Trippen

Date 21 januari 2011

De drie letters lsd vormen tot vandaag de dag een magisch begrip voor me. Ze betekenen aan de ene kant een ontzaglijk verlangen, maar aan de andere kant een gruwelijke angst voor me. Aan de ene kant plakte ik op het raam van mijn studentenkamer in koeieletters van etalagekarton Leary OK om sympathie voor deze drugsprofeet te betuigen toen hij in moeilijkheden kwam. Aan de andere kant was ik te bang om eens wat meer dan 100 microgram van het spul te nemen, was ik als de dood om te flippen. Dat laatste is een soort paranoïde psychotische toestand waarvan ik wel geproefd heb en die niet echt prettig is, ook omdat je het gevoel krijgt er nooit meer uit te zullen komen. Alex gebruikte graag wat meer drugs dan ik, maar heeft me altijd beschouwd als een uitstekende psychedelische gids, wat in die cultuur gelijkstond aan iemand die een ander uitstekend op zijn trips kan begeleiden opdat er geen nare dingen gebeuren. Als hij tripte en ik nuchter was leefde ik zo met hem mee dat hij vroeg: ‘Trip jij of trip ik?’ Met dat dubbele, de liefde en de angst tezamen en dan ook nog ontzettend in de diepte, heb ik nooit goed om kunnen gaan. Voelde me minderwaardig, te laf om de confrontatie met onbewuste inhouden aan te gaan.

De filosofie van de psychedelie is eenvoudig: omdat we onder invloed minder afweer hebben kunnen we de realiteit beter waarnemen. Bewustzijnsverruiming betekende gewoon dat je méér in je bewustzijn toeliet, minder zaken verdrong, zodat van alles uit het onder- en bovenbewustzijn in het licht kwam. Tegenwoordig zou je zeggen: je wordt er meer open van. Maar het openen van wat Huxley the doors of perception noemde is meer dan alleen een gedachte of gevoel: het is een concrete fysieke veranderde waarneming van de werkelijkheid. Ik zat in het Amsterdamse Bos onder een boom en keek omhoog en zag totaal andere werelden in de bladeren en takken boven me: een boom is geen boom is geen boom. Alles verliest betekenis en zit gewoon heel stil op zichzelf mooi en sprankelend levend te zijn in het hier en nu.

Veel mystieke ervaringen zijn gewoon met drugs te bereiken. Wat eigenlijk heel raar is als je gelooft dat mystiek en zo belevenissen betreft die juist boven het materiële uitstijgen. Maar wellicht zijn drugs een soort antimaterie die juist daardoor materiële belemmeringen wegneemt. De ervaring wordt ook wel met sterven vergeleken, en het is niet voor niets dat Leary, Metzner en Alpert het Tibetaanse Dodenboek als leidraad voor een trip zagen, want ook hier gaat het om het sterven van het ego of het ik, al dan niet gepaard met visioenen en fysieke gewaarwordingen. En nu was het de kunst om ook al dit moois als producties van je hersenen, als maya te onderkennen. ‘Er is helemaal niets, behalve wanneer je bewustzijn het leven inblaast,’ schrijven ze in De Psychedelische Ervaring. Dat niets, het aanschouwen van het Primaire Heldere Licht was echter niet altijd ons doel in die tijd, want we vonden het Secundaire Heldere Licht – waartoe je verviel na het al dan niet ervaren van het eerste licht – met al zijn mooie kleuren en visioenen veel mooier.

Wat mij betreft waren hasj en weed al meer dan voldoende om dit soort ervaringen te krijgen. In tegenstelling tot de felheid, scherpte en wakkerte van lsd waren ze warmer, zachter en dromeriger. En heb ik – niet onbelangrijk! – onder invloed van deze softdrug de lach leren kennen: het onweerstaanbare geschater dat diep mijn holle lijf kietelde en echode. Meestal om niets, maar wellicht juist daarom zo wezenlijk en echt, wat je herkende in de betraande ogen van je reisgenoot. Die voor buitenstaanders totaal onbegrijpelijke lachkick is een psychologische studie waard. Het is een grandioos relativeren, ontdekken dat alles totaal anders in elkaar zit dan je denkt en dat alles één grote grap is. En eigenlijk had ik voor dat getrip helemaal geen drugs nodig, want als ik mijn eigen verhaal Huize Nagtlust lees kan ik niet geloven dat de ik-persoon daar niet knetterstoned is. Toch had ik toen ik dat schreef nog nooit wat gebruikt, echt waar!

Ik hou het er dus maar op dat ik als baby in een ketel met toverdrank ben gevallen, net als Obelix. Dat ik al een beetje een psychedelische persoonlijkheid heb, en dat ik juist daarom extra gevoelig ben voor drugs, zodat die me snel te veel worden. En ik met mijn rijke fantasie dan ook héél goed zonder kan. Andere werelden, van sprookjesvisioenen tot en met Second Life, hebben me altijd geboeid. Volgens sommigen is dat een vlucht, voor mij juist mijn rijkdom. Volgens critici zijn ze onecht, voor mij zijn ze echt. Voor mij geen drugs meer dus. Omdat persoonlijkheden zo verschillen en ze daarom zowel de hemel als de hel kunnen brengen is het zo moeilijk om voor of tegen het gebruik van deze psychedelische drugs te zijn. Afgezien van het feit dat die van vandaag waarschijnlijk niet meer te vergelijken zijn met wat ik vroeger gebruikte. Maar ze kunnen wel soms heel nuttig zijn om materialistische en rationele mensen eens hard met een andere realiteit te confronteren. En als je die eenmaal hebt ervaren, hoe kort ook, kun je die nooit meer ontkennen, kun je nooit meer terug en is je leven veranderd. Zoals Dostojevski de hoofdpersoon van zijn De Idioot laat zeggen: ‘Deze seconde is waarlijk het ganse leven waard.’

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

1 reactie op “Trippen”

  1. Hanneke zei:

    Ha die Satyamo,

    Doordat een boom is geen boom is geen boom is, moet ik even aan iets anders denken.
    Wat nu als de zee denkt dat hij een boom is?

    Tip: Bekijk de film : “De zee die denkt” van Gert de Graaff.
    Of google er minstens even op.

    Omdat ik dit een heerlijke film vind, schrijf ik deze keer hier iets op.
    Dan hebben misschien meer mensen er wat aan.

    Liefs, H

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>