zijn schepselen…

‘De nieuwe tussenstand komt zo, Heer!’ klopt Petrus Hem op Zijn schouder.
Die Petrus! Wat deed hij zijn best, toen in het begin met die kerk! Gelukkig maar dat hij indertijd niet wist wat ervan terecht zou komen! Aan de andere kant pasten de godsdiensttwisten heel goed in Zijn volgende truc. Rampen en oorlogen, die zouden voor Zijn ogen duidelijk maken welke mensen er nou eigenlijk nog in Hem geloofden. Zij die echt van Hem hielden, die zouden zorgeloos van het leven blijven genieten met de wetenschap dat zelfs de dood hen niet van Hem kon scheiden. En straks, ja straks…
‘Komt U?’ roept Petrus. ‘Het wordt de laatste tussenstand!’ Ja, Hij moet opschieten. Niet de hele tijd staan te mijmeren maar tot actie komen! Weer in het hier en nu beland stiefelt God naar het grote scherm voorin de zaal en hoe onsterfelijk Hij ook mag zijn, aan Zijn rug voelt Hij dat diverse ouderdomskwaaltjes ook Hem niet onaangeroerd laten. De stok waarmee Hij nu loopt heeft Hij op Zijn laatste verjaardag van Jacob gehad en hoewel het Hem wat tegenstond om van dit instrument gebruik te maken heeft Hij toch na voorzichtige en stiekeme pogingen ontdekt dat het best een praktisch hulpmiddel was bij Zijn gang door de hemel. Ook dingen als ouder worden horen bij het leven, zelfs als het eeuwig is.

‘High Pa!’ komt Jezus Hem vrolijk tegemoet. ‘Nog maar Een uurtje en dan ben ik jarig!’
‘En weer ben je niet naar de kapper geweest!’ grapt God terwijl Hij Zich in een luie fauteuil neerzet.
Jezus gaat in een draaistoel naast Hem zitten en even kijken Vader en zoon elkaar glimlachend aan. Dit vindt God altijd het leukste feestje van het jaar. Juist omdat de mensen beneden het meevieren, want wat is er fijner dan dat God, de engelen en de mensen allemaal meedoen met het verjaarspartijtje van Zijn zoon? In elkaars weemoedige ogen lezen God en Jezus dat dit waarschijnlijk voor de laatste keer zo uitbundig gevierd wordt. Tenzij…
Eigenlijk is God apetrots op Zijn zoon, die de eeuwige jeugd lijkt te hebben. Uit Zijn vest haalt hij een sigaartje en aan de vleugel van een voorbijsnellende engel strijkt Hij een lucifer aan. Jezus mag dan misschien wat recalcitrant zijn, een provo of hippie of hoe dat soort volk ook tegenwoordig mag heten, hij is er, met zijn blije liefde en daar is God meer dan tevreden over!
‘Zoon…,’ begint Hij gewichtig. ‘Je weet dat Ik aan sommige mensen beneden heb doorgebriefd dat het jaar 1984…’
‘Ik weet het Pa!’ zegt Jezus opgewekt. ‘Als U niet gestegen, bent op de gebedshitparade, dan…’
Opeens dimmen de lichten in de zaal. Het geroezemoes en gezoem sterven snel weg als het grote videoscherm aanflitst. Zwijgend kijken Vader en zoon naar de tussenstand op deze kerstnacht. Vrede staat op de eerste plaats en aan de getallen erachter is af te lezen dat deze wens in het laatste uur niet meer van de top van de gebedshitparade te krijgen is. Want dan zou iedereen als de bliksem met zo’n snelheid van 7 gebeden per seconde voor gezondheid moeten gaan bidden, die nu op de tweede plaats staat. Nee, dat lukt nooit want tot nog toe is 1,4 g/s de hoogst gemeten bidsnelheid. Terwijl Hij langzaam rookwolkjes tussen Zijn lippen laat ontsnappen dalen Gods ogen met een stille hoop steeds verder naar beneden op de scorelijst om ergens onderaan Zijn naam tegen te komen, met nog minder punten dan een witte kerst. Hij voelt een brok in Zijn keel en de waarheid dringt sterker dan ooit tot Hem door in de doodstille zaal waar niemand iets durft te zeggen. Nadat Jezus voorzichtig het vergeten sigaartje tussen Zijn vingers vandaan heeft geplukt, kan Hij niet anders dan verdrietig Zijn gezicht in Zijn handen verbergen om stilletjes even te janken.

Het ontgaat Hem dat er op het videoscherm allemaal tabellen verschijnen waarin diverse scores zijn uitgesplitst naar leeftijd, sekse, nationaliteit en andere variabelen. Het interesseert Hem niet meer, evenmin als de plaatjes waarin verschillende correlaties in beeld zijn gebracht, compleet met regressielijnen en significantieniveaus. Langzaam staat Hij op en kijkt even verontschuldigend om Zich heen. Jezus volgt Hem als Hij de zaal uitwandelt, zwijgend door lange witte gangen stiefelt en uiteindelijk door de grote glazen deuren de hemeltuin instapt. De sneeuw kraakt onder Zijn voeten en tussen de heldere sterren staat een wazige aardbol blauwig in het laatste kwartier op te lichten.
‘Het valt tegen hè Pa?” zegt Jezus, die echt met zijn vader te doen heeft,

‘Het is echt voorbij, jongen…,’ zijn Gods eerste woorden na een lang zwijgen. ‘En zoiets gaat Mij niet in Mijn koude kleren zitten! Ik moet echt eens helemaal opnieuw beginnen, er zit niets anders op…’
Daarop heeft Jezus niet veel te zeggen. Wat heeft het voor zin om zijn vader te vertellen dat Hij dit eigenlijk al lang van tevoren wist, ja, zelfs al min of meer aangekondigd had? In het project Aarde had God het er altijd al wat moeilijk mee om dit soort nogal ingrijpende koerswijzigingen ook echt uit te gaan voeren, hoe ver de voorbereidingen ook gevorderd waren. Ook nu heeft Hij ervoor gezorgd dat het grootste deel van de aarde makkelijk vernietigd kan worden. Zure regens, zeeën vol olie, kruisraketten… Zijn vader is deze keer niet over Een nacht ijs gegaan! Ook Jezus had stilletjes gehoopt dat door dit alles de mensen een beetje tot bewustzijn zouden komen, dat de schellen van hun ogen zouden vallen, maar Gods plaats op de hitparade laat daar niet veel van blijken! Tja, dan is er echt geen andere oplossing meer…

In gedachten verzonken blijken ze opeens al bij de rand van het hemelwoud te zijn. Tegen een hekje geleund staan God en Zijn zoon een poosje weemoedig naar de aarde te staren.
‘Het doet U veel pijn hè?” doorbreekt Jezus de stilte. ‘U bent ook zo verliefd op de aarde. Het zou allemaal wat makkelijker zijn als U wat minder van de mensen hield.’
Zwijgend knikt God een overtuigd ja en haalt een sigaartje uit Zijn vest.
‘Indertijd heb Ik zelfs jou ervoor geofferd!” zegt Hij terwijl Zijn zoon hem een vuurtje geeft.
‘Hoor nou eens Pa!’ tracht Jezus Hem te troosten. ‘Dat hebben we al lang uitgepraat!’
‘Heb Ik nou hiervoor zeshonderdduizend jaar… Met Mijn eigen handen heb Ik alles zo mooi in elkaar gezet! Zie eens die duizenden sterren! En nog geloven ze niet in Mij!’
Jezus gaat op het hek zitten, knoopt de veter van zijn gympje vast en kijkt zijn vader aan. Somber glanst Gods gelaat in het aardelicht dat overal door de sneeuw wordt weerkaatst. Zo’n halve eeuw geleden had hij ook al dit soort gesprekken met zijn vader, maar toen waren Zijn plannen nog niet zo radicaal als nu hoewel de grootschaligheid van Zijn aanpak wel in die tijd begonnen is.
‘Soms word Ik er zo moedeloos van om steeds maar weer opnieuw te moeten beginnen…,” stamelt God sen beetje kwaad.
‘Maar Pa!’ protesteert Zijn zoon. ‘Nu moet U het ook eens van een andere kant bekijken! Als U nooit met het project Aarde was begonnen, dan zou het nu verschrikkelijk saai in de hemel zijn! Dat moet U toegeven! Dan zat U hier nog steeds in Uw dooie eentje…’
‘Tja, dat is waar,’ geeft God toe.
‘Ja toch?’ gaat Jezus enthousiast verder. ‘Dank zij Uw werk bent U bepaald niet meer alleen hier! En is deze hemel een echt paradijs geworden, nog mooier dan dat waar de mensen over dromen! we zijn hier toch hartstikke gelukkig met zijn allen? We hebben toch alles? U heeft hier een sprookjesland gemaakt waar duizenden en nog eens duizenden zich koesteren in liefde en overgave! Wat dat leven na de dood en zo betreft, kunnen de mensen niet zeggen dat U te weinig heeft beloofd!’
‘Dat is waar. Deze hemel is eigenlijk best geslaagd,’ vindt God, schuchter om Zich heenkijkend.
‘Nou dan!’ concludeert Zijn zoon met de armen in alle windrichtingen wijzend. ‘Wat wilt U eigenlijk nog meer! En zou dit lieflijke paradijs zonder het project Aarde hebben bestaan? De mensen moeten nu eenmaal uitgedaagd worden, ze kunnen niet tot U komen zonder te lijden! Daarover heeft Sebastiaan me laatst nog heel mooie dingen verteld. Het is nu eenmaal de Weg…’
‘De Waarheid en het Leven. Ja ja, Ik weet het,’ tracht God Zijn zoon te kalmeren. ‘Kom, het is Mij hier eigenlijk iets te frisjes en we hebben nog maar een kwartiertje…’
Jezus wipt kwiek van het hek en snel stappen Vader en zoon door de koude donkere kerstnacht terug naar de bewoonde wereld.
‘Je hebt gelijk, zoon!’ vindt God. ‘Helemaal gelijk. Het heeft geen zin om somber te gaan zijn omdat Ik in het komende jaar begin met de eerste kruisraketten. Voor de mensen die echt op Mij vertrouwen maakt het niet zoveel uit allemaal. Vergeef Me dat Ik het er even moeilijk mee had, wil je?’
‘Tuurlijk Pa!’ en Jezus rent naar een glijbaantje dat zich in een karrespoor heeft gevormd. ‘Dit jaar zullen we voor het laatst mijn verjaardag met de mensen vieren! Laten we er een groot festijn van maken! Een feest dat de engelen nog lang zal heugen!’
‘Dat is inderdaad het verstandigst!’ en op Gods gelaat is na lange tijd weer een glimlachje te zien.

Het is zinloos om nog langs de afdeling Gebedsverwerking te gaan. De uitslag is toch al in grote lijnen bekend. Maar als ze de tuin van het Feestcentrum inwandelen komt Marcus nog snel aangevlogen om God de definitieve gebedshitparade te overhandigen.
‘Ik heb U overal gezocht, Heer!’ hijgt hij met trillende vleugels. ‘Hier zijn de uitslagen,’ en hij overhandigt Hem het papier dat zojuist uit de printer is gerold.
‘Dank je, Marc,’ zegt God rustig om na een vluchtige blik, waarbij Hem duidelijk wordt dat Hij inmiddels nog verder beneden de witte kerst is gezakt, de hitparade met een royaal gebaar in kleine stukjes te scheuren.
‘Uw wegen zijn ondoorgrondelijk, Heer!’ stamelt Marcus verbijsterd terwijl God met Zijn stok de snippers in de vrieslucht laat opfladderen.
‘1984!’ lacht Jezus de verbaasde engel toe. ‘Zoveel maakt het toch niet meer uit? Als mijn vader nou nog met stip in de top tien stond…’
‘Is iedereen al in het Feestcentrum?’ wil God weten.
‘Zeker, Heer!’ zegt Marcus. ‘Zelfs de engelen van het Gebedscentrum zijn er al! Alleen de groep Laat Maar is nog bezig zich te installeren. Iedereen wacht op U! En vooral op de jarige!’
‘We komen er zo aan…’
Snel vliegt Marcus naar de witte gebouwen. Het vrolijk zoemend feestgedruis achter de ramen wordt af en toe doorsneden door elektrische gitaarklanken en God kan niet nalaten Zijn zoon nog even aan te spreken.
‘Zoon,’ begint Hij. ‘Niet alleen Ik, maar ook jij zult er in de toekomst aan moeten wennen. Van al Mijn kinderen was jij altijd de populairste bij de mensen…’
‘En dat is straks afgelopen,’ vult Jezus Hem aan.
‘Jij was het meest geliefd,’ en God drukt Zijn zoon tegen Zich aan. ‘Zo geliefd zelfs dat Ik wel eens vergat nog andere zonen en dochters op aarde te hebben. En Ik zal weer andere kinderen krijgen wanneer de aarde weer wat leefbaar wordt na een paar duizend jaar. Als de berekeningen van het Ecologisch Laboratorium kloppen tenminste. Ik bedoel…’
‘Dat U ontzettend veel van me houdt!’ neemt Jezus met twinkelende ogen Zijn woorden uit Zijn mond. ‘En U zult voor mij altijd de liefste vader blijven! Al breekt U de hele kosmos af om er opnieuw mee te beginnen!’
Dan slaat de klok in het hemelwoud twaalf keer.
‘Gefeliciteerd, zoon!’ kust God Jezus op het voorhoofd terwijl Hij door zijn wilde haren strijkt. ‘Nog vele jaren! Maar daar maak Ik me weinig zorgen over!’
‘Dank U Pa!’ en wat stilletjes wandelen ze naar het Feestcentrum.

Op het bordes worden Vader en zoon door een groepje blije engelen met bruisende champagne welkom geheten. Achter de deuren weerklinkt al een vrolijk ‘Lang zal hij leven’ terwijl Jezus door iedereen gezoend en vertroeteld wordt. Hij raakt er werkelijk een beetje verlegen van. Als ceremoniemeester kost het Job de grootste moeite om de jarige mee naar binnen te loodsen, de feestzaal in.
Daar stijgt onder de kleurige slingers en lampionnen een enorm gejuich op als Jezus binnenkomt. Al snel wordt hij op de schouders genomen en luider dan ooit weerklinkt het verjaarslied, ditmaal ondersteund door stevige elektrische akkoorden. Zwermen confetti dalen op hem neer en met gespreide armen geeft Jezus te kennen dat de wijn als vanouds rijkelijk moet vloeien. De jongens van Laat Maar zetten hun hit Dit Is Alles in, lampen beginnen in alle kleuren te flikkeren en iedereen zingt en danst uitbundig mee.
Met een glas champagne in de hand staat God bij de deur te genieten van dit vrolijke tafereel. Maria en de Heilige Geest komen bij Hem staan en gedrieën laten ze hun glazen klinken want ieder van hen heeft zo zijn eigen aandeel in de geboorte van de jarige. Het doet God goed te zien hoe Zijn zoon door juichende engelen wordt gedragen en Hij raakt ervan overtuigd dat dit een van de mooiste en langste feesten wordt die ooit in de hemel zijn gevierd. Met een glunderend gelaat steekt Hij tevreden een sigaartje op.

De 219.868.896e dag. En God ziet dat het goed is.

(1983)

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites