Kosmologisch bewustzijn

Date 29 mei 2021

We zijn ontheemd. Dat is het gevoel dat ik overhoud van het lezen van In lichtjaren heeft niemand haast van Marjolijn van Heemstra, dat afgelopen week bij De Correspondent verscheen. Het is ‘een zoektocht naar meer ruimte in ons leven’ en dan heel letterlijk. De ruimte in. De rode draad van het boek is het overzichtseffect, de verpletterende en levensveranderende ervaring van veel ruimtevaarders toen ze de aarde zagen, zwevend als een blauwwitte bol in de oneindige leegte. Een gevoel van nabijheid dat juist door afstand ontstaat. Alsof je pas dan van de aarde kan houden. Ik voel me verwant met de schrijfster die naar een overweldigende verwondering zoekt die ze pas tussen de sterren kan vinden.

Ze zag de Hubble Ultra Deep Field in de Space Expo in Noordwijk, een samenstelling van observaties die door de beroemde telescoop was opgevangen en die haar deed denken aan een joodse scheppingsmythe waarin een vat vol licht in miljarden stukken breekt. Volgens mij is dat niet een mythe maar gewoon de realiteit, want we zijn uiteindelijk uit sterrenstof geboren. Ze citeert de theoloog Wil van den Bercken die de term ‘kosmologisch bewustzijn’ muntte: ‘Sinds ik me heb laten verpletteren door waar we ons bevinden sta ik anders in het leven. Het relativeert. En dan vooral de politieke waanzin. Alle grenzen die we trekken tussen onszelf en anderen zijn lachwekkend in het licht van onze aanwezigheid in de grenzeloze kosmos.’

Alsof we pas vanuit de diepe duisternis het licht kunnen zien. Heemstra vertelt over culturen waarin het duister een tijd is voor genezing, waar het juist aangemoedigd wordt om ’s nachts malend wakker te liggen, want pas dan kun je de volle omvang zien van pijn, twijfel en verdriet. Ze zoekt de donkerte op, wandelend over de nachtelijke Utrechts Heuvelrug of in het Vliegenbos vlak bij haar huis in Amsterdam-Noord. Ze vindt het verschrikkelijk dat er door lichtvervuiling steeds minder sterren te zien zijn, alsof we daarmee de band met onze oorsprong verliezen. ‘De ontdekking van het donker geeft me in de dagen en nachten die volgen een aangenaam gevoel van ruimte. Het is alsof er in mijn hoofd een luik is geopend dat wegleidt van dagen vol licht en haast.’ Sinds ik dat las denk ik in bed wel eens het plafond weg, en daarna het dak en de wolken, zodat ik de sterren weer zie.

Het boek staat vol wetenschappelijke ditjes en datjes. Dat we door de rotatie van de aarde op onze breedtegraad per uur een dikke duizend kilometer in de rondte draaien. Klopt, heb ik nagerekend. Maar door de baan die we jaarlijks om de zon draaien is dit zo’n honderd keer zoveel. Om niet te spreken over de verplaatsing van de zon in ons melkwegstelsel die nog eens zeven keer zo snel gaat. De schrijfster vertelt over reizen naar Mars en hoe reizigers zelfvoorzienend kunnen zijn door gebruikt voedsel en zuurstof te hergebruiken met behulp van algen. Over hoe het aardoppervlak onder onze voeten dertig centimeter op en neer deint door de aantrekkingskracht van de maan. Over de Voyagers I en II die in 1977 Golden Records meenamen opdat die ooit in een onmetelijk verre toekomst door een andere beschaving ontdekt en begrepen kunnen worden. Over de manier waarop naar tweelingplaneten van onze aarde wordt gezocht. Over een juridisch vacuüm: van wie is de ruimte eigenlijk?

Van reizen in de ruimte kan je een ‘astrofobie’ oplopen, want je raakt elk gevoel voor oriëntatie kwijt. Daar is geen boven en beneden, en kan je je aardig verloren en eenzaam voelen in de peilloze zwarte diepte of hoogte. ‘To boldly go where no one has gone before’ is een niet te onderschatten uitdaging. Maar voor mij persoonlijk hoeven we niet zo nodig de ruimte in. Het liefst laat ik andere werelden zoveel mogelijk met rust, en besmet ik ze niet met onze aardse troep. Tenzij we van onze ruimtereizen iets kunnen leren dat veel astronauten is overkomen: kosmologisch bewustzijn.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>