22 mei 2014
Leren jasje gestolen.
Was ik heel gelaten onder, deed me niet veel.
Wat is bezit?
Een afspraak.
Dat zich iets in mijn buurt mag bevinden, dat ik het mag gebruiken.
Dat anderen er geen recht op hebben.
Dat het op de een of andere manier aan mijn persoon gekoppeld is.
In de werkelijkheid bestaat bezit niet.
Dingen zijn er alleen maar, vrij, ongebonden, dartelend in een kleurige dans.
Alles is alleen van zichzelf.
Alles is alleen van alles.
Vaak wordt gezegd dat je bezit, geld nodig hebt om te overleven.
Maar juist als je het krampachtig wilt vasthouden, zal het zich van je losmaken.
Net als met liefde en met kinderen.
Vandaar vrije liefde.
Door je aan een ander vast te klampen verlies je hem, haar, het ding.
Net als met je kinderen.
Laat mensen en dingen zoals geld vrij om te gaan waar ze heen willen.
Het is in jouw buurt, gaat aan je voorbij.
Geniet van het spel als een spel, als virtual reality, en neem het niet serieus.
Wij zijn bezeten van bezit.
Hebben tegenover Zijn.
Hebben is een hulpwerkwoord dat jou aan iets anders koppelt.
Alsof je er groter door wordt.
Bezit zal je altijd ontnomen worden.
Je zult altijd bestolen worden.
Je denkt dat je een lichaam hebt, maar ook dat zal je ontnomen worden.
Wie ben jij die het ontnomen wordt?
In Zijn is geen plaats voor hebben.
Bezit verslaaft aan wat bezeten wordt.
Echt vrij ben je pas als je niets als je bezit beschouwt.
Geniet van wat voorbijkomt.
Laat het los als het weer gaat.
Vrijheid is ongebondenheid.
Zelfs het pad dat je gaat zal je niet bevrijden.
Uiteindelijk bezit je zelfs jezelf niet, omdat je niet twee bent maar één.
Voor dit inzicht hoef je alleen maar goed te kijken.
Bewustzijn is de ultieme sleutel.
Leren jasje gestolen.
Merkwaardig in de gure wind te wandelen.
Gepost in Spiritualiteit
2 reacties »
17 mei 2014
Het geluid van een ver vliegtuig, een insect dat even langs mijn oren zoemt, zacht geruis van een grassproeier, een kind dat even schreeuwt, een optrekkende motor in de verte – ze accentueren de stilte in mijn tuin waar ik met ontbloot bovenlijf lui achterover in mijn stoeltje geniet van de warme, hoge zon. De tijd lijkt even stil te staan door zich uit te spreiden over herinneringen aan door vliegers en meeuwen overkoepelde warme stranden, voettochten door droge bergen, in het water klotsende bootjes en de verzengende hitte van paasvuren waar ik net iets te dichtbij wil zijn. Dan loop ik het liefst zo bloot mogelijk rond, genietend van het getintel op mijn bruinende lijf, tot aan het masochistische toe.
Ik heb een haat-liefdeverhouding met de zon, met vuur. Want daarin lijken de door Freud nog gescheiden Eros en Thanatos, de levensdrift en de doodsdrift, met elkaar te versmelten. Ja, als een echte romanticus denk ik dagelijks aan de dood, aan sterven als een ultieme climax van het leven waarin ik opga in het al, uiteenspattend om opgenomen te worden in de sterrenwereld. Hoop ik. Hoeveel aap er op deze broodjes zit weet ik niet, maar ik heb wel eens gehoord dat mannen een spontane zaadlozing krijgen op het moment dat ze opgehangen worden. En mensen die van een verdrinkingsdood zijn gered vertellen vaak over het heerlijke moment waarop uiteindelijk het water in je longen stroomt. Dus wie weet is het wel heerlijk om te sterven en is het puur gemakzucht dat we ervan uitgaan dat dit iets verschrikkelijks is. Misschien is het wel datzelfde verlangen dat hoogtevrees heet, het conflict tussen to be or not to be en to be and not to be.
Als puber las ik in een van mijn eerste boeken over sterrenkunde over een heilige die ‘levend en naakt op een rooster werd gebraden.’ Dat ging over Laurentius, in verband met de Perseïden die zich rond zijn verjaardag op 10 augustus uitstrooien over de nachtelijke hemel. Toen, op pagina 31, kon ik niet meer verder lezen, vervuld als ik was van een weemoedige walging en smachtend verlangen waar ik niets mee kon. Dat boek moest even dichtgeslagen worden. Jammer, want Feiten en Fabels uit de sterrenwereld van R.W.M. Bakhuis, is eigenlijk een heel leuk boek, niet alleen astronomisch maar ook door de verhalen over de vele sagen en legenden die zich ’s nachts boven ons hoofd afspelen. Volgens andere bronnen zou Laurentius nogal lakoniek met zijn eigen barbeque zijn omgegaan. En misschien is dat wel zo, want wat blijft er over van pijn als je je er eenmaal helemaal aan hebt overgegeven? Pijn is weerstand en heeft geen functie meer als je toch al gebraden wordt.
Maar zoals dichtgeslagen boeken om aandacht blijven roepen, werd mijn leven vaak doorkruist door kannibalen en mensenoffers, als een mysterie dit je niet doorgrondt door het als pervers te bestempelen. Mellie Uyldert vertelt in Het zonnejaar dat in Macha Picchu mensen aan de zon werden geofferd: ‘Door bepaalde plantenextracten werd zo iemand in een toestand van extase gebracht en hij achtte zich bevoorrecht dat hij zo in de feestroes het rijk van het hemelse licht mocht binnentreden,’ lees ik op pagina 271. Ook heb ik ergens gelezen dat het bij de Azteken voor de winnaars van wedstrijden een hele eer was om op de offertafel te mogen sterven. Dat de slachtoffers zelfs eerst werden vetgemest om uiteindelijk opgegeten te worden, maar misschien is dat ook een broodje aap, eh… mens.
In mijn ideale sterven is alles doorzengd met een extatisch geluksgevoel in het volle hete zonlicht, in tegenstelling tot de macabere duistere wereld van extreme BDSM en lustmoord waar Thanatos overheerst en Eros buiten de deur wordt gehouden, waar het genot komt van het lijden van anderen en niet van hun vreugde en extase. Ik herken me dan ook heel sterk in wat Jung over mensenoffers schrijft: hij duidt ze psychologisch als de oproep van het Zelf aan de mens om zijn ego te doden, zoals ik in Wikipedia lees. Ja, een offer aan de zon is eigenlijk een offer aan je hoger Zelf. En misschien is het – paradoxaal genoeg – juist het verdringen van dit geofferd willen worden, van onze eigen behoefte aan sterven, van de behoefte om niet alleen te eten maar ook gegeten te willen worden, dat leidt tot zoveel agressie, oorlog en perversie in de wereld.
Ja, in real life ben ik nog bang voor de dood, maar het zal me niks verwonderen als ik na mijn sterven als geest naar mijn lichaam kijk en dan niet meer snap waarom ik daar nou zo moeilijk over deed. Waarom ik niet, net als in de film Sunshine, in de zon kon stappen om door het vuur verzwolgen te worden. Extreem? Misschien mis ik wel de mooiste ervaring door dat niet te doen. Maar om de een of andere reden ben ik, afgezien van praktische bezwaren, nog niet zo ver. Ben ik bang dat het pijn doet. Vind ik het niet leuk voor mensen die mij en mijn rare weblogs zullen missen en zo. Vrienden bij wie ik een leegte achterlaat. Een onbezette stoel in de gemeenteraad. Gedoe. Fantasieën heb je zelf in de hand, doen geen pijn en zijn veilig. Misschien is dat ook allemaal ego, maar voorlopig hou ik het daar nog maar even bij.
Intussen zit ik in de schaduw van een boom, wordt het wat kil door vlaagje wind en trek ik een sweater over mijn blote bast. Maar een zonaanbidder blijf ik. Dat heeft me eens, lang geleden, iets van een zonnesteek laten voelen en daar ben ik eigenlijk best een beetje trots op.
Gepost in Psychologie, Spiritualiteit, Uit mijn leven
1 reactie »
3 mei 2014
Er zit een jukebox in mijn hoofd. Een hele luxe, want hij draait complete langspeelplaten af. Als A hard day’s night van The Beatles in mijn hoofd zit speelt geheid – wat ik ook doe of denk – drie minuten later I should have known better in mijn gedachten. Dat gaat zo door tot en met Can’t buy me love en als het even meezit wordt de LP ook nog omgedraaid, en gaat het verder met Any time at all totdat die na I’ll be back de vinylplaat eindelijk uitgespeeld is. En dat is inmiddels precies 50 jaar zo. Het is dan ook veiliger om in gedachten een single te laten spelen, zoals I am the walrus, dat gelukkig ook het laatste nummer van een album is. Nou ja, van de eerste kant dan, want de volgende kant gaat verder met Hello Goodbye dat ook de achterkant (of voorkant, dat was bij The Beatles niet altijd duidelijk) van een single is waarop het nummer staat. Maar de langspeelplaat waarover die walrus schuifelt is niet een echte elpee, vind ik. Omdat deze, met op de voorkant de zes nummers van de tv-film Magical mystery tour, eigenlijk een verzamelalbum is, en dat vind ik geen ‘echte’ LP. Die magische tour was trouwens eerder in 1968 verschenen als een dubbel-EP die ik veel te duur vond, omdat op zo’n EP vier nummers hoorden, en niet drie. Die kostte maar liefst zes gulden vijftig! Ingewikkeld, zo’n discografie, terwijl die van The Beatles nog heilig was in vergelijking met The Rolling Stones die er helemaal een rotzooitje van maakten en waarover ik dus een boze ingezonden brief naar Hitweek stuurde. Want om van de Stones alles compleet te hebben moest je wegens drie elders ontbrekende nummers de hele LP Flowers kopen, en dat vond ik oplichterij. En dat is het natuurlijk ook. Oplichterij die aan de roots van mijn haat van commercie, ongecontroleerde vrije markt en neoliberalisme staat. Zo, dat wou ik even kwijt. Frustraties van een babyboomer.
Maar intussen zit I am the walrus nog dagelijks in mijn hoofd. Knap dat dat trouwens kan, iets dat zich onder je schedeldak letterlijk afspeelt. Ik hoor dus iets dat anderen niet horen, wat nogal pathologisch klinkt. Het zullen wel allemaal neuronen zijn die in mijn hoofd nazingen, natrillen. Op een voor andere onhoorbare wijze hoor ik dingen die er niet zijn, zoals dat soms in sterkere mate gebeurt als mijn hersens anders gaan golven vlak voordat ik in slaap val.. Dan weet ik dat ik even later slaap. Wat me doet denken aan de nachten bij Bert: hij liet altijd zijn bandrecorder spelen terwijl we – meestal stoned – in slaap sukkelden. Maar hij had wel een tijdklok – mechanisch en duur in die tijd – die na een poosje de muziek uitschakelde. Dan schrok ik van schrik opeens klaarwakker, maar wist: straks slaap ik weer. Niet dat we toen I am the walrus speelden, van The Beatles was het meestal Abbey Road, zodat ik vandaag de dag nog steeds spontaan stevig stoned word als ik die klanken hoor. En toch is I am the walrus altijd een van mijn lievelingsliedjes van The Beatles gebleven. Niet omdat de clip ervan zo bijzonder was, integendeel. Maar om de tekst. Die begint met ‘I am he as you are he as you are me as we are all together.’ Mooi! Die regel schijnt onder invloed van acid geschreven te zijn, jammer dat ze dat daarvoor nodig hadden. Maar dit soort basiswijsheden was toen nog niet zo’n gemeengoed als vandaag de dag in spirituele kringen. Alles is één en zo. En waarheid als een koe, maar niet iedereen houdt van koeien. Ja, er stond een mooie echte koe op een van de beste LP’s van Pink Floyd, maar hier in Blaricum ontspint zich een strijd tussen koeien- en paardenliefhebbers op weilanden tussen het oude dorp en de Bijvanck waar ik woon. Maar dit terzijde, want ik wilde iets vertellen over I am the walrus. Een dier overigens waarmee ik me nooit heb geïdentificeerd, maar toch.
Wat ik zo mooi vind aan de tekst van I am the walrus, is dat die een totale chaos is. Geen touw aan vast te knopen. Op een leuke website met toelichtingen op popsongs wordt dat nog eens bevestigd. De ene associatie duikelt over de andere, wat voor mij betekent dat het een satire is op het logische, rechtlijnige denken. ‘Sitting on a cornflake, waiting for the van to come,’ waar sláát dat in godsnaam op? Nergens op, en dat vind ik juist het leuke. Gewoon in klanken en muziek schilderen wat in je opkomt. ‘Semolina pilchard climbing up the Eiffel Tower,’ wat is dat voor gek beeld? Wat een onzin! Maar dat vind ik juist zo mooi! Knap trouwens dat dat beest niet naar beneden glibbert. ‘If the sun don’t come you get a tan from standing in the English rain,’ je ziet het onmogelijke voor je! Moraal: we trachten onze wereld te begrijpen en te ordenen terwijl daar uiteindelijk weinig van klopt. Ja, het is mijn diepe overtuiging dat de werkelijkheid uiteindelijk totaal anders in elkaar zit dan de beste religies en filosofen bevroeden. Maar dan ook écht totaal anders! Woorden zijn bedrog, en soms kun je even goed onzin uitkramen want het Uiteindelijke is toch niet in taal te vangen. Hooguit in kunst, poëzie, en zelfs dan is het vaak nog een hopeloze benadering. ‘Wie weet spreekt niet, wie spreekt weet niet,’ schreef Lao-tse in de Daodejing. En zo wordt in I am the walrus al het spreken, denken, verklaren en uitleggen te kakken gezet. Oké, je moet ermee werken om een beetje praktisch in deze wereld te kunnen functioneren, maar het is niet meer dan dat. En zo vertelt dit gekke lied je, als je de werkelijkheid echt wil aanschouwen, al het denken met zijn logica moet loslaten. Je ook nergens mee identificeren, wat mij ook niet altijd en overal lukt. Want terwijl ik dit schrijf voel ik me toch een beetje een walrus, die zich afvraagt waarover mensen zich toch druk maken terwijl hij tussen de schuimende golven van de branding genotterig over een modderig strand blubbert. Ja, ik ben de walrus! Goo goo g’ joob!
Gepost in Muziek, Spiritualiteit, Uit mijn leven
Geen reacties »
29 april 2014
Rob was mijn naam en Rob mochten ze me noemen afgelopen zondag. We hadden weer een reünie met de club studenten die als eersten een afdeling van een gloednieuwe woontoren op studentencampus Uilenstede in Amstelveen bevolkten. Op eenheid 198 om precies te zijn, op de zevende verdieping. Daar ontmoetten we elkaar voor het eerst in november 1968 – de maand waarin de witte dubbelelpee van The Beatles uitkwam – en we konden niet in de verste verste bevroeden dat we zowat een halve eeuw later nog steeds vrienden zouden zijn. Luxe kamers waren het, met centrale verwarming, een eigen douche en toilet. Met draadomroep. Maar ze kostten dan wel honderd gulden in de maand. Tegenover ons was een derde woontoren in aanbouw, zodat we in de donkere winternacht vroeg gewekt werden door vlijtige arbeiders die onder helle verlichting met hijskranen zo’n betonnen kaartenhuis van dertien etages op elkaar stapelden.
Ik was een beetje de bonte hond op die afdeling en word tot vandaag de dag geassocieerd met Pink Floyd en verdachte geuren die bij tijd en wijle rond mijn kamer 1377 zweefden. Maar ondanks mijn relatief wilde levenswijze en gebrek aan sportiviteit hoor ik toch nog tot de meest gezonden en minst gehavenden van ons groepje babyboomers. Zo rond de pensionering – de een nog net niet, de ander wel en een derde blijft lekker doorwerken – beginnen onderwerpen als ziektes en gebreken steeds meer aandacht te vragen. Maar we maken er volop grapjes over, houden niet zo van dat zware serieuze gedoe vol somberheid. We leven allemaal vrolijk verder en gaan nog steeds op precies dezelfde manier met elkaar om als vroeger. Wel viel me op dat de rechtse jongens minder rechts waren geworden, maar dat komt waarschijnlijk door de verschuiving van het hele politieke spectrum, zodat dat wat vroeger rechts heette nu als tamelijk links wordt beschouwd.
Deze keer waren we bij Slavek thuis in Wassenaar uitgenodigd. Drankjes en hapjes in de tuin. En we gingen natuurlijk ook een wandeling over het strand maken, en sommigen van ons hadden best moeite met het beklimmen van de duinen. Weer terug in zijn woning genoten we aan een lange tafel van lekker eten, en voerden gesprekken die tenminste ergens over gingen. Dat is misschien ook het leuke van studenten van mijn generatie: indertijd was studeren nog niet de gewoonste zaak van de wereld en moest je daarvoor toch wel een beetje intelligent zijn. En om de een of andere reden voel ik me toch het meest thuis, relaxed, op mijn gemak bij de intelligentsia: je begrijpt elkaar met een paar woorden, je hoeft weinig uit te leggen en gesprekken verlopen daarvoor veel soepeler. Ja, ik moet soms mijn best doen dat niet elitair van mezelf te vinden, maar ik kan het ook niet helpen dat ik hoogbegaafd ben, en behoefte heb aan soortgenootjes om me heen. Net als veel anderen van onze bonte club, als je het mij vraagt. Dat geeft een vertrouwd gevoel van thuis te zijn. Je accepteert elkaar, je respecteert elkaar en lardeert dat met veel humor.
Op de een of andere manier horen we bij elkaar. Houden we van elkaar. We hebben natuurlijk een belangrijke levensfase met elkaar gedeeld, de tijd waarin we net het ouderlijk huis hadden verlaten en zelfstandig werden. Nou ja: probeerden te zijn. Maar het blijft een mysterieuze band die je met elkaar hebt. Misschien leven we nog allemaal juist omdat we plezier kunnen hebben, kunnen relativeren, van humor houden. ‘Jongens, straks gaan we allemaal dood, dus we moeten wel wat vaker bij elkaar gaan komen hoor,’ stelde ik voor. ‘Want ons clubje wordt steeds kleiner totdat je met zijn tweeën een reünie houdt…’ ‘En dan is de vraag wie als laatste het licht uitdoet,’ vulde Gert aan. Het duurde even voordat ik na deze dag de slaap kon vatten, rozig als ik was. Niet alleen vanwege de buitenlucht maar ook vanwege de heerlijke zonnige energie waarvan ik genoten heb en die nog steeds in me sprankelde. Leuk, zo’n dagje Rob.
Gepost in Uit mijn leven
2 reacties »
24 april 2014
Hoe we sluipenderwijs naar een totalitaire staat toegroeien werd vorige week duidelijk met de uitspraak van de Hoge Raad: pedofielenvereniging Martijn is verboden. Heel voorzichtig wordt zo geknabbeld aan het recht op vrije meningsuiting. Eerst door een club te verbieden waarvan de opvattingen volgens de meesten van ons het meest verwerpelijk zijn, waardoor meteen de vraag oprijst: wie volgt? Velen ondertekenden een petitie tegen dit verbod, waaronder Anton Dautzenberg, Arnon Grunberg, Tommy Wieringa en Freek de Jonge. In De Correspondent maakte ook Rob Wijnberg zich zorgen: ‘Waarom dan niet ook – uit naam van de communis opinio, of de schade die het berokkent (…) – gezien de financiële crisis die het neoliberalisme heeft veroorzaakt – de opvattingen van de VVD in de ban doen?’ vraagt hij zich af. En gisteren loog het redactioneel commentaar van nrc.next er niet om, als zij vraagtekens zet bij het door de Hoge Raad gehanteerde ontwrichtingscriterium: ‘In een vrije samenleving moet het ook mogelijk zijn om rondom ongewenst, schokkende en zelfs schadelijke opvattingen een vereniging te organiseren.’ De Hells Angels zijn toch ook niet verboden? Ook daar zijn de leden niet de meest gewaardeerde elementen van onze maatschappij. ‘In een vrije samenleving heeft het bovengronds en dus zichtbaar houden van groepen burgers met ongewenste opvattingen of activiteiten ook nut.’ Je hoeft echt niet hoogbegaafd te zijn om te zien dat met verdringing, verbieden en onderdrukking problemen niet worden opgelost maar alleen tijdelijk worden weggepoetst.
Zoals mogelijk terrorisme een excuus is om mensen van hun privacy te beroven, is mogelijk kindermisbruik een excuus om de vrije meningsuiting te beknotten. Maar moet je een vereniging waarvan de leden strafbare feiten begaan verbieden? En is de vrije meningsuiting niet juist bedoeld om ook mensen met afwijkende meningen aan het woord te laten, hoe verwerpelijk we ze ook vinden? Een halve eeuw geleden hadden we het moeilijk met clubs die voor crematie en vrijwillige euthanasie waren, maar hebben we die verboden, hebben die zoveel schade aangericht? Dat ontwrichtingscriterium – en er wordt alleen nog maar gesproken van een mogelijke ontwrichting – kan propaganda van welke revolutionaire opvatting dan ook in de kiem smoren. Zoals leden van Hells Angels persoonlijk vervolgd moeten worden voor wangedrag, geldt dat natuurlijk ook voor de leden van Martijn als zij kinderen misbruiken – direct, of indirect in geval van gebruik van kinderporno. En dat gebeurt ook. Maar een vereniging mag van mij alles ter discussie stellen omdat hiermee de dialoog open blijft en zaken als pedofilie besproken blijven. Alleen respect hebben voor opvattingen van mensen met wie je het eens bent is geen kunst, leeg, zo niet hypocriet.
Ik zou in discussie willen gaan met pedofielen, de zwartste zondebokken van deze tijd. Net zoals ik zou willen luisteren en debatteren met veel andere mensen die in mijn ogen totaal foute dingen doen. In de jaren zestig deden we minder moeilijk over seks met kinderen. ‘Moet kunnen.’ In de nasleep van dat gevoel voor ongebreidelde vrijheid vertrouwde een bankmedewerker me in de toilettenhal zijn verhalen toe over hoe hij met de jongens van zijn sportclubje omging. Dat het lang niet altijd om enge dingen als verkrachting ging. Dat seksuele avances vaak uitgingen van de jongetjes zelf. Ja, als dat zo is, waar deed je dan eigenlijk moeilijk over? Dat klinkt nu ongeloofwaardig, omdat we weten dat kinderen geen seksuele behoeftes kunnen hebben zolang ze nog niet de puberteit hebben meegemaakt en mede daarom elke gelijkwaardigheid, in welke betekenis dan ook, ontbreekt. Dat kinderen er trauma’s van overhouden. Maar wie weet komt over enkele decennia Sigmund Freud weer uit de kast, bij wie immers alles seksueel is en kinderen wellicht lang niet zo onschuldig blijken te zijn. Het zal je trouwens maar overkomen dat je pedofiel bent: geen enkele seksuele afwijking is iets waarvoor je zelf kiest omdat die het leven alleen maar lastiger maakt.
En als de Hoge Raad dan toch zo nodig consequent wil zijn, laat ze dan ook de Hells Angels verbieden. En de VVD. Maar ik geloof er niet in. Wat nu gebeurt is opportunistische volksverlakkerij, inspelen op de populistische onderbuik, het aanvuren van een heksenjacht, het ondergronds jagen van dubieuze krachten die je veel beter in het volle daglicht kunt bestrijden. Natuurlijk ga je door het lint als je er zelfs alleen maar aan denkt dat je kind wordt verkracht, maar daarmee wordt het probleem niet opgelost. Emotioneel bestrijden van kwaad polariseert alleen maar en maakt het alleen maar erger. Deze uitspraak is dan ook koren op de molen van de hetze waarin gesnakt wordt naar brandstapels en lynchpartijen. Zo helpt de Hoge Raad mee aan de ontwrichting die ze pretendeert te bestrijden. Mag ik dit trouwens wel schrijven? En hoe lang nog?
Gepost in Gezondheid en welzijn, Maatschappij en politiek
4 reacties »
17 april 2014
Dikke mensen vind ik afschuwelijk om te zien. En toch bestaan ze en ben ik elke keer weer verwonderd over hoe ze zich in het openbaar schaamteloos durven te vertonen. Alsof er niks aan de hand is. Alsof het doodgewoon normaal is. Natuurlijk zijn er velen onder hen die het zelf niet kunnen helpen en voor wie mijn gedachten, gevoelens en ideeën over obesitas niet van toepassing zijn, maar het merendeel verdient wel mijn argwanende blik. Soms kan ik me moeilijk inhouden er iets van te zeggen. Dan fluister ik in de supermarkt tegen Vriend. ‘Heb je die man gezien? Dezelfde die knetterend op zijn brommertje over de stoep kwam aanrijden. Dat hij er niet doorheen gezakt is! Heb je gezien hoe onder zijn te korte shirt al dat vet over zijn broek heen blubbert?’ Wat zal hij straks allemaal op de band bij de kassa leggen? Verboden moest het worden! Het is een openbare aanval op de esthetiek! Ik snap ook niet hoe die het nou met zijn partner doet! En die partner snap ik dus ook niet. Zou hij zijn eigen pik kunnen zien? Gaat plassen puur op de tast? En plof, daar gaat weer een fles cola op de band. Als je jongeren geen alcohol mag verkopen, waarom dikke mensen dan wel cola en chips?
Wat doe je ertegen? Ze gaan vanzelf al wat vroeger dood, dus dat is al iets. Maar toch. Ze belasten niet alleen zichzelf maar ook hun omgeving. Dus moet je gewoon een soort vetbelasting gaan heffen. Hogere verzekeringspremies. Maar mensen leren weinig van dat soort langetermijneffecten, dus moet je ze daarnaast ook veel directer pakken op hun onappetijtelijkheid. Wat zwaar is moet zwaar wegen, dus moeten ze maar wat meer wegenbelasting betalen. En het zou leuk zijn als de lift en de roltrap veel trager gingen als er gebruik van maakten. Dat is met behulp van de Body Mass Index (BMI) allemaal best te automatiseren. Met een camera bepaal je hoe lang iemand is en met een ingebouwde weegschaal meet je hoe zwaar iemand is. De computer berekent dan de nieuwe snelheid. S1 = (S0 * 21,5 * h²) / m. Zoiets. Met dit soort technieken kun je ook in auto’s mensen op hun gewicht afrekenen, zodat er een variabele wegenbelasting ontstaat. En in bussen en treinen sta je tijdens het inchecken op een weegschaal. En als dikke mensen alsnog niet op een zitplaats of door een deur passen hebben ze gewoon pech gehad. Betalen per kilo, ze gewoon meteen in hun portemonnee pakken, dat werkt!
Maar er zijn nog meer middelen om overgewicht mee te bestrijden! Net als bij rookwaar een verplichte etikettering op alles waar teveel suiker, vet en zout in zit. Op bijna alles dus. Met walgelijke plaatjes. Van blubberende onder zwemkleding uitkwabberende lijven. Van mensen die met rode koppen in paniek naar hun hartstreek grijpen. Van mensen van wie de voeten zijn afgezet. Als de overgewicht door de overheid echt als een probleem werd gezien, had ze dat allang gedaan. Net als die vetbelasting. Probleem is alleen dat je minder vetbelasting kan innen als mensen écht gaan afvallen, en je weet hoe dat gaat: euro’s zijn nog altijd belangrijker dan de volksgezondheid. Maar van mij mogen artsen en sportscholen het leven van hardnekkige recidivisten ook wel zuurder maken door hun tarieven volgens de reciproke van eerder genoemde formule te verhogen, heu: aan te passen. Anders begint alles toch weer van voren af aan zodra bezoekers het pand hebben verlaten. Nemen ze liever de roltrap, grijpen ze meteen naar de bladblazer en slepen ze bij Appie hun mandjes suiker, vet en zout achter zich aan.
Vet belast. Niet alleen jezelf, maar ook je omgeving. Een vetbelasting vind ik dan ook een heel vet idee!
Gepost in Gezondheid en welzijn
10 reacties »
11 april 2014
Lawaai maakt meer kapot dan je lief is. Klachten erover worden in bestuurlijke kringen niet echt serieus genomen, alsof stilte een luxeproduct is dat in deze tijden van bezuinigen best gemist kan worden. En omdat sommige mensen erover klagen terwijl anderen zich er nauwelijks bewust van zijn, wordt bij geluidsoverlast vaak naar het domein tussen de oren verwezen. Geheel onterecht, als ik professor Joost Smiers mag geloven, die in nrc.next van vandaag wijst op van alles waartoe geluidsoverlast kan leiden. Gebrek aan concentratie, verbrokkelde slaap, hartritmestoornissen, aantasting van bloedvaten, irritatie, stress, ruziezoekerigheid, depressies, weinig eetlust, angst, vermoeidheid en misschien minder lust tot seks. Alleen dat laatste vind ik niet een echt argument om geluidsoverlast tegen te gaan, want met wat minder seks zaten we nu – althans voor zover het hetero’s betreft – met een minder overbevolkte wereld en de desastreuze gevolgen daarvan. ‘Dat is niet gering,’ schrijft hij onder de kop Red de stille auto. ‘Uiteraard heeft niet iedereen last van alle soorten lawaai, en krijgt niet iedereen al deze plagen van Egypte tegelijkertijd. Dat neemt niet weg dat ongewenst geluid voor enkele tientallen procenten van de bevolking een meer of minder zware wissel trekt op het psychisch en/of fysiek welbevinden. Dat is een percentage om van te schrikken.’ Waaraan ik zou willen toevoegen dat ook geluidsoverlast die we niet bewust ervaren en waar we dus niet over klagen, een grote duit in het zakje doen.
Het terugdringen van overbodig kabaal zou veel bijdragen aan de volksgezondheid, maar staat niet echt hoog op de politieke agenda. Te vaak wordt er wat meewarig over gepraat alsof dat een probleem is van hooggevoelige watjes die er maar mee moeten leren leven. Ja, alles went en velen van hen horen op gegeven moment het kabaal niet meer, omdat ze niet anders kunnen dan zich afsluiten voor de grove botheid waarmee velen hun omgeving van herrie voorzien. Ik ben niet voor niets een nachtmens omdat ik dan verzekerd ben van een omgeving die niet geteisterd wordt door muziek, knallende motorrijders, schoonmaakmachines en brullend tuingereedschap. En laten we eerlijk zijn: het wordt ons steeds minder mogelijk gemaakt om iets te doen zonder daarbij kabaal te maken. Probeer maar eens een bladblazer te vinden die géén herrie maakt. En zelf zou ik ook meer moeten letten op het kabaal dat een nieuwe stofzuiger gaat veroorzaken. Even uittesten in de winkel dan maar? En in de bus van het hoogwaardige R-net is het gesis van de radicale airco niet te ontwijken, en kan ik moeilijk mijn geld terugvragen wegens verminderde kwaliteit van dit vervoer. Apparaten moeten goedkoop zijn en als ze dan wat herrie maken moet je daar niet moeilijk over doen. Zo is de beleving van de automobilist is voor minister Schultz van Haegen belangrijker dan de toegenomen herrie en de extra wolken uitlaatgassen en fijnstof. Opsluiten in een flatje langs de A10, die meid!
De beleving! Nu de minister ook subjectieve argumenten erkent kan er ook plaats komen voor de realiteit tussen de oren! Voor de beleving van mensen die last hebben van verkeerslawaai bijvoorbeeld. Maar ik vrees dat ministers dit argument heel opportunistisch zullen blijven gebruiken. En het lastige van belevingen is dat ze altijd echt zijn. Ja, er zijn mensen die zich overal aan ergeren, maar het is de vraag of onder deze beroepsquerulanten niet veel hooggevoeligen zitten die het ook niet kunnen helpen dat ze nu eenmaal zo zijn. Natuurlijk zijn er ook velen onder hen die helaas geen andere manier kunnen vinden om wat aandacht te krijgen, maar dat mag geen argument zijn om dan maar al het geklaag te verwijzen naar het rijk der subjectieve fabelen. Aanleiding voor het artikel in nrc.next is het besluit van de Europese Commissie dat auto’s geluid moeten blijven maken omdat geruisloze auto’s onveilig zouden zijn. Omdat je ze niet hoort aankomen. Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Alsof een verbod op oordopjes tijdens het weggebruik niet effectiever zou zijn. Alsof het normaal is dat je méér voorrang geniet als je je minder natuurlijk voortbeweegt, en je dus als fietser of voetganger meer zou moeten opletten. ‘Voor de veiligheid van de fietser,’ heet het dan bijvoorbeeld. ‘Fietsers maken ook geen geluid,’ eindigt Smiers zijn artikel, ‘toch botsen we als voetganger daar niet regelmatig tegenop. Veilig verkeer kan dus heel goed zonder overmaat aan lawaai.’
Dit hierboven mag dan een min of meer politieke stellingname zijn, gebaseerd op het nastreven van al dan niet fysieke en psychologische gezondheid, maar je kunt er ook op een meer spirituele manier naar kijken. Wat mij opvalt als ik me ergens aan stoor, is dat dit altijd gekoppeld is aan een oordeel. Namelijk dat het niet zo hoort, of niet zo zou moeten zijn. Afgelopen zomer zat ik in mijn tuin te luisteren naar de herrie van de A27 en toen betrapte ik mezelf erop dat mijn beleving ervan veranderde toen ik me voorstelde dat dit het geluid van de branding van de zee was. Heel rustgevend. Wel een beetje rare branding, toegegeven, maar toch. Belazerde ik mezelf? Ja en nee. Maar het belangrijkste was dat ik daarmee het kabaal accepteerde. Dat is natuurlijk ook een methode: de wereld accepteren zoals die nu eenmaal is, inclusief alle herrie en overige ellende. Maar daar ben ik ook niet altijd toe in staat, en ik neem aan dat niet iedereen dat even makkelijk kan. Dat laat iets zien van de spanning tussen politiek en spiritualiteit: enerzijds knokken voor een betere wereld en tegelijk accepteren zoals die nu eenmaal is. En deep down geloof ik dat dit laatste een voorwaarde is voor het eerste: dat wezenlijke verandering alleen dan pas gebeuren vanuit een acceptatie van dat wat is. Dan zit er geen doel, geen idee, geen wens meer achter, maar doe je spontaan gewoon dat wat er gedaan moet worden. Zoals het bestrijden van geluidsoverlast.
Gepost in Gezondheid en welzijn, Maatschappij en politiek, Spiritualiteit
1 reactie »
1 april 2014
Weinig mensen schijnen te weten dat Google Glass nog maar een eerste opstapje is naar een veel groter ideaal van deze datagigant. Want met deze bril wordt er alleen nog maar augmented reality toegevoegd aan wat je ziet. Daar is weinig op tegen. Als je iemand ziet weet je meteen zijn naam omdat die, net als in Second Life, als een ballonnetje boven zijn of haar hoofd hangt. Door even met je ogen te knipperen licht je zijn doopceel. Door ‘horoscope’ te fluisteren zie je meteen zijn geboortegesternte. Net als in street view ligt de route naar je bestemming als pijlen op de weg, en met het fronsen van je wenkbrauwen maak je geld over naar degene die je in beeld hebt, of koop je datgene waarop je ogen zijn gericht. Alle kennis is letterlijk in één oogopslag beschikbaar, en dat is toch niet iets waar je nee tegen kunt zeggen? Kennis is macht, en hoe meer die eerlijk verdeeld wordt, hoe beter de wereld er op langere termijn uit gaat zien. Dat was en is ook de mooie kracht van het internet.
Toch is Google Glass nog maar het begin. Want augmented reality – de naam zegt het al – voegt iets toe aan wat je ziet, maar wel zodanig dat de wereld om je heen blijft zoals die is, zonder hem te veranderen. Maar daar wil Google het niet bij laten, en ik heb begrepen dat er al lang in het geheim serieus gewerkt wordt aan de opvolger van Google Glass, de Google Crystal waarin de bril wordt uitgebreid met de mogelijkheid van reduced reality, waarbij naar believen stukken van de werkelijkheid worden weggelaten, onzichtbaar gemaakt. Stoor je je aan windmolens omdat die de horizon vervuilen? Met Google Crystal zie je ze niet meer. Hoofddoekjes, reclameborden, lelijke mensen of zwervers: wat je niet wil zien hoef je ook niet meer te zien. Ook kunnen dingen onzichtbaar gemaakt worden die je niet mag zien, zoals militair materieel voor spotters en kinderen voor pedofielen. De straat ziet er altijd helder en schoon uit en wolken verdwijnen als sneeuw voor de zon.
En ook dit is nog niet het einde, want de Google Diamond zal ons helemaal verdrinken in de wereld van virtual reality, waarin het waargenomene echt helemaal wordt veranderd. En daarbij gaat het niet alleen om wat je met je ogen ziet, maar ook om wat je met je oren hoort, dank zij de ingebouwde oordopjes. Terwijl ook ervaringen als reuk, tast, smaak en andere zintuigen worden gemanipuleerd door elektromagnetische pulsen die de Diamond naar de hersenen stuurt. Niet alleen hoef je nu geen last meer te hebben van verkeerslawaai of vuurwerkgeknal – ook de Crystal mode met zijn reduced reality blijft beschikbaar in de bril – maar je kunt naar eigen voorkeur ook naar alle werelden reizen die je je maar wenst. Ideaal toch? Het bijzondere is ook dat Google Diamond, als ik de geruchten mag geloven, helemaal gratis zal zijn. De enige voorwaarde is dat je regelmatig een korte reclame voorgeschoteld krijgt. Net zoals je nu al gratis hoortoestellen kunt krijgen als je toestaat dat je elke dag een paar minuten reclame te horen krijgt, zal je met de Google Diamond af en toe verplicht virtuele Coca Cola moeten drinken.
De geest, die totaal losgekoppeld is van het lichaam en de buitenwereld, is er een grotere bevrijding mogelijk? Laat Facebook de Oculus Rift maar opkopen, want die stelt niets voor vergeleken met wat Google voor ons in petto heeft! Sommige mensen vinden dit alles maar enge ontwikkelingen omdat je helemaal in de cocon van je eigen voorkeuren wordt opgesloten en er nooit meer iets nieuws uit de buitenwereld tot je zal komen. Net zoals je in de sociale media uitsluitend nog reclame en zoekresultaten ontvangt die je wil hebben: de klant is koning, en wensen zijn er toch om vervuld te worden? En dank eens aan de voordelen! Energie- en voedselproblemen kunnen in één klap opgelost worden omdat we ons niet meer hoeven te verplaatsen en we eigenlijk alleen nog maar onze hersenen nodig hebben. En die hersenen hoeven zelfs niet eens meer te denken, en omdat die een kwart van onze energie verbruiken dragen we ook daarmee bij aan een beter milieu. Eindelijk zullen we verlost worden van onnodige overhead en hebben we de werkelijkheid helemaal niet meer nodig om een comfortabel en wellicht eeuwig leven te hebben. Juist omdat we niet meer hoeven te leven.
Gepost in Computer en internet
5 reacties »
28 maart 2014
Gisteravond was de beëdiging van de nieuwe gemeenteraad. Dat is heel officieel en serieus. Staan. Ook de publieke tribune richtte zich op. Sommigen legden de eed af: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig.’ Anderen legden de belofte af: ‘Dat verklaar en beloof ik.’ Er zijn allerlei variaties op beëdiging, zoals al dan niet twee vingers in de lucht steken of de hand op Bijbel of Koran leggen. Hoewel grote geesten zodanig naar hun eigen autoriteit handelen en dusdanig in het hier en nu leven dat zij van welke eed of belofte gruwen, wordt een samenleving totaal onbestuurbaar zonder deze toezegging je aan het een en ander te zullen houden. Zo zijn er ook besloten overleggen binnen de gemeenteraad, die meestal over financiële onderhandelingen gaan waarbij je de partij met wie je zaken doet niet meteen het achterste van je tong wil laten zien. Zo lang de wereld nog geen Utopia is waarin we allemaal vol liefde leven uit schoonheid, waarheid en goedheid, blijven wetten en eedsafleggingen nu eenmaal onmisbaar en getuigen ze van de onverlichte staat van een samenleving.
Ik heb de belofte afgelegd. Omdat ik niet weet of ik in God geloof of niet. Omdat ik niet weet wie Hij is. Terwijl ik wel geloof in iets als goddelijkheid, iets dat eigenlijk geen geloof is omdat het een ervaring is. En omdat ik alleen in mijn eigen ervaringen kan geloven. Teveel religieuze geschriften vind ik warrig, chaotisch en zoetsappig. Oosterse stromingen als taoïsme, zen, boeddhisme en advaita vedanta zijn voor mij meer down to earth en getuigen van meer intelligentie dan de meeste wereldgodsdiensten. Het grappige is dat die allemaal geen god nodig hebben, terwijl ze wel degelijk gaan over bevrijding, verlossing, verlichting, innerlijke vrede of hoe je het doel van religieuze of spirituele exercities ook mag noemen. God is dan overbodig, ja, zelfs vaak een grote beer op het spirituele levenspad. Alsof je het goddelijke slechts dan kan vinden als je ontdekt dat Hij niet bestaat.
Toch hou ik van God. Graag zit ik met Hem bij de open haard. Hij is oud en heeft een mooie baard, precies zoals het hoort. Met Hem kan ik me met een goed glas port uren verliezen in filosofische gesprekken, starend in het flakkerende vuur dat oprijst uit knisperend gloeiende houtblokken. Hij is een boogschutter, rookt sigaren en morst af en toe as op Zijn kostuum. Hij heeft eruditie, toont respect maar heeft ook af en toe Zijn twijfels. Had Hij het indertijd wel zo goed aangepakt met Zijn zoon? Heeft het niet jaren gekost voordat het weer goed kwam met hem omdat hij een en ander toch iets te pijnlijk had gevonden? Had Hij niet te lang toegestaan dat mensen rommelden met Zijn Woord en er zo’n ratjetoe van maakten? Had Hij toch niet in 1984 de wereld maar moeten laten vergaan om met een schone lei weer eens helemaal opnieuw te beginnen? Had Hij niet die kannibalistische praktijken in de kerk moeten verbieden? En waarom heeft hij het er nog steeds wat moeilijk mee dat Zijn zoon als een vrolijke hippie, compleet met bloemen in het haar, door Zijn Hemel huppelt en allemaal dingen doet die Hij verboden heeft? Kinderen loslaten is heel moeilijk, zelfs voor God.
Misschien is het grootste geheim van God wel dat Hij niet bestaat. Net als de stilte, de leegte en de duisternis: de oerklank, de achtergrond en bron van de schepping die overal en altijd aanwezig is. Het Iets dat uit het Niets geboren wordt. God bestaat, en tegelijk bestaat Hij niet. Zoiets kan Hij alleen. Sorry, God, dat ik de belofte heb afgelegd, want het had ook de eed kunnen zijn. Maar voor U maakt het waarschijnlijk niet zoveel uit, want U begrijpt me wel.
Gepost in Maatschappij en politiek, Spiritualiteit, Uit mijn leven
4 reacties »
20 maart 2014
Mijn partij Hart voor Blaricum is met een extra zetel weer de grootste in ons dorp! Dat was in de periode 2002-2010 ook het geval, maar de laatste raadsperiode legden we het af tegen de VVD. Dat is nu dus weer helemaal goedgemaakt. Blaricum heeft 13 raadszetels, waarvan wij er nu 4 hebben, de VVD en de lokale Blaricumse Partij 3, D66 2 en het CDA 1. De PvdA is, zoals toch wel verwacht, van het toneel verdwenen. Aan ons dus nu het initiatief om een coalitie te gaan samenstellen.
Eerlijk gezegd vind ik dat we het wel verdiend hebben met al onze inzet en acties, waarbij we door velen zijn gesteund, zoals lijstduwer Peter van Rietschoten, één van de medeoprichters van onze partij, die bekend is van zijn blog Oog op Blaricum waarop hij met prachtige foto’s ons dorp treffend in beeld brengt. Het was voorspeld dat lokale partijen zouden winnen bij de gemeenteraadsverkiezingen, en dat is zeker bij ons gebeurd! De verwachting van een lage opkomst is in Blaricum echter niet uitgekomen, want dat percentage was bij ons 64,2% terwijl het landelijk gemiddelde 53,8% was.
En nu blijven knokken voor onze zelfstandigheid, dus tegen fusies en voor samenwerking, zoals we die gerealiseerd hebben met de BEL Combinatie waarin we met Eemnes en Laren in een gemeenschappelijke regeling zitten. Blijven knokken tegen de 118 miljoen verslindende HOV, inmiddels op de zevende plaats van de top-10 van nodeloze prestigeprojecten in De Telegraaf. Het dorp mooi houden en ondanks de crisis doorgaan met het bouwen van onze prachtige nieuwe wijk de Blaricummermeent. Opkomen voor groen en kleinschaligheid, vechten voor het behoud van onze eigen dorpse identiteit.
Het zal zwaar worden omdat er niets minder dan het hele sociale domein op ons afkomt: de taken van de Wmo, de participatiewet en de jeugdzorg, die door de gemeenten overgenomen gaan worden, iets dat velen met angst en beven tegemoetzien. Want hoewel daarvoor de bijdragen van het Rijk aan de gemeentes ongeveer verdubbeld worden, lijkt dat toch te weinig om een en ander naar behoren te kunnen uitvoeren. Genoeg te doen dus, de komende vier jaar. En we hebben nog veel meer plannen! Een heuglijke dag vandaag. Ook omdat het vandaag mijn zevende verjaardag is in Second Life, zodat ik straks ga kijken wat voor cadeautje Robbie me heeft gegeven.
Gepost in Maatschappij en politiek, Mijn dorp, Second Life, Uit mijn leven
1 reactie »