Holle hologrammen

Date 13 september 2014

‘Wetenschappers maken hologrammen van zwevend stof,’ las ik deze zomer op nu.nl. Ze laten stofdeeltjes op geluidsgolven zweven, en laten ze ook bewegen en verschillende vormen aannemen. Wat dit met holografie te maken heeft is me onduidelijk, want het is gewoon een ordinaire projectie op een alternatief stoffelijk scherm. Een van de wezenlijke kenmerken van een hologram is immers dat elk deel ervan informatie over het geheel in zich heeft, en dat is hier niet het geval. Maar desalniettemin zou dit ik eerste opmaat kunnen zijn naar een nieuwe methode om 3D-projectie te realiseren, iets waar we al decennia lang reikhalzend naar uitkijken. Kennelijk snakken we ernaar om zo realistisch mogelijke werelden te scheppen, naast die van de echte real life-wereld. Ja, het liefst moet virtual reality zo echt zijn dat we haar niet meer van de werkelijkheid kunnen onderscheiden. Niet alleen om real life na te kunnen maken op plekken en momenten dat het ons goed uitkomt, maar ook om nieuwe werelden te kunnen scheppen, die niet meer van de echte wereld te onderscheiden zijn. Mundus vult decipi, ergo decipiatur – de wereld wil bedrogen worden, dus laat ze bedrogen worden. We doen daarvoor dan ook onze uiterste best om technieken te maken waarmee we de concrete werkelijkheid kunnen ontvluchten om ons te verliezen in nagemaakte werelden.

Maar virtual reality is niets nieuws. Al vanaf het moment dat mensen konden abstraheren, visualiseren en auditiviseren is eraan gewerkt. Neem alleen maar het spreken, taal. In onze gesprekken roepen we al beelden op bij elkaar, kunnen we ’s nachts over de zon praten, en de eerste rotstekeningen getuigden al van een wereld die ter plekke niet aanwezig was. Met het schrift konden we bij elkaar beelden oproepen – zelfs van een niet concreet geziene realiteit, zoals van elfen en draken. We gingen elkaar brieven schrijven waardoor mensen ondanks hun fysieke afstand zich toch dicht bij elkaar voelden. Er ontstond beeldende kunst waarin niet alleen getracht werd om een zo exact mogelijke kopie van de werkelijkheid weer te geven zoals in het realisme, maar ook om onbestaanbare werelden te scheppen, zoals in het surrealisme. En lang daarvoor was er al de oudste kunstvorm, muziek, waarmee kunstmatig emoties en gevoelens opgeroepen konden worden. Je kunt je zelfs afvragen of niet alles dat met creativiteit te maken heeft virtual reality is. Nieuwe werelden worden geschapen, ver van de alledaagse werkelijkheid. Terwijl de enige echte realiteit zich in het hier en nu om ons heen afspeelt. Het gekras van ruziënde kraaien in de boom, de koele wind als er een wolk voorbijdrijft, de smaak van aardbeien, anderen die we kunnen voelen tijdens een warme omhelzing, het zien van de twinkelende sterrenhemel in een heldere winternacht, kortom de naakte werkelijkheid waar zenmeesters zo graag over vertellen.

Verlichting stelt dan ook niets voor. Het stelt niets voor: er wordt niets vóór de realiteit gezet, niets tussen onszelf en de echte wereld. Het is zoals ik onlangs droomde – ja, ik kan dromen dat ik verlicht ben, volgens velen een contradictio in terminis – en daarin wist is dat het ontzettend gewoon was. Geen extase, geen jubelende blijheid of verlossing, geen kosmisch orgasme met bloemenregens en een overwelmend vredesgevoel. Kortom: verlichting is niets bijzonders, ja, eigenlijk het enige dat niet bijzonder is. Meer heeft hij niet nodig, los als hij is van alle hechtingen en vrij als hij is van geloof en behoefte aan de maakbaarheid van zichzelf en de wereld. Zoals Fritz Perls al zei: een roos is een roos is een roos. En daarmee is dan ook alles gezegd, daar kunnen geen heilige teksten, geen mantra’s, meditaties, gebeden en rituelen tegenop. Ik moet denken aan het verhaal van de stervende zenmeester van wie de volgelingen graag nog zijn laatste wijze woorden wilden horen voordat hij heenging. ‘Hoor je die vogel zingen?’ was het laatste dat hij zei. Ik weet niet of ik het verhaal hier goed weergeef, evenmin als ik nog weet wie die zenmeester was – Osho zal het wel eens verteld hebben – maar de essentie is duidelijk: niets is gewoner dan verlicht te zijn. Stel je er dan ook maar niets van voor en blijf gewoon bij de concrete werkelijkheid.

Concrete werkelijkheid? Maar hoe concreet is die werkelijkheid eigenlijk als we ons realiseren dat zelfs de meeste vaste stof voor het aller-allergrootste deel uit leegte bestaat, de leegte tussen de elementaire deeltjes waaruit die is samengesteld? Terwijl we zelfs van die deeltjes nauwelijks weten hoe concreet ze zijn? De grond onder mijn voeten voelt aan als compacte massa maar dat blijkt een illusie. De bladeren van mijn kastanje zijn helemaal niet groen maar rood, lijken alleen maar groen omdat ze zelf het rode licht in zich opnemen, de rode rakkers! Wat is de meeste pijn als we het accepteren en loslaten? Wat is zelfs het mooiste pianoconcert meer dan dansende moleculen in de lege lucht? Is die zogenaamde concrete werkelijkheid dan niet ook virtueel? Er kunnen toch geen twee realiteiten bestaan? En zeggen veel oosterse wijsheden niet dat uiteindelijk alles een spel, maya, illusie is? En zijn die twee werkelijkheden niet één omdat ze beide bezield zijn? Hoe kan ik een mooi gedicht als illusie bestempelen, of een mooi schilderij, een muziekwerk, ja zelfs een computerspel of hologram? Als we de wereld splitsen in die van real life en virtual reality gaan we voorbij aan de essentie van veel dat uit creatieve inspiratie geboren is: de ziel, dat onvindbare wezen, die bron van de schepping die niets anders wil dan verenigen.

Als we de werkelijkheid van virtuele werkelijkheden ontkennen, dan ontkennen we niet alleen de waarde en kracht van creativiteit, maar vinden we – en dat is eigenlijk nog erger – een pasklaar excuus om ons niet met de schijnwerkelijkheid van het zogenaamde concrete leven bezig te hoeven houden, die immers net zo goed virtual reality is als de dromen en idealen die de wereld gestalte geeft. Ja, ik heb eens een knuppel in een hoenderhok gegooid door te beweren dat virtual reality wel eens echter zou kunnen zijn dan die van real life. Dat werd me niet door iedereen in dank afgenomen. Ware rijkdom is niet het hebben van veel geld in de concrete wereld, maar het kunnen genieten van andere werkelijkheden, van creativiteit en kunst, van het Derde Pianoconcert van Beethoven, van je niet zo druk maken over bezit, of gewaardeerd en erkend willen worden. Ware rijkdom verschuilt zich vaak achter armoede en soberheid, en ware armoede presenteert zich graag als materiële rijkdom en status. De Meester omhelst beide werkelijkheden, ziet hoe ze zich in elkaar spiegelen, maar moet soms wel provoceren om je wakker te schudden, je geheugen op te frissen. Zodat je ontdekt dat je nooit geslapen hebt, zelfs in de dromen wakker was, en ziet dat er uiteindelijk maar één wereld is, één groot hologram dat tegelijkertijd een holle illusie is, vol van leegte.

Wij zijn hologrammen. Alles is in ons, en wij zijn in alles. Net zoals het hele heelal aanwezig is in een koekje, zoals ik in The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy las.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

2 reacties op “Holle hologrammen”

  1. Rita Bletgen op Facebook zei:

    Ja. Misschien zijn we geprojecteerde hologrammen..

  2. Roeland de Looff op Facebook zei:

    Dat zou heel goed kunnen.

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>