Virtueel realisme

Date 10 januari 2023

Virtual reality is een echte werkelijkheid, aldus David Chalmers. Die noemt dat in zijn vorig jaar verschenen boek Reality+ ‘virtual realism’. Zo leer ik mezelf weer wat beter kennen, want bijna tien jaar geleden noemde ik mijzelf in De Correspondent ‘virtueel realist’, en dat staat daar nog steeds onder mijn naam vermeld. En reken maar dat Chalmers allemaal argumenten voor de echtheid van het virtuele aandraagt, want hij is een doorwrocht filosoof. Een rode draad door zijn boek is de simulatiehypothese van onder andere Nick Bostrom, volgens welke ook wij zélf sims zijn, ofwel in een computersimulatie leven: al onze input (wat wij waarnemen, denken en voelen) en output (wat we doen) komt uit een computer. Denk aan Neo uit de film The Matrix, die aan zijn werkelijkheid begon te twijfelen toen hij een déjà vu kreeg en het idee kreeg dat er iets niet klopte in zijn wereld. Maar hoe waarschijnlijk het ook is dat we zelf computersimulaties zijn, het is noch te verifiëren noch te falsifiëren zodat de wetenschap er niets mee kan.

Klassiek is het gedachte-experiment waarin onze hersenen op een computer zijn aangesloten waarin ons hele leven is geprogrammeerd. Ook als we niet meer zijn dan Hilary Putnams brain in a vat, leven we in een virtuele wereld terwijl we niet weten dat we in werkelijkheid niet meer zijn dan hersenen die in een vloeistof liggen. Zijn in dit geval nog hersenen nodig om een virtuele werkelijkheid te creëren? Volgens Chalmers zijn in de toekomst zelfs die niet meer nodig want wat is het verschil tussen nullen en enen in een computer en wat zich op microniveau in de hersenen afspeelt? Dan kan ik zelf een sim, een computersimulatie zijn. Velen vinden dat geen leuk idee, maar maakt het eigenlijk wat uit of ik virtueel ben of niet? Ja, zullen velen zeggen, want dan is me mijn vrijheid ontnomen en ben ik in een strenge calvinistische wereld beland waar niet God maar een computer alles bepaalt zodat ik niets meer in te brengen heb. Nee, zeg ik zelf, want mijn leven wordt er niet in het minste door veranderd, dus eigenlijk zal het me een worst wezen of ik virtueel ben of niet.

Chalmers noemt zichzelf een bewustzijnsfilosoof en ik ben benieuwd wat hij daarover nog gaat vertellen want ik heb zijn boek nog lang niet uit. Zoals het er nu naar uitziet kunnen sims ook bewustzijn hebben en ik ben benieuwd of mijn avatar in Second Life – waarover hij het ook nog gaat hebben – ook bewustzijn heeft. Dat lijkt me sterk. Maar waarom zou bewustzijn alleen maar voorbehouden zijn aan biologische hersenen? En als ik zelf een sim ben, blijkt bewustzijn makkelijk te genereren te zijn. Ik heb altijd het idee dat de mate van bewustzijn samenhangt met de complexiteit van een wezen of ding. Osho zegt ergens dat zelfs een rots bewustzijn heeft, hoewel dat volgens mij dan wel op een laag pitje staat. En als je net als ik gelooft dat alles één is, heeft alles in min of meerdere mate bewustzijn, en blijft er ook weinig over van de wederzijdse onafhankelijkheid van objecten en subjecten, iets waarop wetenschap is gebouwd maar wat de kwantumfysica lijkt te ondermijnen.

Is this the real life? Is this just fantasy? Met deze eerste woorden van Bohemian Rhapsody van Queen begint Reality+. Er komen in het boek niet alleen films voorbij als The Matrix en The Truman Show, maar ook veel spirituele leraren en filosofen zoals Zhuang Zi die droomde dat hij een vlinder was, het oosterse idee dat alles maya ofwel illusie is, filosofen als Plato en Descartes. Daarmee is Reality+ een degelijk dik geïllustreerd werk waarmee ik de winter wel doorkom. Als virtueel realist geniet ik ervan.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

8 reacties op “Virtueel realisme”

  1. Andreas zei:

    Beste Satyamo,

    ben eergisteren over je site gestruikeld (tijdens een google-zoektocht of er mogelijkerwijze ook zinnige dingen over het Aquarius-tijdperk uit de diepten van het net te vissen zijn). Het lijkt er sterk op dat ik bij jouw weblog gestrand ben, en derhalve wat vaker her en der een reactie zou willen geven. Nu bij dit onderwerp hier een wat gedateerd gedichtje van mij (1991), een tijd waarin bij mij heel wat kiempjes zijn gelegd.

    VIRTUAL REALITY

    na eens goed te hebben nagedacht
    kom ik erachter dat er iets in mij is
    dat in mij denkt

    wat ik beleef in virtual reality
    beleeft datgene in reality

    daarom ben ik een hond van stro
    en armoede zolang ik mijn Zelf niet ken

    game over
    next coin

    Tot zover de kale tekst.

    Je bevestigt in je blog je zienswijze dat ‘wij’ (mensen) best computersimulaties zouden kunnen zijn. Dat is mij om het even, want al zijn we dan een simulatie, blijft de vraag waar zo’n simulatie voor zou kunnen dienen, en wie of wat het medium waarmee de simulatie in werking is gesteld (lees: geen God in dit geval, maar een computer) aan het bedienen is.

    Wel, in de tekst van mij constateer ik dat ik een vermoeden heb dat er iets in mij is dat in mij denkt, met andere woorden word ik mij ervan bewust dat er bewustzijn in mij aanwezig is. Tevens word ik mij ervan bewust dat ik mij NIET identificeer met dat bewustzijn in mij, maar dat ik MIJN bewustzijn ervaar als zijnde ‘virtual reality’, terwijl ik DAT ANDERE bewustzijn ervaar als ‘reality’. Vandaar dat ik een uitspraak uit het Tao te Tjing (mensen zijn als honden van stro) en een uitspraak uit het Thomasevangelie (indien u uzelf niet kent, bent u in armoede en bent u de armoede) voor mezelf destijds heel goed kon plaatsen.

    Inmiddels ben ik ruim 3 decennia verder, en qua bewustzijn ook (al zeg je dat niet zo gauw over jezelf): ik ervaar weinig tot geen verschil meer tussen dat ene en dat andere bewustzijn. Die ‘eenwording’ was niet geheel onproblematisch (wat nogal zacht is uitgedrukt), maar het is wel een gegeven dat mij in de gelegenheid stelt uitspraken te doen over de relatie tussen ‘schepper & schepping’, ware het niet dat die uitspraken zich enkel in mijn bewustzijn bevinden en (nog) niet willens zijn zich ook in woorden te laten uitdrukken.

    Dus dat is een beetje mijn probleem. Ik bewonder mensen enorm die woorden kunnen vinden voor datgene wat er in hun hoofd omgaat en elegante formuleringen weten te genereren die door andere mensen ook nog begrepen kunnen worden.

    Maar goed. Dit was even een poging voor een beginnetje. Bedankt voor je site!

  2. Satyamo zei:

    Dag Andreas. Wat een leuke reactie! Wat mij opvalt is dat je een vermoeden hebt dat er iets in jou is dat in je denkt. En dan ga je verder: “word ik mij ervan bewust dat er bewustzijn in mij aanwezig is.” Haal je denken en bewustzijn niet door elkaar? Je zegt dat je je NIET identificeert met dat bewustzijn in jou, maar dat je JOUW bewustzijn ervaart als virtual reality, terwijl je DAT ANDERE bewustzijn wél als “reality” ervaart. Wat bedoel je met “dat andere bewustzijn”? Het denken? Het delen van bewustzijn met anderen zodat het niet alleen exclusief van jou is? Die “eenwording”?

    Voor mij is het denken juist virtual reality en mijn (?) bewustzijn de ‘echte’ werkelijkheid. Ik ben mij bewust van mijn denken, dus ik ben het denken niet. Hetzelfde geldt voor waarnemen en voelen. Ik identificeer me met mijn bewustzijn en constateer dat bewustzijn open is, en leeg zoals een filmdoek waarop mijn hersenen allemaal verhaaltjes projecteren. En die ik voor ik het weet nog ga geloven ook. Even met de ogen knipperen als ik de bioscoop verlaat, terug naar de “werkelijkheid”.

    Het is tricky dat ik mij bewust ben van mijn eigen bewustzijn. Dat zou wetenschappelijk bekeken helemaal niet kunnen. Het subject kan nooit het object zijn en zo. Nou ja, bij de kwantumfysica doemen wel wat mogelijkheden op om subject en object elkaar te laten omhelzen. Bewustzijn is niet materieel want je schept het niet even uit de hersenpan op. Het is vormloos en leeg, eigenlijk een Niets met een hoofdletter. Daar is geen plek voor een “ik” want dat is weer een gedachte. De vraag naar het “ken uzelve” van het orakel van Delphi is dus eigenlijk een Koan. Denk ik.

  3. Andreas zei:

    Beste Satyamo,

    Bij herlezing van mijn schrijfsel viel het mij inderdaad ook op dat het gehussel met ‘denken’ en ‘bewustzijn’ een woordenspoor heeft gelegd die net iets te snel in de eigen mist is verdwenen. Het gedichtje is wat jaartjes geleden geschreven, bij het overnemen ervan naar mijn reactie hierboven had het ik dat hier aan het doen was het kaf niet van het koren geschoren… bedankt dat je mij erop attent maakt!

    Hoe het zit met denken en bewustzijn (voor mij), daar had ik ooit iets op ‘bedacht’: het PROCES van denken zag ik wel plaats vinden in het moment, maar het RESULTAAT ervan (=een gedachte, vervat in woorden) ervoer ik net iets ’trager’ te zijn dan het moment zelf. Bewustzijn vond ik plaats vinden in het moment, en in het moment blijven plaatsvinden.

    Ik bedacht hiervoor een soort ‘visueel hulpmiddel’ om die 2 van elkaar te onderscheiden. De sleutel was ’tijd’, en ik zag het als volgt:

    Ik ervaar ’tijd’ als een aaneengeregen continuüm van – min of meer ontelbare – momenten achter elkaar. NU – NU – NU – weer NU – etc. Dat kan ik doodeenvoudig empirisch vaststellen, ik hoef alleen maar ergens te gaan zitten stil te wezen en me te richten op het NU van NU….

    Hoe gaat het ene NU eigenlijk over naar het volgende? Geen idee. Hoe gaat 1 over naar 2? Ook geen idee, dat is gewoon zo vastgesteld. 1 + 1 = 2, dat wel.
    De 2 van daarnet + 1 weer erbij = 3. Etc.

    Derhalve kan ik zeggen: als ik aan elk NU een 1 toeken, en aan elke overgang van het ene naar het andere Nu een +, dan verschijnt voor mijn geestesoog een “1 + 1 + 1 + 1 = een doorlopend proces”. Niet wiskundig bedoeld in die zin, maar gewoon visueel.

    Oké. Als ik de plustekens identificeer als zijnde ‘operationeel’ van aard (dat wil zeggen ze doen wat, ze zijn aan het rijgen, namelijk al die 1-en aan elkaar), en ik haal ze visueel uit beeld (want ze doen toch telkens maar hetzelfde, dus ik laat ze gewoon even weg), dan hou ik alleen nog maar een in principe oneindige serie van 1-en over: 1111111111111etc.

    1 is hetzelfde als 1, het ene Nu onderscheidt zich in principe in niets van een ander Nu… als ik er gewoon naar kijk, dan heb ik een oneindige aaneenrijging van iets dat telkens zichzelf is voor ogen… en opeens was ik bij Genesis belandt, daar waar gerept wordt over iets dat iets schiep als evenbeeld van zichzelf. Geen idee hoe ik destijds daar opeens terecht was gekomen, maar het gebeurde.

    Want, het ging over bewustzijn, daar waar het zich uit zichzelf voortbracht, uit het Niets, vormloos zoals altijd, plotseling in een flits aanwezig, en in het volgend moment weer verschwunden. Ik ervoer het, eventjes. Flitsend, laaiend, letterlijk als een vuur op m’n kruin.

    Woorden… kunnen er niet aan tippen. Vandaar dat een Lao-tse roept dat de naam die genoemd kan worden niet de eeuwige naam is. Of een Jezus stelt dat het teken van zijn Vader beweging is en rust.

    Hoe dan ook… ik vond de illustratie voor mezelf gewoon handig. Het inzicht in ‘hoe’ bewustzijn zich uit zichzelf kon voortbrengen, dat was overweldigend. Eenmalig, maar overweldigend. Maar het ging nog verder. Want ik ging veronderstellen dat het ‘scheppende’ bewustzijn uit het Niets in het Nu van Hier verschijnt, en ook meteen weer terug duikt naar en in het Niets, oscillerend in een onvoorstelbaar hoge frequentie. En opeens begreep ik hoe Jezus het kon hebben over ‘de Levende Vader’.

    Er gebeurde trouwens ook nog iets met al die plusjes die ik ‘eruit had gehaald’.
    Die plusjes, die waren ‘operationeel’ van aard. Denken is operationeel van aard, maar dat zag ik in de illustratie ‘buiten’ het Nu geschieden, ernaast, ertussendoor, waar dan ook, wél in het Hier, maar beslist niet in het Nu.

    “Ik denk, dus ik ben”, heeft voor mij sindsdien een iets ander karakter verkregen.
    Ik BEN in het NU (al dan niet bewust), maar ik DENK in de operationele ruimte tussen de Nu’s, met andere woorden, in de virtuele ruimte. Zie daar.

    Het kan niet anders dan dat het verhaal aan alle kanten rammelt, maar goed,,, de echte woorden moeten nog komen.

  4. Satyamo zei:

    Hi Andreas! Charlie zegt tegen Snoopy: “Je leeft maar één keer”. Waarop Snoopy antwoordt: “Fout. Je leeft elke dag, je stérft maar één keer”.

    Je schijft: “Het PROCES van denken zag ik wel plaats vinden in het moment, maar het RESULTAAT ervan ervoer ik (…)” Volgens mij betekent dit dat je beide bewust ervaart – want hoe zou je dit anders kunnen weten? – en een bewuste ervaring vindt per definitie in het moment, in het hier en nu plaats. Althans in mijn ervaring. Verderop schrijf je “(…) dat zag ik ‘buiten’ het Nu geschieden (…) beslist niet in het Nu.” Het lijkt mij onmogelijk om iets buiten dat nu te ervaren. Is dat dan niet gewoon een herinnering?

    Maar jouw conclusie klopt volgens mij bijna: “Ik BEN in het NU (al dan niet bewust), maar ik DENK in de operationele ruimte tussen de Nu’s, met andere woorden, in de virtuele ruimte” Dat ‘al dan niet bewust’ zou ik vervangen door ‘bewust’ want onbewust in het hier en nu zijn lijkt me onmogelijk. Er gebeuren natuurlijk wel dingen onbewust, bijvoorbeeld als je zit te piekeren over een naam of iets wat je maar niet te binnen wil schieten, maar dat proces kun je dus niet waarnemen, hoe vlijtig neuronen in je hersenen ook naar verbinding zoeken. Het RESULTAAT plopt vaak later in jouw bewustzijn op nadat je even aan iets anders hebt gedacht.

    Voor mij is er maar één nu, dat er altijd is. Misschien heeft bewustzijn wel een frequentie, zoals het EEG soorten golven laat zien. Ik herinner me dat ik vaak innerlijke taferelen schokkering voor mijn geestesoog voorbij zag trekken, met zo’n frequentie van zeven beeldjes per seconde. Maar dat was wel als ik stoned was. Een andere mooie ervaring is dansen in flikkerend licht: dan bestaat de wereld om je heen als losse stilstaande plaatjes die elkaar met eenzelfde frequentie als eerder genoemd opvolgen, maar waardoor ik tegelijk het gevoel kreeg dat die bewegende wereld van dansers om mij heen stilstond en zelfs een zekere stilte uitstraalde. Ik geloof dat dit soort licht niet meer mag in disco’s omdat sommige mensen er epileptische aanvallen van kunnen krijgen.

    Hoe dan ook vind ik het spannend hoe ook jij op zoek bent naar wat bewustzijn eigenlijk is. Voor mij is het Leegte, een Niets dat altijd overal is, alsof het de bouwsteen is van het hele Bestaan.

  5. Andreas zei:

    Hoi Satyamo,

    je Charlie die tegen Snoopy zegt “je leeft maar één keer”, waarop Snoopy antwoordt “fout. Je leeft elke dag, je stérft maar één keer”, die is geweldig! Lachen is gezond, dus heerlijk :))

    De tuinslang in het park van Eden die Eva tussen de oren sist: “Ssssst… érf!”, dat vind ik ook een hele leuke. We hebben ons dan wel laten vertellen dat de adder in het gras Eva met andere woorden heeft benaderd (namelijk dat ze helemaal niet zullen sterven, dat de ogen zullen opengaan zodra ze ervan eten, en dat ze als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad), maar we mogen veronderstellen dat de slang – immers het sluwste dier ter plekke – zich wel degelijk bewust was van wat een hap uit de vrucht van die ene boom tot gevolg zou hebben.

    Wat is het, wat hier aan de hand is? We hebben een verhaal, een scheppingsmythe op z’n best, een van velen, verwerkt in een dik boek met heel veel aaneengeregen letters, en tot op de dag van heden is de story van Eden in ons collectief bewustzijn ‘aanwezig’ op de een of andere manier. De een verwerpt het, de ander omhelst het, sommigen halen gewoon hun schouders op, en weer anderen willen er beslist niets van weten. Al wil men er niks van weten, toch blijft een en ander aan je vreten. Want we kennen met z’n allen het woordje ‘Paradijs’ (ja, Paradijs, niet radijs en ook niet Parijs), en wat mij betreft wil ik niet ontkennen dat het wel degelijk iets in mij doet roeren, dat woord, en vooral de betekenis ervan.

    Aan woorden zijn betekenissen toegekend, anders zou het betreffende woord niet eens zijn uitgevonden. Zelfs aan het woordje ‘fantasie’ is een betekenis toebedacht, onder andere gedefinierd als het vermogen om (nieuwe) gedachten te kunnen vormen, die mogelijk NIET ALTIJD op werkelijkheid of waarheid berusten. Hm. Fantastisch! Ik bedoel, aangaande het werkelijkheids- of waarheidsgehalte van het woord ‘fantastisch’ hoeven we niet in twijfel te geraken over wat we hebben ervaren in net dat ene moment voordat we dat woord hebben uitgesproken.
    En als het écht fan-tast-isch was, dan siddert dat gevoel nog even voort.

    Wel een lange intro… gaat dit nog wel over virtual reality, computersimulaties á la Matrix, Bewustzijn en de leegdige Nietsheid die altijd overal is, alsof het De Bouwsteen is van het hele Bestaan? Jazeker. En hoe.

    Want als het goed is en het mij gelukt is hier een woordenspiraal te hebben kunnen genereren die degene die de woorden tot zich aan het nemen was tot duizelen heeft gebracht, dan heeft de dansende derwisch in mij zijn choreografie naar behoren uitgevoerd. De intentie om zowel bewuste als ook onbewuste elementen in des lezers Geest aan te roeren en met elkaar te verroeren, is gericht geweest op het ‘losrukken’ van de Geest uit de conventionele omgeving waarin die zich normaliter bevindt en – laten we eerlijk wezen – daar ietwat ingedut is geraakt.

    De met woorden gestalte gegeven uitnodiging om in een Pas-de-Deux nieuwe en derhalve onbekende gebieden van de Geest te bedansen is aangenomen, en van daaruit is het nog maar een miniem kleine stap naar een vlammend wervelende Pas-des-Dieux… en precies daar is het allemaal om te doen.

    Zijn we er klaar voor? Ja? Is de akker bewerkt, zijn we de simulatie voorbij, kunnen we de virtuele realiteit van de illusie wie we dachten te zijn achter ons laten en fris en fruitig en met volste moed onze hervonden Geest zich laten uitstorten naar maakt niet uit hoe duivels het gebroed? Ja?

    Mooi. Daar gaan we.

    APPÉL

    zie
    de onschuld
    die is ooit verloren
    heeft de mens van leem en aarde
    uit het paradijs geboren

    het was de Vrucht
    in het midden van ’t Hof
    die ons deed dalen in de Stof
    en bidden

    herken je ik als oorzaak
    van diens leed en leven
    kennende het goede en het kwade
    verhief het je tot god op aarde

    de schepping heeft jou slechts
    een keuze gegeven
    dat jij bent bewijst
    dat je hebt gegeten

    doe nou niet
    alsof je dat bent vergeten

    Toen was het even stil. In het hoofd van de lezer. Hoop ik althans. Natuurlijk is er, na de dans hier, even een pauze nodig. Want er zijn ongetwijfeld meer vragen gerezen dan dat ik hier ter plekke antwoorden op kan geven. Rome is zoals bekend niet in 1 dag gerezen, en de vele wegen die ernaartoe leiden maken het beslist niet makkelijker om er een te kiezen. En dan het liefst degene die leidt naar het Licht van waar we met z’n allen ooit gekomen zijn. Of met andere woorden, uit de leegdige Nietsheid die altijd en overal is, en daarmee in zichzelf de bouwsteen van al wat bestaat. Zowel in de wereld der verschijnselen, als ook daarbuiten. Of daarachter. Of waar het ook geplaatst wil worden in de eigen Geest.

    Dus ja… we kunnen het wel hebben over de virtualiteit van een bepaald soort bewustzijn (namelijk het soort dat dualistisch wordt genoemd), en over de werkelijkheid van een heel ander soort bewustzijn, in het algemeen aangeduid met een non- ervoor. Nee, niet díe non, de andere non. Het non-dualistisch bewustzijn. Maar feitelijk hebben we het hiermee alweer met een dualistisch tintje overgoten, terwijl we het misschien niet eens in de gaten hebben dat we dat aan het doen zijn.

    Alle mystici van alle tijden hebben het altijd al over precies hetzelfde gehad, het is er om mystelijk van te worden. Sorry, ik bedoel misselijk. Die before you die, die is van Rumi. Op de dag dat u één was, werd u twee. Nu u twee bent, wat zult u gaan doen? Die vraag had Jezus gesteld aan zijn 12 volgelingen. Een antwoord op die vraag hebben we nergens kunnen lezen, misschien hadden ze die ook niet, of iemand is vergeten het op te papyrussen. De naam die genoemd kan worden is niet de eeuwige naam. Lao-Tse. Enzovoorts. Rijg ze allemaal op 1 draad op een rij, al die kralen figuren die uiterst (fijn-)zinnige dingen te zeggen hadden over maya, samsara, illusies en wat nog meer. Maak er een broze krans van, steek ‘m in de fik en ga zelf aan de slag. Niemand is meer of minder dan een ander. We zijn allemaal 1 pot nat, en beslist nog niet droog achter de oren waar we ons aan het krabben zijn zolang we ons niet kunnen herinneren aan hoe we vergeten zijn dat de vork van het bestaan in zijn eigen steel zit.

    Oké. Tot zover zo goed. Misschien is het de tijd om iets zeggen over wie ik denk dat ik ben. Vooruit.

    WIE BEN IK

    Jezus Boeddha Mohammed
    Hamlet Omelet Let it be
    Love is all you need They said
    i say don’t forget the key

    with God Above and men below
    mankind’s thinking is just 2 slow

    er is een God én ook een duivel
    Licht én Duister, dát is het euvel
    op de oude vraag ‘wie ben ik’
    antwoord ik slechts: een slechterik

    een mosterdzaadje in ’s werelds tuin
    kijkt verder dan z’n eigen duim

    een aap ben ik een schaap dat slaapt
    la vie en rose je veux te dire
    tu la connaîtrais après
    reconnu le pire

    Zie zo. De woorden hebben me sneller kunnen vinden dan ik dacht. Jou zij dank, Satyamo. Ti amo.

  6. Mieke Meera zei:

    Lieve Satyamo en Andreas,

    Wat een prachtige uitwisseling, heren, in ‘de Play of Leela’. Ik geniet ervan.
    Dank hiervoor!

  7. Satyamo zei:

    Fijn dit te horen, Mieke. Ik was even bang dat deze reacties te veel zouden worden voor mogelijke lezers. Maar dat is gelukkig kennelijk niet het geval, zodat je hieronder een nieuwe reactie van mij op Andreas’ bespiegelingen vindt.

  8. Satyamo zei:

    Jij kan ook mooi met woorden spelen, Andreas! Toen je dit schreef zat je kennelijk in een flow. Het zou me niets verwonderen als ook jij een fan van Marten Toonders verhalen bent. In wat jij je ‘lange intro’ noemt schrijf je over fantasie: “gedefinieerd als het vermogen om (nieuwe) gedachten te kunnen vormen die mogelijk NIET ALTIJD op werkelijkheid of waarheid berusten.” Jammer. Ik bedoel: als je fantasie ook als een virtual reality ziet en virtual reality écht is (de ‘+’ achter ‘Reality’ in de titel ‘Reality+’ van Chalmers boek), dan berust fantasie óók op werkelijkheid. Je gedicht Appél geeft mij de indruk dat die beroemde appel eigenlijk hetzelfde is als de rode pil in The Matrix.

    Je hebt het over “het Licht van waar we met zijn allen ooit gekomen zijn. Of met andere woorden, uit de leegdige Nietsheid die altijd en overal is, en daarmee in zichzelf de bouwsteen van al wat bestaat.” Mooier kan ik het niet gezegd worden, anders dan in poëzie. En je schrijft: “We zijn allemaal 1 pot nat, en beslist nog niet droog achter de oren waar we ons aan het krabben zijn zolang we ons niet kunnen herinneren aan hoe we vergeten zijn dat de vork van het bestaan in zijn eigen steel zit.” Prachtig!

    Het boek van Chalmers is een pittig boek. Ik las afgelopen dag zijn theorie over het ‘its from bits’ waarin bits de bouwstenen van de realiteit zijn. Ik had eerst wat weerstand tegen het idee dat uit iets abstracts – noem het wiskunde of logica – zoals bits een reële werkelijkheid opgebouwd kan worden, maar het komt wel overeen met mijn oergedachte dat het Woord Vlees kan worden zoals Johannes vertelde, of dat de wereld bestaat uit gedachten, uit de fantasie van de goden – meestal zwevend boven het Oosten – die kennelijk een computerspelletje zitten te spelen. En is dat veel anders dan Plato’s idealisme?

    Chalmers baseert zich op John Conways Game of Life, dat ik zelf liever ‘Play of Life’ noem. Dat gaat over levende cellen die uitsterven als ze geen of slechts één buur hebben, of wegens overbevolking doodgaan als ze vier of meer buren hebben, en over dode cellen die tot leven komen als ze exact drie buren hebben. Ook dat klinkt abstract, maar kijk dan eens naar dit filmpje op YouTube, met uitleg, en misschien voel je dan ook net als ik koude rillingen over je lijf. Wie weet ga ik daar nog een blogje over schrijven. Naar aanleiding van je gedachten over ‘Wie ben ik’ besluit ik met een tekst van een song uit 1968 van The Incredible String Band:

    Jesus and Hitler and Richard, the lion heart
    Three kings and Moses and Queen Cleopatra
    The Cobbler, the maiden, the mender and the maker
    The sickener and the twitcher and the glad undertaker
    The shepherd of willows
    The harper and the archer
    All sat down in one boat together
    Troubled voyage in calm weather
    Maya, Maya, all this world is but a play
    Be thou the joyful player
    Maya, Maya, all this world is but a play

    Zoals Osho vaak aan het eind van een lezing zei: ‘Enough for today.’

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>