Heerlijk land

Date 11 juni 2007

Elk jaar gaan we met mijn vriend de tandarts en zijn vrouw een lang weekend mee naar hun vakantiehuisje in een Feriendorf bij Frankenau. Van daaruit wordt vaak door de bergen gewandeld, en is het heerlijk genieten van de rust tussen de zwijgende berghellingen die elk rechtstreeks contact met de drukke buitenwereld verbreken en die je herinneren aan een verstilde wereld zonder elektrosmog. Maar we maken ook diverse tochtjes, zoals naar het Bachhaus in Eisenach, eten aan de boulevard van Bad Wildungen waar ik me altijd in Nice waan, met een bootje de Edersee oversteken, mijn hoogtevrees in een kabelbaan in Willingen overwinnen – juist door niet al te krampachtig, maar losjes in het gondeltje te gaan zitten.

Of ik al dan niet last heb van hoogtevrees hangt van mijn bui af. Soms ren ik enthousiast naar een hoge plek, om me daar aangekomen plotseling te realiseren dat ik dit eigenlijk doodeng vind. Zoals in Gadarwara in India in 1990, waar ik zo nodig wilde zien vanaf welke hoogte Osho in zijn jeugdjaren in het water sprong. Ontzettend hoog dus. In 1999 zweette ik het uit toen we in het slot Neuschwanstein bij Füssen ergens over een smalle brug moesten. Het is een mix van doodsangst en -verlangen. De zuigende en lokkende diepte, het verlangen naar een gewichtsloze val, het loslaten van het laatste houvast en contact met de zware materie verliezen. In mijn studententijd moest vaak de balkondeur van mijn kamer op de zevende verdieping op slot, en maakte ik de sleutel zoek tussen de rommel van mijn bureaula. Alex, mijn Duitse vriend die tegenover me ook op de zevende woonde, liet me in 1970 nadat ik wat lsd had gebruikt op zijn kamer met open balkondeur slapen, en dat is achteraf gezien een goede therapie gebleken. Als ik zelfs onder invloed van lsd niet van het balkon sprong…

Het afgelopen weekend waren we ook weer in Frankenau, zij het zonder Floor. Ook deze keer hebben we tussen de bergen gewandeld. We werden overvallen door onweer met slagregens, die van zulke harde rukwinden vergezeld gingen dat ik moeite had met ademhalen. Uiteindelijk liet Hein ons in de beschutting van een schuurtje achter om de auto te gaan halen, waarmee hij gelukkig al na een minuut of twintig ons op kwam halen, net toen met het wegtrekken van de regen het laatste deel van de Zesde van Beethoven in mijn hoofd begon te spelen. We hadden geen kledingstuk meer aan dat niet drijfnat was. Gelukkig hadden we überhaupt weinig kleren aan, want het waren warme dagen geweest. In een weilandje hadden we al een bezweken vrouw zien liggen, die door diverse hulp omgeven was, en op de weg naar Frankenau was een motorrijder verongelukt, misschien ook wel bevangen door de hitte.

Deze keer hebben we de Externsteine bij Horn-Bad Meinberg bezocht. Decennia geleden heeft mijn Wijze Tante deze heilige plek vaak bezocht om er spirituele bijeenkomsten te vieren. Van dat heilige, dat helende is weinig meer te proeven, waarschijnlijk door de toeristische exploitatie van deze plaats. Wel stond er nog een mens of twintig in concentrische cirkels onder een boom te mediteren. We klommen in enkele van de zeven stevige rotsformaties, die daar uit de bossen oprijzen. Bovenin was iets als een klein tempeltje waar een gat in de muur uitzicht geeft op de opkomende zonnewendezon, die dan op de ertegenover liggende muur wordt geprojecteerd. En beneden ontdekte Vriend naast in de rotsen uitgehouwen afbeeldingen een kleine ruimte die met zijn doopvont deed denken aan de cellen zoals we die ook zagen bij de Katharen in het dal van de Ariège, toen we daar in 2001 waren. We hebben een stukje verderop ook het Hermannsdenkmal bij Detmold bezocht: een grote megalomane groenkoperen Germaan op een voetstuk vanwaar je over het Teutoburger Wald en omringende plaatsen kunt uitkijken. Als herinnering aan een Romeinse nederlaag die daar ooit schijnt te hebben plaatsgevonden. Maar daarvoor moet je jezelf eerst 98 treden door een smal wenteltrappetje omhoog persen. Ik heb weer wat afgeklommen, nu op mijn nieuwe Easy Street sandalen, zaterdag gekocht bij de Deichmann in Frankenberg. Maar al dat geklim geeft me achteraf weer vertrouwen in mijn eigen hart. Zo zijn die minivakanties ook heel therapeutisch voor diverse fobieën.

Eigenlijk zou ik best in deze buurt willen wonen, met zijn uitgestrekte bossen. Al in 1965 fietste ik hier doorheen, met Roodborstje die het een leuk idee vond om eens vanaf Winterswijk naar de Harz te fietsen. En nu cirkelt onze reis om Paderborn heen, wat ik indertijd een verschrikkelijke stad vond en waar nu ergens een Second Life-vriendje woont waarmee ik de laatste tijd veel optrek. Laatst vertelde ik hem dat Duitsland voor mij het cultureel meest hoogstaande van Europa is. Soms moet ik daar wat hoogtevrees voor overwinnen, maar het blijft een heerlijk land.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>