E-bikes

Date 18 mei 2022

Ik fiets niet meer. Als ik maar een beetje achterom kijk begin ik al te slingeren. Dat hoeft op zich niet zo erg te zijn als je daarvoor wat ruimte hebt. En die heb je niet als je op het fietspad weer eens belaagd wordt door zo’n horde sportieve racefietsers. Als ze je van achteren bestormen gaan ze schreeuwen omdat ze geen bel op hun fiets hebben. Dat rechts voorrang heeft is hen ook onbekend, en als je dat toch zou nemen is een geweldige ravage gegarandeerd. Als ze je tegemoet komen kun je het beste aan of over de rand van het fietspad gaan rijden, want ze blijven rustig naast elkaar scheuren. En nu wordt het alleen maar erger met al die fietsen met hulpmotor, ook wel e-bikes genoemd. Ik heb de neiging dat kinderachtig te vinden, iets voor watjes. Gebruik toch je eigen spieren, stelletje homo’s!

Fietsers die op e-bikes rijden moeten zich diep schamen. Aldus Erik Koletzki, theatertechnicus en fietsliefhebber op 10 mei in de NRC. Hij ziet vooral gezonde mensen elektrisch fietsen. In 2019 was ruim een kwart van alle gefietste kilometers elektrisch. Voor het huidige jaar gaat hij uit van 37 procent is, een verwachting van drie jaar geleden. We fietsen jaarlijks 15 miljard kilometer in ons land, waarvan dan 5,5 miljard kilometer elektrisch. Uitgaande van 8 wattuur per kilometer komt hij dan op 44,4 gigawattuur dat we jaarlijks elektrisch wegfietsen. Dat is volgens Koletzki de opbrengst van 7 grote windmolens van 3 megawatt. Je kan daarmee een kleine gemeente als Harlingen van stroom voorzien, concludeert hij. Globaal klopt dat volgens mij allemaal wel, want ik zat natuurlijk wel een beetje te factchecken. Eén zo’n grote windmolen is goed voor zo’n 2000 inwoners ofwel een kleine 1000 huishoudens. ‘Dus beste e-biker,’ concludeert de auteur, ‘ga je heel snel diep schamen.’

Dat schoot in het verkeerde keelgat van Marcel van Roosmalen. Op zich niet zo bijzonder, want hij heeft meerdere verkeerde keelgaten. Maar berg je maar als dat gebeurt, zoals in zijn column op 11 mei. Hij vindt Koletzki ‘een van de vele zeurburgers die denkt bij te dragen aan de oplossing van het klimaatprobleem door zijn pijlen te richten op de kleine vissen.’ We moeten ons tegenwoordig voor alles schamen, en daar heeft Marcel geen zin in. ‘Mogen we straks ook geen keukenapparatuur meer gebruiken omdat je beslag net als vroeger ook wel handmatig kunt kloppen?’ Nee, we moeten een vuist maken tegen de échte vervuilers. ‘Schiphol inkrimpen, geen cruiseschepen in Nederlandse havens, het autorijden zwaarder belasten en het terugdringen van de intensieve veehouderij.’ Met als conclusie: ‘Fiets in de plomp met je gezeur.’ Net als Koletzki heeft ook hij een punt. Onze overheid heeft de gave om problemen over schuttingen te gooien om er vervolgens zelf weinig aan te hoeven doen. Met als gevolg dat het mij steeds meer tegenstaat om afval over drie bakken te sorteren terwijl boven mijn hoofd er weer rustig op los wordt gevlogen. Soms denk ik wel eens dat we daar collectief net zolang mee moeten staken totdat Schiphol wél wordt aangepakt.

Op dezelfde dag reageert Jasper Boter in de brievenrubriek van de NRC. ‘Voor woon-werkverkeer onder de 20 kilometer is de e-bike een fantastisch alternatief voor de auto. Je komt niet bezweet aan, je hebt een frisse neus gehaald en tegenwind is geen probleem. Even naar die ene winkel aan de andere kant van de stad, een kind ophalen van school, allemaal ritjes waarvan de e-bike de drempel enorm verlaagt om de auto te laten staan. Dus niet de e-biker moet zich schamen, nee, iedereen die voor ritjes onder de 10 kilometer de auto neemt moet zich schamen!’ Ik heb een buurman – met wie ik het overigens uitstekend kan vinden – er wel eens vrolijk en luchtig op aangesproken dat hij de auto nam om boodschappen vlakbij te doen, en nadien heb ik hem daar niet meer op kunnen betrappen. Maar voor het van school ophalen van je kind heb je volgens mij zelfs geen e-bike nodig omdat dat überhaupt onzin is. Het argument daarvoor is dan dat het te gevaarlijk voor kinderen is om lopend of fietsend naar school te gaan. Maar dat probleem veroorzaken jullie zélf, ongeruste ouders!

Op 12 mei reageert Niek Gilhoorn in de brievenrubriek van NRC. Hij woont 20 kilometer van zijn werk, en dankzij zijn e-bike hoeft hij niet meer de auto te nemen en dat is winst. Fietsen naar zijn werk is vanwege de tijd die dat kost geen optie, en bovendien zou hij dan meer moeten douchen, wat we eigenlijk veel minder zouden moeten doen. Op 13 mei twee brieven. Volgens Lowie Gilisen slaat Van Roosmalen de plank mis omdat die alleen ‘de echte vervuilers’ wil aanpakken. Maar er is geen sprake van ‘of-of’ maar van ‘en-en’ en de columnist van de NRC draagt zodoende niet bij aan een betrokken bewustwording van burgers. Leo Verhoef reageert op de eerdere brief van Boter en vindt dat die het zelf is die zich moet schamen omdat je voor die 10 kilometer best een traditionele fiets kan gebruiken. Bovendien zijn er ‘hele volksstammen voor wie, vanwege leeftijd of lichamelijke beperking, de auto de enige mogelijkheid is om aan het openbare leven deel te nemen.’ Voor mij niet, trouwens, want ik heb geen auto.

14 mei. Drie brieven. Voor de 81-jarige Klaas Timmerman was de aanschaf van zijn e-bike ‘de beste beslissing ooit’ sinds hij ging lijden aan hartritmestoornissen bij langere tochten. Al e-bikend heeft hij inmiddels half Europa gezien. ‘Dat argument over het elektroverbruik is kul, voor een paar dubbeltjes batterijlading rijd je 120 km. Kunnen we stoppen met het zwart maken en betuttelen van ons als vrolijke e-bikers?’ Volgens Annelies Sturm legt Van Roosmalen de schuld bij anderen om zelf vrijuit te gaan. ‘Maar als hij, zoals hij oppert, zichzelf aan een staldeur vastketent, een landingsbaan blokkeert en op de snelweg gaat zitten, dan trek ik deze woorden in, want dan toont hij zich écht betrokken en dat is dan in elk geval iets.’ Tenslotte neemt F.M. Boon het op voor Koletzki, wiens betoog de aanleiding was voor de hausse van ingezonden brieven bij NRC. Volgens hem is de e-bike meestal een ‘populair hebbedingetje geworden van door haast en gemak gedreven moderne mensen.’ Hij wijst daarbij op vooral manlijke jongeren die er trots als pauwen op rondrijden.

Wat zijn nu de argumenten vóór de e-bike? Mensen met lichamelijke beperkingen, waaronder ouderen, kunnen zich er beter mee verplaatsen. Je verplaatst je sneller. Als je ver, maar niet té ver, van je werk woont – en het weer het toestaat – kan de e-bike de auto vervangen, wat natuurlijk winst is. Minder zweet dus minder hoeven douchen. Wat is er tégen de e-bike? Minder lichamelijke beweging maakt minder gezond. Er wordt meer elektriciteit gebruikt. En ze kunnen een gevaar op het fietspad zijn als ze harder dan 30 kilometer rijden. Al met al is het moeilijk om voor of tegen de e-bike te zijn. Dat is te simpel omdat je per geval zowel de conditie van de gebruiker als zijn diverse omstandigheden moet wegen. Dat geldt niet alleen voor e-bikes, maar eigenlijk voor alles, want je kan niets los zien van de vele soorten gebruikers met hun innerlijke en uiterlijke contexten. Uiteindelijk is alles één geheel, en dat maakt het vaak moeilijk om voor of tegen iets in zijn algemeenheid te zijn. Moet ik voor of tegen geld zijn? Voor of tegen medicijnen? Voor of tegen wapens?

In grote lijnen ben ik tegen snelfietsen, dat wel. Omdat ik het onzin vind. Ik moet dus heel goed letten op waarom er iemand op zo’n ding voorbij scheurt. Want ‘elk nadeel hep se voordeel,’ zoals een beroemd filosoof eens zei. En dat geldt ook voor e-bikes.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>