Eigen verantwoordelijkheid!

Date 16 november 2013

Is het je eigen verantwoordelijkheid als je dom bent? Is het je eigen verantwoordelijkheid als je in de Filipijnen woont en rampen je overkomen? Is het je eigen verantwoordelijkheid als je ontslagen wordt, je huur of hypotheek niet meer kunt betalen en in de goot belandt? Is het je eigen verantwoordelijkheid als je doldraait in de 24-uurseconomie en verkeerde beslissingen neemt? Is het je eigen verantwoordelijkheid als je diabetes krijgt omdat onze voeding vol met suikers zit? Is het je eigen verantwoordelijkheid als je niet meer hebt leren rekenen op school? Is het je eigen verantwoordelijkheid als je met gebreken bent geboren?

Het is opvallend dat de eigen verantwoordelijkheid vooral gepropageerd wordt door mensen die hun zaakjes goed hebben geregeld, die er warmpjes bij zitten en die menen dat hun eigen welvaart en welzijn te danken is aan hun eigen verdienste. Maar het toeschuiven van eigen verantwoordelijkheid aan mensen die niet verantwoordelijkheid zijn voor hun leefomstandigheden grenst aan het misdadige. Dan kun je hooguit volhouden dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor de wijze waaróp ze met hun omstandigheden en hun lichaam omgaan, en zelfs dat is maar een halve waarheid. Je kunt het zelfs met een spiritueel sausje bedekken door karma uit de kast te halen, of gebrek aan positief denken en acceptatie.

Met mensen te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid duw je ze alleen nog dieper in de put. Zoals je een depressief iemand alleen maar nog depressiever maakt door hen in gejubel en gejuich mee te willen voeren naar de zonzijde van het leven. Omdat je zelf te bang bent om een greintje empathie te tonen, mee te leven, het innerlijk van die ander te voelen. Terwijl dingen gewoon gebeuren. Terwijl de een in sociale, lichamelijke, psychische of spirituele rijkdom wordt geboren en de ander niet. Alsof ik er trots op moet zijn dat ik creatief ben en een goed stel hersens heb zodat ik mezelf aardig weet te redden in de maatschappij. Dingen overkomen mensen gewoon en om rijkdom, in welke betekenis dan ook, als je eigen verdienste te zien getuigt alleen van een groot ego.

Eigen verantwoordelijkheid betekent je niet verantwoordelijk te weten voor anderen, en getuigt daarmee van een hyperindividueel narcisme. In een wereld waarin het steeds duidelijker wordt dat alles met alles verbonden is, blazen protesterende trotse ego’s zich op, wordt de verzorgingsstaat om zeep geholpen en worden psychologie en spiritualiteit misbruikt om van de samenleving een alleenleving te maken. We pretenderen ons druk te maken om zorg en vinden tegelijk dat iedereen maar zichzelf moet helpen. We zien mensen die om hulp vragen steeds meer als profiteurs die verwend willen worden, zonder ons af te vragen of dat wel zo is, of waarom dat dan zo is.

We geven niet meer om elkaar. Houden niet meer van elkaar. Ego en individualisme zijn de wortels van de échte crisis die nog maar net begonnen is. En áls je er dan zo in gelooft, best kabinet, waar is dan jullie eigen verantwoordelijkheid als je met bezuinigingen de economie kapotmaakt en vervolgens de schulden over de schutting van je eigen veilige domein gooit? Waarom laat je dan de veroorzakers van de crisis nog steeds op vrije voeten rondlopen? Eigen verantwoordelijkheid past uitstekend in het straatje van het per definitie zelfzuchtige neoliberale denken – lees de klassieken er maar over na.

Ik geloof niet in eigen verantwoordelijkheid. Pas als ik dat geloof in eigen verantwoordelijkheid opgeef, gebaseerd op puberale ikjes en ego’s die hechten aan de maakbaarheid van zichzelf en deze wereld, pas dan word ik écht verantwoordelijk. Omdat ik pas dan mijn autistische masker verlies en als vanzelf meeleef en meevoel met anderen waarbij hun pijn ook mijn pijn wordt, en hun geluk mijn geluk. En nu naar giro 555 voor de Filipijnen.

De gewetenlozen

Date 11 november 2013

De enige visie die we nog hebben is de televisie. Visies zijn uit en pragmatisme is in. Om problemen op te lossen heb je helemaal geen visie nodig. Als de zeespiegel stijgt verhoog je gewoon de dijken. Als wetten overtreden worden ga je gewoon handhaven. Als je geld tekort komt ga je gewoon bezuinigen. Zo simpel is het. Als het water in de douchebak niet meer wegloopt pak je gewoon een ontstopper, daar is geen visie voor nodig. Visies vertragen alleen maar, want daarvoor moet je nadenken en zo, naar oorzaken gaan zoeken en dat kost allemaal veel te veel moeite en tijd. Het is veel gemakkelijker om de aarde maar lekker te laten opwarmen, flitspalen neer te zetten, de btw-tarieven te verhogen en het putje van de douche opnieuw te laten verstoppen. Kies gewoon voor de meest eenvoudige en simpele oplossing. Pragmatisme heet dat. Uitgevonden door D66 en innig omhelsd door de VVD en andere neoliberalen die aanschurken tegen een libertaire nachtwakersstaat.

Visieloosheid heeft natuurlijk grote voordelen. Je hoeft geen ideaal meer te hebben, geen idee meer van hoe een samenleving er uit zou moeten zien. Je hoeft je niet meer te verdiepen in de oorzaken van problemen. Je kunt je ogen sluiten voor de complexiteit van schrijnende vraagstukken. Dat kan niet anders dan door hen die er anders over denken, zoals hoogbegaafden en artiesten, als betweterig en elitair te bestempelen. Creatievelingen, wiens leven uit meer bestaat dan alleen copy and paste, bedreigen immers de samenleving. Zij dienen dan ook zo snel mogelijk gedeporteerd te worden naar de vrije markt. Want wetenschap moet bijdragen aan de economie, en artiesten dienen aan ‘de tucht van de markt’ te worden onderworpen, zoals Rutte dat onlangs verwoordde. Een vrije markt die – ik zei het al vaker – uiteindelijk tot één winnaar, één grootste leidt die too big to fail is, zoals nu ook met Achmea gebeurt. Nee, mensen met visie zijn alleen maar lastig, maken de dingen alleen maar moeilijker dan ze al zijn. Weg met jullie visie en achter de televisie jullie!

Het hebben van een visie is ook een beetje uit de tijd. Het suggereert namelijk dat je iets te zeggen hebt, dat je een waarheid op het spoor bent. Dat was vroeger iets voor dominees, die overigens tot de eersten behoorden om daarvan af te stappen en het sinds de jaren zestig niet meer over God durven te hebben. Ik vroeg me indertijd vaak na een kerkdienst af waarover de preek nu eigenlijk gegaan was. Maar dominee Gremdaat heeft helemaal gelijk: het gaat er niet om mensen een visie op te dringen, want die moeten ze in zichzelf ontdekken. Zodat het de taak van de predikant is om mensen iets te denken te geven, hun eigen waarheid te laten vinden, net als Plato’s vroedvrouw. Maar kunnen de blinden de blinden leiden? Kan een dominee die zelf niet verlicht is zijn kerkgangers verlichting brengen? Kan iemand die zelf geen visie heeft anderen stimuleren om hun eigen visie te ontdekken? Visieloosheid betekent een laffe oppervlakkigheid, het niet willen weten van diepere achterliggende oorzaken, motieven en consequenties. En dat is hetzelfde als gewetenloosheid.

Privacy

Date 30 oktober 2013

Nee, je hebt wél iets te verbergen. Dat was onlangs de kop van een artikel van Maurits Martijn en Rob Wijnberg in De Correspondent, het nieuwe digitale dagblad dat diepere onderstromen van nieuws op een originele manier belicht door ‘voorbij de waan van de dag’ te gaan. Ontzettend veel mensen maken zich niet zo druk over hun privacy zodat het hen worst zal wezen of NSA – die nu met de Zon in Schorpioen extra belangstelling geniet – of wie dan ook van alles en nog wat van hen weet. Hoe vaak horen we dat niet: ‘Ik heb toch niks te verbergen’, ‘Ik doe toch niks fout’ en ‘Ik doe toch niks illegaals’. De auteurs komen met elf fundamentele tegenargumenten, waaronder ‘Je weet niet wat fout is’, ‘Je weet niet wat allemaal illegaal is’ en het cultuurrelatieve ‘Het foute verandert’. Nu weet iedereen van me dat ik homo ben, maar stel eens dat morgen hier de sharia de wet gaat uitmaken, zal ik daar dan blij mee zijn?

Het meest bijzondere argument om zuinig op je privacy te zijn vond ik de eerste stelling: ‘Er is geen “ik” zonder iets te verbergen.’ Ik citeer: ‘De meest elementaire verschijningsvorm van privacy is namelijk de private ruimte in ieder mens: mijn gedachtenwereld, mijn gevoelsleven, mijn innerlijk. Deze ruimte, waar mijn gedachten en gevoelens zich ophouden, is privé in de zin dat ze voor niemand toegankelijk is behalve voor mijzelf. Niemand kan zomaar zien wat ik op ieder moment van de dag denk, voel of ervaar. Dat betekent: het “ik” is een voortdurende manifestatie van privacy.’ Anders gezegd: als er geen privacy meer is, is er ook geen ik meer.

Ik tracht me voor te stellen hoe het leven is zonder privacy. Dat iedereen me continu in de gaten houdt. Camera’s en microfoons die niet alleen mijn buitenwereld registreren, maar ook al mijn gedachten en gevoelens. Dat betekent dat ik niet alleen op mijn woorden ga letten, maar ook op wat zich in mijn innerlijk afspeelt. Dat ik niet meer mag dromen hoe ik een politica de strot omdraai, en niet meer mag denken aan de libertaire neigingen die wel eens in me opwellen. Want voor ik het weet sta ik als potentiële terrorist of anarchist geregistreerd. Want ik weet dromen en werkelijkheid nog wel uit elkaar te houden, maar kan de NSA dat? Ik durf mezelf pas bloot te geven als ik geaccepteerd word zoals ik ben, maar betwijfel of mijn bespieders dat doen. Zodat ik mijzelf ga censureren. Maar dan blijft er niet veel meer van me over dan een gemangeld eenheidsworstje dat denkt, voelt en doet precies zoals dat van hem verlangd wordt. Heel eng!

De Kaarsvlam, november/december 2013

Dag Sinterklaasje!

Date 24 oktober 2013

De Verenigde Naties hebben Nederland op zijn racistische vingers getikt. En Zwarte Piet kreeg de zwarte piet, wat op zich al discriminatie is trouwens. Gevolg: volksopstand! Heerlijk! Even de Grote Problemen vergeten en je gewoon even druk maken over iets heerlijk onbenulligs. Moet kunnen. Net als bij voetbal kan de boog niet altijd gespannen zijn. Het is goed dat de VN dat entameren. Een volk dat je niet bij tijd en wijle haar zogenaamde oppervlakkig vermaak en jolijt gunt wordt ziek, en dat brengt alleen maar kosten met zich mee. Je kan niet constant blijven denken aan al die mensen die steeds maar verdrinken in de Middellandse Zee, je moet ook af en toe kunnen feesten. Gewoon even lekker gek doen, en daarin geeft de VN een mooi voorbeeld. Door te geloven dat ze het menen tuinen we er nog in ook! Maar ik geef toe ook zelf op Facebook de Pietitie te hebben ondertekend.

Maar wacht even. Laat ik ook even trachten de wat diepgravender journalist uit te hangen, met achtergronden en zo. Dan bedenk ik dat achter deze oproep van de VN wel eens veel meer zou kunnen schuilen. Dat dit een voorzet is om te zijner tijd ook Sinterklaas af te schaffen, hem terug naar Spanje te sturen. Ik snap trouwens niet waarom hij nog altijd juist in dát land resideert, alsof ze het daar zo rijk hebben. Maar goed, als er geen rijkdom bestond was er ook geen armoede, en Sinterklaas is natuurlijk wel de Gulle Geschenkjesgever. Waarom is me onduidelijk en over de dag waarop dat allemaal gevierd moet worden tast ik ook in het duister. Op 6 december. Wat moet je nou met zo’n datum? Feestdagen zijn vaak rond het begin van lente, zomer, herfst en winter, daar heeft mijn Wijze Tante veel over geschreven. Zelfs die gekke datum van Pasen die steeds verandert is nog wel te verklaren, zij het slechts voor voor astronomisch aangelegde mensen. Maar 6 december? Dat is toch helemaal niks? Mieter al die cadeautjes en gedichten onder de kerstboom, want het is toch van de gekke dat je binnen een maand twee keer cadeautjes gaat uitpakken? ‘De pakjes liggen al onder de boom,’ vertelde lagereschoolvriendje Maarten me in de jaren vijftig, maar toen snapte ik daar niks van.

Ik snap ook niet dat de VN niet meteen het hele Sinterklaasfeest wil verbieden. Alsof een blanke Sinterklaas niet van racisme getuigt: de rijke blanke slavendrijver waarmee ik als blanke eigenlijk niet geassocieerd wil worden. Die Piet door schoorstenen laat kruipen met cadeautjes die daar helemaal niet doorheen kunnen. Die Piet pepernoten laat rondstrooien. Die Piet kinderen met een roe laat slaan als ze niet netjes gehoorzaam zijn geweest. Net als Toon Hermans heb ik iets tegen die man zodat ik het niet erg zou vinden als dat hele rare feest zou verdwijnen. Met die stomme gedichtjes en liedjes. Alsof ik als kind op de lagere school al niet genoeg gepest ben met stomme liedjes. Merk toch hoe sterk was het enige lied waar ik van hield, en zelfs dat ging over de oorlog met Spanje. Kindermishandeling was dat, wat vandaag de dag niet meer door de beugel zou kunnen.

Toch vrees is dat dit niet de echte reden is dat de VN eigenlijk het hele sinterklaasfeest wil afschaffen. Want het is niet bepaald een neoliberaal stokpaardje waarmee Sinterklaas over de daken huppelt. Bovendien levert dat tegenwoordig allemaal kapotte zonnepanelen op, dus kan het niet meer. De jaren van het altruïsme, van empathie en cadeautjes geven zijn voorbij. De staat is geen geluksmachine en het wordt tijd dat we nu leren onze eigen pepernoten te doppen, ons eigen speculaas te bakken en onze eigen cadeautjes te pakken. Het enige cadeau dat Sinterklaas ons nu kan geven is zelfredzaamheid, een participatiesamenleving, eigen verantwoordelijkheid, ons op onze eigen kracht en mogelijkheden aanspreken. Althans volgens het gedicht bij dit cadeau van de VN, want in werkelijkheid gaat het natuurlijk om bezuinigingen die er hoe dan ook doorgejaagd moeten worden zodat ons systematisch moet worden ingestampt dat Sinterklaas niet meer bestaat. Vechten voor het behoud van dit feest en dan ook niets anders dan een protest tegen die bezuinigingen, tegen de crisis, ook omdat de veroorzakers ervan nog steeds op vrije voeten rondlopen en al lang in de zak een enkele reis Spanje gehad zouden moeten hebben. Ze gaven ons mooie cadeautjes zoals aflossingsvrije hypotheken, en nu willen ze die terug hebben. Ja, dahag! Laat die jongens van Goldman Sachs maar het water uit onze huizen pompen!

Een raar onbegrijpelijk feest met stomme liedjes op een gekke dag. Met een onmogelijk rijke Sint en verschrikkelijke gedichtjes en liedjes. Met paarden op daken, cadeautjes die in schoenen verschijnselen en een enge zak waarin je zomaar gekidnapt kan worden. Er klopt helemaal niets van dat feest. Maar misschien is al die onzin juist het leuke ervan! De VN wil dag tegen Sinterklaas zeggen, maar ik heet hem graag welkom. Sinterklaasje kom maar binnen met je eh… dat mag ik niet zeggen geloof ik. Omdat Piet zwart is. Maar als je geen racist bent, waarom maak je je er dan zo druk over dat Piet zwart is?

Privacy paradox

Date 10 oktober 2013

Aan de ene kant hechten we erg aan onze privacy terwijl we aan de andere kant deze royaal weggeven. Als ik een artikel in De Correspondent moet geloven staat dit bekend als de privacy paradox. We zijn inderdaad vaak te royaal met het rondstrooien van onze persoonlijke gegevens, zoals op Facebook, maar er zijn ook ontzettend veel gevallen waarin we gewoon niet anders kunnen omdat het digitale leven anders praktisch onleefbaar wordt en we onze computer dan even goed bij het grofvuil kunnen zetten. Omdat dit geen reële optie is offeren we onze privacy niet alleen op aan cookies, maar ook ook aan allerlei ongelezen voorwaarden waarmee we ermee instemmen dat van alles en nog wat zomaar op de digitale straat komt te liggen, zodat het te pas en te onpas door anderen gezien en gebruikt kan worden. Voorwaarden waarmee we moeten instemmen om de betreffende sites en software te mogen gebruiken.

Die cookies heb ik altijd al onsympathiek gevonden. Het feit alleen al dat er stiekem in mijn computer gerommeld wordt om al die kleine bestandjes te bewaren vind ik al een inbreuk op mijn privacy. Als ik een website bezoek dan moeten ze daarbij van mijn computer afblijven. Gewoon omdat ik van mening ben dat mijn computer mijn computer is, en niet die van een ander. Het argument van de noodzaak om cookies te plaatsen om het gebruik van websites vriendelijker te maken, zoals het bewaren van mijn winkelmandje, is maar een halve waarheid omdat het daarbij in minstens even grote mate gaat om het verzamelen en verspreiden van stukjes identiteit van me. Net zoiets als ‘Wij waken over uw en onze eigendommen’ als argument om camera’s in winkels te plaatsen, waarbij ik dat eerste echt een beetje betwijfel. En ze maken mij niet wijs dat het bijhouden van mijn winkelmandje niet zonder die vermaledijde cookies zou kunnen. Gelukkig zijn er programma’s als AdBlock en Ghostery waarmee je cookies kan blokkeren, en die draaien dan ook al geruime tijd op mijn computer. Het probleem is alleen dat sommige websites alleen gezien mogen worden als je cookies accepteert. Dat is dan ook een gemis in de cookiewetgeving dat websites ontoegankelijk mogen zijn als je geen cookies wil accepteren. Sterker nog: dat cookies gebruikt mogen worden.

En dan zijn er de voorwaarden waaraan we moeten voldoen om websites en programma’s te mogen gebruiken. Facebook is daar berucht om, terwijl een sociaal netwerk als dat bijna onmisbaar is geworden. En neem nu eens alle apps die we gebruiken, waarbij steeds gevraagd wordt akkoord te gaan met de gebruikersvoorwaarden. Als je die allemaal zou moeten lezen kwam je echt niet meer aan het gebruik van ervan toe. Dat zou een dagtaak zijn. Zo wilde ik laatst even naar Second Life, maar werd me de toegang ontzegd zolang ik niet de Terms of Service goed had gelezen en daarmee akkoord was gegaan. Sorry voor onze afspraak, Robbie, maar ik kon vanavond niet meer komen! Alsof je de bioscoop niet uit mag alvorens alle aftitelingen grondig te hebben gelezen. Dat probleem is volgens mij eenvoudig op te lossen, maar misschien zie ik het weer eens te simpel. Laat aan alle voorwaarden een samenvatting van maximaal 500 woorden voorafgaan met informatie waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat die voor de gebruiker relevant is. En laat wijzigingen van voorwaarden in maximaal 500 woorden aangeven wat er veranderd is. Dat zou wettelijk geregeld moeten zijn, net als dat kleine lettertjes in contracten minder rechtsgeldig zijn dan grotere lettertjes. Zeker als dat gele driepuntsletters op wit papier zijn.

Hoe juridisch dichtgetimmerd het ook mag zijn, voor mij behoren cookies tot inbraak, en zijn veel overeenkomsten ongeldig omdat het praktisch gezien onmogelijk is er kennis van te nemen. Cookies en voorwaarden: de commercie maakt er maar al te graag gebruik van, en te veel gebruik is misbruik. Als de sharia hier straks regeert is het heel makkelijk om alle homo’s op te sporen. En voor de reclame is het veel te gemakkelijk om ons surfplezier nog meer te gaan verpesten. De VVD wil zelfs nog méér reclame op de publieke omroep, terwijl ik nu al geen tv meer kijk! De beste manier om irritante reclame uit te wereld te helpen is natuurlijk om juist die producten niet meer te kopen. En om cookies zoveel mogelijk te blokkeren. Geef ze maar veel cookies van eigen deeg!

Evrouwcipatie

Date 4 oktober 2013

Hij zal wel een beroemde tennisser zijn. Of een zwemmer of atleet. Een echte man. Trots toont hij zijn horloge, een Breitling. Op de achtergrond staat een straaljager gereed. Of een snelle auto. En aan zijn blik te zien is hij niet blij, want het tonen daarvan hoort niet bij het imago van de macho. Ik zie hem regelmatig, veel te vaak dus, in advertenties van nrc.next. Kan me niet voorstellen dat veel lezers zo’n horloge kunnen betalen, maar aan de andere kant hoeft Breitling er maar een handvol van te verkopen om de advertentie te financieren. Een enkele keer besloeg die advertentie zelfs een hele pagina, een hele pagina macho, dus een hele pagina aankijken tegen het type man dat onze samenleving naar de knoppen helpt.

Toch zijn er vrouwen die het heel geëmancipeerd vinden om op dat soort mannen te vallen. Zoals deze week Paulien Derwort in nrc.next onder de kop ‘Vrouwen willen een echte man, geen knaapje met V-hals en crème’. Ze wijst erop dat mannen en vrouwen wel gelijkwaardig zijn, maar zeker niet gelijk. Ze zijn ‘verschillend en voorzien zo in elkaars behoefte door het anders-zijn.’ Maar wat doen die mannen? Ze klaagt dat we tegenwoordig de hipster hebben: ‘Knaapjes op gympen, met V-halzen, zonder lichaamshaar. Jongens die aan bikramyoga doen, die met kinderwagens door het park skeeleren, en die de rekening in een restaurant delen. Waar zijn de echte gentlemen in godsnaam gebleven?’ Volgens Derwort wil de vrouw ‘financieel onafhankelijk zijn, maar vindt het wel charmant als hij betaalt bij het diner (…) opkijken naar hun man op het gebied van status en intelligentie.’ Ze wil meer testosteron in mannen want ‘een echte vrouw wil ook een echte man.’

Ik snap soms weinig van vrouwenemancipatie. Kennelijk mogen vrouwen wel emanciperen maar mannen niet. Want die laatsten mogen geen hipsters zijn en worden lekker ouderwets in hun stereotype rol gedrukt. ‘Vrouwen vinden het prettig als een man de deur openhoudt, de touwtjes in handen heeft, initiatief neemt en blijft verrassen,’ schrijft Derwort. Met als noodkreet: ‘Mannen van Nederland: man up! Het zwakke geslacht heeft een sterke tegenhanger nodig.’ Een oproep aan mannen om vrouwen te helpen emanciperen. Zoals minister Bussemaker dit voorjaar al eerder deed door mannen en vaders op te roepen ook hun steentje bij te dragen aan de vrouwenemancipatie. Alsof je in een wedstrijd bewust de bal aan je voorbij laat gaan om de tegenstander wat meer kans te geven. Zoiets doe je misschien met kinderen, zoals mijn vader mij mijn eerste partijtje schaak liet winnen. Maar tegenover volwassenen kan het bijna niet kleinerender.

Natuurlijk is het hebben van gelijke rechten iets anders dan dat mannen en vrouwen gelijk zouden zijn. Maar de emancipatie is zo doorgeslagen omdat men dacht dat die gelijke rechten alleen maar door een gelijk zijn gerealiseerd konden worden. Zichzelf willen zijn – wat mij het doel van emancipatie lijkt – is verworden tot een juist niet zichzelf zijn. De vrouw die man wil worden, die de overall wil aantrekken. Met als gevolg dat er een heleboel manwijven zijn ontstaan waar veel heteromannen homo van worden. Want de door Derwort gewaardeerde ‘echte mannen’ willen misschien ook echte vrouwen, en dan vervallen beide geslachten weer in hun klassieke rolpatroon dat in de jaren zestig zo nodig doorbroken moest worden.

Emanciperen is iets dat je alleen alleen kunt doen. Niet eens als groep. Emanciperen betekent integratie van het manlijke en vrouwelijke in je, en niet een doorslaan naar het tegengestelde. Emanciperen betekent dat vrouwen ook manlijk mogen zijn, en mannen ook vrouwelijk. Pas als dat is gerealiseerd kunnen ze in harmonie leven. Op naar de androgyne mens, want dat is natuurlijk de ultieme oplossing van alle problemen rond de strijd der seksen!

Melkweg

Date 30 september 2013

Eindelijk heb ik weer eens de Melkweg gezien. In Duitsland, op een stille plek waar nachten nog nachten zijn. Want maar al te vaak bouwen we niet alleen muren om landen, waarover ik in de vandaag online gegane De Correspondent heb gelezen, maar ook om ons waarnemingsvermogen, rond ons bewustzijn. Bewustzijnsvernauwing noem ik dat. We verzamelen steeds meer licht en kabaal om ons heen, afleiding waardoor we steeds minder in staat zijn om even verstild de diepte in te gaan. We slapen te weinig en werken te hard en beiden zijn ongezond – daar worden wetenschappers het steeds meer over eens. De waardering voor ‘hardwerkende Nederlanders’ is eigenlijk propaganda voor ongezond leven, minstens even ongezond als drugs omdat ook dit je hele leven dag en nacht doordrenkt. Weinigen zijn echt uitgeslapen en dat kan op de lange duur niet goed gaan.

Eindelijk heb ik weer eens de Melkweg gezien. Zo’n moment van verstilling, een korte pauze waarin even niets méér hoeft dan gewoon wat in het rond kijken, wie kent dat nog? Zonder muziek op de achtergrond om het gezellig te maken, zonder gepraat over hoe mooi het is allemaal, zonder oordeel of het wel goed is wat er allemaal om ons heen gebeurt. Alsof elk moment waarop alles even stilstaat gevuld moet worden met popcorn van bezigheden en gedachten, want ledigheid is des duivels oorkussen – dat zit diep in onze genen ingebakken. Werken zullen we, en als we niet werken zijn we nutteloze losers, fantasten, luie donders. Ja, er is zelfs een politieke partij die arbeid in haar naam propageert, alsof dat de mooiste bestemming van de mens is. Maar dat geldt alleen voor mensen die van hun werk houden. Terwijl de meesten dingen doen of moeten doen die ze eigenlijk helemaal niet leuk vinden, met als gevolg dat ze hun werk niet echt goed doen. Gelukkig is hij die echt leeft voor zijn werk omdat hij ervan geniet – totdat hij als dank gepromoveerd wordt naar ander werk, want al dat genieten hoort natuurlijk niet eeuwig te duren.

Eindelijk heb ik weer eens de Melkweg gezien. Die mooie glinsterende sliert over de hemelkoepel, waar je eigenlijk helemaal niets van snapt. En die toch bestaat. Met de app Google Sky Map op mijn smartphone speurde ik naar sterrenbeelden en ontdekte ik zelfs stukjes van de Waterman aan de zuidelijke hemel. De anderen waren en wilden al naar bed, maar het liefst was ik nog een uur buiten gebleven, op een stretcher dwalend tussen de sterren. Gezien heb ik het niet, maar het kan heel goed zijn dat sommige van die sterren andere melkwegstelsels waren, oneindig ver weg van mij vandaan. Alsof ik zelfs over de grootste afstanden contact met ze maakte, alleen maar door ze te zien. Als kind dook ik al in sterrengidsen en boeken over het heelal, alsof ik al iets voorproefde van wat het was om er in het echt in te duiken. De oneindige ruimte, leegte en stilte om je heen te voelen, die uiteindelijk toch alles doordringt, ja, zelfs het wezen van alles is.

Reïncarnatie

Date 24 september 2013

Natuurlijk heb ook ik zo mijn herinneringen aan vorige levens. Nou ja, een beetje vaag zijn ze wel, en soms lijken ze meer uit gevoelens en emoties te bestaan dan uit beelden, maar ze zijn wel heel aanwezig. Misschien moeten we dit soort paranormale ervaringen ook niet al te letterlijk nemen. Neem nu mensen die aura’s zien. Die zien ze als mooie gekleurde wolken rond het lichaam, maar wellicht is zo’n beschrijving meer een uitdrukking van een sfeer die iemand oppikt dan van een echte concrete waarneming. Want zo’n ervaring is niet te beschrijven in termen van alledaagse zintuiglijke ervaringen, zodat een toevlucht moet worden genomen tot een gebrekkige vertaling ervan. Als je het zo beschouwt zien we eigenlijk allemaal aura’s, maar noemen de meesten van ons dat niet zo. Onlangs waren mijn fractiegenootjes het helemaal met me eens toen ik zei dat een raadslid van een andere partij iets ‘zwarts’ om zich heen had, een donkere uitstraling, terwijl ik dat nooit echt gezien heb toen ik haar in real life eens goed bekeek. Kortom: we zijn veel paranormaler dan we meestal willen toegeven. Of nog beter: er is niets bijzonders aan paranormale verschijnselen. Iedereen die eerlijk tegenover zichzelf is zal moeten toegeven dat hij dit soort ervaringen heeft gehad. Maar het maakt het natuurlijk wel interessant om het ‘paranormaal’ te noemen.

Zo ook met vorige levens. Er zijn altijd wel ergens herinneringen die we niet kunnen plaatsen. Gewoon omdat we die ooit eens in een film hebben gezien, waarbij we ons erg identificeerden met wat er gebeurde. Of omdat we erover hebben gehoord of gelezen en diep geschokt waren. Of omdat we ooit er een mooie of lelijke droom over hebben gehad. Want laten we eerlijk zijn: ons geheugen rammelt nog wel eens. Afgezien van het feit dat we ons eigenlijk nooit dingen kunnen herinneren zoals ze echt waren – omdat we zelf inmiddels veranderd zijn en alles vanuit een afwijkend referentiekader meemaken – hebben we nog altijd iets als een onderbewustzijn. In gewone woorden: dingen waar we liever niet aan denken, terwijl ze er natuurlijk wel zijn. Elke keer als je wakker wordt gaat meestal de deur weer dicht en weten we niets meer van de afgelopen uren. Terwijl we eigenlijk voortdurend bewust waren, ook tijdens onze slaap. Ook tijdens onze geboorte, maar ook ik herinner me daar weinig van. Gek eigenlijk dat ik toch stellig aanneem dat ik geboren ben – volgens mijn moeder zo makkelijk dat ze het nauwelijks in de gaten had – en maar van horen zeggen aanneem dat toen mijn leven begon.

Er is veel onderzoek gedaan naar reïncarnatie. Daar kun je natuurlijk je twijfels over hebben, en dat is vaak terecht. Vaak betekent echter nog niet altijd. Want hier en daar kom je een casestudy tegen die zó goed in elkaar zit dat die weinig ruimte voor scepticisme overlaat. Mensen die zich dingen herinneren, inclusief opvallende details, die ze nooit meegemaakt kunnen hebben en waarover ze nooit gelezen of gehoord kunnen hebben. Die ze nooit in een film kunnen hebben gezien en zo. Herinneringen waarvoor wetenschappers zoveel kunst- en vliegwerk nodig hebben om ze te verklaren dat het eenvoudiger is om reïncarnatie van stal te halen. En wetenschappers zouden voor de meest eenvoudige verklaring moeten kiezen. Bovendien geloven ze wel in die gekke kwantummechanica, dus waarom niet in zaken als reïncarnatie, homeopathie of astrologie? Al was er maar één onderzoek dat reïncarnatie verschrikkelijk ontzettend onmiskenbaar aannemelijk maakt, dan hebben de wetenschappers toch nog een levensgroot probleem. Zelfs als je gelooft dat herinneringen aan vorige levens niet de eigen herinneringen zijn, maar herinneringen van anderen die opgepikt worden, moet je nog in helderziendheid en astrale velden en zo geloven. Daar houden wetenschappers niet zo van.

Of ik in reïncarnatie geloof? Ja en nee. Want hierover kan je eeuwig blijven discussiëren als je niet duidelijk bent over wat of wie er nu eigenlijk van het ene lichaam in het andere nestelt. Pas als je dat weet kun je verder, en zolang je dat niet weet is de vraagstelling onduidelijk en daardoor het probleem onoplosbaar. Ben je de geest, de ziel, de persoonlijkheid, het ik, het denken? Wat bedoel je daar allemaal mee? Wat is je kern waarom dit allemaal draait? Sterker nog: bestaat er zoiets als een ‘wezen’ van iemand, een diepste ‘zelf’? Is het niet een beetje zielig om onszelf tot onze eigen ziel te beperken? De vraag naar het al of niet bestaan van reïncarnatie is onoplosbaar zolang de klassieke spirituele vraag ‘Wie ben ik?’ niet is beantwoord. Zijn we eigenlijk niet een onbeperkt en verruimd bewustzijn? En is het niet ons diepste verlangen om alle schillen van ons af te gooien, alle matroesjka’s om ons heen te verbranden om in oneindigheid te vervluchtigen? Is het niet daarom dat ik verliefd ben op de kosmos? Dat mezelf zo herken in de diep flonkerende sterrenhemel in de stille nacht? Een ik dat zich in een niet-ik herkent? Boeiend is dat. Maar wellicht een eerste stap op weg naar een reïncarnatie die eigenlijk niet bestaat omdat ze een illusie is.

Superposition

Date 14 september 2013

Life is not a problem to be solved, but a mystery to be lived. Gisteravond was deze waarheid van Osho heel concreet te beleven in Muziekgebouw aan ’t IJ, waar het audiovisuele project Superposition van de Japanner Ryoji Ikeda (1966), wonend en werkend in Parijs, werd uitgevoerd. We zaten op het balkon van een uitverkochte zaal, gewapend met oordopjes om eventueel te gebruiken als we last kregen van hoge frequenties en volumes van het geluid, maar zonder brilletjes tegen eventuele epileptische aanvallen wegens te snelle en intense lichtflitsen. De voorstelling begon in het donkere duister met een lage dreunende frequentie die met toenemend volume in de muisstille zaal geleidelijk een soort hypnose aankondigde. Gevolgd door wiskundige beelden en formules op de twaalf schermen op het podium, twee grote naast elkaar en een rij van tien kleine schermen eronder. Overweldigende elektronische muziek – of mag ik het alleen geluid noemen? Twee mensen op het podium die in morse teksten op de schermen schreven die snel onleesbaar werden. Of kruiswoordraadsels leken te maken. Patronen van interfererende geluidsgolven. Scatterdiagrammen. Zwevende sterrenstelsels. Ja, wat eigenlijk allemaal? Soms leken beelden bedoeld om je helemaal gek te maken met snel flitsende beelden. En dit in een zwijgende zaal mee te maken is veel meer overdonderend dan delen van dit 74 minuten durende neopsychedelische kunstwerk op YouTube terug te zien.

Maar waar zat ik nou eigenlijk zo gebiologeerd naar te kijken? Wat was de boodschap? Het roept iets van ontroering en ontzag bij me op. Zeker als ik me kan verliezen in sterrenstelsels en kosmische avonturen die me, mede wegens de Ligeti-achtige muziek, doen denken aan de spannendste passages uit mijn lievelingsfilm 2001: A Space Odyssey uit 1968. Ik raak er zo van onder de indruk omdat het me niet alleen in een trance brengt door al deze informatie waarmee mijn hersenen niet zoveel kunnen, maar vooral omdat het me aan iets diep onzegbaars in mezelf herinnert. Wiskunde en abstractie als de bron van muziek die zelf weer de schepper van ons en het heelal is. Zoiets. Een mysterie dat uiteindelijk niet met je hersenen te vatten is maar dat je alleen maar ervaren kunt. Hetzelfde mysterie van de kwantummechanica waarnaar dit kunstproject is genoemd. Met dat tweespletenexperiment waarin deeltjes pas een plek krijgen als ze worden geobserveerd. Waar superpositie eigenlijk betekent dat het nog zit te treuzelen of en waar het zich zal openbaren. Of het als een nonlokale golf eigenlijk overal is, of dat het zich als een deeltje op een aanwijsbare plaats bevindt. Ook daarnaar verwijst dit werk van Ikeda door soms twee mogelijke uitspraken naast elkaar te projecteren, wellicht om je te dwingen uit je eigen superpositie tot een keuze te komen.

Rare gedachten krijg ik van het kijken naar deze voorstelling. Wat is waarneming? Want het lijken niet zozeer de keuzes die ons vastleggen en onze wereld bepalen, maar onze waarnemingen ervan. Als ik de kwantummechanica mag geloven krijgen dingen pas een plek als we ze observeren. Zolang de boom niet gezien wordt, blijft hij nog een golf van mogelijkheden die zich door het hele heelal verspreid lijkt te zijn. Alsof de waarneming de wereld concretiseert. Alsof materie juist door observatie wordt bewerkstelligd, zodat zelfs de drones eraan bijdragen. Waarbij het voor mij nog steeds de vraag is wat waarneming nou eigenlijk is. Is het het ‘nemen’ van iets dat waar is, waardoor iets als objectiviteit mogelijk is? Of gaat dat ‘waar’ meer over de plek wáár deze mysterieuze input plaatsvindt, over wáár de waarnemer eigenlijk is? Volgens veel neurowetenschappers zie ik de beelden met mijn visuele hersenschors, maar daar geloof ik niks van. Alsof er achterin mijn hoofd een soort filmscherm staat opgesteld waarnaar gekeken wordt. Maar door wie of wat dan? Uiteindelijk zal het er wel op neerkomen dat er eigenlijk helemaal geen waarnemer is, maar dat is nog niet helemaal in overeenstemming met mijn waarneming. Ik bedoel maar: als een kunstwerk zoals Superposition al dit soort vragen oproept is het zeker geslaagd. Hoewel je er wel een beetje gek voor moet zijn om er open voor te staan. Zoals ik, met hart en ziel.

Manifest van een babyboomer

Date 10 september 2013

Een rare generatie zijn wij, babyboomers. Maar een aardige generatie. Daar denkt niet iedereen hetzelfde over, zelfs de babyboomers zelf verschillen daarover wel eens van mening. Vorige week nog had ik op Facebook een discussie met iemand die mensen van mijn generatie helemaal niet zo zag zitten. Omdat velen van ons na de jaren zestig hun idealen zouden hebben verraden. Genoemd werden mensen als Cohn Bendit die later hun maatschappijkritiek hebben opgegeven, en ook het idealistisch begonnen D’66 dat inmiddels de VVD rechts aan het inhalen is. Ja, die voorbeelden kloppen, maar het is de vraag in hoeverre die representatief zijn voor onze hele generatie van babyboomers, die kort na de oorlog zijn geboren en die de jaren zestig op hun geweten hebben. Dat wij niet allemaal goed bij ons hoofd waren werd ook nog eens geïllustreerd met onze communistische neigingen, het gedweep met Mao en het Rode Boekje. Alsof we toen al wisten in wat voor afgrijselijkheden de zogenaamde Culturele Revolutie zou uitmonden. Overigens heb ik me nooit zo met die verheerlijking verbonden gevoeld, maar dat komt misschien omdat ik meer aan de hippiekant dan aan de protestkant verbleef. Want hoeveel we ook met elkaar sympathiseerden, we waren het niet altijd eens over waar de Revolutie moest beginnen: in jezelf of in de wereld.

Ja, omdat wij als kinderen fel gewenst waren na de oorlog, hebben we best wel narcistische trekjes meegekregen. Wij waren het die de wereld zouden verbeteren! Wat we volgens critici uiteindelijk veel te weinig hebben gedaan. Maar kan je de babyboomers, ons dus, het instorten van hun idealen verwijten omdat sommigen van hen in de loop der jaren toch gezwicht zijn voor macht en geld, graaiers zijn geworden, hun ideologische veren hebben laten vallen. Want als groep hebben we toch meer bereikt dan de generaties na ons. Mag ik dat zeggen? Een beetje tegengas op alle kritiek op babyboomers kan dan ook geen kwaad. Ja, ik ben zo brutaal om onszelf te verheerlijken, want zonder de jaren zestig was er geen emancipatie van vrouwen, homo’s en lesbo’s geweest, woedde er nog steeds een oorlog in Vietnam, leefden we nog steeds in een kleurloze kneuterige maatschappij, geloofden we nog steeds in God en autoriteiten, droegen we nog altijd kortgeknipte kapsels en grijze pakken, en waren het milieu en dierenwelzijn nooit op politieke agenda’s gekomen. Ik bedoel maar.

Ja, het waren linkse jaren. Met idealen en visies, dingen die vandaag de dag openlijk verafschuwd worden terwijl aan alle kanten duidelijk wordt dat juist door het gebrek daaraan we in een wereldwijde crisis beland zijn. Voor ons babyboomers is het juist onvoorstelbaar hoe laks veel jongeren zijn, hoe ze alles maar pikken en niet massaal in opstand komen tegen overheden die hen bespioneren en belazeren, en tegen ondernemers die hen zonder enig respect en service hersenspoelen met reclames en leugens. Den Uyl zou een potverteerder geweest zijn, terwijl zijn opvolgers er vaak een veel grotere rotzooi van maakten. Helaas is met rechtse lieden van tegenwoordig zelden een zinnig woord te wisselen, die gooien nodeloos miljoenen over de balk voor hun eigen macht en status. Juist ná de jaren zestig is het Gouden Kalf in ere hersteld als ultiem orakel voor besluitvorming. Alleen geld speelt nog een rol in een wereld waarin materialisme hoogtij viert en zorg verworden is tot een product dat je moet inkopen. Wij babyboomers snappen deze wereld niet meer en voelen ons er steeds minder in thuis.

Maar gelukkig voelen velen van ons nog met hun wortels in de jaren zestig verbonden, en begrijpen we dat de haat voor ons niets anders is dan jaloezie op ons positieve idealisme waaruit we kracht hebben geput om indertijd de wereld op zijn kop te zetten. En we zijn blij met elke jongere die hier een lichtpuntje van oppakt en ook wakker wil worden in een wereld die steeds meer op een gedeformeerd jachtig en efficiënt gekkenhuis lijkt. Hoewel we nu eigenlijk maar snel dood moeten en wellicht veel zorg zullen gaan ontberen die de afgelopen jaren vanzelfsprekend is geworden, blijven we ouderwetse idealisten met een visie op een betere wereld, die niet alleen bij de wereld maar ook bij onszelf is begonnen. Hij die zelf niet kan genieten van het leven kan dat moeilijk voor andere bewerkstelligen, en hij die dat niet voor anderen wil bereiken kan zelf nooit van het leven genieten. Want mens en wereld zijn één. En wij waren, en velen van ons zijn dat nog steeds, de eersten om dat te roepen en te realiseren. Ja, een rare generatie zijn wij, babyboomers.