Alles is één

Date 5 juni 2008

In de theosofie spreekt men vaak in termen van involutie en evolutie, het afdalen van de geest in de stof, en het zich bevrijden van de geest uit de stof. Een pulserende beweging, die niet alleen de ontwikkeling van hele culturen kenmerkt, maar ook die van de individuele mens. De geest gaat in de stof wonen om daar ervaringen op te doen. En trekt zich later weer terug uit de stof omdat ze het een en ander heeft geleerd en het verder wel gezien heeft daar. Om dan later toch weer opnieuw een huis in de stof te zoeken. Involutie is inademing, en evolutie is uitademing. Het leven in de stof begint met een snak naar adem en eindigt, op weg terug naar de geest, met het uitblazen van de laatste adem. Niet alleen mensen ademen, maar ook planten en mineralen. En sterrenstelsels. En volgens sommige sterrenkundigen zelfs de hele kosmos.

Het gevaar van zo’n kijk op de werkelijkheid is dat je voor je het weet een dualisme, een sterk onderscheid tussen geest en stof hebt geschapen. Daarin verbindt in de loop van de evolutie het ‘hogere’, de geest, zich met het ‘lagere’, de stof. Alsof geest en stof wezenlijk verschillen, buiten elkaar kunnen bestaan, twee werelden vertegenwoordigen die niets met elkaar te maken hebben. Maar dan kun je echter nooit volhouden dat alles één is, terwijl dat juist de kern is van wat door zoveel mystici wordt beweerd. Bij hen is alles goddelijk, maar hoe is dat te rijmen met onze ervaring waarbij we onderscheid maken tussen de materiële en de geestelijke werelden?

Ik denk dat dit probleem makkelijk te tackelen is door niet te spreken van een geest die indaalt in de stof, maar van een geest die zichzelf verstoffelijkt. Stof is dan niets anders dan gestolde geest en geest niets anders dan gesmolten of vervluchtigde stof. Denk maar aan de aggregatietoestanden: vast, vloeibaar en gasvormig, ze zijn alle manifestaties van dezelfde stof. Of het nu om ijs, water of stoom gaat: het zijn allemaal watermoleculen. Zoals de fysieke wereld, naarmate je er dieper induikt, uit steeds minder verschillende soorten deeltjes blijkt te bestaan – van het bijna oneindige aantal verschillende stoffen om ons heen tot het beperkte aantal elementaire deeltjes dat we kennen – zou alles wel eens kunnen bestaan uit bouwsteentjes die je God, oermaterie, chi, ether, liefde, het veld, of misschien wel bewustzijn of het Niets zou kunnen noemen. Dan is alles bezield en één, en zijn involutie en evolutie daar manifestatievormen van. Een goddelijke dans, een goddelijk spel.

De inademing in de stof, de materie, is een weg van verharding, samentrekking, en voor je het weet verkramping. Er ontstaat oppervlaktespanning en daarmee de illusie van gescheidenheid (want die is er natuurlijk helemaal niet). Er ontstaat ‘ik’, zelfkennis en daarmee een bewustzijnskern, maar voor je het weet ook ego. De weg de stof in is er een van onderscheid, van vechten, van overleven, van survival of the fittest, van voor jezelf opkomen. Daar eet je vlees en planten en gaat jouw leven altijd ten koste van dat van een ander. Het is de wereld van eten en gegeten worden. Daar is niks mis mee als we ons bevrijden van vooringenomen ideeën over wat goed is en wat slecht. In het vaak zo verheerlijkte ‘natuurlijke’ leven eten veel dieren elkaar op, kunnen ze niet buiten elkaar als voedsel, en lijkt dit de meest gewone zaak ter wereld.

Dan wordt het tijd om gegeten te worden. Want na een dieptepunt van involutie, waar de kracht van zwaarte te sterk wordt en je daardoor tot bewustzijn van jezelf en het goddelijke wordt gedwongen, wil je weer terug naar huis, naar het besef en de ervaring van de eenheid van alles. Dan komt een verbindende liefde in het hart en wordt de onzinnigheid van het ego – hoe noodzakelijk dit ook was – doorzien en leef je in vertrouwen en overgave, en wil je eigenlijk niets liever dan jezelf in vervoering offeren aan het overweldigend grootste Al. Daar wil je jezelf verliezen in het goddelijke, jezelf schenken aan het mysterie. Daar maakt de spanning van de tijd plaats voor de vrijheid van de ruimte.

Zo is de dans van involutie en evolutie een dans van stof en geest, van spanning en ontspanning, van inademen en uitademen, van nemen en geven, van leven en sterven. Als we beseffen dat we beide zijn en ze niet wezenlijk van elkaar verschillen, dan stijgen we boven de tweeheid uit en worden we zelf weer één, heel. En van daaruit beseffen we zelf ook één te zijn met de wereld om ons heen, verdwijnen we in het bestaan, in een bewustzijn dat brandt op de energie van de eeuwige dans met en in de stof, die doorglansd is van het goddelijke dat in alles aanwezig is.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>