Osho’s boeken

Date 15 december 2015

Vorige week was het Osho Boekenseminar in Hilversum, georganiseerd door de stichting Vrienden van Osho. Ik had er graag bij willen zijn, maar een venijnige verkoudheid kwam op mijn pad, zodat mijn betrokkenheid beperkt bleef to een enkele voorbereiding en het vormgeven van het boek Hoe Osho in mijn leven kwam, dat na afloop aan alle deelnemers werd uitgedeeld en waarin 68 mensen vertellen hoe ze met Osho (1932-1990, ook bekend als ‘de Bhagwan’) in contact kwamen en wat hij voor hen betekent. Er waren lezingen van Divyam Aat de Kwant, Ojas de Ronde, Sugit Schoenmakers en natuurlijk van Nandan Bosma, de motor achter dit seminar die mij zijn gedegen toespraak toestuurde. Daarin vraagt hij aandacht voor het intellectuele deel van Osho’s nalatenschap dat sterk verwaarloosd is in sannyasland. Mediteren, meedoen aan therapiegroepen, het leven vieren, dat is allemaal oké, maar om serieus de honderden boeken die op zijn naam staan te gaan bestuderen is veel te veel ‘mind’ en daarom eigenlijk verwerpelijk. Leuk om te weten: Osho was zelf hoogleraar filosofie.

Net als Nandan, die ik in 1984 leerde kennen, ben ik iemand die in de wijsheid van boeken gelooft, en zeker in die van Osho. Het was te simpel om de ‘mind’ te verketteren, om die als het kind met het badwater weg te gooien in plaats van hem volwassen te laten worden. Dat dit verstand vaak een belemmering is op het pad van spirituele groei staat buiten kijf, maar om het daarom te veroordelen is net zoiets als een bot mes weggooien in plaats van het te slijpen. Deze atrofie van de ‘mind’ heeft er volgens Nandan maar al te vaak toe geleid dat ‘veel sannyasins een gebrek hebben aan feitelijke en concrete kennis van wat Osho over heel veel zaken gezegd heeft.’ En dat bijslijpen gebeurt door meditatie: juist door afstand te nemen van je verstand kun je het vervolmaken. Is niet juist het verketteren van de ‘mind’ de meest ultieme vorm van ‘mindtripperij’, het geloof dat gevoel belangrijker is dan verstand?

‘Wat betreft het doen van groepen,’ vertelt Nandan, ‘merk ik op dat je je soms afvraagt of hier niet vaak sprake is van een onevenredig grote nadruk op het steeds maar weer – zij het onder steeds weer andere benamingen – beleven van emoties. Het is vaak een herschikking van allerlei emoties die bij zaken uit het verleden horen, en dus tot het gebied van de mind. Iemand als Tony Parsons noemt groepstherapie het “steeds maar weer herschikken van het meubilair”, dus een activiteit in het horizontale vlak. Verdieping in het verticale vlak, het spirituele element, dus het terzijde stellen van de mind, loopt dan gevaar onderbelicht en ondergeschikt te raken aan meditatie, en dat is toch waar het om gaat.’ Natuurlijk heb ook ik een paar groepen gedaan toen ik in Poona was – dat hoorde er gewoon bij – maar het lukt mij niet om te dansen en te springen, te juichen en te zingen over hoe fijn het toch wel is om bij Osho te zijn. Halleluja!

Ik ben verliefd op de boeken van Osho. Heb er een stuk of honderd van in mijn boekenkast staan. Vooral de prachtige en met liefde verzorgde uitgaven met lezingen uit de jaren zeventig zijn mij lief. En wat is er heerlijker dan iemand dingen te horen vertellen die je zelf al aanvoelde maar die je nog slecht onder woorden kon brengen? Een feest van herkenning is dat, en daarbij gaat het niet alleen om kennis maar ook en vooral om een wijsheid die moeilijk anders dan in proza of poëzie is te vatten. Het is alsof Osho’s ziel in die boeken ligt, zoals de ziel van een componist in zijn muziek verstopt is – alleen herkenbaar voor hen die goed luisteren. Daarom moet je heel zuinig zijn op die boeken, en er zorgvuldig ermee omgaan. Elk woord, elke zin staat in een context, staat niet op zichzelf omdat het deel is van een groter geheel.

Het heeft me altijd tegen de borst gestuit om daar nonchalant mee om te gaan. Om zomaar wat citaten in het rond te strooien. Bij elke tekst hoort een bronvermelding – we hebben ervaring met de Bijbel over hoe het mis kan gaan als je dat achterwege laat. Zelfs Osho International zelf maakt zich daar schuldig aan door geen bronnen meer te vermelden in uitgaves van Osho’s boeken, zoals in de recente serie Life Essentials. Zeker als het boeken over bepaalde onderwerpen zijn, kunnen die heel gekleurd worden. Ooit maakte ik een reader met indertijd bekende teksten van Osho over homoseksualiteit. Ik zou die doormidden kunnen scheuren om er twee boekjes van te maken, waarin het ene een verkettering en het andere een verheerlijking van homoseksualiteit is. Met bronvermelding, zodat je kan nagaan in welke context, tegen wie, wanneer, en in welke sfeer de woorden gesproken zijn.

Gelukkig zijn er sannyasins die het aandurven om Osho’s woorden op een meer academische manier te benaderen. Zoals Pierre Evald die een gedegen onderzoek heeft gedaan naar alle publicaties tot en met 1974, en dat op zijn site Osho Source Book te downloaden is. Uiteindelijk kom je alleen door onderzoek verder op het spirituele pad, en daarvoor dienen alle bronnen open en beschikbaar te zijn. Het gaat er immers om kennis te nemen van wat Osho zelf allemaal gezegd heeft, en niet om wat je zelf leuk vindt dat hij gezegd zou hebben en wat heus wel ergens in één van zijn duizenden lezingen is terug te vinden. De lezingen van Ojas, Aat en Sugit heb ik helaas niet gehoord, maar ik heb begrepen dat een en ander nog wel een vervolg krijgt. ‘Spread the word!’ riepen we indertijd, en het is fijn dat er sannyasins zijn die Osho’s woorden graag onderzoeken. Hij heeft zelf vaak genoeg gezegd dat je zijn woorden best kritisch mag beluisteren. Nu de sannyasins nog.

Stereotype

Date 8 december 2015

Dank zij een nieuw gehoorapparaat kan ik nu heel onzichtbaar naar muziek luisteren. Die stop ik in mijn telefoontje met behulp van Play Music – een dienst van Google waarmee je voor een tientje per maand bijna onbeperkt muziek kan downloaden, en waar zelfs bijna vergeten groepen als United States of America zijn te vinden, maar ook bijvoorbeeld het gloednieuwe Hypnophobia ban Jacco Gardner. Die muziek speel ik dan af op mijn telefoontje, een Nexus 5 met Android Marshmallow, die ik via bluetooth verbind met de Unitron uDirect 2, een afstandsbediening die om mijn nek hangt en die de muziek draadloos doorstuurt naar mijn Moxi Kiss 20 gehoorapparaat van hetzelfde merk. Omdat die laatste onder mijn haren verdwijnt heeft niemand in de gaten dat ik naar muziek luister, zo zonder oordopjes en draden. En het is stereo, in tegenstelling tot mijn vorige gehoorapparaat waar de muziek mono was. Mono! Verschrikkelijk vond ik dat om aan te horen en ik heb mijn vorige apparaat dan ook nooit daarvoor gebruikt.

Mijn vader dacht daar anders over. Die vond stereo – hij heeft immers de hele ontwikkeling van de grammofoonplaat meegemaakt – dus ook de ontwikkelling van mono naar stereo in 1958 – maar een overbodige uitvinding, en hij was dan ook helemaal in zijn nopjes toen hij het daarover eens was met iemand die hij in een platenzaak ontmoette. Totdat die ander toegaf dat hij aan een oor doof was. Nee, mijn vader vond stereo maar niks, terwijl hij toch muzikaal geschoolder was dan ik. Hij vond het zelfs eng om er door een koptelefoon naar te luisteren. Waarom weet ik niet precies, want ik geniet er altijd van als muziek zo heerlijk door je hoofd schalt waarbij het net lijkt alsof die in je lege schedel opwelt. Dat kan eng aanvoelen, en ik moet toegeven dat ik het soms moeilijk vind me te concentreren als mijn hoofd vol muziek zit. Ja, mijn vader was een monotype en ik ben meer een stereotype.

Eigenlijk is zo’n koptelefoon ook virtual reality. Geen kastje voor je ogen, maar over je oren. En ik kan er heerlijk van genieten. Zeker als ik in een bus of trein zit. En dat is al lang zo, want in het kastje naast mijn bed ligt nog steeds een iPod mini die ik ooit van Vriend heb gehad en die mij bij tijd en wijle letterlijk gelukkig heeft gemaakt. Geluk! Dat is het juiste woord voor wat ik voel met muziek in mijn oren. Het is dan net alsof ik door een transparante muur heen kijk, waarachter verleden en heden versmelten tot een blije toekomst. Want geef toe: het is toch benauwend en kortzichtig om je leven alleen maar te laten afspelen in het minuscule tijdpuntje van het hier en nu? Beroofd van gepieker in mijn hoofd voel ik me als een ruimtereiziger zweven in uitwaaierende stereoklanken. Dan is de werkelijkheid een droom, en de droom een werkelijkheid waaraan niet te ontsnappen valt.

Muziek doordringt je hele lijf, kan aansporen tot dansen en is wellicht de meest abstracte vorm van kunst. Van beeldende kunst kun je nog afstand nemen door het van een afstandje te bekijken. Maar van muziek kun je alleen genieten als je het bezit van je laat nemen, als je je ziel erin laat onderdompelen. Muziek komt uit een andere wereld en daarom is zij voor mij de hoogste vorm van kunst. En die moet je alle ruimte geven, zoals met stereo.

Dankbaarheidsdag

Date 26 november 2015

Vandaag is het de vierde donderdag in november, en dan wordt in de Verenigde Staten en Canada Thanksgiving Day gevierd. Een echt familiefeest. Met kalkoen. Daarbij wordt, zo vertelt Wikipedia, dank gezegd ‘voor de oogst en allerlei andere goede dingen’. Bij ons kennen we zoiets niet, maar dat weerhield Psychologie Magazine er niet van om er aandacht aan te geven, en wel in de vorm van een artikel over dankbaarheid, want het voelen en tonen ervan is ‘een van de eenvoudigste manieren om je in korte tijd een stuk gelukkiger te voelen, om stress te verlagen en om je sociale contacten te laten bloeien.’ Geciteerd wordt de Amerikaanse psycholoog Martin Seligman, die liever het geluk dan stoornissen van mensen onderzoekt: positieve psychologie is beter dan medicijnen, lees ik over hem.

Dankbaar zijn maakt je gelukkig, en niet omgekeerd. Want het ‘lijkt het erop dat dankbaarheid eerder een oorzaak van geluk is dan een gevolg,’ lees ik in Psychologie Magazine. En dankbaarheid is te leren, bijvoorbeeld door een dankbaarheidsbrief aan iemand te schrijven en die onder vier ogen voor te lezen. ‘Deze oefeningen werken zo goed omdat ze je trainen om het goede in je leven te zien, zegt de gerenommeerde dankbaarheidsonderzoeker Philip Watkins van de Eastern Washington-universiteit.’ Ofwel: meer aandacht geven aan het goede in iemand en dat ook tonen. Dat maakt niet alleen de ander, maar ook jezelf gelukkig. Eigenlijk is er niets leuker dan een ander gelukkig te maken. Dan voelt hij zich gekend, gezien, gewaardeerd. Maar het werkt wel alleen als het écht is, dus méér is dan een ‘vind ik leuk’ en ánders is dan geslijm.

Ik denk dat dankbaarheid niet alleen voor mensen en grote dingen van toepassing is, maar ook voor de poes van buren die een kopje komt geven, voor de kookplaat die je geholpen heeft lekker eten te maken, en voor de paraplu die je droog heeft gehouden. En het is natuurlijk niet mogelijk om altijd overal voor alles dankbaar te zijn. Tenzij je verlicht bent. Maar er zijn altijd wel dingen om dankbaar voor te zijn. Zoals je eigen lichaam dat je al je levensjaren trouw is gebleven, ondanks pijn, kwaaltjes en ziektes. En ook zijn er altijd wel dingen om juist niet dankbaar voor te zijn – de pers en de media leven ervan – maar het is heel jammer als die je zodanig opslokken dat je bijna vergeet dat een heleboel dingen nog steeds goed gaan, dat de meeste mensen best aardig zijn en elkaar niet doodslaan. Het is maar waar je je aandacht op richt.

Jammer dat we hier in Europa geen dankbaarheidsdag hebben. De datum is ook een beetje onhandig omdat het op Thanksgiving Day bij ons alweer bijna Sinterklaas is. Aan de andere kant: na Zwarte Piet zal ook Sinterklaas wel worden afgeschaft, want vandaag of morgen zullen de ‘witten’ wel gaan protesteren tegen deze rijke en autoritaire slavendrijver waarmee ze niet geassocieerd wensen te worden. Dag Sinterklaasje! Welkom, dankbaarheidsdag! 24 november 2016 alvast in de agenda zetten dus.

Fusiefrustratie

Date 24 november 2015

Fusies van gemeenten moeten niet van bovenaf opgelegd worden. Dat wordt althans met de mond beleden, want in de praktijk wordt van hogerhand alles in het werk gesteld om dat toch te forceren. Commissaris van de Koningin Borghouts dreigde er in 2008 al mee, en straks komt commissaris van de Koning Remkes in Blaricum op bezoek, en ook hij zal het niet onbesproken laten. Ik zie een beetje tegen dat bezoek op, want wat moet ik met die man? Het leek me een leuk idee om hem een potje Blaricumsche kippendrift aan te bieden, maar dat vindt nog niet veel bijval. Wat bezielt mensen als Plasterk en Remkes toch om steeds meer gemeentes te willen samenvoegen? Dat kan alleen maar leiden tot verlies van eigen identiteit, en dat doet het ook.

Ik kom hierop omdat dit vorige week heel mooi gedemonstreerd werd door Peter van Rietschoten, luis in de pels van de Blaricumse politiek en liefhebber van fout geparkeerde auto’s en goed geparkeerde honden op zijn prachtige site Oog op Blaricum. Hoewel dat een fotosite is, kan hij het bij tijd en wijle niet nalaten om scherpe, meestal rake kritiek te leveren. Zo heeft hij de zetels van lokale partijen van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden bekeken vóór en ná hun fusie op 1 januari 2016 tot de nieuwe gemeente Gooise Meren. De lokale partijen – die de beste bewakers van de plaatselijke identiteit zijn – hebben nu nog 21% van de raadszetels, maar zullen in de nieuwe er nog gemeente nog maar 13% ervan bevatten. Kennelijk gaat bij een fusie van gemeenten het aandeel van lokale partijen er niet op vooruit.

Hoe zal dat gaan als een fusie van Blaricum, Eemnes, Laren en Huizen ooit werkelijkheid wordt? Momenteel tellen de vier gemeenten in totaal 70 raadszetels, waarvan 24 van lokale partijen, ofwel 34%. Wat trouwens best veel is. Zeker in Blaricum, de gemeente waar ik zelf raadslid voor de lokale partij Hart voor Blaricum ben, want samen met De Blaricumse Partij hebben we al 7 van de 13 zetels, ofwel 54% daarvan. In de fusiegemeente met iets meer dan 70.000 inwoners zullen er in totaal 35 zetels zijn, maar gezien de ervaring met Gooise Meren is het twijfelachtig of dan bij ons die 34% uit lokale partijen zal blijven bestaan. Die zouden 12 van de 35 zetels moeten krijgen, maar als ze ook hier een derde van hun zetels verliezen, zoals in Gooise Meren het geval is, zullen daar nog maar 8 zetels van overblijven.

En van Hart voor Blaricum nog maar één. 1 van de 35 in plaats van 4 van de 13 zetels zoals nu. Zucht. Hopelijk blijven onze stemmers ons ook bij een fusie trouw, en dan hebben we nog maar 2 van de 35 zetels in die nieuwe gemeente. Het is duidelijk dat je als lokale partij met zo’n gemeentelijke herindeling minder te zeggen krijgt over je eigen dorp. En het is ook evident dat dit een greep van de landelijke politiek naar de macht is. Ik zou geen ander argument weten om gemeenten samen te voegen. Want fusiegemeenten zijn juist duurder, zoals onderzoek van Maarten Allers, hoogleraar economie van decentrale overheden aan de Rijksuniversiteit Groningen, aantoonde. En waarom voor een goedkope oplossing kiezen voor een niet bestaand probleem als het duurder ook kan?

Ik wil gewoon dat we lekker onszelf kunnen blijven in een dorp dat van ons is. Maar dat is kennelijk ouderwets en egoïstisch, want we horen natuurlijk op te gaan in de grote massa. Daar heb ik het wat moeilijk mee, maar gelukkig sta ik daar niet alleen in. Als lokale partijen in Blaricum, Eemnes en Laren gaan we vanavond dan ook eens de koppen bij elkaar steken.

Jesuisenterrasse

Date 18 november 2015

Met de oorlogsverklaring aan IS lijkt alles weer van voren af aan te beginnen. En ik moet toegeven dat het ook bij mij de eerste reactie was: platgooien die handel. En de collateral damage dan maar voor lief nemen, want het moet nu echt afgelopen zijn met dat terroristische gedoe. Maar nu de verdoving na de aanslagen in Parijs wat uitgewerkt is, denk ik daar toch wat anders over. Omdat een oorlogsverklaring niet van manhaftige moed getuigt, maar juist van lafheid. Omdat het is de gemakkelijkste weg is waarbij je niet de wortels van het probleem aanpakt. Omdat je het kennelijk niet opbrengt om gestoorde individuen zélf op te sporen en aan te pakken, maar in plaats daarvan liever een hele stad, een heel land platlegt. Net zoals paus Innocentius III in 1209 maar de hele stad Béziers liet uitmoorden omdat er katharen onder de bevolking leefden.

Dat de aanslagen in Frankrijk plaatsvonden komt wellicht niet alleen omdat dit land zelf Irak en Syrië heeft aangevallen, of omdat Parijs als toeristisch centrum in Europa een ideaal doelwit is, of omdat het zijn banlieus met al zijn moslims heeft verwaarloosd. Het zou namelijk heel goed kunnen omdat Frankrijk voor alles staat wat IS haat. Robbie stuurde me een mooie geanonimiseerde tekst die hij op internet had gevonden: ‘La France incarne tout ce que les fanatiques religieux du monde détestent: profiter de la vie sur terre par une multitudes de petites voies: une tasse parfumée de café avec un croissant au beurre le matin, de belles femmes en robes courtes souriant librement dans la rue, l’odeur du pain chaud, une bouteille de vin partagée avec des amis, un peu de parfum, des enfants qui jouent dans le jardin du Luxembourg, le droit de ne pas croire en un quelconque Dieu, ne pas s’inquiéter des calories, flirter, fumer et avoir une sexualité sans être forcément marié, prendre des vacances, pouvoir lire n’importe quel livre, aller à l’école gratuitement, jouer, rire, revendiquer, se moquer des prêtres comme des politiciens, laisser l’inquiétude sur l’après-vie aux morts. Aucun pays ne vit sur terre mieux que les Français.’

Lekker op je terrasje blijven zitten is dan ook het beste wapen, en als je die jongens van IS dood wil hebben is het het beste om te zwijgen en hen zo min mogelijk aandacht te geven. Daar kunnen ze écht niet tegen. Onze angst is hun overwinning, onze publiciteit is hun voeding, onze oorlogstaal hun gelijk. Ieder mens heeft het recht om gelukkig te zijn, n’importe pas wat er allemaal om hem heen gebeurt en wat ervan gevonden wordt. Niemand hoeft zich te laten opnaaien door dreigingen en door angst die altijd een slechte raadgever is. Pas uit een mentaliteit waarin je niet meegesleept wordt door negatieve emoties en blijft zingen kunnen de juiste maatregelen tegen IS voortkomen. En dat is niet een oorlogsverklaring of het stigmatiseren van mensen die een godsdienst aanhangen die veel vrediger is dan we meestal willen weten, zoals in de bijna westers aandoende glossy Mohammed te lezen is.

De Autopartij

Date 9 november 2015

Kan je het iemand kwalijk nemen als door zijn toedoen er extra mensen doodgaan en gewond raken? Meestal wel. Mag je dat misdadig noemen? Dacht ik wel. En is dat niet extra kwalijk als daar eigenlijk geen reden voor is? Zeker weten. En geldt dat dan voor alle rechtspersonen, dus ook voor verenigingen en zo? Ik zou niet weten waarom niet. Als een organisatie slachtoffers maakt is ze meestal crimineel te noemen, zeker als het geen oorlog is. Toch ken ik een instelling die 15 doden en 200 gewonden per jaar op zijn geweten heeft en waarvan zo’n 30.000 mensen zonder blikken of blozen lid zijn.

We hebben het er weer over. Ik bedoel dus de Autopartij. Omdat die er is om de automobilist tevreden te stellen, mogen we van haar volgend jaar weer extra hard rijden. Niet omdat dat veel tijdwinst oplevert. ‘De hogere snelheid past bij de beleving van de automobilist, die niet begrijpt waarom hij niet harder mag als de wegen leeg zijn,’ zei de minister ooit, en daar houdt ze zich aan. De automobilist moet immers bevredigd worden, dat staat hoog in het programma van haar Autopartij. En wat geeft meer extase dan lekker hard scheuren, daarvan zo in trance raken dat je in een andere werkelijkheid belandt? Volstrekt leven in het hier en nu omdat elk moment de kleinste fout je dood kan zijn?

Oerend hard geeft een gevoel van zweven en wellicht is dit ideaal van de Autopartij spiritueler dan je denkt. Je vergeet en verliest jezelf erin, net als met drugs en seks. Zo’n automobilist of motorrijder vergeet zichzelf – iets waarnaar we eigenlijk allemaal ten diepste op zoek zijn – en is even van zijn ego bevrijd. Voor een buitenstaander lijkt al dat gerace machogedrag, maar in de beleving van de automobilist raakt hij heel euforisch even los van de wereld. Ja, hard rijden is goed voor je spirituele ontwikkeling! Hoe sneller hoe beter. En dat er daardoor meer doden en gewonden vallen is iets dat je ervoor over moet hebben. Net als meer CO2, herrie en fijnstof. Peanuts.

Hoewel het woord ‘Auto’ gewoon ‘zelf’ betekent, mag je niet zeggen dat de Autopartij er een is van zelfbevredigers. Dat lijkt alleen aan de buitenkant zo. Haar devies is ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’ en daarom heeft zij egoïsme hoog in haar vaandel en is dat heel iets anders dan wat somberende linksmensen ervan denken. Van Ayn Rand hebben ze geleerd dat deze zelfbevrediging het belangrijkste is wat er is, en zaken als milieu, natuur, cultuur en wetenschap staan alleen maar in de weg en moeten dan ook snel en netjes opgeruimd worden. En die 15 doden en 200 gewonden? Ja hoor eens, eigen verantwoordelijkheid, hadden ze maar beter op moeten letten.

Volgens Van Dale kan ‘crimineel’ ook ‘buitengewoon goed, fantastisch’ betekenen, en daar zal de Autopartij het vast mee eens zijn!

Happy Halloween!

Date 31 oktober 2015

Halloween! Als babyboomer ben ik er niet mee grootgebracht, want het vieren van dit feest is eigenlijk pas in de jaren negentig van de vorige eeuw in onze landen zwang gekomen. Nog steeds verovert het Europa meer en meer, iets waaraan de secularisatie ervan zeker bijdraagt. Dat geldt ook voor mij: ik kan in de door kaarsjes oplichtende ogen in pompoenen weinig kerkelijks meer vinden. De datum ervan, 31 oktober, hebben we echter wel degelijk aan de christelijke religie te danken, want het valt op de avond vóór Allerheiligen dat op 1 november plaatsvindt. Hoewel? Als we verder in de tijd teruggaan zien we dat Allerheiligen – ter gedachtenis aan heiligen en martelaren – niets anders is dan het heidense Samhain feest waarin de doden werden herdacht en het Keltische nieuwjaar begon, maar dat in 837 door paus Gregorius VI is ingelijfd.

Wellicht is in de loop van de tijd, al dan niet onder invloed van commercie, het accent van Halloween steeds meer te komen liggen op het griezelen. Ging het oorspronkelijk wellicht alleen om het bang maken van elkaar, tegenwoordig kan dat bijna niet zonder doodshoofden, bloederige kleren, enge beesten, openstaande graven en wat niet al. Het is de vraag of daar veel mis mee is, want wat is er gezonder dan met je eigen angsten geconfronteerd te worden? En welke tijd is daarvoor beter geschikt dan die waarin de zon in Schorpioen staat, het teken dat aandacht vraagt voor transformatie, dood, het onbewuste? Nu we lange schemeruren kennen, de natuur kaal wordt, grondmist ons in nevelen stort en de donkerte van de dagen de onvermijdelijkheid van de nacht toont?

‘Happy Halloween!’ wensen we elkaar toe. Dat klinkt vreemd, want hoe kan je vrolijk worden van de koude rillingen over je lijf? Je kunt dat echter ook opvatten als een wens dat je onaangeroerd blijft, blij omdat je de getuige blijft van je angsten zonder je erin te verliezen. Angsten zijn er niet om te trotseren of manhaftig de kop in te drukken, en veel van wat ‘moed’ wordt genoemd is eigenlijk lafheid. Want datgene waarvoor je bang bent wil niet onderdrukt worden, maar vraagt om aandacht, wil gezien worden omdat het een wezenlijk deel van je is. Bewustwording begint bij jezelf en zonder aandacht voor al die enge dingen die we in het onderbewuste verstoppen kan een mens nooit heel worden. En het is goed dat we dat van kinds af aan leren.

De Kaarsvlam, november/december 2015

Sterren

Date 27 oktober 2015

Wees gegroet, Jij die van nergens bent gekomen en die ook nergens naar op weg bent. Zelfs de allerwijsten onder de mensen hebben Jouw woonplaats nooit kunnen bepalen. Wees gegroet. Zolang wij niet proberen Jou te vatten raken we daardoor juist aan Jou en wordt de diepste wijsheid bereikt. Hoe wonderbaarlijk en hoe ontzagwekkend!

Aldus een vers uit de Hymne aan de Wijsheid voorbij alle wijsheid uit de Prajnaparamita Soetra van Rahulabhadra, zoals die in de vertaling van Ton Lathouwers staat in het boek Iedereen weet van Edel Maex, de Belgische psychiater en zenleraar die een dik decennium geleden mindfulness heeft geïntroduceerd. Wijsheid, die net als waarheid, schoonheid en goedheid niet te lokaliseren is, en tegelijk in een schitterende aanwezigheid overal is aan te treffen voor wie er oog voor heeft.

Ik hou van onzichtbare dingen. Die niet te pakken zijn. Die geen vorm hebben. Waarvan sommigen zelfs zeggen dat ze daarom niet bestaan. Omdat ze niet concreet, maar abstract zijn. Abstract, letterlijk vertaald: er uitgetrokken, als in een alchemisch proces waarin het wezenlijke gewonnen is uit zijn onwezenlijke omhulsel. Materie, die zijn vorm verliest als zij smelt, en vloeistof die onzichtbaar wordt als zij vervluchtigt. Die dan als een onbestemde maar o zo aanwezige geur overal is en alles omhelst, verlost als zij is van haar krampachtige vastigheid.

Verliefd ben ik op het onzichtbare, het ongerepte mysterie dat nergens te vinden is omdat het overal aanwezig is. Dat op de vlucht gaat zodra het gezien wordt, dat zijn essentie verliest zodra je het grijpt. Dat is als een tere bloem die zijn schoonheid verliest zodra je haar plukt, of als een minuscuul insect dat kapotgaat als je het beetpakt. Dat grenzeloos overal is en juist daarom de vrijheid zelf is. Dat overal onaanwijsbaar aanwezig is in de lege ruimte, waar de sterren haar in hun spel van schittering bezingen.

Sommigen vertellen me dat ik moet aarden, dat ik het spel van vormen en beelden serieus moet nemen. Anderen willen me laten geloven wat werkelijkheid is, en wat illusie. Eigenwijs als ik ben wil ik geen wezenlijk onderscheid maken. In de harde werkelijkheid is geen plaats voor zachtheid, en het woord concreet betekent niets anders dan beton. Mijn beeldenstorm ligt voor een groot deel achter me, en een paar harde windvlagen vertellen me dat de tijd om te aarden voorbij is, dat ik langzaamaan wakker word uit de voorspelbare droom van vastigheid. In de donkere nacht kijk ik omhoog, en realiseer me dat je niet kan aarden zonder te sterren.

Festival der Vooruitgang

Date 11 oktober 2015

Om zijn tweejarig bestaan te vieren, organiseerde De Correspondent gisteren het Festival der Vooruitgang in Felix Meritis in Amsterdam. In vijf zalen van dit imposante gebouw werden doorlopend lezingen gegeven over de thema’s Oorlog en Vrede, Getallen en Geld, Privacy en Veiligheid, Kunst en Verbeelding, Maken en Meedenken, Europa en Visionairs, Media en Beeldvorming en Klimaat en Energie. Als enthousiast ‘lid van het eerste uur’ moest ik daar natuurlijk bij zijn. Ook om eens mee te maken wie nou die andere lezers van De Correspondent waren. Zoals verwacht waren dat overwegend jonge mensen, intelligent maar zonder pretenties, links maar niet somberend, verzorgd maar niet modieus, eigenzinnig maar toch gemakkelijk in de omgang. Weinig rokers hoewel de motor achter dit alles, Rob Wijnberg, er voor het gebouw aan de zonnige Keizersgracht graag nog eentje opstak. Om twee uur gaf hij, zoals altijd stralend van positiviteit, het startschot in de Concertzaal – jammer van de slechte akoestiek daar – met een bevlogen verhaal De toekomst van De Correspondent.

Het waren niet de eerste de besten die lezingen gaven. Want meteen na dit welkom kwam onder de titel De toekomst van de geheime dienst Rob Bertholee aan het woord, directeur-generaal van de AIVD. Zijn organisatie was een van de weinige die echt luisterde naar de mensen, grapte hij. En hij hield bij hoog en bij laag vol dat de sleepnetmethode om data te verzamelen niet alleen niet kon, maar ook niet mocht. In de Teekenzaal was er Het grote privacy experiment waarin Maurits Martijn, samen met Dimitri Tokmetzis die sinds kort een cursus hacken geeft, goed uit de doeken deed hoe gemakkelijk het is om via het internet veel over elkaar te weten te komen en hoe belangrijk het is om de juiste postcode te hebben – een verkoopbeleid waardoor armen alleen nog maar armer worden. In dezelfde zaal was later op de dag Koen Haegens te horen over De mythe van de markt, waarin hij zich afvroeg of die veelgeprezen markt überhaupt wel bestaat en dat die voor je het weet tot chaos leidt.

Toen was in de Concertzaal niemand minder te horen dan Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, over De mensheid vs. de Nederlandse staat. Haar stichting won onlangs een rechtszaak waarbij de overheid verplicht wordt zich aan haar afspraken te houden en de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25% terug te dringen. Zonder meer een wellicht historische overwinning! Ze hamerde erop dat er, als we niet voor honderden jaren met de gevolgen van uitstoot willen blijven zitten, echt geen tijd meer is voor uitstel. Later was er in de Koepelzaal geen ruimte meer voor angst, maar moesten we op zitzakken en stoelen onder de titel Alternatieven voor de apocalyps ons de ideale wereld van 2065 visualiseren, geïnspireerd door cabaretier Johan Fretz en celliste Anne Korff de Gidts. Mooi om al die ideeën over de ideale wereld te horen. Mijn bijdrage was dat ik een tienurige werkweek voor me zag, vooral om meer ruimte voor creativiteit te realiseren.

Tenslotte in de Teekenzaal nog een lezing Journalistiek van de toekomst bijgewoond, waarin Dimitri Tokmetzis zich liet inspireren door het computerspel The walking dead waarin een bijna onmogelijke keuze gemaakt moet worden, en dat hem ertoe inspireerde om een journalistiek te ontwikkelen waarin nieuwsitems vanuit verschillende standpunten benaderd kunnen worden. Dat lijkt me een enorme verruiming van de journalistiek en hier krijgen we binnenkort nog meer van te horen. De lezing van Avinash Changa over journalistiek en virtual reality, waarvoor een jongen al met een VR-bril op zijn hoofd in de rij te wachten stond, heb ik niet meer gevolgd, eigenwijs als ik ben door al menen te weten wat er allemaal gezegd en ervaren gaat worden. Het was mooi geweest, heel mooi. En het geeft vertrouwen dat er veel jongeren zijn die in onze chaotische wereld nog altijd positief in het leven staan. Alleen dat kan tot echte voortuitgang leiden, iets wat zeker gevierd mag worden met een festival als dit van De Correspondent.

The Beatles compleet

Date 5 oktober 2015

Uiteraard heb ik alles van The Beatles in mijn collectie. En daar is nu een mooi dik boek over verschenen: The Beatles compleet van Jean-Michel Guesdon en Philippe Margotin, met een verhaal over elk van 213 songs die ze zongen en waarvan ze er zelf 188 hebben geschreven. Keurig chronologisch, per album, van Please Please me tot en met Let it be. Waar tussendoor ook de singels en ep’s een plekje krijgen, want niet elk nummer – denk aan She loves you dat hun grote doorbraak aankondigde – verscheen op een lp. Die langspeelplaten kostten indertijd ƒ 18,50 (€ 8,39) wat indertijd voor mij best een groot bedrag was, dat verdiende ik niet met een middagje auto’s wassen!

Heerlijk om door dit rijk geïllustreerde boek te bladeren, waar je ook foto’s tegenkomt van mensen en groepen die al dan niet zijdelings een rol speelden, zoals Donovan en Pink Floyd. Leuke anekdotes over de opnames: waar, wanneer, hoe en met wie die plaatsvonden. Zo heb ik zelf nooit geweten dat Drive my car gewoon over seks gaat, dat de opnames van I’m only sleeping pas tegen middernacht begonnen en de eerste regels van I am the walrus tijdens een lsd-trip zijn geschreven. Dat Abbey Road eigenlijk hun finale album is omdat dit het laatst is opgenomen, dat in de studio producer George Martin veel vaker meespeelde dan ik me bewust was en zowel John als Paul niet altijd even makkelijk waren om mee samen te werken.

Ik verzamelde natuurlijk alles keurig chronologisch op band. Dat werden niet 213 maar 212 songs, want ik had Her majesty niet meegerekend omdat deze indertijd niet als een apart nummer was vermeld. Het moeilijkste was het illustere nummer Bad boy te pakken te krijgen, waarvan het boek onterecht vermeldt dat het niet in Nederland verschenen zou zijn. En ik had er veel voor over om up-to-date te zijn! Het album Help! verscheen net toen we met vakantie in Blaricum waren en omdat het in de buurt nog niet te krijgen was, fietste ik even naar Amsterdam Slotervaart om het bij Capriccio te kopen, en ik was meteen zwaar onder de indruk toen mijn grammofoon voor het eerst Yesterday liet horen.

Elk liedje heeft zijn eigen herinnering. We can work it out: in de douches na gymnastiek tijdens de winter. A hard day’s night: kermis in Blaricum en een suikerspin. Good day sunshine: het hete zand van het Sloterplasbad onder mijn voeten. All you need is love: bij mijn ouders zien hoe het lied wereldwijd in zwart-wit live werd uitgezonden. I’ll get you: ik zong het mee, samen met de jongen waarop ik toen verliefd was. Back in the U.S.S.R.: het Amsterdamse popcentrum Fantasio waar ik het voor het eerst hoorde. No reply: het eerste nummer van mijn eerste Beatles-lp die ik op mijn verjaardag van mijn ouders kreeg. And I love her: in mijn kamertje romantisch dromen van liefde onder de sterren.

Songteksten waren niet altijd gemakkelijk te pakken te krijgen: af en toe stonden ze in de Muziek Express of de Muziek Parade, en dan nog vaak met fouten erin. Ik tikte ze uit en verzamelde ze in een bandje. Ja, ik had wel wat over voor The Beatles! Zo fietste ik op 2 augustus 1965 in vier uur vanaf Blaricum op en neer naar De Meern waar uitgeverij Het Spectrum zat – ja, die van de Prismaboekjes – om de pocket Wij zijn de Beatles van Billy Shepherd te pakken te krijgen. En bemachtigde ik in Duitsland tijdens een fietstrektocht de single met Komm, gib mir deine Hand en Sie liebt dich. Deze twee door The Beatles in het Duits gezongen nummers zijn trouwens niet opgenomen in het boek The Beatles compleet, zodat daar eigenlijk maar 211 nummers in besproken worden.

Het was me indertijd ook al opgevallen dat de titels van de eerste vier albums alle uit 14 letters bestonden, dat You won’t see me een nieuw record haalde wat de lengte betrof: wel 3 minuten en 20 seconden! Lang! En op het witte hoesje van de single Ticket to ride stond te lezen dat het mooie harmonieuze Yes it is dat op de achterkant stond ook in de film Help! zou voorkomen. Nee dus. En ik las met rode oortjes de geautoriseerde biografie De Beatles van Hunter Davies, en ook dat boek heb ik nog steeds. Maakte zelfs een kruiswoordraadsel waarin alleen de titels van hun songs ingevuld mochten worden. Waar Beatlesfans zich niet al mee bezighouden…

Als er een liedje van The Beatles in mijn hoofd zit speelt automatisch de rest van het album in mijn hoofd door, ook als ik aan heel andere dingen denk. Dat gebeurt dus ook deze dagen waarin ik steeds weer wat lees over een paar liedjes van The Fab Four. Beatles vertegenwoordigden indertijd vrolijkheid, optimisme en ze waren uiteraard een van de grootste, zo niet de grootste aanjagers van de jaren zestig. Ze zijn dan ook moeilijk weg te denken uit het leven van babyboomers zoals ik. Met hun bezoek aan Maharishi Mahesh Yogi, de uitvinder van Transcendente Meditatie, gaven The Beatles het startschot voor spirituele ontwikkelingen in die dagen. En dat hebben we geweten! Ja, laat ik het maar gewoon bekennen: ik was verliefd op The Beatles. En dat ben ik eigenlijk nog steeds.