Wij cyborgs

Date 18 september 2022

Sinds dinsdag heb ik een brug in mijn mond. Een kies was reddeloos verloren, dus er moest een nieuwe worden gemaakt, die dan gedragen wordt door de twee buren van hem. Afgelopen week dus die zieke kies eruit en meteen die brug geplaatst. Bij thuiskomst twee paracetamolletjes. Om half negen nog een en om half één twee om pijnloos te slapen. De hele dag en avond proefde ik nog wat bloed. Ik was duf en mijn kaak bleef zich verstijfd voelen. Maar de volgende ochtend was de pijn over. De zoveelste ingreep in mijn lijf want ik begin van al die reparaties een beetje moe te worden. Heeft natuurlijk ook met mijn leeftijd te maken. Hoe lang blijf je ermee doorgaan met je lichaam te repareren?

Tijdens corona heb ik van van alles last gehad, behalve van corona. Eerst gordelroos waarvan ik tot vandaag de dag witte vlekjes heb rond mijn prikkelbare schouder die soms een stuk of zes pijnscheuten mijn lijf in stuurt. Wat is pijn eigenlijk? Wat voel ik eigenlijk? Om je dat af te vragen moet je een Satyamo zijn. Mijn zelftests voor corona waren negatief. Nou, en de maanden erna vond ik mijn hart soms wel héél langzaam gaan kloppen. Op naar de cardioloog, wat resulteerde in het plaatsen van een pacemaker. Mijn hart klopt nu minimaal één keer per seconde. Maar hoe kan ik ooit doodgaan als mijn hart blijft kloppen? Om je dat af te vragen moet je een Satyamo zijn. En mijn zelftests bleken negatief. Volgende. Moeite met staan en lopen. De fysiotherapeut vertrouwde het niet, met als gevolg dat ik voor een nieuwe heup op de operatietafel belandde. Daar móét ik meegemaakt hebben hoe ik onder narcose werd gebracht, maar ik herinner me er niets van. Hersenexperts hebben daar wel een verklaring voor, iets met het korte- en langetermijngeheugen en zo. Maar om daar toch over te blijven puzzelen moet je een Satyamo zijn. En nog steeds bleven mijn zelftests negatief.

Hoe zou mijn leven geweest zijn zonder allemaal medische ingrepen en reparaties? Wat zou er van me zijn overgebleven als ik een jager-verzamelaar van zo’n achtduizend jaar geleden was? Niet veel. Het begon met een gespalkte pols toen ik een jaar of elf was. Ik was alleen thuis en oefende hoe ik een inbreker een klap zou verkopen. Maar die indringer was een deurpost zodat ik een middenhandsbeentje brak. Gips en mitella dus. Rond mijn twaalfde kwamen ze er eindelijk achter dat ik slecht zag – iets wat ik heel goed wist te verbergen – dus kreeg ik een bril. Later kwam mijn gebit aan de beurt, dat door diverse studenten en tandartsen in de loop der jaren met amalgaam, goud en composiet is gevuld en afgelopen week dus met een brug. Ergens in de jaren negentig had ook een blaasontsteking, bloed plassen dus. Aan de antibiotica. En rond de eeuwwisseling kreeg ik gehoorapparaatjes, want ik ben slecht in hoge tonen. Vriend is slecht in lage tonen, dus we vullen elkaar goed aan. Verder hier en daar wat wratjes laten weghalen met vloeibare stikstof. Recent zelfs nog. ‘Stikstof genoeg,’ grapte ik. Maar dat zijn allemaal heel gewone dingen en toch kunnen we niet zonder.

Probeer eens een volwassene te vinden zonder bril, met een nog gaaf gebit, die nooit medicijnen heeft gehad en in wiens lijf nooit iets is gerepareerd. Daarvoor moet je echt minstens zo’n achtduizend jaar geleden bij de jagers-verzamelaars zijn. Nadeel is wel dat die veel korter leefden. Voordeel is wel dat die veel meer vrije tijd hadden. Ik betwijfel of we nu gelukkiger leven dan deze verre voorouders. Een zeker reactionarisme is me niet vreemd. Je weet wel, dat vroeger alles beter was. Toen kwaliteit van leven nog prevaleerde boven de kwantiteit, de duur ervan. Alle ellende begon met de landbouwrevolutie: het bezit van land ontstond en daarmee hebberigheid en ego’s. Dat had allemaal nooit hoeven gebeuren. Met alle technologie worden we meer en meer omgevormd tot cyborgs. Mijn Second Life-vriendje Robbie zit vol met metaal en kan geen toetsenbord meer bedienen. Bij veel mensen zijn de eerste hersenimplantaten al geplaatst. Op naar de Homo Deus! Hoewel ik me best thuis voel in de medische wereld, word ik heel geleidelijk meer moe van al die reparaties in mijn lijf. Nog niet moe genoeg om er nu al uit te willen stappen, maar waar gaat de grens liggen? En zouden mensen niet nog veel meer het recht moeten hebben om te bepalen wanneer het leven mooi genoeg is geweest? Ja dus.

Als reïncarnatie bestaat – zoals Osho beweert – zou ik graag zo’n achtduizend jaar terug willen gaan. Jagen en verzamelen, leven in en met de natuur, veel vrije tijd, leven in een kleine groep en naar de sterren kijken. Een korter leven, maar wel een gezond leven. Maar om dit soort wensen te hebben moet je een Satyamo zijn.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>