Geplande veroudering
8 februari 2024
In de nieuwe wijk Rommelveld inspecteert secretaris Steenbreek de nieuwe hoogbouw. Hij vraagt aan de architect of het niet wat minder kan. “Dit ziet eruit alsof het jaren moet blijven staan!” klaagt hij. “Het spijt me,” krijgt hij te horen. “Dit is het minste dat wij voor een hoge prijs kunnen leveren. Ik garandeer lekkage en verzakking binnen twee maanden.” Aan dit gebeuren uit Marten Toonders verhaal De Slijtmijt uit 1970 dacht ik onlangs, kijkend naar de aflevering De wegwerpmaatschappij van vpro’s Tegenlicht. Over planned obsolescence ofwel geplande veroudering, een uitwas van het kapitalisme waar artikelen worden gemaakt om te verouderen, dan wel irreparabel worden gemaakt. Toen ik nog bij mijn ouders woonde waarschuwde mijn broer er al voor dat gloeilampen zo gemaakt zijn dat ze er na een zekere brandduur de brui aan gaven. Het was een van de eerste teleurstellingen die mijn wantrouwen in het bedrijfsleven gingen voeden.
Tot vandaag lijkt het erop dat veel dingen zijn gemaakt om kapot te gaan. Ze mogen niet vele jaren te gebruiken zijn, want dat is slecht voor de omzet en werkgelegenheid. Ik kijk vol wantrouwen naar mijn elektrische tandenborstel want ook daarin zou de gebruiksduur al geprogrammeerd zijn. En wat te zeggen van elektronische apparatuur? Mijn HP printer is zo dom geworden dat hij geen foto meer kan afdrukken, dus hop, het wordt tijd voor een nieuwe. En ook die zal niet mijn laatste printer zijn. Op zolder liggen een wekkerradio, koffiezetapparaten, USB-sticks, een kapot mobieltje, een versterker, een vaste telefoon, een oude bureaustoel, een aftandse computer, een bureaulampje – allemaal dingen die weg kunnen en naar het scheidingsstation moeten, maar hoe kom ik daar zonder auto? Al die dingen lagen daar niet als ze gewoon goed waren geweest. Of als ze niet ouderwets waren geworden, want wat dat betreft doet de elektronica-industrie hard mee met geplande veroudering. Maar mijn prullenbak uit de jaren 80 werkt nog steeds, zonder bijbehorende app!
In Frankrijk zijn er wetten die geplande veroudering verbieden. Daarmee kon de organisatie HOP bereiken dat Apple een boete van 25 miljoen kreeg voor het opzettelijk vertragen van oude iPhones. De overheid subsidieert in dat land bedrijven die goederen weer repareren. Zo’n bijdrage is nodig, want wie laat er een nieuwe rits in zijn jas zetten als een nieuwe jas goedkoper is? Ik heb de laatste tijd veel ruzie met ritssluitingen, maar misschien was dat wel de bedoeling. Op zolder ligt ook een bende snoertjes, en ook een laatje is ermee volgepropt. Geen flauw idee waar die allemaal voor dienen, of ik ze kan weggooien of niet. Want elk soort snoer en elke oplader heeft weer zijn eigen stekkertjes, en soms moet de EU ingrijpen om een standaard op te leggen. Een jaar geleden trachtte ik een harde schijf helemaal schoon te wissen, maar het programma dat vertelde daar 48 uur mee bezig te zijn was kennelijk verouderd want hield daar na een nachtje mee op. Het openmaken van die schijf lukte ook niet, zodat ik tevergeefs zocht naar een heimachine of een paasvuur in de buurt.
Een wereld waarin concurrentie belangrijker is dan samenwerken, waarin omzet belangrijker is dan goede producten maken, is zo een ramp voor het milieu. Er is geen aandacht en liefde meer voor wat er verkocht wordt, want het moet zo snel mogelijk kapot. Maar misschien zit achter dit alles wel een geheime spirituele organisatie die ons wil leren dat alles in deze wereld voorbijgaat. Die ons ervan bewust wil maken dat het zinloos is om ons aan materiële dingen te hechten. Alles gaat voorbij, zoals Doe Maar zingt. Trouwens, God bouwde ook in de mens zelf een geplande veroudering. Ons lichaam gaat niet eeuwig mee. En pas als we ons realiseren dat we sterfelijk zijn gaan we de échte vragen stellen. Wie we werkelijk zijn en zo. Onsterfelijkheid leidt tot een oppervlakkig leven. Dat zien we bij mensen die nooit aan de dood denken. Zo zie je maar weer dat geplande veroudering ook zijn voordelen heeft. Ja, ik denk af en toe ook een beetje complot. En toon maar eens aan dat ik ongelijk heb.