De waan van alle dagen

Date 10 mei 2022

‘Nieuws gaat meestal over wat er vandaag gebeurt, maar zelden over wat er elke dag gebeurt. Het richt zich op de uitzonderingen, waardoor de regel buiten beschouwing blijft,’ Aldus het Manifest van De Correspondent, het journalistieke platform waarover ik als ‘lid van het eerste uur’ nog steeds heel enthousiast ben. ‘Onze correspondenten laten zich niet leiden door de waan van de dag, maar richten hun aandacht op structurele ontwikkelingen in onze samenleving en in de wereld. Anders gezegd: wij vertellen je niet over het weer, maar over het klimaat – en hopen je zo dieper inzicht te geven in hoe de wereld werkt.’ In mijn eigen woorden: het gaat niet zozeer over het meestal sensationele nieuws zelf, maar over onderliggende structuren die minder zichtbaar zijn maar die wél een vaak langdurige impact hebben op wat ons via de media bereikt. Het voorbeeld dat het niet over weer gaat, maar over het klimaat verduidelijkt dit. Je zou ook kunnen zeggen dat het niet zozeer over de golven gaat maar over de zee. Of over nieuws dat niet inzoomt op wat er gebeurt, maar wat juist uitzoomt om het in een groter perspectief te bekijken.

Er is oorlog in Oekraïne. In Afghanistan moeten vrouwen van de Taliban thuis blijven. In de Verenigde Staten wordt abortus weer verboden. In China slaat covid toe. In ons land zijn dodelijke schietpartijen. Wereldwijd veroorzaakt de klimaatverandering steeds meer rampen. Dit alles en nog veel meer is allemaal het nieuws waarmee we dagelijks worden overspoeld. Wat is hier de grootste gemene deler van? Als we uitzoomen zien we verschijnselen als machtswellust (agressie zoals oorlog en moord), overconsumptie (met klimaatverandering en ziektes zoals covid als gevolg) en religie (abortuswetgeving en Taliban). Wellicht zijn er nog meer onderliggende oorzaken te vinden, maar het loont wel de moeite om nog verder te gaan uitzoomen en ons af te vragen of er een gemeenschappelijke wortel is van machtswellust, overconsumptie en religie. Dan komen we al gauw bij onzekerheid en angst terecht. Angst dat het eigen land door andere landen wordt overheerst. Angst voor de toekomst waarvoor we ons veilig willen stellen en zoveel bezittingen gaan hamsteren. Angst dat onze eigen religie wel eens niet de enige ware religie zou blijken te zijn.

Met minder angst zou er minder agressie, overconsumptie en religie zijn. Je kan het ook omdraaien, zodat de wereld er beter uit zou zien als we meer vertrouwen hadden, wat de tegenpool is van angst. Hoewel angst zeker zijn nut heeft, bijvoorbeeld in het verkeer, is het steeds meer een eigen leven gaan leiden en manifesteert die zich heel vaak in omstandigheden waar die helemaal geen nut meer heeft. Zo is een angst voor spinnen geen ‘realangst’ omdat ze niet op de realiteit is gebaseerd, maar we zien deze beestjes toch liever niet in onze slaapkamers rondwandelen. Alsof de angst – zelfs nu zij niet meer het nut heeft dat zij voor onze verre voorouders ongetwijfeld had – zélf wil overleven. Dan wordt angst heel snel iets wat zichzelf gaat bevestigen en rechtvaardigen. Als ik te bang ben om weer op de fiets te stappen, ga ik slingeren en ongelukken maken, want ik ben te sterk gefocust op wat er allemaal mis zou kunnen gaan. ‘De mens lijdt dikwijls ’t meest door ’t lijden dat hij vreest, maar dat nooit op komt dagen,’ noteerde mijn vader eens voor het bange kind dat ik was. ‘Zo heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft.’

Zo uitzoomend zie ik dat oorlog, klimaatverandering en abortuswetgeving hun wortels hebben in machtswellust, overconsumptie en religie, die allemaal zijn voortgekomen uit angst. Het is nu alsof ik vanuit de ruimte de hele wereldbol in zicht heb, een aarde die in een grote mist van angst is ondergedompeld. Maar waarvoor zijn we uiteindelijk bang? Wat is die angst die bijna iedereen heeft? Het antwoord ligt voor de hand. Voor de dood. Of beter: voor het sterven. Die twee begrippen worden wel eens, zelfs door Osho, door elkaar heen gebruikt. Sterven is een dynamisch proces, een dood gaan, een overgang waarin je nog leeft, varend over de Styx. En dood is iets statisch waarover niets te zeggen valt, de Hades waarover we alleen maar kunnen speculeren zoals bij een geloof in hel, vagevuur en paradijs. In plaats van te spreken over ‘leven na de dood’ is het correcter om te spreken over ‘leven na het sterven’. Hoe dan ook: sterven doen de meesten van ons niet graag. En als we er zelf voor kiezen is het eerder een vlucht uit ons lijden dan een nieuwsgierig verlangen om dit mysterie eens mee te maken. De meeste mensen zijn bang om te sterven, om te verdwijnen en vergeten te worden, om er niet meer te zijn. Sommigen vinden er troost in dat hun kinderen of werken nog een lang bestaan is beschoren, hoewel ook die het eeuwige leven niet hebben.

Het is verwonderlijk dat we die verdwijnangst hebben, want we weten meestal niet eens wie of wat dat ‘ik’ is dat zich zo graag wil handhaven. Is het eigenlijk niet heel egoïstisch om je aan je eigen ik te blijven vastklampen, iets wat ontegenzeggelijk tot angst moet leiden? Creëren wie niet de angst in de hele wereld door allemaal in onze ikjes te blijven geloven? Wat – weer inzoomend via religie, overconsumptie en agressie – in het ergste geval leidt tot de vernietiging van onze planeet? En eigenlijk is het ik die angst, een soort oppervlaktespanning die we als een veiligheidsschild om ons heen hebben opgetrokken. Maar ons ik zijn we niet meer verbonden met elkaar, met de natuur, de wereld, met de kosmos. Met ons ik denken we ervan afgescheiden te zijn, zelfstandig te functioneren in plaats van ons een deel te weten in een gigantisch organisch geheel. Als we beginnen te beseffen dat het juist dat bange ik is dat zoveel ellende veroorzaakt, dan wordt het urgent om dat eens te gaan onderzoeken. Ben ik mijn lichaam? Ben ik mijn persoonlijkheid? Het enige constante dat na het schillen van onszelf overblijft is ons bewustzijn waarin dit zich allemaal voordoet.

Bewustzijn – en daarmee bedoel ik niet de inhoud ervan, wat zich er allemaal in voordoet – is datgene wat we allemaal hebben, voor iedereen hetzelfde is en altijd bij ons blijft. Bewustzijn heeft geen oordelen, evenmin als een filmdoek over wat erop wordt geprojecteerd. Bewustzijn is stil en leeg en kent geen angst, en is daarmee het enige vredige en rustige in ons. Het is het enige waarmee we ons kunnen identificeren, hoewel er tegelijk geen ik meer is in de betekenis van lichaam of persoonlijkheid. Deze laatste zijn immers de inhoud van het bewustzijn en niet het bewustzijn zelf. Sommigen noemen dit bewustzijn het Niets of Leegte. Al met al mag duidelijk zijn dat dit zelfonderzoek voorbij lichaam en persoonlijkheid – ook meditatie genoemd – de hoogste prioriteit heeft. Want bewustzijn kent geen angst. Het gnothi seauton, ken uzelve, is noodzakelijker dan ooit. Als je jezelf kent zul je daar niet meteen de hele wereld mee redden, maar velen zijn er toch mee begonnen en het kan best aanstekelijk zijn. Meditatie wordt vaak als iets passiefs, zo niet egocentrisch en wereld verzakend gezien, maar het legt de enige bron open waaruit het goede, het schone en het ware kunnen opbloeien. Zonder dat blijft alle betrokkenheid, politiek en maatschappelijk engagement dweilen met de kraan open.

De waan van alle dagen is dat wij als afzonderlijke individuen bestaan, dat we allemaal ikjes zijn. Die nauwelijks met elkaar zijn verbonden. Die met elkaar moeten vechten om sterk te worden. Die met elkaar in een zogenaamde vrije markt moeten concurreren. Die in coalities of opposities zitten. Die links of rechts zijn. Tweedelingen verscheuren ons omdat ze een bijgeloof zijn. Eigenlijk is elk geloof een bijgeloof, omdat ze uitgaat van aannames in plaats van eigen ervaring. De waan van de dag en van alle dagen ben ik zelf.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>