Concert voor George
14 december 2021
Ik moest ervan huilen. Letterlijk. Omdat ik het zo ontzettend mooi vond. Allemaal babyboomers op het podium in een overladen Royal Albert Hall, die een hommage brachten aan George Harrison, die precies een jaar eerder was overleden. Het is 29 november 2002. Ik had de registratie van dit concert nooit eerder gezien, en kwam deze via internet op het spoor omdat George onlangs twintig jaar geleden is overleden. Hij was 58 jaar oud. Volgens velen te jong gestorven, maar ik weet niet of er een bepaalde leeftijd is waarop mensen horen dood te gaan. John Lennon was een leven van maar veertig jaar beschoren. Paul en Ringo zijn er nog steeds. Ook op het podium, waar een avond lang songs van George worden gespeeld. Wat is het toch wat mij zo ontroert? Iets van broederschap, het delen van liefde voor George en wat hij voor The Beatles heeft betekend. Alsof met zo’n concert zijn muziek vereeuwigd wordt.
De eerste clip die ik zag was While My Guitar Gently Weeps. Die heb ik tientallen keren bekeken en beluisterd. Eric Clapton zingt en laat zijn gitaar janken. Tussen alle vergrijsde ouderen staat een jonge knaap in een witte jurk op het podium, Georges zoon Dhani, 24 jaar, voor wie dit concert extra emotioneel moet zijn om dit een jaar na het overlijden van zijn vader mee te maken. Van alle Beatles was George de meest spirituele, zoals te horen is in zijn Within You Without You, het minst bekende nummer van het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Ja, The Beatles waren in 1968 in India bij Maharishi Mahesh Yogi, de grondlegger van de transcendente meditatie die zijn gemeenschap voorgoed in 1991 vestigde in Vlodrop, waar George hem in datzelfde jaar en Paul hem in 1998 nog bezocht. Het latere solowerk van George is het meest spiritueel gekleurd, zoals in zijn song All Things Must Pass.
En natuurlijk My Sweet Lord, dat in het concert prachtig gezongen wordt door Billy Preston achter de toetsen, alsof niemand dat beter en meer bevlogen had kunnen zingen dan hij. Tranen in mijn ogen. Bezieling. Schoonheid. Blijdschap. Dat ik dit nog mag meemaken. In de jaren zestig leefde ik in de nogal vanzelfsprekende veronderstelling dat popmuziek eens voorbij zou gaan, en het maakt me tot vandaag de dag blij hoe er concerten worden gegeven waarin de songs van vroeger in leven worden gehouden. Ook door jongeren zoals The Analogues, die vandaag de dag albums van The Beatles perfect naspelen en daarmee volle zalen trekken. Geen covers waarin een eigen interpretatie wordt gespeeld, maar gewoon de originelen. Ik hou niet van de covers zoals dj’s die graag ten gehore brengen, vaak ondersteund met een rhytmbox en andere effecten om de muziek op een stevige beat lekker te laten swingen. Zo herhaalt zich binnen de popscene dezelfde discussie die bij klassieke muziek in de tweede helft van de vorige eeuw oplaaide onder leiding van mensen als Harnoncourt, Brüggen en Herreweghe die muziek zo authentiek mogelijk wilden laten klinken.
Ook Paul houdt zich daar even niet aan als hij voor het lied Something met een ukelele op het podium verschijnt om daarmee op zijn eigen alternatieve wijze deze song ten gehore te brengen. Maar halverwege pakt Eric weer zijn gitaar en zingt hij samen met Paul en het volle orkest de tweede helft van het lied, waarna ze elkaar even omhelzen. Op het internet vind ik nog meer songs van dit concert, zoals Isn’t It a Pity, Handle with Care en All Things Must Pass. En de ontroerende door Joe Brown gezongen finale I’ll See You in My Dreams waarbij iedereen gaat staan en dat zelfs Dhani teveel lijkt te worden. Eigenlijk een prachtig kerstlied. Ik ga mezelf op de nogal prijzige dvd-box trakteren, dat lijkt me wel iets voor de kerst. Misschien dat ik dan weer wat ga zitten janken, maar dat is voor een Waterman zoals ik best goed. Dan raak ik verbonden met een mysterie dat boven mezelf uitstijgt. Met een universele liefde die we na de jaren zestig hebben verloren. Dank dank dank allemaal!