Identiteit bewijzen
29 mei 2022
Opsporing verzocht. Om de moord op de dertienjarige Sedar Soares op te lossen publiceerde de politie een deepfake filmpje waarin het slachtoffer kunstmatig tot leven wordt gebracht. Het lijkt net echt en laat maar weer eens zien hoe makkelijk beeldmanipulatie is. Dat betekent dat dit ons allemaal kan overkomen, dat er een beeld stem van ons op het internet rond kan verschijnen wat we in werkelijkheid helemaal niet zijn. Ja, de politie vermeldde er keurig bij dat het een gemanipuleerd filmpje was, net De Correspondent dat deed bij de toespraak van Mark Rutte die daar was te zien. Maar wat als we die toelichting gaan weglaten? Hoe weten anderen dan nog wie je in werkelijkheid bent? Willen de échte Sedar en Mark opstaan? En hoe bewijs je dan dat je iemand zélf bent? Eng hoor! Ik moet wel eens aan Atlantis denken, waarvan soms beweerd wordt dat het aan technologie ten onder ging, lang voordat er we een hele oceaan naar hebben genoemd. Oceaan. Neptunus. Chaos. Entropie. Verwarring. Dromen. Bedrog. Alles loopt versmolten door elkaar heen.
Technologie zet onze eigen identiteit op losse schroeven. Een half jaar geleden stond ik met Vriend voor de balie van de administratie van ons ziekenhuis. Hij moest zijn e-mailadres bevestigen. Dat kon door hem een code naar zijn telefoon te sturen. Maar hij heeft geen smartphone, en dat lijkt me wel zo rustig. Met DigiD dan? Heeft hij ook niet, wegens een toch niet geheel ongezond wantrouwen jegens de technologie van de overheid. Het tonen van zijn legitimatie was niet voldoende. Hoeveel is een identiteitsbewijs waard als je er niets mee kunt? Net zoals contant geld soms niets waard is, zoals we eens bij het Eye Filmmuseum meemaakten. Daar stonden we dus voor de balie in het ziekenhuis. Ik wees naar Vriend en zei dat hij toch écht in levenden lijve naast mij stond. Maar de medewerker kon niets voor hem doen. ‘De computer.’ Ik zei dat de ontwikkelaar van die software niet goed bij zijn hoofd was. En Vriend ontvangt voortaan alles voortaan dus lekker ouderwets per post.
Zo worden we steeds meer door de computer geleefd. Diezelfde computer die soms vraagt of ík een robot ben! Kijk naar je eige! Het is doodvermoeiend om steeds weer te bevestigen dat je jezelf bent. Tweetrapsverificatie. Wanneer komt de derde trap van deze raket die ons tegen diefstal van onze identiteit wil beschermen? Tegelijk zullen er talloze websites en bedrijven zijn die van alles al van mij hebben – mijn burgerservicenummer, kopieën van mijn identiteitskaart, bankrekeningnummers en zo – wat die ingewikkelde verificaties zo noodzakelijk maakt. Alleen mijn wachtwoorden hebben ze niet. Hoop ik. Intussen zijn onze mobieltjes zowat het meest belangrijk geworden voor onze identificatie. Want die hebben we altijd bij ons en zijn zelf met een wachtwoord of vingerafdruk beveiligd. Is het eigenlijk niet raar dat ik steeds moet bewijzen dat ik mezelf ben? Sinds 2005 moeten we een identiteitsbewijs bij ons dragen. Ik vroeg me af hoe dat bij het zwemmen zou moeten. Maar het schijnt ook voldoende te zijn als je hem kan tonen, dus dat scheelt weer ruimte in mijn zwembroek.
Een ding moet ik wel toegeven. Soms weet ik zelf niet meer wie ik ben. Want als Vriend vraagt hoe het in Second Life was, vertel ik mijn verhaal automatisch in de eerste persoon. ‘Ik heb Yahkey weer ontmoet,’ zeg ik bijvoorbeeld, met mijn avatar in de eerste persoon enkelvoud. Wie ben ik? Satyamo die in Second Life Ganymedes is? Wie ben ik? Dat is in spirituele kringen de eerste vraag die je jezelf zou moeten stellen. Eigenlijk is het een koan, zo’n vraag die niet te beantwoorden is en daarom in zichzelf moet oplossen. Het meest radicale antwoord op die vraag is dat je niet bestaat. Wel zo makkelijk eigenlijk. Maar voor leven zonder identiteit moet je wel verlicht zijn, en dat ben ik nog niet. Denk ik. Dus het blijft behelpen. En wie weet is de collectieve identiteitscrisis wel een spirituele crisis waarin we ons dank zij computers en internet ongedacht hebben gestort.
Hoewel quantumtechnologie waarschijnlijk dé ideale oplossing voor beveiliging gaat opleveren, moeten we ons voorlopig behelpen met onze telefoontjes. Ik heb een mobieltje, dus ik ben.