Sannyasin

Date 17 april 2018

Ben ik een sannyasin? Ja en nee. De wereld van Wild Wild Country is bepaald niet vreemd voor me. Met een kersvers abonnement op Netflix ben ik bezig deze documentaire te bekijken. Ik zal daar zeker nog over schrijven, maar laat ik bij het begin beginnen. Want mensen beginnen me natuurlijk te vragen of ik daar ook bij hoor, zeker omdat ze gaan vermoeden dat mijn roepnaam wel eens door Bhagwan bedacht zou kunnen zijn. Wat ook zo is.

Veel mensen denken dat een sannyasin een volgeling is. Terwijl Bhagwan er voortdurend op hamerde dat je niemand moest volgen, ook hem niet. ‘When you meet a Buddha on the road, kill him!’ Sterker nog: het zijn de westerse en oosterse wereld zelf die vol zitten met volgelingen die blind vertrouwen op heilige boeken. Iets wat ooit ware religie was, is in de loop der eeuwen gecorrumpeerd door machtswellustige leiders zoals pausen in Rome en ingewikkelde esoterische systemen. Echte vrijheid bereik je alleen door je daarvan te verlossen, niets meer te geloven en diep in jezelf te duiken en zo je spirituele roots weer te herkennen. Een mooi woord trouwens, her-kennen, en het was dan ook een feest van herkenning toen ik Bhagwan las, hoorde, zag en door hem werd aangeraakt. Ik voelde me helemaal thuis bij deze ‘religieloze religie’ waarin elke opvatting, elk vooringenomen idee, elke heilige tekst tot de wortel werd afgebroken totdat alleen de kern overbleef, een kern die je eigenlijk alleen maar stuntelig kunt beschrijven als God, bewustzijn, verlichting, mystiek, hier-en-nu, vrede, niet-weten of bevrijding van jezelf. Zo zie ik de jaren tachtig als een emancipatiegolf, protest tegen corruptie waarmee we werden volgegoten door wat Bhagwan noemde ‘priests and politicians: the maffia of the soul’. En dat droegen we graag uit in oranje kleren met een mala om onze hals. Onze manier van uit de kast komen.

Maar hoe mooi alles floreerde in wat we ‘Poona 1’ noemen (1973-1981), zodra Bhagwan ophield met spreken werd het een rotzooitje. In Heerde werd een commune in brand gestoken. In Antelope was men bang voor een commune veertig kilometer verderop: Rajneeshpuram. Van het een kwam het ander. En toen bleken de rajneeshies lang niet zo verlicht te zijn als ze pretendeerden. En misschien was Bhagwan zelf ook niet meer zo verlicht als hij in Poona was. Maar ik geef het hem te doen, want de rol van een meester is heel paradoxaal, net als die van ouders die kinderen tot zelfstandigheid willen opvoeden wat pas echt gebeurt als er niet meer naar hen geluisterd wordt. Er ontstond een systeem, een hiërarchie, en dan weet je het wel. Had Bhagwan moeten ingrijpen? Of wilde hij ons een lesje leren, testte hij onze spiritualiteit door ons maar onze gang te laten gaan? Eigenlijk hebben we in een paar jaar een spoedcursus over de opkomst en ondergang van een religie gehad, iets waar we met het christendom tweeduizend jaar voor nodig hadden.

In 1985 ging ik naar het festival in Rajneeshpuram. Ook ik stond met door de hitte aan het asfalt verkleefde voeten Bhagwan te groeten toen hij langsreed, onder het waakzaam oog van een helikopter waaruit een geweerloop stak. Ik zwom in het Krishnamurti Lake, maar deed niet echt mee, zwierf wat rond, deed een astrologiegroep maar herinner me niets meer van de meditaties daar. Toen ik rustig een broodje zat te eten in de mall werd ik door zo’n bewaker wantrouwend aangesproken omdat ik niet naar de ‘drive-by’ ging. Achteraf gezien was het misschien bloedlink om juist in die zomer daar te zijn, want het was alsof het leger achter de bergen al in de aanval lag. En hoewel ik minder enthousiast was dan in Poona, denk ik wel dat ik met de rajneeshies meegevochten zou hebben voor het behoud van deze commune, want sterven was niet het ergste wat je kon overkomen. Hoe dan ook: Rajneeshpuram was Poona niet meer, een fase waar ik minder mee had dan indertijd in India, toen Bhagwan nog in een eenvoudige witte jurk rondliep. Het Rajneeshisme was een organisatie geworden, wat ik de jaren daarop sterker ging meemaken toen ik in de commune in Amsterdam vrijwilligerswerk ging doen, waar ik Ojas leerde kennen met wie ik na nachtelijk werk aan de Osho Magazine in de ochtendschemering naar Buitenveldert fietste.

Ben ik een sannyasin? Ja, want dat is iets tussen Bhagwan, zoals hij toen was, en mij. Nee, want ik heb – zacht uitgedrukt – weinig affiniteit meer met de organisatie zoals die vandaag de dag functioneert. Maar het ja overweegt omdat ik zelden zo’n levende spirituele rijkdom heb aangetroffen als in Poona, toen Osho nog gewoon Bhagwan was. Zoals ik diep in mijn hart nog steeds een hippie ben, zo ben ik ook nog altijd een sannyasin. Met een prachtige naam die me op mijn ziel geschreven is.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

6 reacties op “Sannyasin”

  1. Sw. Anand Frank (Cliné) zei:

    Hi Satyamo,
    Vandaag werd ik geattendeerd op jouw blog, waarna ik met plezier jouw stuk van gisteren heb gelezen. Ik heb nog een feitelijke opmerking, nl. dat de brandstichting niet in Heerde plaatsvond, maar in het zwaar gereformeerde Barlo, nabij Aalten in de Achterhoek. De VPRO heeft er op 17 september 2012 een docu van 38 minuten aan gewijd, die ik zeer de moeite van het beluisteren waard vind, vanwege de parallellen met Antelope. Zie https://www.2doc.nl/documentaires/series/radio-doc/lange-documentaires/2012/het-zwijgen-van-barlo.html Nederland heeft zijn eigen Antelope!
    De destijds bekende (rechterflank) CDA-politicus Mateman heeft in die Barlo-zaak nog een belangrijke rol gespeeld. Zie 9e alinea van https://www.nrc.nl/nieuws/1992/04/13/eigengereide-rechtsbuiten-van-het-cda-profiel-van-7139837-a899140
    Priests and politicians….
    Namasté
    Frank

  2. Paritosh Guze zei:

    Uit het hard gegrepen !

  3. Paritosh Guze zei:

    Werd zo maar hard ipv hart!

  4. Prabhu Haremaker zei:

    Een mooi en eerlijk stukje, Satyamo!

  5. mieke zei:

    Hoi Satyamo,
    Nog geen 2 weken terug kwam er in een kringloopwinkel hier in de buurt een groot, dik boek naar mij toe: “Het Zonnejaar” van Mellie. Dat was geen toeval.
    O.a. haar “De taal der kruiden” is vaste bewoner van mijn boekenkast al sinds medio jaren ’70 ; haar graf op de Woensberg ligt nèt bij het graf van de mensen die mijn schoonouders hadden kunnen zijn. Omdat er van hen geen kinderen meer in Nederland leven, laat staan in Blaricum, zorg ik al jarenlang (in overleg met beheerder Henk) voor hun graf. Met de Allerzielen-viering krijgt Mellie dan van mij ook een lichtje.

    In “Het Zonnejaar” heb ik dingen gelezen en geleerd, zijn dingen in mij wakker gemaakt, die me al hadden doen besluiten om met jou contact op te gaan nemen. Want ik vind het enorm verlies (voor de medemensen) dat die uitgave niet meer in de handel is. En je naam en bestaan kende ik immers allang; ‘k heb tientallen jaren in Blaricum Dorp gewoond. Vandaag ontdek ik opeens je weblog.

    Ik bel je binnenkort, als dat mag.

    NB Animal Freedom is niet mijn eigen website, maar ik hoop dat je toch wat plezier kunt beleven aan die oude column van me daar. Voor de rol van “volgeling” ben ik (als Erfgooiers-dochter) nooit in de wieg gelegd…

    cheers,
    mieke ruijzendaal

  6. Satyamo zei:

    Hi Mieke, op Twitter klaag je dat ik niets van me laat horen. Maar ik wacht nog steeds op je telefoontje.

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>