Terug naar huis
18 april 2024
Na drie decennia heb ik afgelopen week mijn boek weer eens gelezen over het grootste avontuur in mijn leven. Mijn reis naar Osho die toen nog Bhagwan heette, over mijn leven in Poona en op de ashram. Over de vele meditaties en groepen die ik deed, waarna ik uiteindelijk aan de voeten van Osho belandde, die mij tot sannyasin doopte en de naam Satyamo gaf. Het speelt zich af vanaf 8 december 1979 als ik op mijn eentje in het vliegtuig stap tot 18 januari 1980 als ik Poona weer verlaat. Meteen na thuiskomst schreef ik er een boek over: Terug naar huis.
De ashram in Poona was eigenlijk een soort hippiegemeenschap zoals heel kenmerkend op dit filmpje is te zien. Het valt me op hoe gedetailleerd en intiem ik alles in mijn boek beschrijf. Het meest bijzondere zijn de ochtendlezingen van Osho, waar je in een overvolle Buddha Hall muisstil moet zijn. In dezelfde hal doe ik meditaties met namen als Dynamic, Kundalini, Nadabrahma, Gourishankar en Nataraj. De meditaties zijn ondersteund met prachtige muziek van Georg Deuter die onder de naam Chaitanya Hari componeerde. Sommige meditaties zijn actief, hard en uitputtend waardoor het makkelijker is om daarna iets als overgave te voelen. Andere meditaties zijn passief en zacht, waarbij ik mij alleen door klanken en sfeer hoef te laten meevoeren. Die laatste vind ik het mooist en ik word door een diepe ontroering bevangen.
De rode draad in Osho’s lezingen is het ego, de persoonlijkheid waaronder we lijden. We willen altijd iets of iemand zijn en verliezen daardoor de verbinding met Bestaan, God, of hoe je het ook noemen wilt. Het maakt ons afgescheiden, alleen, en is de uiteindelijke oorzaak van al onze problemen. Maar problemen bestaan in feite helemaal niet, die zijn allemaal een hersenconstructie, een illusie waarmee het ‘ik’ zich krampachtig handhaaft en waarmee we geen oog meer hebben voor ‘that which is’ in het hier en nu. Tegelijk moet je je niet verzetten tegen dat ego. Het enige wat er te doen is, is getuige zijn van dit alles. Want de getuige is je ware gezicht, je ware ziel die niets anders is dan leegte. Een leegte waarin God tot bloei kan komen. Niet het denken, maar het hart kan bevrijding brengen. Het zijn liefde, muziek, dans en extase waarin je jezelf, je ego verliest.
Naast meditaties en Osho’s lezingen is de ashram ook berucht om de groepen waarvan je er altijd wel een paar moet volgen. Zo doe ik de residentiële Enlightenment Intensive die draait om de vraag – zeg maar koan – ‘Wie ben ik?’ In de Centering Groep op het dak van het Krishna House doe ik de Whirling meditatie die ik het mooiste vind: als een derwisj met open ogen om mijn eigen as tollen zodat alles wat ik zie in elkaar overvloeit en ik het gevoel krijg zélf stil te staan te midden van een witte wervelende wereld om me heen. Ik doe daar ook de Eye gazing waarbij je je partner heel lang onbewogen in de ogen kijkt. Daar zie ik steeds andere gezichten in de ander, en het lijkt alsof ik in trip beland, alsof in een stille lege ruimte zit die ik maar al te goed herken en waarvoor ik tegelijk als de dood ben. Tijdens een andere oefening herinner ik me hoe ik ooit onder invloed van drugs transparant in een lege ruimte zweefde totdat ik dacht ‘Dit is het!’ waarna deze ervaring dus prompt verdween. Want denken.
Niet alles is rozengeur en maneschijn, want ik jank veel af in deze weken. In de Rebirthing groep moet ik vechten om geboren te worden. Soms ben ik hartstikke kwaad. Soms ben ik diep ontroerd over dat alles goed is zoals het is en dat er ik mag zijn. Heel eerlijk schrijf ik persoonlijke verhalen over de problemen die ik in mijzelf tegenkom. Soms ben ik woedend op alles en iedereen, Osho incluis. In de Tao groep in de gecapitonneerde kelder raak ik met iemand in gevecht waarna ik onverwacht gestreeld word door Huub, de mooiste jongen van de ashram met wie ik na afloop lig te rollebollen als iedereen vertrokken is. Ik zit veel ‘in mijn hoofd’ zoals dat heet maar word ook daar weer getuige van. Ik vraag me af hoe ik getuige van mijn getuige-zijn kan zijn. Ik heb momenten van intense vrede waarin alles goed is zoals het is. Dan ben ik in de sprookjeswereld die ik in veel visioenen zag en die nog echt blijkt te bestaan ook.
Gedurende deze weken raak ik bevriend met huisarts Piet, met wie ik een kamer huur. We delen lief en leed met elkaar, zitten vaak in de Smoking Temple van de ashram te roken en trekken veel met elkaar op. Hij zou tot zijn dood een van mijn beste vrienden blijven. Ik ontmoet en hug leuke mooie jongens zoals Jos en Nico. Verwonder mij over mensen die genieten van hun hoge status omdat ze veel groepen hebben gedaan. Piet en ik gaan vaak eten in restaurantjes in de stoffige en smerige stad. Met Huub wandel ik naar de rivier waar onder de rotsen cobra’s zouden liggen te slapen. Ik koop lichte oranje kleren. Ik loop fluitspelend op straat, en in een hotel laat ik mijn liedje The grass grows by itself horen. Ik vier mijn eigen directheid en eigenwijsheid. Hoe ben ik een goede sannyasin? Ik kom er achter dat Osho dat ook niet weet, want volgens hem is onbewustzijn de enige zonde en bewustzijn de enige deugd. En er zijn geen goede of slechte gewoonten want gewoonten op zich zijn al zondig.
Uiteindelijk beland ik aan Osho’s voeten. Hij vertelt me een verhaal waarbij het me obsedeert dat hij eigenlijk een lege pop van papier-maché is en ik voel me daar schuldig over omdat dit meestal geen compliment is, terwijl hij zo vaak gezegd heeft dat leeg zijn juist zo mooi is. Zijn woorden dingen zo diep tot me door dat ik ze even later vergeten ben. Ik voel me bevestigd in mijn alleen zijn, en met de mala die hij om mijn hals heeft gehangen beland ik na afloop in een hotel waar het instrumentale Arrival van Abba speelt. Als ik weer op mijn hotelkamer kom – Piet is intussen alweer in Nederland – valt het me op dat ik een gevoel mis omdat ik me er niets meer kan bij voorstellen: angst. Ik koester de nieuwe mala op mijn borst en val als een pasgeboren kind in slaap.
Die dag, 14 januari 1980, was een ongeëvenaard keerpunt in mijn leven. Dat moest ik alleen na thuiskomst nog aan anderen zien uit te leggen. Maar sommige dingen zijn niet uit te leggen aan mensen die het niet zelf hebben meegemaakt. Misschien hielp het schrijven van een boek daarbij.
18 april, 2024 om 15:41
O O O zo herkenbaar, of je beschrijft mijn eigen ervaring… ‘ 79 was a good year
19 april, 2024 om 15:10
Heerlijk om te lezen en natuurlijk speciaal het stukje over Piet.
Die tijd vergeet ik nooit en al was ik niet zelf sannyasin, ik heb er behoorlijk
veel van mee mogen beleven.