Een goed voornemen
3 januari 2008
Het nieuwe jaar in Duitsland begonnen. Hein en Floor hadden Vriend en mij een paar dagen eerder meegenomen naar hun vakantiehuisje in Frankenau. Vraag me niet hoe, want ik was hartstikke verkouden en liep voortdurend te snotteren en te snuiten. Bij mij is er dan ook nog een tamelijk makkelijke verbinding tussen mijn neus en mijn ogen. Die lijdt er niet alleen toe dat ik eventueel lucht uit mijn ogen kan persen, maar ook dat ik bij verkoudheid met rode ontstoken open rondloop die ik nauwelijks een paar minuten kan openhouden. Zaterdag de hele middag in bed gedoken. Vriend kocht vijf soorten kruiden en voerde me met zijn toverthee met honing. Zondag kwam ik er al het begin van de middag uit en hebben we ook nog in de bergen gewandeld. Hein draaide steeds popmuziek en draaide hits uit 1955 nadat hij mij gevraagd had van welk jaar ik ze graag had willen horen (1968). We hebben heerlijk gegeten in restaurants in Schmittlotheim, Frankenberg en Löhlbach en kwamen opnieuw tot de conclusie dat de prijs-kwaliteitverhouding van de horeca ook een positief getal kan opleveren, in tegenstelling tot in ons eigen landje.
Tussen de tijdschriften die er zwierven vond ik een National Geographic. In de editie van november 2007 staat een heel verhaal over het geheugen, dat zich volgens de auteurs in de hersenen bevindt. Wij hebben zo’n 100 miljard (100 G) zenuwcellen daar boven in ons hoofd, die elk 5.000 à 10.000 synaptische verbindingen met andere zenuwcellen kunnen maken. Wat moet het daar krioelen als ik een sudoku oplos! Op de een of andere manier wordt daaruit geconcludeerd dat er 500 a 1.000 biljoen (500 T à 1 P) synapsen zijn, maar de mijne raken hier het spoor al kwijt omdat ze het eerst over verbindingen tussen synapsen hadden en nu over de aantallen synapsen zelf. Ter vergelijking wordt de Amerikaanse Library of Congress erbij gesleept, waarvan de informatie in slechts 32 biljoen (32 T) bytes past, waarbij even vergeten wordt dat synapsen waarschijnlijk geen bytes (hexadecimale getallen tussen 0 en 255) kennen, maar bits (binaire getallen 0 en 1) zodat de vergelijking een factor 8 scheef gaat. Als lezer raak ik dan helemaal het spoor kwijt. Wat moet ik hier nou mee? Veel te technisch voor een weblog! En toch blijf ik me erover verwonderen dat men nog steeds denkt dat herinneringen in de hersenen zitten in plaats van dat ze zich gewoon in een collectief astraal of morfogenetisch veld (sommigen noemen het Akasha-records) bevinden waarmee onze hersenen contact maken of waaruit ze herinneringen kunnen downloaden. Afijn, we hebben het er nog wel eens over, wat mij betreft is het laatste woord hierover nog niet gezegd.
Ook vond ik een nummer van Happinez, nummer 5 van het afgelopen jaar met een artikel over celibatair leven: ‘Geen seks – wel verlichting’. Dat smaakt naar meer en ik herken veel en wat Anselm Grün en Gerhard Riedl hierover te vertellen hebben. Ik citeer de auteur van het artikel die over hun boek Mystiek en eros vertelt. Het is de kunst om heel je leven van sensualiteit te laten doordringen, want ‘dan bloeit eros op als heilige helende kracht’. En wat is eros dan precies? Eros is in het nu leven, het present zijn. Wanneer je helemaal in je aanrakingen leeft, helemaal in je handen, je huid, je lijf, dan voel je sensualiteit in alle vezels. Tegelijkertijd voel je wat mystiek is. Dan zijn mystiek en eros dus één en wordt het leven sprankelend. Wat ik hierin voel is dat de weg naar mystiek dóór het lichaam gaat, dóór sensualiteit. En ik herken de paradox dat je alleen afstand van je lichaam kunt nemen door het ten volle te beleven, door de erotiek tot in je vingertoppen te voelen tintelen. Dat heeft met seks te maken, maar het is geen seks die iets wil, die iets verlangt, die zo nodig moet klaarkomen. Je kunt steeds achter je pik aanlopen, maar je kunt ook gewoon genieten van het bruisende leven in je, zelfs terwijl je een weblog schrijft.
Terugdenkend aan 2007 concludeer ik dat er veel meer geschreven moet worden. Niet alleen weblogs, maar ook artikelen. Het onderwerp virtual reality is geknipt voor me en in alle variaties zou ik graag een en ander op zijn kop willen zetten. Second Life is daarbij een soort basisstation. Prana wil een (zelfs tamelijk lang) artikel van mij over dit onderwerp publiceren, maar het wachten is op een bijpassend themanummer. Wat mij niet moet weerhouden om verder te gaan schrijven, voor welk blad dan ook. Ik bedoel: ik ben nu 60 en dan wordt het toch een beetje tijd om te realiseren wat ik eigenlijk moet doen in het leven, waarvoor ik geschapen ben, wat de capaciteiten zijn die ik heb meegekregen. En dan kom ik met mijn haarscherpe driehoek tussen Neptunus aan de midhemel en Mercurius in mijn tweede huis toch echt hier terecht. In een wereld waarin ik speel met fantasie en werkelijkheid. Wat is waarheid? Heeft Bhagwan me daarom Satyamo genoemd, wat volgens hem allerhoogste waarheid betekent? Wat is echt en onecht? Loopt die vraag niet als een rode draad door mijn leven? ‘Hiervan ben je bezield, Satyamo,’ fluister ik mezelf toe als we naar het vuurwerk tussen de bergen in Frankenau kijken. ‘Schrijven moet je, joh, je kan het maar al te goed, ga schrijven! Volgens je horoscoop kan je er nog geld mee verdienen ook, stommeling!’ En zo heb ik dan toch weer een goed voornemen voor een nieuw jaar.