Vrije vogels
24 december 2022
De afgelopen dagen piepten er veel vogels rond ons huis. Ik betrapte boomkruipers, eksters, goudvinken, houtduiven, kauwen, koolmezen, pimpelmezen, roodborsten en spreeuwen. Niet dat ik ze allemaal gezien heb, maar omdat ik ze gehoord heb. Of beter, de app BirdNET heeft hen beluisterd. Je drukt op de microfoon, waarna een audiogram over het scherm gaat lopen. Daarin markeer je een stukje geluid, en nadat je op de knop ‘analyseer’ hebt gedrukt vertelt de app welke vogel je hebt gehoord. Ook wordt erbij vermeld of de conclusie van hun servers, die jouw geluidsbestanden van een paar seconden verwerken, ‘vrijwel zeker’, ‘waarschijnlijk’, ‘onzeker’ of ‘hoogst onzeker’ correct is. Of reageert met ‘Sorry, we konden niet met voldoende zekerheid een vogelsoort onderscheiden.’ Als de app een vogel heeft gedetecteerd ga je met één klik naar de Wikipediapagina over de vogel die je hoorde. Toen ik even moest niezen, gaf de app trouwens keurig aan dit geluid ‘waarschijnlijk’ van een mens was. Ik ben een rare vogel, maar dat wist ik al.
Sommige mensen houden van vogeltjes in kooitjes. Ik vind dat zielig. Aart had een papegaai, maar die mocht tenminste nog af en toe door zijn woning fladderen. Dan zat hij soms op mijn schouder naar Zeg ’ns Aaa of Sonja Barend mee te kijken. Maar vogels horen vogelvrij te zijn, in de open lucht te vliegen en niet binnen de muren van een flat. Sommige mensen eten vogels op, vooral met de Kerst en op Thanksgiving Day. Vlees eten is überhaupt een ramp voor de natuur en het klimaat. Daar moet je de dieren buiten laten. Als je dan zo nodig moet, kies dan voor eerlijk vlees en eet dan mensen op, daar hebben we er toch al veel te veel van. Sommige mensen vinden vogels leuk om mee te spelen, zoals bij hanengevechten. Daar durf ik niet naar te kijken. Misschien zou het voor vogels beter zijn als er helemaal geen mensen waren. Dan verzopen ze niet in olievelden op zee, kregen ze geen dodelijke klappen van windmolenwieken en hadden ze zich niet tegen ons slaapkamerraam kapot gevlogen. Papageno als vogelvanger in Mozarts Zauberflöte – ik heb die man nooit gemogen. Beter tien vogels in de lucht dan één in de hand.
Ver kunnen vliegen betekent voor veel vogels hun overleving. Lekker steeds de warme stukjes op onze aarde opzoeken als het te koud wordt. De trekvogels dus, bij welk woord ik me soms iets heel anders voorstel, maar in het Beestenkwartet van Peter Vos is hij niet te vinden. Of we ze nou opeten of niet, de meeste mensen houden van vogels, een enkele uitzondering daargelaten zoals in Hitchcocks film The Birds. Het is niet voor niets dat we graag aan het eind van de dag in ons nest duiken. Hoewel we ons soms ook goed in de nesten kunnen werken, wat niet zo vogelvriendelijk lijkt. Waarom sommige mensen een hekel hebben aan stofnesten is me echter onduidelijk gebleken. Alsof stofvogeltjes geen aangenaam gezelschap zijn! Is fluiten, fladderen en vliegen van vogels eigenlijk niet iets waar we jaloers op zijn? Wie heeft nooit gedroomd dat hij kon vliegen, de wereld onder zich te laten alsof er geen zwaartekracht meer bestond? In mijn dromen droom ik zelfs dat dat geen droom is! En wat is er soms heerlijker dan vrij als een vogel te zweven? Daar weet ik alles van. Ik ben maar een geluksvogel!
Inmiddels heb ik met de BirdNET app nog drie vogels betrapt. Een holenduif, een Turkse tortel en een waterral. Nooit van hen gehoord. Wel dus. Die app is gratis en zonder reclame, maar het zou me niet verwonderen als deze gebruikt wordt voor inventarisatie van de plekken waar diverse vogels huizen, eh … nesten. En heeft dit iets met de komende Kerst te maken? Heel zeker, omdat we allen dromen van vrijheid, van uitstijgen naar het licht, boven aardse beslommeringen. Dat is soms nodig om daar niet in verstrikt te raken. Pas dan kunnen we ons uit de nesten werken.