31 oktober 2016
‘Liefde is het inzicht dat de dingen en mensen niet iets anders kunnen zijn dan wat ze zijn,’ las ik laatst. Het is een uitspraak van Alexander Smit (1948-1998), een leerling van Nisargadatta Maharaj en Wolter Keers, en aan wie een Faceboekgroep is gewijd. Daarop zijn veel lezingen en uitspraken van hem te vinden. Zelf heb ik hem nooit ontmoet. Veel sannyasins bezochten eind vorige eeuw zijn lezingen, maar zelf vond ik één meester – Osho – wel genoeg. Bovendien vertellen alle verlichte meesters toch allemaal hetzelfde? Achteraf toch jammer. Ik bedoel: jammer dat ik zijn warme stem nooit live heb gehoord, hem nooit in levende lijve heb meegemaakt. Alleen in dode lijve, toen hij opgebaard was in de Amstelkerk, alsof ik daarmee toch nog een beetje van zijn uitstraling kon proeven. Later las ik onder andere zijn boek Bewustzijn zodat ik toch nog wat kon genieten van de glashelderheid en directheid waamee hij de advaita-traditie in ons land mede tot leven heeft gebracht.
‘Liefde is het inzicht dat de dingen en mensen niet iets anders kunnen zijn dan wat ze zijn.’ Een uitspraak om even bij stil te staan. Alexander had het vaak over liefde, maar dan zonder zoetsappig te worden. Alleen al de oprechte manier waarop hij het woord in zijn mond neemt getuigt van moed. Want maar al te vaak durven we er eigenlijk niet over te beginnen, bang als we zijn om voor sentimentele watjes of hippies te worden aangezien. Dat komt ook omdat het woord teveel misbruikt is, en mede daarom een stroperige en slijmerige of puur seksuele connotatie heeft gekregen. Het woord ‘liefde’ komt dan ook niet meer voor in partij- en verkiezingsprogramma’s, terwijl liefde eigenlijk de bouwsteen van het bestaan is. Zoals Paulus in zijn brief aan de Korintiërs zei: ‘Had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.’ Want wat zou het leven waard zijn als er niets meer was om van het houden? Liefde verenigt, liefde maakt heel, liefde geneest.
‘Liefde is het inzicht dat de dingen en mensen niet iets anders kunnen zijn dan wat ze zijn.’ Liefde is acceptatie van alles zoals het is. Zonder oordeel, zonder verwachting. ‘Wij zijn er niet om aan elkaars verwachtingen te voldoen,’ zei Fritz Perls, de grondlegger van de gestalttherapie. Liefde is het opzij schuiven van onze eigen ideeën over hoe alles zou moeten zijn, en het plaatsmaken voor innerlijke leegte en stilte waarin we koel en objectief kunnen kijken naar de realiteit zoals die werkelijk is. En zo is liefde de enige weg om de werkelijkheid, de ander en onszelf te leren kennen.
De Kaarsvlam, november/december 2016
Gepost in Spiritualiteit
Geen reacties »
27 oktober 2016
Eerlijk gezegd vind ik dat Sinterklaas niet wit mag zijn. Als witte voel ik me daarmee echt gediscrimineerd, vereenzelvigd als ik word met zo’n rijke autoritaire stinkerd die bovenop zijn schimmel vanuit de hoogte alle lakens en cadeautjes uitdeelt. Ik wil er niet op vastgepind worden dat mijn blanke ras uit slavendrijvers bestond, en dat zij haar Hollandse welvaart voor een aanzienlijk deel te danken had aan het verhandelen van zwarte mensen. Piet mag niet zwart zijn, maar Sint wél wit? Ik ben helemaal niet zo trots op het blanke ras dat een groot aandeel heeft in het naar de afgrond helpen van de wereld. Daar wil ik niet mee geassocieerd worden tijdens dat feest op 5 december. En het is een slecht voorbeeld voor de kinderen.
Die hele discussie rond Zwarte Piet is op zichzelf al discriminerend. Je kan niet tegen discriminatie vechten zonder zelf te discrimineren. Dat doe je namelijk al door verschillen te zien tussen blank en zwart, tussen man en vrouw, tussen arm en rijk, tussen homo en hetero. Oké, we zijn nog niet allemaal licht getinte biseksuele hermafrodiete middenklassers, maar dat betekent nog niet dat we al die verschillen belangrijk moeten vinden. Mijn moeder wilde weten wat de vader van een lagere schoolvriendje deed. Betonvlechter was die. En van een ander vriendje moest ik goed in mijn oren knopen dat ik er rekening mee hield dat hij een Jood was. Zo raken vriendschappen gecorrumpeerd, ontdaan van hun speelse onbevangenheid.
Zo kende ik Zwarte Piet als een vrolijk hulpje van Sinterklaas, een aardige guit die het gewoon leuk vond om Sint te helpen. Maar omdat hij zwart is mag hij dat niet meer doen – als dát geen discriminatie is weet ik het niet meer. En als Piet niet meer zwart mag zijn, mag Sint ook niet meer wit zijn! Als je echt gelooft dat Piet niet zwart mag zijn, moet je ook Sint door de schoorsteen halen. En moet niet alleen Sint de goedheiligman zijn, maar Piet ook. Moet niet alleen Piet kinderen in de zak stoppen, maar Sint ook. Dan ben je consequent bezig. Ik snap niet dat Piet zich dit allemaal maar laat aanleunen. Pieten zouden met zijn allen het recht moeten opeisen om zwart te zijn.
Gepost in Maatschappij en politiek, Uit mijn leven
Geen reacties »
11 oktober 2016
Vandaag is het Coming-Outdag. En hangt op veel gemeenten de regenboogvlag uit. Dit op initiatief van het COC Midden-Nederland, die ook de gemeente Blaricum hierover in mei een open brief stuurde. Want ‘ook binnen uw gemeente wonen mensen die homoseksueel, lesbisch, transgender, intersekse of in dubio zijn. Deze mensen verdienen aandacht binnen uw gemeente, uw beleid en wij vinden het belangrijk dat een gemeente laat zien er ook voor deze inwoners te zijn. Coming-Out Dag op dinsdag 11 oktober a.s. is wat ons betreft de perfecte gelegenheid om met het hijsen van een regenboogvlag bij uw stadhuis of stadskantoor te tonen dat het binnen uw gemeente geen probleem mag zijn om ‘uit de kast’ te komen. De betrokkenheid van de gemeente hierbij kan veel verschil maken! Met name richting onderwijsinstellingen, sportverenigingen en zorgaanbieders.’
Dat leek me een goed idee en toen ik tijdens een rondetafelgesprek voorstelde om aan deze oproep gehoor te geven, was eigenlijk iedereen het er direct mee eens. En daar stonden we dus vandaag, onder een helaas niet al te enthousiast wapperende regenboogvlag. Want drie vertegenwoordigers van het COC gingen bij verschillende gemeentes naar de vlaggen kijken en kwamen dus ook bij ons. Na een praatje deelden ze boeken, dassen en ribbons uit. Aan de burgemeester, gemeentesecretaris, twee wethouders, zes raadsleden en de griffier die een mooie foto maakte die Rosmarijn van de VVD meteen tweette. Zo’n grote opkomst had ik niet verwacht, dank je wel jullie allemaal! Een en ander heeft echter wel tot gevolg dat ik nu vanavond die mooie regenboogdas moet dragen tijdens de vergadering, en ik héb het helemaal niet zo op dassen.
Is zo’n Coming-Outdag eigenlijk nog wel nodig anno 2016? Ik vrees van wel. Het liefst had ik ook regenboogvlaggen gezien op schoolpleinen, voetbalvelden en zorgcentra, waarvoor het COC terecht extra aandacht vraagt. Want reken maar dat het nog steeds lastig is om als jongere uit de kast te komen nadat je met veel onzekerheid en moeite je afwijkende seksuele identiteit hebt ontdekt. Om over de sportwereld maar niet te spreken. Of over ouderen die in een wereld vol taboes zijn grootgebracht en het er nog steeds moeilijk mee hebben. De emancipatie is immers pas zo’n veertig jaar geleden een beetje op gang gekomen. Zo werd pas in 1971 het artikel 248bis geschrapt volgens welk homo’s pas op hun 21e seksueel contact mochten hebben en hetero’s al vanaf hun 16e, met als doel ‘het beschermen van jongens en meisjes van 16 t/m 20 jaar tegen homoseksuele verleiding, en daarmee de verspreiding van homoseksualiteit tegen te gaan.’
Het is een hele verademing om te zien hoe vooruitgang wordt geboekt, hoe steeds meer instellingen zich hard maken voor emancipatie en durven mee te doen met de jaarlijkse Coming-Outdag. Want wat voor ons vanzelfsprekend is, is dat nog niet voor iedereen, zeker niet in onze multiculti samenleving. Er blijft veel werk te doen om mensen de kans te geven zichzelf te kunnen zijn.
Gepost in Maatschappij en politiek, Mijn dorp, Uit mijn leven
Geen reacties »
10 oktober 2016
Ik snap helemaal niets van economie. Maar sinds het lezen van Joris Luyendijk – die van de bestseller Dit kan niet waar zijn – begrijp ik dat dit helemaal terecht is. Een paar dagen geleden deed hij in de NRC een oproep om de Nobelprijs voor Economie af te schaffen. Zo’n prijs suggereert namelijk dat je met een exacte wetenschap bezig bent, en economie is allesbehalve dat. Als economie een échte wetenschap was, zouden economen de financiële crisis wel hebben voorspeld. Maar bij economen gaat het om ‘een almaar grotere nadruk op statistische analyse en modellenbouw, ten koste van ethiek en eigen observatie.’ En dat niet alleen: ‘Neem een cruciaal concept als bruto binnenlands product (bbp). Zoals de dissidente econoom Ha-Joon Chang aangeeft (…) zijn keuzes wat wel of niet wordt meegerekend bij het bbp (bijvoorbeeld werk van huisvrouwen) zwaar ideologisch. Hetzelfde geldt voor de berekening van inflatie en de beslissing om de explosie van huizen- en aandelenprijzen nauwelijks mee te wegen.’ Het zijn ‘geen objectieve metingen als de temperatuur buiten. Het zijn politiek geladen constructies, want veel economie is politiek vermomd als technocratie.’ Terwijl een paar procentpuntjes verschil, of zelfs minder dan dat, een heel beleid kan bepalen.
Volgens Wikipedia is economie een ‘wetenschap die zich bezighoudt met de menselijke behoeftebevrediging (…) keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.’ Waarbij dan onder andere wordt aangenomen dat mensen kiezen tussen alternatieven, dat er rationele keuzes worden gemaakt en dat die uit eigenbelang worden gemaakt. Wat een onzin! Mensen maken vaak helemaal geen eigen keuzes, genudgd als ze worden door overheden en reclame, die erop gericht zijn om mensen onbewust te laten kiezen voor producten en diensten die ze anders helemaal niet zouden kopen of afnemen. Dat is ook waarover het hele debat over privacy uiteindelijk gaat: dat mensen zich met hun ‘ik heb niets te verbergen’ uiteindelijk laten inkapselen in hun eigen filter bubble waardoor ze denken eigen keuzes te maken terwijl dat helemaal niet zo is. Een beetje econoom die de wereld wil aansturen huivert ervan dat mensen hun eigen keuzes zouden gaan maken. Laten economen dan maar eens verklaren waar al die fans van Donald Trump vandaan komen, terwijl Donald Duck een veel betere president zou zijn.
Economie is dus niets anders dan politiek. Stop erin wat je eruit wil halen, en zo kan je er alles mee bewijzen. En onze bestuurders stinken er nog in ook. Maar dat maak ik wel vaker mee in bestuurdersland, dat mensen de meest onzinnige dingen geloven die dure bureaus zo uitgebreid mogelijk opschrijven, het liefst voorzien van getallen die alleen maar geloofwaardig zijn omdat het getallen zijn. Als mensen echte rationele keuzes maakten, namen ze geen veel te dure economen in dienst maar goedkopere astrologen, want die doen het minstens even goed. Want als er iets niet economisch is, dan is het wel de economie zelf.
Gepost in Maatschappij en politiek
Geen reacties »
29 september 2016
Eerlijk gezegd heb ik het nooit begrepen. Mijn broer wel. Die liet zich kaalscheren om lid te worden van het studentencorps. Een ontgroening heeft me altijd met een gevoel van afschuw vervuld. Van de weeromstuit zocht ik het studentenleven in De Olofspoort, hoewel ik daar niet veel meer heb gedaan dan een lange tekst van George Harrison langs de lambrisering te schilderen, Gerard Reve te interviewen en wat aan de bar te hangen. Een wellicht maffe sfeer daar, maar alles is beter dan dat machogedoe van die studentencorpora. Ik begreep dat zo’n ontgroening een echte man van je maakt, maar als er iets is wat de wereld naar de klote helpt zijn het wel echte mannen. Zoals bij het Groningse Vindicat waar een bangalijst circuleerde met gegevens van vrouwen die ‘met hun kut over een kanon’ moesten worden getrokken. Je zal daar als manlijke homo maar tussen zitten, maar ik neem aan dat die De Kast, een steenworp verderop in de Oosterstraat, worden ingejaagd.
Echte mannen. Nou ja, echte mannen? Zo’n knaapje dat nog nat achter de oren is en zich ‘rector’ noemt kan ik moeilijk serieus nemen. Maar toch worden in die kringen vriendschappen voor het leven gesloten. Velen aan de top van politiek en bedrijfsleven hebben elkaar daar leren kennen, waarbij de ontgroening bijdraagt aan een sterke onderlinge band waarmee later de handen boven elkaars hoofden worden gehouden. Lijden verbroedert, het doorstaan ervan vergroot zelfvertrouwen. Dat er af en toe een dode bij valt moet je maar voor lief nemen. Zoals eerder bij Vindicat een student overleed na het drinken van twee liter jenever, waar ze nog steeds reclame voor maken bovenop hun gebouw. En ‘Hooghoudt’ symboliseert wellicht meer dan alleen een sterk verslavende drug: ze hebben letterlijk van alles hoog te houden daar. Uiteraard zijn niet alleen bij Vindicat – zullen we het maar Vindikut noemen? – misstanden rond ontgroeningen te vinden.
Rutger Bregman vergelijkt studentencorpora met geheimzinnige sektes waartegen het halve land in opstand zou komen als ze islamitisch waren. Maar omdat dat niet zo is worden geheimhouding, het eigen rechter spelen, vernedering en mishandeling door de vingers gezien en gedoogd. Het studentenleven behoort immers sinds kort bij ons Immaterieel Cultureel Erfgoed! Terwijl ze hun eigen sharia hebben, zwijgcontracten laten tekenen en vrouwonvriendelijk zijn. Echt iets om trots op te zijn! ‘Handhaaft en beschaaft’ is de betekenis van de volledige naam van dit oudste Nederlandse studentencorps. Dat lukt dus niet echt. Gelukkig is deze beker aan me voorbijgegaan, kind van de jaren zestig als ik ben, opgevoed met slogans als ‘Beter langharig dan kortzichtig’. En totaal niet begrijpend waarom ik me moet laten pesten en vernederen om ergens bij te mogen horen. Alsof ik niet goed ben zoals ik ben. Zo masochistisch ben ik nou ook weer niet.
Volgende zomer zullen ze wel weer staan te hossen op het balkon dat uitkijkt over de Grote Markt. En zal het bier weer rijkelijk vloeien, bier dat steeds meer naar bloed gaat smaken.
Gepost in Maatschappij en politiek
Geen reacties »
21 september 2016
Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen. Dan dooft het licht …
Aldus Van Randwijk op het oorlogsmonument bij het Weteringscircuit in Amsterdam. Daar moest ik gisteravond aan denken tijdens de gemeenteraadsvergadering waarin de grote meerderheid boog voor de macht. Omdat het niet anders kan, omdat je geen andere keuze hebt, om erger te voorkomen, heet het dan. Maar mensen hebben alleen maar macht als hen die gegeven wordt, als die erkend wordt, als je je daardoor laat manipuleren en chanteren, en dingen gaat doen die je principieel helemaal niet wil. Met buigen voor de macht versterk je de macht, in ons geval van de nogal psychopathische provinciale gedeputeerde Elisabeth Post die systematisch weigert naar argumenten en het volk te luisteren. Die miljoenen over de balk gooit om haar eigen volstrekt irrationele plannen door te drukken voor haar VVD-speeltje dat naar de naam HOV luistert. Die de meest voor de hand liggende oplossing voor dat hoogwaardig openbaar vervoer niet ‘HOV-waardig’ vindt, iets dat ze in mijn ogen dus zélf niet is.
Ja, natuurlijk is iedereen het met mij en mijn partij eens dat de provincie bij monde van mevrouw Post, in de rug gedekt door de Commissaris van de Koning Johan Remkes, een besluit neemt dat bepaald niet de beste oplossing is voor het probleem dat er eigenlijk helemaal niet is. Zo hield ik gisteren een betoog waarin ik stelde dat de huidige bus 320 eigenlijk allang HOV-waardig is en dat er dus nauwelijks iets hoeft te veranderen. Waarna ik talrijke argumenten aanvoerde waarom je moest blijven kiezen voor meerijden van de bus over het huidige tracé, en niet over het door Post gewenste tracé dat door ons college werd voorgesteld. Daar heb ik geen enkel tegenargument op gehoord. Kennelijk zijn die er niet, en dat maakt het zo tragisch. Iedereen wéét dat het een slecht besluit is, maar besluit toch een andere weg te gaan, zich te laten chanteren, want de macht heeft nu eenmaal de macht en de realiteit gebiedt om uiteindelijk het beste voor de gemeente en haar inwoners te kiezen. Vreemd dat politici zich voegen naar de realiteit, terwijl ze er juist zijn om die te creëren.
Wat gisteravond in Blaricum is gebeurd is exemplarisch voor waarom mensen steeds minder vertrouwen hebben in de politiek. En terecht. Achteraf hoorde ik dat mensen in de goed gevulde publieke tribune het liefst hun stoelen hadden omgedraaid om met hun rug naar de raad te gaan zitten. Hadden ze wat mij betreft best mogen doen. Als politici niet eens meer voor hun eigen standpunt durven uit te komen, als ze te lui zijn om zélf eens in de stukken te duiken en een eigen mening te vormen, en als ze niet de moed hebben hun rug recht te houden, is het hek van de dam en is het vragen om burgerlijke ongehoorzaamheid. Als argumenten niet meer tellen verwordt politiek tot een laag en leeg spel dat alleen draait om de macht. ‘Bestuurskracht is bereiken wat je wil bereiken,’ werd ons eergisteren verteld door bureau DeLoitte op een bijeenkomst van alle raden in het Gooi in De Witte Bergen. Wat het hoogwaardig openbaar vervoer betreft scoort Blaricum daar dus niet hoog op. Tenzij je wil bereiken dat de macht aan de macht blijft, hoe onredelijk zij ook is.
Blaricum als laffe gemeente. Een lafheid die getuigt van een mentaliteit waarop onze ouders, die de oorlog hebben meegemaakt, niet trots geweest zouden zijn. Hier dooft het licht …
Gepost in Maatschappij en politiek, Mijn dorp
Geen reacties »
18 september 2016
Van de week Het Grote Privacy Experiment bijgewoond. Een fantastische bijeenkomst in een uitverkochte Stadsschouwburg van Utrecht, georganiseerd door De Correspondent. Met oprichter Rob Wijnberg, publicist Maxim Februari, schrijver Tommy Wieringa, Europarlementariër Sophie in ’t Veld, correspondent klimaat Jelmer Mommers, directeur Bits of Freedom Hans de Zwart en ethisch hacker Wouter Slotboom. En natuurlijk Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis, want deze manifestatie was ter ere van hun nieuwe boek Je hebt wél iets te verbergen. Dat lag dinsdag in mijn brievenbus, en dat was weer rode oortjes geblazen! Want het leest als een spannend boek over hoe heel stilletjes data van ons verzameld en gebruikt worden, en dat is veel meer dan we ons meestal bewust zijn. We willen niet dat we gevolgd worden, maar tegelijkertijd strooien we door gebruik van onder andere Google en Facebook onze data royaal om ons heen, een verschijnsel dat onder de naam privacy paradox bekend staat. We hebben niet in de gaten dat tientallen anderen over onze schouders meekijken als we met onze telefoon in de zak aan het winkelen zijn, en daarom maken we ons er niet zo druk over. Ook omdat velen vinden dat ze niets te verbergen hebben.
Na veel lezingen en discussies bracht Wouter Slotboom de zaal lacherig aan het schrikken. Met bureau en al reed hij het podium op, en alle bezoekers die op een open wifinetwerk waren ingelogd moesten hun hand opsteken. Daar was mijn hand niet bij, want ik vind het vaak teveel moeite en hou het daarom liever bij 4G, hoewel ik dan wel het risico loop mijn databundel te overschrijden. Maar Slotboom constateerde op zijn eigen computer dat er veel méér mensen op het openbare netwerk waren ingelogd dan opgestoken handen, en hij wist ragfijn van enkele bezoekers te vertellen waar ze geweest waren, welke foto’s ze hadden gepost, wat hun voorkeuren waren, of ze een partner hadden en andere gegevens die, om hun identiteit te beschermen, razendsnel over het scherm vlogen. In de meeste gevallen kon de gehackte bezoeker niet anders dan dat bevestigen, en een van hen kreeg het dringende advies om zijn iOS-besturingssysteem bij te werken. Kortom: log nooit in op openbare netwerken! Eigenlijk wil je helemaal niet weten wat ze over je te weten kunnen komen als je een beetje slordig met je telefoon omgaat. En dat niet alleen als je inlogt, want het is altijd na te gaan waar je telefoon zich bevindt, en daaruit is veel meer te concluderen dan je denkt! Dat was een mooi slot van de avond en ik hoop dat we binnenkort alle lezingen en discussies kunnen nalezen.
Het boek heb ik inmiddels uit. Wat me is bijgebleven is dat het internet eigenlijk één grote chaos is waarin alles, met zijn talrijke aan elkaar gekoppelde databestanden, zodanig met elkaar verbonden is dat oorzaak en gevolg niet meer te onderscheiden zijn. En probeer dan maar eens iets te repareren wat er fout is gegaan. Het meest klassieke voorbeeld van hoe dat mis kan gaan is dat van Alexander Dolmatov, die uiteindelijk zelfmoord pleegde, en een van de hoofdstukken heet dan ook niet voor niets Kafka in de polder. Maar nog huiveringwekkender is hoe onze data die we overal achterlaten gebruikt worden door adverteerders en overheden, en hoe regels voor de uitwisseling van data ronduit overtreden worden, bijvoorbeeld door de Nationale Politie aan de Belastingdienst. Je denkt dat Google je zoektermen van objectieve antwoorden voorziet, en dat de advertenties die je tegenkomt niet speciaal voor jou bedoeld zijn, maar het tegenovergestelde is waar. Zij het dan dat dit niet al te opvallend is zodat het geen argwaan oproept. Zo krijg ik zelf de laatste tijd advertenties op Facebook voor T-shirts met een opgedrukte tekst die vertelt dat je oudere psychologen niet moet onderschatten, en later hetzelfde over ouderen die van Pink Floyd houden, en dat kan echt geen toeval zijn. Juist omdat je je data vrijgeeft word je ingepakt in de eigen voorkeuren, wordt je wereld vernauwd, denk je eigen keuzes te maken terwijl dat helemaal niet zo is.
Want daarop is de reclame gebaseerd: je zodanig manipuleren dat je het gevoel hebt vrije keuzes te maken terwijl dat helemaal niet zo is. Het populaire nudging blijft, hoe je het ook wendt of keert, een onbewuste gedragsbeïnvloeding en is daarom niets anders dan misbruik van de psychologie. Het rondstrooien van data in de schoot van commercie en overheid is dan ook een soort psychologische zelfmoord. ‘Hoe kun je dus zeggen dat je niets te verbergen hebt als je niet weet welke datasporen je achterlaat?’ vragen Martijn en Tokmetzis in het laatste hoofdstuk van hun boek. ‘Hoe kun je zeggen dat je niets te verbergen hebt als je niet weet wie er bij jouw data kunnen? Hoe kun je zeggen dat je niets te verbergen hebt als je niet weet wat er met jouw data gebeurt?’ Met als conclusie: ‘We moeten fundamenteel anders over data en privacy gaan praten. Ongebreidelde surveillance die buiten het zicht om plaatsvindt en die leidt tot ondoorzichtige invloed op ons leven, vormt een bedreiging voor fundamentele kernwaarden als burgerschap, autonomie en democratie.’
Wie zegt niets te verbergen te hebben is als iemand die zijn bewakers boeien en kettingen geeft om zich naakt te laten vastketenen en te laten gebruiken. En dat niet als een wellicht leuk spel omdat alle identiteit ermee verloren gaat.
Gepost in Computer en internet, Psychologie
Geen reacties »
11 september 2016
Gisteren zijn we teruggegaan naar de tijd toen er nog tijd was. In 1976 was ik getuige op het huwelijk van Hein en Floor. In T-shirt, want zelfs de gedachte dat je je voor zoiets netjes zou kunnen kleden kwam in die tijd niet eens in je op, althans niet bij mij. En kennelijk kon dat niet zoveel kwaad, want gisteren vierden zij hun 40-jarig huwelijk. Het was stralend weer en onderweg maakte ik voor Facebook nog een foto met niets anders dan de strakblauwe hemel erop. Vriend en ik wandelden door het verstilde ruime landschap bij Beekbergen, langs boomgaarden en maïsvelden. Doel: het spoorwegmuseum van de Veluwse Stoomtram Maatschappij. Eerst een receptie met zo’n 120 bezoekers, die zich later in groepen verdeelden voor een rondleiding waarbij van alles verteld werd over een nostalgisch spoorwegwezen. Vooral de stoomlocomotieven waren mooi. Loodzware machines, druipend van roet, olie en vet en luid sissend stoom afblazend, die getuigden van een verloren ambacht waarin nog liefde, geduld en aandacht voor het maken van iets moois bestond. Gemaakt in een tijd waarin spullen nog niet gemaakt werden om zo snel mogelijk te verslijten, maar om gewoon goed te zijn.
We gingen op reis met de stoomtrein en werden daarvoor over zes wagons verdeeld. Wij belandden in een restauratiewagen. Met een lampje voor het raam en twee echte rozen op de tafel, waar tijdens onze tocht door het Gelders landschap eerst koffie en thee werden geschonken, later soep werd geserveerd, en waar we een lunch genoten die we in aan een buffet in een andere wagon konden samenstellen. De reis verliep heerlijk langzaam, met diverse stops voor overwegen waar handmatig het verkeer werd gestopt, wat naar ons verteld werd soms gebeurde met het zwaaien met een vlag. Omdat het een intellectueel publiek was, waren contacten met onbekenden snel gelegd, en was het niet zo’n probleem als je niet meer precies wist wie wie was omdat je hem of haar vijftien jaar geleden voor het laatst had gezien tijdens een boottocht over de Rijn. Zoals we daar in de houten wagons rustig door de landschappen gleden voelde ik me in een scène van een western. En genoot ik tegelijk van een soort elitaire luxe, ook omdat we vrijwel continu de aandacht kregen van het in gepaste kledij ons verzorgende ‘personeel’, dat ons op de terugweg vanaf Dieren naar Beekbergen zelfs van een royale hoorn met heerlijk schepijs voorzag.
De tijd toen er nog tijd was. Vandaag de dag hebben we nergens tijd meer voor, en vervluchtigt onze aandacht in sociale media waarbij we ons liever achter beeldschermpjes met elkaar verbinden dan in real life. In die oude treinen praatten mensen nog met elkaar, hoewel ik moet toegeven dat het tegenwoordig in het openbaar vervoer wel lekker rustig is als iedereen over zijn beeldschermpje zit gebogen. Steeds meer lees ik over hoe slecht het is dat we zo hard werken, en veel te weinig slapen en dromen. Burn-out en bore-out zijn volksziekten aan het worden. We willen ons het liefst met warp 10 of teleportatie zo snel mogelijk naar de verste uithoeken van de wereld verplaatsen, maar raken daardoor het gevoel van reizen en onderweg zijn kwijt. Landschappen flitsen aan ons voorbij, en als we op onze bestemming zijn delen we als homo smartphonicus snel wat foto’s in de vaak asociale media om weer snel verder te gaan naar de volgende bestemming die we ook niet echt zullen zien. Eigenlijk zouden we alle vervoermiddelen die harder gaan dan 40 kilometer per uur moeten dumpen, en zou je in Facebook niet meer dan enkele tientallen vrienden mogen hebben.
Wellicht is de herinnering aan die tijdloze tijd wel dat wat zo’n spoorwegmuseum zo mooi maakt. Een herinnering die misschien alleen maar door vrijwilligers belevendigd kan worden, omdat professionals met hun Excel-denken alles efficiënt willen maken en juist daardoor de bezieling missen. Ja, het spoorwegmuseum draait dan ook dankzij 150 à 200 vrijwilligers, waaronder zich gelukkig ook jongeren bevinden. Zoals je Chef Trein die zich trots in klassiek ornaat liet fotograferen terwijl hij later weer onder de buffers moest kruipen om wagons te ontkoppelen. Wat is het toch belangrijk om dit soort herinneringen aan vervlogen tijden in leven te houden! Wellicht gaat de wereld even snel achteruit als zij vooruit gaat, en zou het gezond zijn om alle ontwikkelingen bij tijd en wijle een poosje stil te zetten. Zoals ook onze trein soms gewoon lekker stil stond onder de zon boven het glooiende zomerse landschap met een roofvogel in de blauwe lucht. Het was een prachtige dag.
Gepost in Psychologie, Uit mijn leven
1 reactie »
8 september 2016
‘Denken aan zelfmoord is heel normaal. Ik doe het ook weleens,’ luidt de kop boven een interview met David van Reybrouck in het Belgische Knack dat ik op Blendle las. Dit naar aanleiding van de dood van Joost Zwagerman die een jaar geleden, na lang tegen zelfdoding van anderen en zichzelf gestreden te hebben, de hand aan zichzelf sloeg. Achteraf zou hij het waarschijnlijk niet met zichzelf eens zijn. Van Reybrouck vertelt niet alleen over zijn relatie en ervaringen met Zwagerman, maar doet ook heftige uitspraken over, ja, noem het maar gewoon ‘zelfmoord’. Moedig om erover te schrijven want ‘in onze samenleving rust er niet alleen een taboe op zelfmoord, er is een nog groter taboe op de zelfmoordgedachte!’ En: ‘We moeten leren dat het een heel gewone, normale gedachte is. Natuurlijk heb ik daar ook al aan gedacht. Wie niet?’ Maar juist omdat die heel normaal is, hoeven we niet bang te zijn voor de zelfmoordgedachte. En: ‘Het zijn vaak niet de meest melancholische, introverte mensen die zelfmoord plegen. Veeleer de vrolijke, creatieve, sociale en actieve mensen.’ Oh help! Het is al moeilijk genoeg om een blog onder de titel ‘Zelfmoord’ te schrijven, en nu behoor ik ook nog eens tot de doelgroep!
De grootste risicogroep wordt gevormd door de mensen die al eerder een zelfmoordpoging hebben gedaan, constateert Van Reybrouck. En met die mensen wordt vrijwel niets gedaan. ‘Wie pillen neemt, wordt op de spoed leeggepompt en mag twee dagen later weer naar huis.’ Bovendien is groep van mensen die een eind aan hun leven maken veel groter dan we meestal denken. ‘Sinds 2000 zijn er wereldwijd meer mensen gestorven door zelfmoord dan tijdens de hele Eerste Wereldoorlog: één miljoen per jaar.’ In Vlaanderen plegen elke dag drie mensen zelfmoord en zijn er dertig pogingen daartoe. ‘We doen altijd alsof het om enkelingen gaat en weigeren de werkelijke omvang te zien. Ik word daar niet goed van. Het gaat om een samenleving als geheel die doldraait. Wie is er ziek? Het suïcidale individu of de samenleving die zoveel individuen suïcidaal maakt?’ Alsof ik Jan Foudraine door de mond van Van Reybrouck hoor spreken. Preventie begint volgens hem niet met een zelfmoordlijn. ‘Dat is de laatste schakel. Preventie begint door vanaf de kleuterschool te werken aan innerlijke rust, aandacht voor het nu, goed ademhalen, je hersens rust gunnen.’ Hij noemt dat ‘mindfulness’, waar Osho, Foudraine en ik zouden spreken over ‘meditatie’.
Van Reybrouck ziet een verband tussen zelfmoord en het geweld in onze samenleving. ‘Maar het geweld in onze maatschappij negeren we. De op prestatie en consumptie gerichte samenleving waarin we nu leven is intrinsiek gewelddadig.’ Wat volgens mij zijn wortels heeft in een doorgeslagen individualisme en een a- dus ook immoreel neoliberalisme dat uiteindelijk gebaseerd is op het recht van de sterkste en de slimste, met zijn doorgeschoten geloof in marktwerking waar reclame en ander bedrog de boventoon zijn gaan voeren. Ook ik denk wel eens: ‘In deze wereld wil ik eigenlijk helemaal niet leven! Wegwezen! Over mijn lijk!’ Zeker als je in de politiek duikt, zoals ik, heb je bij tijd en wijle niet alleen de behoefte om anderen gewoon van kant te maken – gewoon omdat het beter zou zijn als sommige mensen er niet waren, politiek als leerschool voor terrorisme dus – maar ook om het zelf helemaal niet meer te zien zitten om je te laten besmeuren met smerige en perverse machtsspelletjes. Maar als ik uit de politiek stap is het hypocriet van mezelf omdat ik dan juist het ‘laissez faire’ toepas dat ik mijn vijanden verwijt. Ik krijg bij tijd en wijle dus een stevige depressie voor mijn kiezen, maar eigenlijk is dat wel normaal en gezond, ook omdat ik daarmee wat minder tot de vrolijke mensen behoor die een hoger risico op zelfmoord hebben.
Depressie is misschien wel de grootste uitdaging die je op het spirituele pad tegenkomt. Het zich bewust zijn van de behoefte en de mogelijkheid van zelfmoord is misschien wel de koninklijke poort naar ware verlossing, vrijheid en vrede. Gewoon omdat het er mag zijn. Erkennen dat er, zoals Freud zei, niet alleen een levensdrift is, maar ook een doodsdrift. Dat je soms behoefte hebt er even niet te zijn, net als bij het slapen gaan. Dat er een ‘dark night of the soul’ is waar je gewoon doorheen moet. Echter omdat je met dit inzicht je identificaties met vrolijke rollen loslaat is dit, paradoxaal genoeg, de ideale remedie tegen zelfmoord. Depressies los je alleen op door er diep in te duiken. Zonder meteen tot actie over te gaan, want ook dat is vaak een vlucht. Meditatie, mindfulness – en dat heeft niets met geloof of religie te maken – zou inderdaad al op de kleuterschool geleerd moeten worden. Heel moedig van Van Reybrouck om in dit eerlijke en schokkende interview hiervoor een lans te breken! Misschien mag ik mezelf wel gelukkig prijzen met de depressieve buien die ik vaak, vooral in mijn jonge jaren, gehad heb en soms nog steeds heb. Omdat ik zonder die buien wellicht niet meer leefde.
Gepost in Maatschappij en politiek, Psychologie, Spiritualiteit
1 reactie »
30 augustus 2016
Stevie Wonder zong in 1984 over een Libra sun. Ik had me toen net in de astrologie gestort en vond dat een prachtig beeld. De weer wat lager staande zon, die na een drukke en hitsige zomer een verstilde vrede en verkoelende rust brengt in september en oktober. Alsof de zon niet altijd dezelfde is, alsof er minstens evenveel zonnen zijn als tekens in de dierenriem. Volgens astronomen is dat niet zo want de aarde cirkelt niet om twaalf zonnen, en dat we de zon steeds anders ervaren komt door de wisseling van de seizoenen die ontstaat door de helling van de aardas.
Ook astrologen geloven dat er maar één zon is, maar dan wel een zon die zich steeds door andere achterliggende sterrenstelsels laat inspireren, waardoor de kwaliteit van haar levengevende kracht steeds verandert. Ook onzin natuurlijk, want wat in werkelijkheid gebeurt is dat we onze gemoedstoestanden projecteren op sterrenbeelden waarin we kunnen zien wat we willen, zoals wolkenformaties de meest fantastische taferelen kunnen laten zien. Toch kunnen we bij koud weer moeilijk de zon in een wild en warm tropisch dier als de Leeuw zien, en bij een natuur in uitbundige bloei past geen Steenbok die over kale rotsen springt.
Waarom iemand als ik, die zich master of science mag noemen, dan toch in die onzin gelooft? Misschien wel omdat het onwetenschappelijk is om in toeval te geloven. Wat we niet kunnen voorspellen noemen we toeval, maar dat zegt niet dat de wet van oorzaak en gevolg niet meer opgaat. Onlangs genoot ik van prachtige wolken, waarin ik niets anders kon zien dan rare sprookjesbeesten, en juist dat toonde aan dat toeval niet bestaat. Ik kon er geen koelkast, schildpad of hijskraan in ontwaren, en zo kan ik me voorstellen dat velen juist hetzelfde zien in de sterrenbeelden achter de zon. De zon komt dit jaar op 22 september in de Weegschaal, en dat kan geen toeval zijn. Met haar loop door de dierenriem is de zon als de wijzer van een klok die de juiste tijd aanduidt.
En is de zon daarmee zelf veranderd in een Libra sun? Dat moet wel, want alles waar je naar wijst zegt iets over jezelf. Alles leeft en is bezield, net als de wolken die wellicht een blauwdruk zijn van iets dat geconcretiseerd wil worden. Zelfs stenen leven, zij het in een wat trager tempo dan wij, maar wat is tijd? Noem mij een animist, maar dat is dan wel omdat ik niet in toeval en wel in logica geloof.
De Kaarsvlam, september/oktober 2016
Gepost in Astrologie
Geen reacties »