De serieuzeriken
15 september 2024
Van jongs af aan fulmineerde ik al tegen serieuzeriken. Dat heb ik met Osho gemeen. Serieusheid moet je niet serieus nemen. Dat maakt het leven zwaar en smoort alle speelsheid, en dat is toch juist waarom het gaat in het leven. Liever lichtvoetig dan zwaarhoofdig. Het leven is een goddelijk spel, leela. Ik begin van binnen te grinniken als mensen gewichtig gaan doen. Want ik heb iets tegen zwaartekracht. Wetenschappers weten zelfs niet eens wat dat is. Ja, ze hebben het over ruimtekromming. Een kind kan dat bedenken, maar alleen omdat kinderen speels zijn. Ik zette twee kubieke meters naast elkaar, maar betwijfelde of in beide evenveel ruimte zat. Vond ik leuk. Dankzij de zwaartekracht sta je stevig met je voeten op de grond, kun je aarden. Alsof dat alles is. Klinkt heel zwaar, alsof je niet in de hemel kunt aarden zoals je ook op de aarde kunt hemelen. ‘Wie met zijn hoofd in de wolken loopt en met zijn voeten op de grond, is een waarlijk groot mens,’ luidt een indiaans gezegde.
Dat is het leuke van de relativiteitstheorie en kwantummechanica. Het zet de ons zo vertrouwde wereld en opvattingen zo heerlijk op zijn kop. Ik ga zo’n ruimtedichte kubieke meter eens in elkaar knutselen. Die zet ik dan naast mijn bed. Als de muggen daarin vliegen komen ze er voorlopig niet meer uit. Het is prachtig om te zien hoe de wetenschap zichzelf ondergraaft, daar geniet ik van. Zelfs van hun eigen principes, zoals dat van objectiviteit, blijft steeds minder over. Prachtige ouderwetse schoolborden tot de rand gevuld met wiskundige formules. Waarover dan heel gewichtig wordt gedaan en met zwaarwegende argumenten gedebatteerd wordt over de waarschijnlijkheid van sprookjes zoals onzichtbare oerknallen en zwarte gaten. Ik vind dat humor. Discussies over of God al dan niet dobbelt. Met katten die tegelijk levend als dood zijn. Getallen die negatief kunnen zijn, waardoor ik nog steeds zoek naar negatieve auto’s en koeien. Waarmee je een nul kan splitsen in twee tegendelen zodat uit het niets iets kan ontstaan.
Wat weten we uiteindelijk meer dan onze verre voorouders? Ja, we kunnen ons dankzij de wetenschap perfect door de stad navigeren, maar wie kan in real life nog de windrichtingen aangeven? Kernwapens zijn heel efficiënt om al het leven te vernietigen, maar waarom zo ingewikkeld doen als dat ook kan door het internet uit te zetten? Dan weten we niets meer en worden we allemaal het slachtoffer van een collectieve verdwaling. Mensen die in Amsterdam naar de Martinitoren zoeken, en in Groningen naar het Rijksmuseum. Daar geniet ik van. Een hele mensheid die millennialang haar best doet de wereld mooier te maken maar het tegengestelde bereikt. Humor gaat vaak over pretenties van over serieusheid uitgeglede betweterige ego’s. Alles en iedereen is op zoek naar een keurig geordend evenwicht, maar heeft niet door niet dat volgens de thermodynamica evenwicht hetzelfde is als chaos. Daar gaan we dan ook hard heen. Ja, rechts streeft naar orde en daarmee naar ego’s, en links naar evenwicht en daarmee chaos. En ik hou van chaos.
Ook taal is vaak een chaos. Gelukkig maar, want als het keurig geordend was kon je niet meer met woorden spelen. Laat het lichtvoetige licht overal schijnen. Het leven als spel. Dat was de kop van een uitgebreid artikel dat ik ooit over Second Life schreef. Neem niets serieus, want uiteindelijk weten we niets. Dat is humor, en alleen humor neem ik serieus.