Mijn Wetenschappelijke Tante

Date 18 januari 2014

Vandaag is ze vijftien jaar geleden overleden, mijn Wetenschappelijke Tante. En het grappige is dat ik eigenlijk via haar mijn Wijze Tante heb leren kennen. Want hoezeer de zuster van mijn vader niets moest hebben van wat Mellie Uyldert verkondigde, ze belde haar elk jaar op om haar met haar verjaardag te feliciteren. Zo hoort het ook: je kunt het totaal met elkaar oneens zijn maar toch respect voor elkaar hebben. Sterker nog: dat is de definitie van respect. Aan de ene kant dubieuze materialistische organisaties als de Vereniging tegen de kwakzalverij en de Stichting Skepsis steunen, maar toch mij als vage astroloog verbinden met iemand die alternatieve geneeswijzen en soortgelijke onzin een warm hart toedraagt. En hem af en toe een briefje van honderd gulden toestoppen.

Pas in de jaren negentig leerde ik mijn Wetenschappelijke Tante goed kennen nadat mijn vader kort voor zijn overlijden, ondanks vele familiaire ruzies en onenigheden, op de valreep toch nog contact het haar had gezocht. Ja, als kind heeft ze me wel eens rondgeleid in het laboratorium aan de Polderweg waar ze werkte aan experimenten met ratten, en zelfs college gaf. Haar kinderloosheid compenseerde ze met onderzoek naar de pil, toen dat nog in een embryonaal stadium verkeerde. Zowat haar hele leven heeft ze gewoond in Het Nieuwe Huis, midden in de stad, en in mijn kinderjaren heb ik daar wel eens gelogeerd, en gegeten in het restaurant dat later een bibliotheek is geworden. Nu ik haar in 1992 weer opzocht was ze verhuisd naar een van de mooiste appartementjes op de zesde verdieping, met raampjes in de rondte die uitzicht gaven op de Van Baerlestraat met de Hemwegcentrale aan de horizon. Ze had haar laboratoriumjas aan. Gewoon omdat ze zich daar prettig in voelde, hoewel het volgens mij ook wel iets met status en zo te maken had.

Ja, in mijn ogen was ze ouderwets. Maar op een leuke manier ouderwets. Met een trotse glimlach was ze elitair en autoritair, en toch vond ik haar aardig en begreep ik eigenlijk weinig van de onenigheden die ze vrijwel continu met mijn ouders heeft gehad. Ze was nogal gezet omdat ze diabetes had. Al snel begeleidde ik haar regelmatig naar het AMC. Daar reed ik haar in een rolstoeltje rond, en moesten we soms eindeloos wachten omdat de tijd van specialisten nu eenmaal belangrijker was dan die van patiënten. Maar de oogarts liet me wel meekijken naar het laserbombardement op haar netvlies. Vaak at ik met haar in La Falote om de hoek, dat een uitstekende recensie had gehad van de in september overleden Johannes van Dam. Vriend en ik hebben haar ook een keer meegenomen naar de uitvoering van de Mattheuspassion in Naarden, hoewel we daar niets konden zien omdat we ergens achter het koor zaten zodat ik me afvroeg wat daar het nut van was, behalve dan dat we zouden kunnen zeggen dat we daar ooit eens geweest waren. Mijn Wetenschappelijke Tante was er ook bij toen ik met vrienden mijn vijftigste verjaardag vierde in de Bombay Inn, waar Vriend en ik regelmatig aten.

Ze had één verslaving: kijken naar The Bold and the Beautiful. Ik keek dus maar mee, of ging intussen wat in de keuken rommelen of haar administratie bijwerken. Dat laatste betekende hoofdzakelijk het op orde brengen van haar effectenportefeuille, zodat ik haar kon verblijden met de mededeling dat zij zich miljonair mocht noemen, wat zij helemaal niet wist. Het interesseerde haar geloof ik ook niet zo, in elk geval minder dan de familiestamboom waarbij ze me geholpen heeft die wat te ontrafelen. Eigenlijk hád ik niet zoveel met familie, maar nu vond ik het toch wel leuk om te ontdekken dat mensen als de scheikundige Leopold Gmelin tot mijn voorgeslacht behoren, samen met andere natuurwetenschappers die in de achttiende en negentiende eeuw in Tübingen, Göttingen en Heidelberg leefden. En dat is dan nog maar één tak van mijn familie. Een rare familie waarin eigenlijk van alles voorkomt, maar waarin voor mij teveel mensen met elkaar overhoop lagen om überhaupt in families te geloven. Mijn vrienden, dat is mijn familie, heb ik vaak als een echte Waterman geroepen.

Een wonderbaarlijke vrouw was ze, mijn Wetenschappelijke Tante. En het is bij tijd en wijle heel goed om op een prettige manier samen te zijn met mensen waarmee je het totaal oneens bent. Misschien zelfs beter dan altijd met je soortgenoten op te blijven trekken. Respect. Nogmaals dank, tante!

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

3 reacties op “Mijn Wetenschappelijke Tante”

  1. Theus zei:

    Goed stuk Satyamo. Respect is tenslotte één van de belangrijkste dingen in de onderlinge contacten van mensen. En daar valt, jammer genoeg, nog veel aan te verbeteren!
    Theus

  2. Marieke Uyldert zei:

    Mooi stuk Satyamo! Weet je dat ze oliebollen at op een bordje, met servet op schoot en met mes en vork? Dat heb ik nu zelfs doorverteld aan mijn kinderen…

  3. Smithc425 zei:

    You are my inspiration, I possess few web logs and rarely run out from to brand. dbdagedbbdkdedka

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>