Depressietijd

Date 18 december 2014

Ja, ook ik ben wel eens depressief hoor! Een paar weken geleden had ik er weer eens flink last van. Het is er ook de tijd van het jaar voor. De enige remedie die ik weet is om er maar eens flink in te duiken. Somberheid, uitzichtloosheid, machteloosheid. Verschrikkelijke gedachten die allemaal in me opkomen. Het leven hoeft niet meer zo, maar voor ik er een eind aan maak moet ik nog wel wat zakelijke dingetjes regelen. Niet alleen administratief en financieel, maar ook een mooie tekst op mijn grafsteen zoals ‘Onder Rutte kon hij niet meer leven.’ Ergens diep van binnen weet ik dat zo’n tekst nergens op slaat, maar toch. Kan ik het Domste Kabinet Aller Tijden verwijten dat ik het leven niet meer zie zitten? Mijn lijf wordt ouder, en zeker voor zo’n narcistisch type als ik is het moeilijk te verdragen dat het zijn schoonheid, glans en energie verliest. Zo’n verzorgings- of verpleegtehuis, daar wil je toch niet in gezien worden als je een beetje zelfrespect hebt? Nee, de toekomst is kommer en kwel en in zo’n bui zou ik er het liefst stilletjes tussenuit willen knijpen. Het enige dat me in de weg staat zijn mijn vrienden en kennissen – ook die in Second Life – die ik dit allemaal niet wil aandoen. Evenmin als ik dat van een ander wil meemaken. Dan toch maar uitzichtloos doortobben. Of met zijn allen collectief uit het leven stappen, zoals in de zelfmoordclub waarvan ik eens droomde toen ik een jaar of achttien was: met zijn allen gingen we van het dak springen van het pas opgeleverde nieuwe schoolgebouw van het Hervormd Lyceum West.

In een depressie zit je helemaal in jezelf opgesloten. Je bent in-gewikkeld. Je hersenen zijn gecrasht en blijven vastzitten in een lethargische toestand van onmachtigheid. En je denkt alleen maar aan jezelf, zodat het eigenlijk een fase van hyper-egoïsme is. Alles en iedereen behalve jezelf is de schuld van je beroerde toestand. Zoals de financiële crisis die – zo las ik onlangs – het aantal zelfmoorden heeft doen toenemen. Eigenlijk zouden ze daar op de Zuidas hun mooie glimmende gebouwen ter beschikking moeten stellen voor de velen die op een relatief pijnloze manier aan hun einde willen komen. Want in een huis dat onder water staat verdrink je niet. Al dit soort gedachten blijven maar rondcirkelen in je hoofd, en zelfs als je weet dat het allemaal onzin is, blijven ze je bestoken met somberheid en machteloosheid. Je kunt natuurlijk zoals het hoort aan de antidepressiva gaan, maar daarmee hou je je depressie niet goed in stand. Uitzichtloosheid is immers voeding van depressie, en in zo’n toestand wil je niet geholpen worden omdat het toch geen zin heeft: het Domste Kabinet Aller Tijden treedt toch niet af! Als er iets was waarmee mijn moeder me in mijn jeugd nóg depressiever kon maken dan ik al was, dan waren het wel opbeurende opmerkingen en adviezen. Liever schreef ik er in 1970 het liedje Song of the dying over. Mijn enige remedie is: doe niks, helemaal niks, en duik erin! Let it be.

‘This too will pass,’ is een Soefi-wijsheid die Nandan in een ring heeft laten graveren die hij altijd draagt. Een wijze raad, omdat het oproept om alle identificaties los te laten. En als vreugde en extase bij het leven horen, waarom verdriet en depressie dan niet? ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt,’ dichtte Goethe. Misschien moet je er wel blij mee zijn dat je depressief kunt zijn. Want het laat zien dat je gevoel hebt, dat je lééft. Dat je intelligent genoeg bent om de idiotie van het Domste Kabinet Aller Tijden en haar volgelingen te doorzien. Dat je gevoel hebt. Hoogbegaafdheid gaat vaak samen met hooggevoeligheid. ‘Dan alleen is leven leven, als het tot de dood ontroert,’ dichtte Boutens, wat we op de rouwkaart van mijn moeder hebben laten drukken. Freud ontdekte dat er niet alleen een levensdrift was, maar ook een een doodsdrift, en eigenlijk denk ik dat het heel normaal is om bij tijd en wijle te verlangen naar er niet meer te zijn. We zijn zo snel geneigd om dingen lelijk te noemen, maar juist daarin kan zich een schoonheid van een veel diepere dimensie openbaren. Ook oude vervallen fabrieksgebouwen, een dode vogel in de tuin en mistige dreinende regenbuien horen bij het leven. Juist het treurige melancholieke andante of adagio middenin een klassiek concert hoort erbij en maakt het compleet. Is er zelfs de essentie van. Eigenlijk ben je pas rijk als je depressief kunt zijn. Of beter: als je dat toelaat, laat zijn zoals het is. Wat natuurlijk voor het hele leven geldt. Het mooiste licht kan alleen in de duisternis schijnen.

  • Facebook
  • Twitter
  • NuJIJ
  • Print
  • PDF
  • Add to favorites

7 reacties op “Depressietijd”

  1. Roeland de Looff op Facebook zei:

    Met de ‘feestdagen’ in zicht is dit ook niet de vrolijkste tijd van het jaar 🙂

  2. Ina van Duyn op Facebook zei:

    Heerlijk en zó herkenbaar….vooral het Hervormd Lyceum West waar mijn broertjes en zusjes op zaten. Ik voel me meteen weer in die buurt…en helaas, ook ik maak me regelmatig zorgen om m’n oude dag en aftakeling…Laat het weten als je een “clubje” vormt xxx

  3. Rita Bletgen op Facebook zei:

    Ondanks alle treurigheid mooi Satyamo Uyldert

  4. maria zei:

    Ik ben steenrijk:)

  5. veronica gelauff zei:

    Tja, waarom zegt Maria nou opeens dat ze steenrijk 😉 is ? Bedoelt ze dat ze veel geld heeft ? en zich ( dus ) geen zorgen maakt. Of is ze ook bang voor eenzame aftakeling en ziet ze wel wat in het “clubje” van Ina van Duyn ?
    Ik krijg, heel materialistisch opeens, beelden van een mogelijk te kopen huis, waarin ik met een aantal aardige mensen, met wie ik een zielsverwantschap heb, uiteindelijk, na veel zielestrijd, zal mogen samenwonen en menswaardig oud worden.
    Waaruit bestaan de sombere gedachten van Satyamo, behalve die hij uitgesproken heeft ? En waaruit het mooiste licht, dat in de duisternis kan gaan schijnen ? ( buiten dat dit op zich een ware opmerking is ).
    Ik ben niet zozeer bang voor aftakeling, maar voor weerloos te zullen moeten verblijven tussen “verzorgers”, die absoluut niets, maar dan ook niets begrijpen van de zielereis, die voor mij leven is, en alleen een oud kreng of op zijn best een lief oudje in mij zien, en in het regime van een verzorgingshuis te zullen moeten zien te overleven.
    ( Op de TV een schokkend beeld van een kleine naakte oude vrouw, die door haar verzorgster geslagen wordt. Het zal niet overal zo zijn, maar zulke zaken doen zich dus voor. Ik laat het maar bij dit ene voorbeeld ).
    Ik heb toch al zeer veel lelijks doorstaan, maar ik ben gewoon te egoïstisch om nog weer de schoonheid van dergelijke ondervindingen te willen gaan ehh….ondervinden.
    Te zullen moeten verblijven tussen geseksualiseerde en seksistische leeftijdgenoten, mannen en vrouwen, die ook op hoge leeftijd niet kunnen accepteren, laat staan respecteren, dat een mens anders in het leven kan staan. Wéér pesterijen en pogingen tot omvormingen te zullen ondervinden, die mij moeten doen geloven, dat ik in de eerste plaats vrouw ben, waar ik meen in de eerste plaats mens te zijn en dat mijn vrouw-zijn daarin één van de vele aspecten is.
    Zal ik erin slagen in een dergelijke situatie “mijn mooiste licht” te laten schijnen; in wat voor mij duisternis en doffe ellende is, maar voor anderen die mijn mooie licht dan ook helemaal niet behoeven, gesneden koek. Of zie ik dat verkeerd ?
    In een vreselijke oorlog, waarin mensen kaarsen aten van de honger, kwam één iemand op Kerstavond op het idee zijn stompje kaars aan te steken. Die hele nacht vertelden de mensen elkaar toen allerlei verhalen, waardoor hun zielehonger werd gestild.
    Maar vooralsnog ben ik nu op zoek naar een antwoord op mijn vraag naar mijn toekomst als ouder-wordend mens.
    Bij een poging aansluiting te vinden bij een groep ouderen, die zich spiritueel noemen en die mogelijkerwijs een leefgemeenschap zouden gaan vormen, werd ik bij de eerste bijeenkomst tot nadere kennismaking ermee geconfronteerd, dat ik geacht werd te zullen kunnen verwoorden “WAT IK KWAM HALEN EN WAT IK KWAM BRENGEN “.
    Uhhh, hoe bedoelt U ? Gaat het hier over een pondje meel en lege flessen terug ?(hihihihihihi).
    Als ik dan persé antwoord moet geven :
    Ja, ik zou heel dankbaar zijn met een goed onderdak tussen volwassen geworden mensen met wie ik zielsverwant ben en in wie de ontvankelijkheid en eerbied van een kind ( voor het onbekende ) niet gestorven is.
    Mensen, die erin geloven, dat er nog weer van alles te leren/ontwikkelen valt, te inspireren valt/ uit te dragen ook, als U wilt, maar waar ook weldadige rust mag zijn.
    Oud mogen worden tussen mensen, die zichzelf en elkaar voldoende kunnen respecteren om verschillen te kunnen overbruggen of te laten.
    En wat ik kan brengen zal afhangen van wat iemand / deze mensen van mij ontvangen wil ( len ) / kunnen.

    Uit nood worden dementerende ouderen in een thuissituatie door hun familie nog al eens vastgebonden ; op hun bed ; aan de verwarming. Echtgeno(o)t(e) / zoon / dochter moet weg om even een boodschap te doen. Mantelzorgers raken niet zelden overspannen, doordat er maar één of in ieder geval te weinig van is/zijn.
    Omringd door een groep zielsverwanten, die dan misschien niet meer als zodanig worden herkend, zullen dergelijken toch heel anders, liefdevol, fantasierijk en met humor opgevangen kunnen worden !
    Overigens zijn er, gelukkig, binnen de zorg voor ouderen ook geluiden te horen, die mij hoopvol stemmen, wat niet wegneemt, dat mijn voorkeur veruit naar zelfstandig-denkende mensen uitgaat.

    De twaalf heilige nachten : 2014-2015
    “Voor het nieuwe jaar kunnen we tot “geestbezinnen” komen welke waarde we willen ontwerpen en welke idealen we willen verwerkelijken. Dat vraagt een zintuigvrij denken dat uit het niets van het bekende van de gewoonten of van de traditie scheppen kan”. ( citaat )
    Dat lijkt nu niet bepaald “zelfstandig gedacht”, maar ik kan me er iets bij voorstellen ; vooral bij dat “uit het niets scheppen”. ( al weet ik niet hoe ik geld uit het niets moet scheppen ) Maria ? Ben jij uit het niets gekomen misschien ?

    Ik wil wel mensen ontmoeten, die, met behoud van en liefde voor wat verworven werd ( zonder over-identificatie ermee ) het onbekende met mij tegemoet willen gaan.
    “Wat waar is draagt vrucht”. ( ook van Goethe )
    Wie doet er mee ?
    Met groeten,
    Veronica

  6. maria zei:

    Nee, veel geld heb ik niet,wel levenservaring,hetgeen ik een groot goed vind. Ik ben niet uit het niets gekomen; ik geloof in reïncarnatie.
    Maar als Satyamo stelt:” Eigenlijk ben je pas rijk als je depressief kunt zijn “, dan durf ik te zeggen dat ik steenrijk ben, gezien de depressies waar ik steeds weer uit kom.

  7. veronica gelauff zei:

    Ik ben verheugd een antwoord van je te krijgen.
    Ja, in die zin, zoals door jou aangegeven, voel ik mij ook steenrijk, en met alles wat ik heb mogen ervaren in dit leven. Ook met alle ellende, omdat ik mede dáárdoor een bewuster mens geworden ben en liefdevoller, dan ik was.
    “Ik ben niet uit het niets gekomen; ik geloof in reïncarnatie “.Dat antwoord roept iets in mij op wat ik wat langer moet laten bezinken. Ik vind het een heel mooi antwoord en het grijpt me een beetje aan.
    Voor nu laat ik het hierbij.
    daag

Reageer

XHTML: Je kan deze tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>