Een eerlijk beroep
10 juni 2006
Met een lekke achterband gestrand in Blikkum. Vriend en ik besloten om naar het station terug te wandelen en bij de fietsenstalling aldaar verder te zien. Op de Nieuwegeppelerweg bleek een fietsenwinkel open te zijn omdat het koopavond was. Het wonder geschiedde: binnen anderhalf uur zou mijn fiets voorzien zijn van een nieuwe binnen- en buitenband. Dus wij samen naar een terrasje in de Revestraat gewandeld. Het was de eerste echte zomerdag van het jaar en ik kon mijn geluk niet op. Want waar vind je tegenwoordig nog iemand die stante pede je fiets repareert? Tegen negen uur teruggewandeld en mijn rijvaardige tweewieler weer in ontvangst genomen. De man een dikke fooi gegeven, want waar vind je nog mensen die met enthousiasme een eerlijk beroep uitoefenen zoals deze fietsenmaker?
Jaap Peters en Judith Pouw hebben een indrukwekkend boek geschreven met als titel Intensieve Menshouderij, en als subtitel Hoe Kwaliteit oplost in rationaliteit. ‘Mensen worden niet ziek van werken, wel van de wijze waarop werk is georganiseerd,’ staat in het voorwoord te lezen. Het boek staat vol met verhalen over hoe werknemers tot het uiterste worden uitgemolken, vooral door managers die alleen nog maar een abstracte Engelse MBA-taal kunnen uitkramen en leven in een meetbare wereld van targets, ISO 9000-normen, stappenplannen en outputs. En als beginnend raadslid heb ik geleerd dat plannen SMART moeten zijn: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden – volgens mij perfecte condities om alles wat maar een beetje origineel of creatief is in de kiem te smoren. En dat alles omdat het goed zou zijn voor de economie. Maar of de economie ook goed voor óns is lijkt niemand zich af te vragen.
Het boek laat zien hoe de economie zich als een totalitair systeem ontwikkelt. En geeft hiervan, wandelend door het Nederlandse bedrijfsleven, de overheid en zelfs in de sportwereld, veel voorbeelden. Niet echt om te lezen voor het slapen gaan, want je wordt er niet vrolijk van en na lezing kun je het woord ‘manager’ nog nauwelijks uit je strot krijgen. Enerzijds gaat het om de materie (geld, economie), anderzijds om rationaliteit (logica, denken). Opvallend is dat deze twee parallel lopen met twee ‘voertuigen’ van de mens, zoals we die kennen uit Indiase filosofieën en de daarop geïnspireerde theo- en antroposofie. Daarin heeft de mens een stoffelijk lichaam (materie) en een mentaal lichaam (denken).
Maar heeft hij of zij ook nog een astraal lichaam, dat over gevoel gaat. En dat is maar onhandig, niet meetbaar, onvoorspelbaar, eng. Veel gevoel betreft natuurlijk de onderbuik en primitieve emoties, wat de mens niet echt de kroon van de schepping maakt. Maar in het bestrijden hiervan wordt het kind met het badwater weggegooid, want er zijn ook hogere gevoelens zoals intuïtie en liefde waarvoor geen bestaansrecht meer overblijft. En dat is wat precies gebeurt: intuïtie is taboe, liefde is iets voor watjes, het hart is taboe. De wielrenner bepaalt zelf niet meer wanneer hij mag demarreren, want dat wordt bepaald door iemand in een auto achter hem, die met de computer het juiste moment daarvoor berekent.
Ga eens naar www.intensievemenshouderij.nl en zie hoe ik hier slechts een topje van de ijsberg aanroer. En dat er straks geen ijsbergen meer zijn betekent niet dat dan alle problemen uit de wereld zijn, heren managers! In iets warmer klimaten brachten de Azteken mensenoffers, waarbij het nog kloppende hart uit het slachtoffer werd gerukt. Reden genoeg voor Cortez om de Azteken en hun bloedige offers totaal uit te roeien. Maar daarin is hij kennelijk niet echt geslaagd, want ook nu worden nog regelmatig harten geofferd door de priesters van de alleenzaligmakende Economie. Gelukkig ontsnappen hier en daar mensen aan de intensieve menshouderij. Zoals deze fietsenmaker aan de Nieuwegeppelerweg in Blikkum. Op nummer 25.