Zomer

Date 27 mei 2007

Van de week met Vriend voor een concert naar Zutphen geweest, en daar heerlijk op een terrasje in de zon een pizza gegeten. Onder het genot van lambrusco en een goed gesprek. Ik hou van die zomerse sfeer, en genieten daarvan is het doel van het leven. Alle filosofie en religie, al het gepraat en gedenk is flauwekul. Gewoon terugkeren naar het paradijs en daar niet al te moeilijk over gaan doen. Er is echt niets meer dan het hier en nu. Zelfs het daar en toen is in het hier en nu, want waarom zou de plek en de tijd waarin mijn ikje zwerft reëler zijn dan andere werelden en het verleden of de toekomst? Het maakt weinig uit of ik nu van dit terrasje geniet of van mijn dromen of van het verleden, want al die dingen leven in mij, in het hier en nu waaraan niet te ontsnappen is. Vriend bestelt nog een tweede kan lambrusco, maar voor mij wordt dat te veel. Ik heb iets met dat lome luie genieten van Venus en met het dromerige mystieke versmelten van Neptunus…

Sinds een maand of twee heb ik een appartementje op Tamita Island, een van de eilanden van het gay resort Irukandji waar ik me echt thuis voel. Alleen de wekker moest ik nog gelijk zetten, want die liep nog op Pacific Time. Verder is het ideaal, met een echte whirlpool die ik graag laat stomen terwijl het water om me heen bubbelt. Ik kijk uit over de zee en de stranden waar het heerlijk toeven is en luister naar een enkele vogel in de verte. Ik hoef niet met strandstoelen of handdoeken te slepen als ik wil gaan zonnen, want dat ligt allemaal al klaar. En ’s nachts branden er fakkels op het strand als de maan boven de glinsterende golven tussen de sterren schijnt. Vaak nodig ik Peter uit, en dan kunnen we uren – al dan niet licht beneveld door de glazen wijn die we drinken – zitten te bomen over hoe we ontdekten dat we gay waren en hoe we dat aan onze ouders vertelden, over musicals, films, muziek en zelfs over zijn horoscoop. Hij weet zijn geboortetijd nog niet precies, maar volgens mij heeft hij een Tweelingen als ascendant. Want soms groet hij nauwelijks als hij arriveert, en begint hij wild in de zee heen en weer te zwemmen, terwijl ik hem even later bovenop de orka zie die altijd rond het eiland zwemt. Ik geniet van het plezier dat hij heeft. Hij produceert in Duitsland de musical Diana en daarover praat hij me soms de oren van het hoofd. Onlangs nam ik hem mee naar de openlucht-disco, waar we heerlijk hebben gedanst. Kortom: Tamita Island is een plek waar ik me helemaal thuis voel. Met veel leuke, aardige, relaxte gays. De Australische Xay Tomsen runt dat allemaal, heeft me er geïntroduceerd en was zelf dj toen ik er voor het eerst in de Lava-disco danste met Keppel en Fringe en hij heeft onlangs nieuwe verrassingen in mijn slaapkamer gestopt.

Zomer 1978. Alex heeft een mooie erfenis gehad en met zijn daarvan aangeschafte rode Alfa rijden we zonder bestemming naar het zuiden. We belanden in Saint-Tropez, weten een caravan te huren in de bossen ten zuiden van het havenstadje en draaien continu Etude Opus 25 nr. 1 van Chopin. Alex raakt verliefd op deze plek en het worden drukke weken omdat hij besluit twee appartementjes van het complex Super-Eden te kopen zodat we druk bezig zijn met van alles te regelen, van meubels tot elektriciteit. ’s Avonds zitten we op het balkon uit te kijken over de bossen in de verte en vertellen we elkaar over alle dieren die we in de kruinen van de bomen in de schemering ontwaren. Een jaar later ga ik er opnieuw heen. Alleen. Bloot in rode tuinbroek slenter ik langs de kades en door de smalle straatjes. In een donker hoekje bij de Crédit Lyonnais zingen twee jongens Brain Damage van Pink Floyd. Nippend aan de Ricard geniet ik van de Flagada Stompers die heuse dixieland en soms zelfs de Creole Love Call spelen. Of van Stefan – ook in tuinbroek – die liedjes van Donovan zingt. Ik heb een paar maanden geleden Bhagwan ontdekt en ben continu in een soort trance, waarin steeds weer nieuwe liedjes in mijn hoofd spelen, die ik allemaal moet opschrijven. Op de Rue Allard raak ik helemaal stil van een mooie jongen met alleen een hesje over zijn bovenlijf. 7 augustus wordt een heel bijzondere nacht. Dan valt ’s avonds laat de elektriciteit uit en doven alle lichten. Van de lantaarns, terrassen en winkeltjes op de kade, van de reclames en achter de ramen van de huizen met hun houten luiken. Opeens is alles gehuld in het licht van de volle maan, van boten, en van een paar passerende motoren en auto’s. Als ik in de zwoele nacht terugwandel lijkt de volle maan me op sleeptouw te nemen en raak ik helemaal in een zomerse extase van gelukzaligheid. Achter de maan aan zwevend vergeet ik bijna linksaf te slaan naar de Chemin des Amoureux met haar krekelgeschal. Verliefd ben ik! Op de maan, op de warme zomerse nachtelijke wereld, op mezelf… Ik snap nog steeds niet dat ik toen niet verlicht ben geraakt. Maar ja, een ik zal dat waarschijnlijk nooit snappen.

Luieren, nietsdoen, lanterfanten. Op het strand bakken in de zon, slenteren langs de waterlijn met schelpjes tussen je tenen. Wat is er méér te doen dan gewoon van dit moment te genieten van wat er is? Gisteren zaten we opnieuw op het terrasje, dit maal in Zandwijk. Kasteelbier voor hem, Hertog Jan voor mij. Enkele minuten later gevolgd door een warme geitenkaassalade, met stukjes walnoot en zonnepitten. Is er echt méér in het leven? Méér dan Venus en Neptunus? Dan genieten van dromen en dromen van genieten? Vriend maakte mij er onlangs attent op dat Neptunus een hoger octaaf is van Venus. Ik verwelkom Venus dan ook graag om me door haar te laten vervoeren naar de wereld van Neptunus waar alles weer één wordt. Ik verwelkom de zomer.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>