Cosmos
3 september 2009
De afgelopen weken hebben we Carl Sagans tv-serie Cosmos bekeken. Deze 13-delige documentaire was in 1980 op de televisie te zien, en heeft vele prijzen gekregen. Jaren lang was ik bang dat deze voortreffelijk reeks in de vergetelheid zou raken, maar onlangs bleek hij als dvd-box gewoon te koop bij de Voordeelbezorger. Ik blij! Ja, het bijbehorende boek ligt naast mijn bed en in 1985 bemachtigde ik in Rajneeshpuram een cassette met de muziek van de serie, die in 2000 opnieuw op CD is uitgebracht. Maar nu heb ik toch echt de afleveringen zelf, en blijk ik dus niet de enige te zijn die dankbaar is dat deze serie opnieuw op dvd is uitgebracht. Ja, inmiddels blijkt er een website aan de in 1998 overleden Carl Sagan te zijn gewijd. En in Wikipedia is een uitgebreid overzicht van de serie en de daarin voorkomende muziek te vinden.
Het knappe van de serie is de zowel nuchtere wetenschappelijke als bevlogen wijze waarop het holisme wordt gepresenteerd. ‘Some part of our being knows that this is where we came from. We long to return, and we can! Because the cosmos is also within us, we’re made of star stuff,’ zegt Carl Sagan in de introductie, daarmee de achtergrond schetsend van een verbondenheid met het heelal die door de hele serie voelbaar blijft. Bezield vertelt hij over zijn geliefde: de planeten met hun manen, de sterren, pulsars, witte dwergen, rode reuzen, zwarte gaten, wormgaten, de big bang en hoe daaruit uiteindelijk het menselijk leven ontstaat. Maar ook over platland, Tlingits en Azteken, het geheugen, evolutie en mogelijk leven op andere planeten. Hij laat ons meereizen in zijn ‘ship of imagination’ dat als een paardebloemzaadje door de onmetelijke kosmos reist.
De diepe verwondering waarmee hij ons meeneemt in zowel de macro- als de microkosmos lijkt niet te rijmen met de positivistische benadering waarin hij gelooft dat bewustzijn een product van materiële evolutie is. Zijn weerstand tegen mystiek en religie deel ik dan ook niet met hem. Maar in al die nuchterheid is hij zo bevlogen en diepgaand, dat hij voor mij toch een diepreligieus mens is. Juist vanwege zijn verwondering over bezielde filosofen en sterrenkundigen die door de afleveringen wandelen: Thales, Pythagoras, Democritus, Plato, Aristoteles, Archimedes, Eratostenes, Ptolemaeus, Hypatia, Columbus, Da Vinci, Copernicus, Tycho, Galilei, Kepler, Huygens, Newton, Champollion, Einstein, Hubble, Humason… we leren ze allemaal kennen. De serie is zo fantastisch juist vanwege dat doorleefde holisme dat ervan uitstraalt, juist vanwege de bezieling waarmee Carl Sagan over de kosmos vertelt alsof die zijn grootste geliefde is.
De serie wordt door fantastische muziek gedragen, onder andere Heaven and Hell en Entends-tu les chiens aboyer? van Vangelis. Ook horen we The sea named Solaris van Tomita, waarin we Bachs orgelbewerking van de koraal ‘Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ’ herkennen. De serie wordt ook door andere klassieke muziek gedragen zoals De Vier Jaargetijden van Vivaldi, het Adagio van Albinoni en passages uit de Zesde en Zevende Symfonie van Beethoven. Het is een groot gemis dat nergens in de serie tussen aftitelingen van mensen die make-up verzorgen en de camera crane bedienen de bron van de muziek vermeld is. Een kwalijke miskleun die in volgende edities rechtgezet zou moeten worden. Want al deze muziek past zo goed bij de serie dat ze er een wezenlijk deel van uitmaakt en het horen ervan alleen al me de afgelopen jaren vaak koude rillingen heeft bezorgd.
Weinig beelden en muziek hebben me, meer dan deze serie, duidelijker gemaakt wat mijn oorsprong en bestemming is, hebben me laten beleven wat mijn uiteindelijke thuis is. Daar, diep in die oneindige ruimte tussen kleurige wervelende werelden. Daar, in die bevrijdende eindeloosheid. Daar, overal en nergens.