Realisme en idealisme

Date 9 september 2011

Als er iets is dat ons continu belazert is het wel ons brein. Ons denken. Onze hersenen. Niet te verwarren met bewustzijn, zoals zo vaak gebeurt. We zijn ons immers bewust van dat brein, dat denken, die hersenen, en dat betekent dat ons bewustzijn (subject) iets heel anders is dan wat daar allemaal in verschijnt (object). Je ziet dan ook vaak dat de term bewustzijn wordt verward met wat zich allemaal daarin voordoet, de bewustzijnsinhouden. Maar bewustzijn is echter niets anders dan een container waarin allemaal dingen verschijnen, en waarover je verder niets kan zeggen. Het is ook volstrekt onmogelijk om bewustzijn te veranderen of te verruimen, want wat je daar ook van meemaakt, jij blijft de getuige, het subject dat dat allemaal waarneemt. Als we ons met ons bewustzijn vereenzelvigen betekent dat automatisch dat we ons brein niet zijn. Maar als we ons met onze gedachten identificeren, zijn we wel ons brein, en niets is tragischer dan de uitspraak van Dick Swaab: ‘Wij zijn ons brein.’ Dan reduceer je jezelf tot een zombie. Een computer, een robot.

Maar die computer, ons brein, houdt ons voortdurend een schijnwereld voor. Die kan immers alleen maar denken in paren van tegenstellingen en het is de vraag in hoeverre dit ook in de echte wereld het geval is. Bij de Rozenkruisers noemen ze deze schijnwereld – die we ook van oude Oosterse religies onder de naam ‘maya’ kennen – de wereld van de dialectiek. Die staat tegenover die van de statica, en deze uitspraak zelf demonstreert al dat we niet anders dan in tegenstellingen kunnen denken. In de wereld van de statica (die voor zichzelf dus de enige echte wereld is omdat er geen tweeheid meer bestaat) is alles één en bezield van wat Ken Wilber ‘one taste’ noemt. En als ik op mijn eigen ervaring afga kan ik niets anders geloven dan dat alles inderdaad uiteindelijk één is. Je kan natuurlijk haat tegenover liefde stellen en dat is op papier makkelijk te doen. Maar als ik in real life (waar Second Life ook bij hoort, juist omdat alles één is, zeg ik met een knipoog) bij iemand ben en haat en boosheid merk, voel ik dat ook daar liefde achter zit. Een teleurstelling, verdriet om iemand of iets dat verloren of gekwetst is, een verlangen of verwachting die niet vervuld werd, een hart dat eigenlijk naar iets totaal anders verlangt dan dat waarmee het zich nu bezighoudt. Haat en kwaad zijn niet anders dan onbewustheid, illusies. En dat geldt ook voor liefde en deugd, voor zover je die als tegenpolen van liefde en haat ziet.

Die tegenstellingen zijn niets anders dan een truc om jezelf goed en veilig te voelen. Een overlevingsstrategie van het ik dat in eerste instantie in zichzelf moet blijven geloven en zich niet kan permitteren teveel in de leef-, gevoels- en gedachtenwereld van anderen te duiken. Maar een illusie blijft een illusie, een droom blijft een droom, en uiteindelijk dromen we alleen maar dat we dromen, net zoals we denken dat we kunnen denken. En dat wordt allemaal door het brein geproduceerd, ons denken dat net als een computer alleen kan werken met nullen en enen – hier excitatie en inhibitie geheten. Deze illusiemachine, die gespecialiseerd is in het zaaien van on-enigheid en tweespalt, zal nooit iets als waarheid en werkelijkheid kunnen vinden. Voor velen is dat dan reden om de strijd maar op te geven en zich aan postmoderne waardeloosheid over te geven, terwijl juist hier een kantelpunt is waar we ons ervan bewust kunnen worden dat we ons brein juist niet zijn.

De waarheid kan niet in woorden worden weergegeven – die kunnen hooguit wegwijzers zijn, ‘fingers pointing to the moon,’ zoals Bhagwan vaak zei, en dan is het zaak om niet naar de vingers te blijven kijken maar naar de maan. Er is meer waarheid te vinden in kunstvormen zoals poëzie en muziek dan in wetenschap. Tenzij de wetenschap zijn eigen hoogmoed en arrogantie doorziet en echt een sprong maakt van intellect naar intelligentie. Waar het zogenaamde realisme zijn beperktheid tot de materie durft op te geven en zich durft open te stellen voor andere en hogere werelden van ideeën en gedachten, waarvan zij afkomstig is. Waar astronomen niet meer hun wortels in de astrologie verfoeien, en farmaceuten niet meer hun roots in het rijk van geneeskrachtige kruiden ontkennen. Zo bekeken hebben realisten een heel beperkt idee van de werkelijkheid, terwijl idealisme ook het realisme insluit en daarom overstijgt. Idealisme, de motor achter alle ontwikkeling, is dan ook niet het tegengestelde van realisme, maar een uitbreiding daarvan. ‘Overstijgen en invouwen,’ zou Ken Wilber zeggen. Wil de echte realist opstaan?

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

1 reactie op “Realisme en idealisme”

  1. Mariette Roovers op Facebook zei:

    Leven zoals wij dat beleven is dus eigenlijk gewoon Maya (illlusie)…. 😉

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>