15 jaar Second Life

Date 20 maart 2022

Toen ik op 20 maart 2007 gewoon even wilde kijken wat dat veelbesproken Second Life eigenlijk was, wist ik niet waar ik aan begon. Het begrip ‘virtual reality’ sprak tot mijn verbeelding, maar eigenlijk blijkt het niets anders dan een digitaal poppenhuis met bijna onbegrensde mogelijkheden. Je begint je tweede leven met een avatar, die ik meteen Ganymede noemde en in een blauw hesje en een blauw shortje stak. Second Life bestaat eigenlijk uit een tig aantal poppenhuizen, dus ik zwierf wat rond door mezelf van het ene naar het andere te teleporteren. Mooi dat dit kan, daar zouden we in echte leven een voorbeeld aan kunnen nemen, net als vliegen. Ik vond een optrekje bij een subtropisch strand, waar je in de buurt kon dansen. Ik ben daar een of twee weken gebleven, want er waren weinig anderen te vinden. Logisch, want deze plek werd in real life door Australiërs gerund die in een aan ons tegengestelde tijdzone leven. Het land daar heette Irukandji, genoemd naar de kwal die je een erectie geeft als je erdoor wordt geprikt. Nichtenhumor.

Op zoek naar de gays in Second Life belandde ik al snel op een plek met een disco en een zwembad ernaast. Er wapperden Nederlandse vlaggen en die ‘sim’, zoals een stuk land wordt genoemd, bleek dan ook beheerd te worden door landgenoten. Er was veel bedrijvigheid, want er werden allemaal huizen gebouwd in Sweetgrass, waarvan Gib Niekerk een mooi filmpje heeft gemaakt. Ik leerde daar veel mensen kennen, met name op de party’s die er werden gegeven. Niet alleen Hollanders, maar bijvoorbeeld ook Duitsers, Amerikanen, Engelsen en Italianen. Daar ontmoette ik Robbie, die me op zijn dakterras uitnodigde en zijn legendarische woorden sprak: ‘Het is zo écht allemaal.’ Ik schrok daarvan, maar het zette me diep aan het denken over wat ‘echt’ genoemd mag worden, en over hoe virtueel virtual reality eigenlijk is. Als je een boek leest of een film ziet ben je ook in een andere wereld, en wat is daar mis mee? Ik schreef er een lang filosofisch artikel over in het spirituele tijdschrift Prana. Ik ging naar een congres in Amsterdam over Second Life, waar ik Ilja Leonard Pfeijffer hoorde zeggen dat hij niet zonder deze virtuele wereld kon.

In de loop der jaren raakte ik steeds meer bevriend met Robbie en ging ik hem helpen met de party’s die er elke zondagavond gegeven werden. Hij gaf me een villa in Sweetgrass. En inmiddels struinde ik, vaak samen met Robbie, Second Life verder af. We wandelden in prachtige landschappen, gingen skiën, maakten ballontochtjes, bezochten musea en een steampunk stad. Ik leerde hoe je dingen kon maken en bouwen en was overrompeld door de overdaad aan creativiteit die ik overal aantrof. Een plek waar je al je fantasieën kunt uitleven. Recentelijk kopte De Correspondent een interview met mij met de titel Deze Second Lifer geeft het goede voorbeeld. Vriendschappen voelen even echt aan als die in het gewone leven, misschien wel juist omdát je elkaar niet in real life ziet, maar de innerlijke fantasieën en denkbeelden deelt. Op dezelfde manier als waarop je de aanwezigheid van overleden vrienden kunt voelen. In de loop van de afgelopen vijftien jaar zijn veel vrienden gekomen en ook weer gegaan. Dat niet alleen omdat ze dit ‘spel’ niet meer spelen, maar ook omdat ze in real life te ziek werden of overleden.

Voor mij is Second Life een verrijking van real life. Ja, ook een stukje real life, want die twee werelden zijn eigenlijk niet echt te scheiden, evenmin als de schrijver van zijn boek of de componist van zijn muziek. Als ik de vijftien jaar dat ik er nu ben optel bij mijn real life-leeftijd ben ik dus eigenlijk 90. Ik heb nooit gedacht dat ik zo oud zou worden. En wat mij betreft wordt dat nog ouder, want in Second Life blijf je altijd jong.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>